Een voetballer die de interesse opwekt van én Genk én Club Brugge én Gent én Standard, die moet wel iets in zijn mars hebben. Spits Mohamed Dahmane werkte zich bij Bergen niet in de aandacht van het grote publiek, wel in die van de kenners.

Al na één seizoen in de eerste klasse met Bergen verzeilde spits Mohamed Dahmane (25) in de schijnwerpers van verscheidene Belgische topclubs. Uiteindelijk bereikte Genk een akkoord met de Frans-Algerijnse spits. Als afgelopen maandag (na het ter perse gaan van dit blad) ook op clubniveau alles in kannen en kruiken is gekomen, speelt Dahmane volgend seizoen bij de vicekampioen.

Lang kind gebleven

Bergen haalde Dahmane in de winterstop van het seizoen 2005/06 bij derdeklasser Francs Borains. Daar had de uit Frankrijk overgekomen aanvaller in dertien wedstrijden al liefst achttien keer gescoord. Hij was er in het begin van het seizoen terechtgekomen via toenmalig trainer Jean-Marc Varnier, momenteel aan de slag bij Doornik, de kampioen van de derde klasse A. Varnier had Dahmane al onder zijn hoede gehad toen die pas twaalf jaar was, in het Noord-Franse Maubeuge, de geboorteplaats van Momo, zoals Dahmane ook genoemd wordt. “Hij was un gamin des banlieus“, zegt Varnier. “Iemand die er eigenlijk nooit rekening mee hield dat hij misschien wel profvoetballer kon worden.

“Hij kreeg een opleiding bij Lens, maar brak er niet door. Verscheidene Franse profclubs waren in hem geïnteresseerd, maar Dahmane had een beetje last om uit zijn cocon te breken. Hij speelde in enkele clubs in de buurt. Met zijn vrienden. Dáár hechtte hij belang aan, niet aan het niveau waarop hij voetbalde. In zo’n team scoorde hij wel dertig keer. Hij was tevreden, iedereen daar aanbad hem.

“Hij is ook heel lang kind gebleven. Pas rond zijn 22ste werd hij volwassen, verantwoordelijker, doordachter. En toen is hij beginnen in te zien dat hij over bepaalde kwaliteiten beschikte. Toen hem de mogelijkheid geboden werd om naar Francs Borains te komen, zei ik hem : ‘ Sinon, tu vas faire quoi ? Een goede speler blijven in zulke kleine buurtclubjes, dat is niet de moeite.’ Hij mag mij dankbaar zijn dat ik hem een beetje uit dat milieu getrokken heb. Hij reed vroeger met een brommertje, vandaag heeft hij een Mercedes (lacht).”

Kwaliteitsvolle pass

Na zijn periode bij Francs Borains deed Dahmane het ook in de tweede klasse, bij Bergen, lang niet onaardig. Daar scoorde hij in de tweede seizoenshelft elf keer, wat zijn seizoenstotaal op 29 bracht.

In het afgelopen seizoen, in de eerste klasse, liep het in het begin wat stroef. Dah-mane kreeg in de eerste maanden van de competitie niet de onbetwistbare basisstek waarop hij had gehoopt, en zag hoe Daniel Wansi meermaals de voorkeur kreeg op hem. Momo kon daar niet goed mee om – zeker niet omdat Wansi niet één keer scoorde – en liet dat ook blijken.

Na Nieuwjaar vlotte het allemaal een beetje en kreeg en greep Dahmane de kans om zijn doelpuntentotaal op te krikken, tot tien. Hij kon toen meestal in steun spelen van de eerste spits, Ilja Stolica, iets wat hem wel lag. “Dat is een van zijn beste twee posities”, zegt Nenad Petrovic, een van zijn makelaars. “Je gebruikt hem best als tweede spits in een 4-4-2, met iemand naast hem, die op de verdediging van de tegenstander weegt zodat hij de ruimte krijgt om een actie te maken. Ofwel centraal voorin in een 4-3-3. Maar bij die opstelling kan Dahmane – die overigens tweevoetig is – in feite op elk van die drie posities spelen.

“Hij is heel snel en bijzonder sterk in een-tegen-eensituaties. Wanneer hij de bal heeft, provoceert hij de verdediger tegenover zich, in de goede zin van het woord. De ander laten komen, een dribbel maken en weg is hij. En probeer hem dan nog maar eens te stoppen.

“Dahmane beschikt bovendien over een prima techniek, hij kan goed voetballen met technische spelers rond zich. Genk is dan ook een betere omgeving voor hem dan pakweg Club Brugge. Hij zet graag een één-twee op en dan : de diepte in. Op zulke momenten merk je dat hij even rap is met de bal als zonder. Hij heeft een beetje ‘de dieptekwaliteiten’ van Anderlechtspits Mohammed Tchité. Dat zie je bij snelle tegenaanvallen. Vaak is hij onhoudbaar.

“Maar ook in de zestien meter is Dah-mane sterk. Iemand met de gave van een Kevin Vandenbergh : altijd op de juiste plaats. Dahmane heeft ook een excellente vrijschop in de benen en mist nooit een strafschop.

“Als hij vooraan rondloopt, zie je hem vaak afhaken om de bal te vragen en vervolgens een heel kwaliteitsvolle pass te versturen.” Dat is ook Valère Billen opgevallen. Sint-Truiden speelde afgelopen seizoen altijd tegen de tegenstander van Bergen van de week voordien en de huidige trainer van STVV, die de afgelopen maanden nog scoutingwerk deed voor de Kanaries, zat daarom een paar keer in de tribune bij wedstrijden van Bergen. “Ik zag Dahmane spelen als hangende buitenspeler. Hij en Wilfried Dalmat vielen me onmiddellijk op.

“Heel scherp, bijzonder dreigend. Mij verwondert de interesse van de grote clubs voor zo’n jongen allerminst. De meeste voetballers vandaag de dag zijn immers jongens die naar de bal toekomen om een ‘alibipass’ te geven, geen creatieve pass. Bij Dahmane zie je die creativiteit wel. Een jongen die ook loopwerk verricht, de bal in beweging kan vragen en diepgang brengt.”

Jager

“Hij is een jager”, zegt zijn voormalige trainer Varnier. “Een sluwe vos. Intuïtief, en bijgevolg vaak verrassend. Hij doet dingen waar je je niet aan verwacht. En mede daardoor zorgt hij meer dan eens voor de beslissende pass.

“Wat je wel bij Dahmane ziet … Alleen de laatste dertig meter interesseren hem. Pas op, hij neemt deel aan de balrecuperatie, komt terug, maar het is niet zijn ding. Heel aanwezig zijn voor doel, dát telt voor hem.” Makelaar Petrovic beaamt dat : “Veeleer een offensieve speler dan een werker.”

Op zoek naar de minpunten van Dah-mane, komt Varnier uit bij het ongeduld van Dahmane. “Hij zou met bepaalde situaties beter overweg moeten kunnen, zich niet te snel enerveren, kalm blijven.” Varnier doelt dan niet op situaties op het veld, want daar pakt Dahmane niet gauw een rode kaart, maar bijvoorbeeld op de periode waarin hij niet aan de bak kwam. “Maar alle goede aanvallers hebben een karaktertje.”

Dahmane noemt zich ‘een impulsief iemand’ en zegt ook nog over zichzelf : ” J’ai du sang chaud. Maar ik toon dat zo weinig mogelijk, omdat dat in mijn nadeel zou kunnen spelen.” Naar verluidt zorgde dat warme bloed er in de kleedkamer van Bergen wel eens voor dat het af en toe kletterde tussen hem en andere jongens.

Volgens makelaar Petrovic kan Dah-mane ermee om als hij op de bank moet zitten, op voorwaarde dat hij ziet dat de jongen die in zijn plaats speelt, beter is dan hij. Varnier zegt : “Voor zijn progressie is het wel belangrijk dat hij goed omringd blijft.”

Wat Petrovic aanhaalt als een zwakker punt van de 1,80 meter lange Dahmane, is zijn kopspel. “Dat is niet formidabel.” De tweede makelaar van Dahmane, Daniel Striani, volgt zijn collega daarin. “En daarbij komt dat Mohamed het zichzelf ook soms nog wat te moeilijk maakt op het veld”, zegt Striani. “Hij moet nog leren de bal vroeger in te leveren bij een ploegmaat, in plaats van twee tot drie keer te dribbelen.” Logisch, zegt Petrovic, “als je anderhalf jaar geleden nog in de derde klasse voetbalde … Maar dat komt wel. Ik denk dat hij een ware revelatie wordt.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content