Wanneer de bal niet meer rolt

© belgaimage

Xabi Alonso, Francesco Totti, Philipp Lahm, Frank Lampard, Alvaro Arbeloa… Allemaal stapten ze uit de bubbel die voetbal heet en maken ze zich op voor een leven zonder bal. Maar dat loopt niet altijd gesmeerd.

‘Ik moet toegeven dat ik nooit genoot van wedstrijden. Bij Manchester United stond er gewoon te veel op het spel. Ik had meer rond me moeten kijken en van het moment genieten. Ik weet dat het voor een aantal spelers een opluchting was dat ze hun schoenen aan de haak mochten hangen.’ Aan het woord is Ryan Giggs. In een interview met The Telegraph gaf het icoon van de Red Devils onlangs toe dat hij bij een psychiater is moeten langsgaan om te kunnen omgaan met de impact van stoppen met voetballen.

Ook het verhaal van Clarke Carlisle is tekenend. Carlisle is een 37-jarige oud-speler van onder meer Burnley, QPR en Blackpool die van 2010 tot 2013 voorzitter was van de Engelse spelersvakbond. Eind december 2014 gooide hij zich voor een vrachtwagen die met 100 per uur kwam aangereden, maar… hij overleefde. Een paar dagen erna zei hij, met de littekens nog op zijn gezicht, aan de BBC: ‘Elk beroep heeft zijn eigen stressfactoren. Er zijn mensen die daartegen kunnen. Maar er zijn ook anderen, die van nature al depressief zijn, die problemen hebben om daarmee om te gaan. Zij zitten daar heel hun leven mee opgezadeld.’

Zijn wanhoopsdaad was het gevolg van mentale gezondheidsproblemen, die hij al meesleurde tijdens zijn voetbalcarrière. ‘Als speler zei ik aan iedereen dat ik een depressie had. Ze raadden me aan om dat niet aan de grote klok te hangen, omdat ik zo minder betrouwbaar zou overkomen.’ In de maatschappij is depressie stilaan geen taboe meer, maar in de voetbalwereld, waar je afgerekend wordt op elk teken van zwakte, is het dat nog steeds. Carlisle is nu dankbaar dat hij nog in leven is, hij liep de marathon van Londen en richtte een stichting op om meer bewustzijn rond het thema te creëren. Maar hij vecht nog elke dag tegen depressie.

Over het Kanaal doken de afgelopen maanden nog twee verhalen op van spelers die het mentaal moeilijk hebben. Zo werd Evertonspeler en ex-international Aaron Lennon (30) begin mei opgenomen in het ziekenhuis ‘in verwarde toestand’ en werd hij er behandeld voor ‘een stressgerelateerde aandoening’. Vorige week hervatte hij de trainingen. En eind juni kwam Steven Caulker, een 25-jarige verdediger, naar buiten met zijn verhaal in The Guardian. Hij vertelde dat hij al jaren depressief is, dat hij enorme bedragen vergokte in casino’s en dat hij een drankprobleem ontwikkelde. Hij werd opgeleid bij Tottenham en tekende in 2014 bij QPR, dat hem achtereenvolgens uitleende aan Southampton en Liverpool. Nergens voelde hij zich begrepen. ‘De clubdokter van Southampton probeerde me te helpen, maar anderen zegden me om het veld op te gaan en het ‘van me af te spelen’. Er was geen begrip voor wat er in mijn hoofd omging. Ze hadden me nu eenmaal gehaald om mijn job te doen en niet om op mij te babysitten. Net zoals bij QPR moest ik mijn loon rechtvaardigen, maar ik was er zo slecht aan toe dat ik hulp nodig had.’ Door zijn verhaal in de pers te vertellen hoopt hij jonge spelers met dezelfde problemen te overtuigen om meteen hulp te zoeken.

Spelers die na hun carrière ten onder gaan aan mentale problemen, krijgen daar dus vaak tijdens hun carrière al mee te kampen. Vincent Gouttebarge, het hoofd van de medische dienst van de internationale spelersvakbond FIFPro, kent het fenomeen: ‘De media vragen zich soms af: hoe kan een voetballer die 50.000 euro per week verdient, mentale problemen hebben? Dat is een domme vraag, want zelfs al heb je al het geld van de wereld, dan ben je niet immuun voor dat soort problemen.’

Een halfuurtje naar de fitness

Sommige voetballers zijn tijdens hun actieve carrière al bezig met hun leven na het voetbal. Voor de meesten is het echter een kwestie van improviseren wanneer het moment daar is, met alle risico’s van dien. Volgens een studie van de FIFPro uit 2016 heeft 35 procent van de gepensioneerde voetballers symptomen van angst en depressie, 28 procent heeft slaapproblemen en 25 procent heeft een alcoholprobleem. ‘De studie bracht aan het licht dat ex-spelers die werk vinden en die daar meer dan 30 uur per week mee bezig zijn, daar minder vatbaar voor zijn. Want wanneer je een job hebt, heb je niet alleen een inkomen, maar ook een sociaal leven waarvan je deel uitmaakt’, legt Gouttebarge uit.

Ryan Giggs getuigt: ‘De psychiater die ik opzocht, gaf me een aantal tips die me geholpen hebben om me aan mijn nieuwe leven aan te passen. Hij zei dat ik best bezig bleef net na mijn carrière. Dat deed ik door als analist naar het EK in Frankrijk te gaan. Daarna trok ik naar India waar ik uitgenodigd was voor een zaalvoetbaltoernooi. Het waren soms ook kleine dingen. Voor de eerste keer in mijn leven schreef ik me in een fitness in. Dat halfuurtje per dag weg van mijn huis dwong me om een bepaalde routine te kweken. Het afgelopen jaar kon ik eindelijk tijd met mijn kinderen doorbrengen en daar heb ik van genoten, maar de uren dat zij op school zitten moet ik ook zien te vullen.’

Een leven na het voetbal kan op die manier ingewikkelder zijn dan een voetballer denkt. Gouttebarge: ‘Je moet dat goed voorbereiden. Iemand die maar één of twee keer per dag traint, heeft ook de tijd om na te denken over de toekomst, om energie in zijn opleiding te steken.’ Maar die reflex hebben de meeste voetballers nog niet, weet Gouttebarge. ‘Vanaf het moment dat ze een goed contract ondertekenen, willen veel jongeren zich alleen nog focussen op voetbal en staan ze misschien te weigerachtig tegenover een opleiding. Maar ze moeten ook weten dat je daar niet noodzakelijk heel veel energie in moet steken. Het gaat niet over acht uur studeren per dag, maar om er af en toe tijd aan te besteden en uit te zoeken wat je wilt doen na je carrière.’

Voor je het weet, kan je carrière immers afgelopen zijn. Zo ondervond Oscar Miñambres. De nu 36-jarige Spanjaard moest tien jaar geleden noodgedwongen stoppen met voetballen na een zware knieblessure. En dat terwijl hij bij Real Madrid nog de kleedkamer gedeeld had met David Beckham en Sergio Ramos. Een grote leegte diende zich aan, want hij had nooit nagedacht over een leven zonder voetbal, zo getuigt hij in het Spaanse voetbalblad Panenka. ‘Ik zei tegen mezelf: ik heb heel mijn leven gevoetbald, wat moet ik nu doen? Een depressie had ik niet, maar echt verwerken kon ik het ook niet, want ik moest me concentreren op andere zaken, namelijk het onderhouden van mijn gezin.’ Hij ging uiteindelijk werken in een tabakswinkeltje in Madrid. ‘Al jaren heb ik nu een vast uurrooster, van acht uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds. De mensen kennen me, ze hebben me graag. Maar ik blijf zeggen: ik vind dat tabakswinkeltje maar niks en ik vind mijn job niet leuk. Het is nu eenmaal wat het is. Misschien doe ik dit wel tot ik met pensioen ga. Maar het is niet mijn levensdroom en ik haal er ook geen voldoening uit. Bovendien ben ik tegen roken.’

In hetzelfde magazine spreekt ook de legendarische Raúl (40) over de overgang naar een ander leven. Bij de oud-speler van Real Madrid, Schalke 04, Al-Sadd en New York Cosmos, die nu opnieuw voor de Koninklijke gaat werken, ging het allemaal heel natuurlijk. ‘Traumatisch was het zeker niet, neen. Ik moest een aantal beslissingen nemen. Het is wel zo dat je plots je tijd moet opvullen. Maar toen ik nog in Qatar voetbalde, hield ik me er al bezig met de Aspire Academy. Ik had altijd wel iets aan mijn hoofd, ik denk dat dat de sleutel is. Een psycholoog kan je daarbij helpen en je een leidraad geven, dat lijkt me super. Ik had dat niet nodig.’

Wat is normaal?

Doen de clubs voldoende om spelers voor te bereiden op een leven na het voetbal en daarmee gepaard gaande eventuele problemen? Vincent Gouttebarge vindt dat een en ander nog beter kan: ‘De afgelopen twintig jaar is er duidelijk een verbetering bij de clubs als het om sportpsychologie gaat. Maar de psychologen die ingehuurd worden, moeten vooral werken aan de mentaliteit, de concentratie en het omgaan met druk. Het rendement van een speler verhogen dus. Als het over de gezondheid van een speler gaat, denkt een club alleen maar op korte termijn. Teken je een contract voor twee jaar, dan wil de club alleen dat je in die periode in vorm bent.’

Als het op het mentale aspect aankomt, vindt Steven Caulker dat clubs over de hele lijn tekortschieten, zo zegt hij in The Guardian: ‘Voetbal gaat niet goed om met mentale aandoeningen. Het is misschien wel aan het veranderen, maar de opvangmechanismes zijn vaak niet aanwezig. En veel spelers weten ook: als ik opgenomen word in het ziekenhuis en een tijdje out ben, dan neemt iemand anders mijn plaats in het team in. Dus voel je je verplicht om door te gaan.’

Clarke Carlisle is eveneens van mening dat er nog een lange weg af te leggen is. Hij wijst ook richting Engelse voetbalbond: ‘Er bestaan bij de Football Association geen richtlijnen voor het psychologische en emotionele welzijn van spelers. Clubs kunnen zich dus nergens op baseren. Gaat het over de fysieke gezondheid, dan wordt er gestretcht en worden er supplementen genomen om fysiek in orde te blijven. Dat soort benadering zou ook moeten toegepast worden voor de mentale gezondheid van spelers.’

Ryan Giggs ziet bovendien een rol weggelegd voor de spelers zelf: ‘Het is belangrijk dat we open zijn over hoe we ons voelen en hoe we omgaan met stress.’ Hij geeft meteen zelf het goede voorbeeld: ‘Ik had het altijd moeilijk in periodes dat ik naast het team viel of slecht speelde. Dan had ik een gevoel van waardeloosheid. Ik nam een nederlaag ook persoonlijk. Soms, als we een belangrijke match verloren hadden, kwam ik dagenlang mijn huis niet uit. Nu weet ik dat dat niks helpt en niet normaal is, maar het is moeilijk om te weten wat normaal is als je in zo’n wereld leeft.’

Giggs besluit: ‘Stress is iets dat ik serieus heb leren nemen en ik kan zeggen dat ik het soms moeilijk had met de druk. Ik maakte me ook zorgen over hoe het zou zijn als ik uiteindelijk zou stoppen met voetballen. Maar ik denk, als ik er nu op terugkijk, dat ik me goed uit de slag getrokken heb.’

door Steve Van Herpe – foto’s Belgaimage

‘Ik had altijd wel iets aan mijn hoofd, ik denk dat dat de sleutel is. Een psycholoog kan je helpen, maar ik had dat niet nodig.’ Raúl

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content