De uitslagen van Germinal Beerschot vallen nog tegen, maar rond het trainingsveld staat wel al een hek. De aanpak van Glen De Boeck bevalt, maar nu moet hij wel punten pakken.

Het is vijf over halftwee en de spelers van Germinal Beerschot mogen al van het veld. Volgens de normen van de nieuwe trainer was dit een erg korte training. De voorbije weken stonden de spelers soms al om halftien op het veld en trainden ze door tot twee, soms tot drie uur. Philippe Clement maakte zulke lange trainingen al eens mee onder Jacky Mathijssen bij Club.

De toeschouwers leunen op het nieuwe hek dat er op vraag van de nieuwe trainer kwam. Ook de vrouw met de hond aan de leiband moet zich dus dit jaar geen zorgen meer maken dat het beest onder de afsluiting het trainingsveld aan de Wilrijkse Pleinen op rent en de spelers moeten bij een uitbal niet meer op of onder de omheining. De kostprijs (30.000 euro?) neemt men er bij het bestuur met de glimlach bij. Nieuwe bezems vegen blijkbaar goed.

De vaste Beerschotwatchers zijn erg enthousiast over de kordate aanpak van de nieuwe trainer. Onder De Boeck is er weer discipline, heet het: de spelers komen op tijd, laten niets rondslingeren in de kleedkamer. Zelfs Daniel Cruz traint zoals nooit tevoren en heeft geen last van de kleine kwaaltjes die hem de voorbije jaren noopten af en toe de training te staken.

Ook de spelers sparen hun lof niet. “We zijn echt heel goed aan het werken op training en ik zeg dat niet zomaar”, zegt Wim De Decker.

De Boeck zit er kort op. Hij is niet het type trainer dat met de handen op de rug zwijgend observeert. Het afsluitend wedstrijdje van ruim een uur wordt een keer of twintig stilgelegd, telkens als de trainer iets ziet wat hem niet bevalt of wat beter kan. Met luide stem – op de achtergrond razen de auto’s voorbij – maakt hij duidelijk wat er verkeerd liep, wie wat had moeten doen en wat de gevolgen in een wedstrijd kunnen zijn. Jonge spelers worden aangepakt, maar ook routiniers als Tomislav Mikulic of Pieterjan Monteyne. Als Cruz ongestoord de bal kan aannemen, draaien en oprukken, vindt de coach dat niet kunnen: “Daniel kan wandelen in zijn tuin, een sigaar roken, wat rondkijken. Dat kan niet! Jullie moeten niet reageren, maar ageren!” De Boeck maakt niet alleen negatieve opmerkingen, corrigeert Clement later. “Ook als hij ziet wat hij wil zien, legt De Boeck het spel soms stil, om ons een compliment te geven.”

Dat er nu discipline heerst, vindt Clement overdreven uitgedrukt. “Discipline associeer ik met het leger. Wat De Boeck vraagt, is normaal gedrag, dat zijn de normen en gewone dingen waarmee ik ook mijn kinderen opvoed.”

Perfectionist

Volgens keeperstrainer Pierre Thijssen gaat Glen De Boeck een grote carrière als trainer tegemoet. “Hij heeft oog voor details, niets ontgaat hem. Het is de eerste keer dat ik een hoofdtrainer meemaak die zo open is naar zijn medewerkers.”

Thijssen schrok ook toen De Boeck voor de eerste keer naar de keeperstraining kwam kijken en de doelmannen aanmoedigde. “Dat had ik nog nooit meegemaakt, dat een hoofdtrainer naar ons komt kijken.”

Ook hij heeft het over de discipline van De Boeck: “Hij is een perfectionist, die houdt van een verzorgde omgeving. Alle spelers komen nu op tijd, wanneer we om halftien naar het trainingsveld trekken, is de kleedkamer netjes opgeruimd. Dat was in het verleden wel eens anders.”

Hoe De Boeck wil spelen, maakt hij de spelers duidelijk. “Maar we gaan daar niet te veel over zeggen, we moeten het de tegenstanders niet te gemakkelijk maken”, doet Clement geheimzinnig. “We gaan vanuit een goeie organisatie proberen positief te voetballen.”

Al de eerste dagen toonde De Boeck aan de hand van videobeelden van vorig seizoen wat hij wel en niet wil zien. Verderop in de voorbereiding confronteerde hij de spelers opnieuw met beelden van henzelf, ditmaal van de wedstrijden in de voorbereiding tegen provincialers.

Nog geen uur na de verloren Coppa Sterchele zat De Boeck met zijn technische staf de beelden van de wedstrijd te analyseren, woensdagmorgen werden de conclusies al met de spelers besproken. Thijssen: “Af en toe pikt Glen er dan eentje uit om te zien of die bij de les is. Dat deed Marc Brys ook wel eens.”

Batterij testers

Het minpunt is dat al die lof over de trainingsaanpak zich nog niet vertaalt in goeie wedstrijdresultaten. De gevolgen van de nederlaag op Antwerp merkten trainer en spelers twee dagen later al, toen de volkstribune tegenover de hoofdtribune er voor de topaffiche tegen Club Brugge akelig leeg uitzag. De weinige toeschouwers floten de spelers voor, tijdens en na de wedstrijd uit. Ook op de Fandag daagden vier dagen later hooguit een paar duizend toeschouwers op, terwijl dat er op een normale Fandag tegen de 7000 zijn. De spelers hielden aan de meet-and-greet-handtekeningensessie alvast geen stijve vingers over.

Voor De Boeck pleit dat hij al een paar uur na de nederlaag zelf naar de communicatieverantwoordelijken stapte met de vraag hoe hij het best namens de ploeg excuses kon aanbieden aan de fans. Maar het enige afdoende antwoord op die blamage, een sterke competitiestart, ligt niet voor de hand. Het team dat De Boeck op dit moment in lijn kan brengen, is nog niet compleet. Tot anderhalve week voor de competitiestart moest de nieuwe trainer een batterij testspelers dulden (dit keer een groep Brazilianen, aangebracht door ex-bestuurder Bob Van Jole) in plaats van aan tactische automatismen te werken. Voor De Boeck was dat nieuw, Pierre Thijssen maakte dat al vaker mee: “Daarom maken we volgens mij ook altijd zo’n moeizame eerste ronde door.”

Philippe Clement maakt zich weinig zorgen: “Onder Sollied maakten we met Club eens een voorbereiding mee waarin we geen enkele wedstrijd wonnen, maar vervolgens werden we wel kampioen met een straat voorsprong. Het publiek is nu tegen ons, maar als we ons herpakken, staan ze al even fanatiek achter ons.”

Sterke man Jos Verhaegen, die tegenspreekt dat hij nog geen trainingen volgde (“ik heb er wel al een paar gezien”), geeft de nieuwe trainer krediet: “Glen De Boeck is volgens mij heel goed bezig, en ik zeg dat niet zomaar. Ik merk een andere aanpak dan in het verleden, één met veel inzet, zoals het hoort in topsport.”

Dat compliment moet de nieuwe trainer, die nog niet goed weet wie hij op het Kiel mag of kan vertrouwen, voor een deel geruststellen. Voorlopig probeert De Boeck alles zelf te controleren. “Maar”, zegt een intimus, “dat gaat hier niet. Germinal Beerschot is Cercle Brugge niet.”

Dus moet de nieuwe trainer zich snel met resultaten de gunst van de sterke man en van het publiek waard tonen. Een trainer die op het Kiel de steun van Jos Verhaegen en het publiek ontbeert, wordt al heel snel een eenzaam man.

door geert foutré

Glen De Boeck is volgens mij heel goed bezig, en ik zeg dat niet zomaar. Jos Verhaegen