De Belgische atletiekdelegatie verliet het EK in Barcelona met een gouden en twee bronzen medailles. Maar vooral de complexloosheid en de winnersmentaliteit vielen op.

België wachtte al sinds 1971 op een Europese kampioen, nadat Karel Lismont toen goud behaalde op de marathon. Er werd voor medaillewinst gehoopt op Jonathan Borlée, zeker nadat hij in de halve finale een nieuw Belgisch record liet optekenen in een tijd van 44’71, de snelste van het hele deelnemersveld. Maar het was tweelingbroer Kevin die met de eer en de eerste plaats ging lopen. In de finale liep hij de perfecte race in 45’08, zijn beste chrono van het seizoen. “Ik liep mijn koers, zonder rekening te houden met de anderen, hetgeen Jo me ook had aangeraden. Die aanpak lukte.” Jonathan werd in de finale in de steek gelaten door zijn benen, met als gevolg een teleurstellende zevende stek. “Dit zorgt toch voor een dubbel gevoel”, erkende de kersverse Europees kampioen achteraf. “Ik ben blij voor mezelf, maar ook ontgoocheld voor mijn broer. Want hij is de snelste van Europa.” Het was inderdaad veelzeggend dat Kevin meteen na het overschrijden van de aankomstlijn met zijn ogen Jonathan zocht.

Veel kleinere motor

Lismont werd in het verleden bij zijn terugkeer in Limburg als een held onthaald. Maar ook Kevin Borlée krijgt een apart plaatsje in de geschiedenisboeken, want de Waalse hardloper is de eerste Europese kampioen die de eindzege behaalt in een wedstrijd waar vier atleten in de halve finales onder de 45 seconden waren geëindigd. Maar daarmee zat het werk er voor Kevin nog niet op. Vader/trainer Jacques Borlée oordeelde dat Jonathan, wegens een veel kleinere motor, gespaard diende te worden voor de finale van de 4 x 400 meter. In de halve finale kreeg Kevin dus de opdracht om het voorbereidende werk van zijn teamgenoten Antoine Gillet, Cédric Van Branteghem en Nils Duerinck af te maken. Hij volbracht die taak met glans, wat het beste liet verhopen voor de finale op zondag. Heel ons land hield de adem in en droomde van opnieuw een gouden plak, goed bewust van de sterkte bij Groot-Brittannië en het alomtegenwoordige Rusland.

Net als veel collega’s herschikte Jacques Borlée zijn viertal. Arnaud Destatte werd beginloper, gevolgd door Kevin Borlée, Cédric Van Branteghem en Jonathan Borlée. Deze laatste kreeg de stok in tweede positie, maar kon niet de verhoopte versnelling plaatsen op het einde om de eerste plaats te veroveren. Na Rusland en de Britten kon Jonathan in de strijd voor de bronzen medaille maar net de aanstormende Duitser afhouden. Een ontgoocheling? Neen. De drie ploegmakkers van routinier Van Branteghem (31) zijn nog heel jong en ondervinden blijkbaar wat moeite met een snelle opeenvolging van races, ook al zorgen ze voor veel hoop voor de nabije toekomst.

Outsider

Ook al slaagde Olivia Borlée, geplaagd door een letsel aan de achillespees, er niet in zich te plaatsen voor de finale van de 200 meter, toch leverde ze haar bijdrage bij de plaatsing voor de eindstrijd in de 4 x 100 meter. Samen met Hanna Mariën, Elodie Ouedraogo en Frauke Penen realiseerde het Belgische viertal de zesde beste tijd van de acht ploegen. Een mooie prestatie als je rekening houdt met het afhaken van Kim Gevaert na de Olympische Spelen van Peking twee jaar geleden. Het noodlot sloeg echter toe, want bij de stokwissel tussen Ouedraogo – op dat moment op een vierde plaats – en slotloopster Prenen liep het volledig fout, waardoor België de finishlijn niet haalde.

Tia Hellebaut, die zonder veel verwachtingen naar Catalonië was afgereisd, eindigde bij het hoogspringen hoopgevend vijfde, met een beste jaarprestatie (1m97). De olympische kampioene evenaarde daarmee het eindresultaat van tienkamper Hans Van Alphen, die na een elfde stek na negen onderdelen bij de 1500 m maar liefst dertig seconden voor de rest van het peloton eindigde.

Er was echter nog een medaille weggelegd voor de Belgische delegatie. Svetlana Bolshakova gold in het hinkstap-springen als een outsider. De genaturaliseerde Russische, geboren en getogen in Sint-Petersburg, vergaarde de medailles bij de junioren en beloften. Maar de 25-jarige Bolshakova werd de afgelopen jaren getroffen door een pak blessureleed: in 2007, na haar huwelijk met hoogspringer Stijn Stroobants, onderging ze een knieoperatie. Amper een jaar later volgde dan ook nog eens een heelkundige ingreep aan de achillespees. Sinds haar terugkeer in competitie vorig jaar boekte ze alleen maar vooruitgang bij haar sprongen. Bolshakova, normaal gezien goed voor 14m20, werd aangekondigd als kanshebster voor de eerste vijf. Maar een sprong van 14m56 bezorgde de blonde atlete een onverhoopte derde plaats. Wat een heropleving van de Belgische atletiek!

door pascale piérard – beelden: belga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content