Polo ontving ons in Cagliari om zijn debuut in de Serie A te mogen meemaken. Een gesprek met la pantera belga, die zich opmaakt om zijn klauwen te zetten in het Italiaanse voetbal.

Twee indrukwekkende rode koffers rollen op de transportband van de luchthaven van Cagliari. “Alleen maar kleren, de rest zal beetje bij beetje volgen”, vertelt Melissa, de vrouw van Paul-José Mpoku. Ze zet voor het eerst voet aan de grond op Italiaanse (of voor de nationalisten: Sardijnse) bodem. Buiten is het bijna tien graden en komt de zon er voorzichtig door. Het is de koudste periode van de winter, vertelt ons een plaatselijke fotograaf, terwijl in België de thermometer nauwelijks boven het vriespunt uit komt. “Ik heb vier maanden vakantie”, lacht Melissa, die zich zo snel mogelijk op het Italiaans wil toeleggen.

Enkele minuten na haar aankomst in hotel Regina midden in het centrum van de hoofdstad van Sardinië, komt Polo Mpoku opdagen. Hij heeft zijn tweede training van de dag achter de rug. Hij ziet zijn vrouw terug en maakt zich op om ook weer zijn ouders Désiré en Josée te ontmoeten en zijn broer Eric, die allemaal morgen zullen aankomen, de vooravond van de match tegen AS Roma. Kleine broer Albert is aan wal gebleven: hij moet de clasico spelen bij de -16 in de kleuren van Anderlecht. De verveling van de academie van Cagliari Calcio, waar Polo de eerste dagen verbleven heeft, loopt ten einde. De clan Mpoku is weldra herenigd. Paul-José Mpoku is verre van alleen op zijn eiland. Zelfs de Parijse rapper Tito Prince landt zaterdag om zijn vriend te steunen bij zijn eerste stappen in de Serie A.

Het is vrijdagavond. Op bijna 2000 kilometer hiervandaan komt Standard uit tegen Moeskroen. Tussen twee stukken pizza napolitana geeft de trillende smartphone het verloop van de score weer. Carcela, Ezekiel en De Camargo doen het werk in de eerste helft. Terug op hotel bekijkt Polo het einde van de match op zijn laptop. Hij geeft commentaar of moedigt aan: “Vet, Mehdi!”, wanneer Carcela een technisch hoogstandje probeert op de rechterflank. Het is moeilijk afstand te nemen van de club van zijn hart, zelfs al zal hij zijn toekomst voortaan ver van Sclessin opbouwen. Zijn vrienden zijn ook de Jupiler League ontvlucht om een hoger niveau te leren kennen. Op zaterdag brengt Thorgan Hazard ’s avonds zijn nederlaag tegen Schalke ter sprake via facetime (videoconferentie), Michy Batshuayi is niet heel ver, terwijl ook Dino Arslanagic zich informeert. Radja Nainggolan plaagt zijn toekomstige tegenstander een beetje met berichtjes. “Het is een gek, Radja. Maar een supergast en een ongelooflijke voetballer”, vertelt Mpoku na een geanimeerd familiemaal.De dag van de wedstrijd stapt de clan Mpoku in een taxi richting stadion Sant’Elia, symbool van een Italiaans voetbal zonder onderdak op vlak van infrastructuur. Stellingen waarop stoelen zijn geplaatst om de omheining te verbergen, kunnen het puin en de bouwvalligheid niet wegstoppen. Aan de kant van de hoofdtribune wachten de Mpoku’s in de striemende zeewind op hun Paul-José. Hij komt het veld op in de 65e minuut, wanneer de score 0-1 is. Polo neemt snel de zaak in handen en levert een voorzet af voor de Kroatische aanvaller Duje Cop, die de kans lomp verknoeit. Enkele minuten later beslecht Roma de match via LeandroParedes. Terwijl het stadion begint leeg te lopen maakt Polo met een kopstoot (!) zijn eerste goal in het calcio. De familie juicht te midden van de supporters, die al vlug onder de indruk zijn van de pantera belga. “Ik was verplicht om iets te doen. Als ik in de rol van vrije man mag spelen, kan ik me uitleven. Het systeem van Gianfranco Zola draait rond twee nummers 10 en één aanvaller. Ik zou normaal een van die twee rollen moeten opnemen. En daar hou ik van”, verzekert Polo na de match, alvorens hij zich in de lobby van het hotel installeert voor een uitgebreid gesprek.

Nu de transfer achter de rug is, hoe heb je die bijzonder bewogen periode beleefd?

Paul-José Mpoku: “Het werkte wat op mijn zenuwen, het was zwaar. In eerste instantie had men mij gezegd niet op stage te gaan, want de transfer zou worden geregeld. Had ik geweten dat het zo lang zou duren, dan had ik de voorbereiding met Standard gedaan om fysiek klaar te zijn bij mijn nieuwe club. Ik wist al die tijd dat ik zou weggaan, maar het heeft zo lang geduurd, te lang…”

Was het stresserend dat die transfer niet rond raakte?

“Nee, maar ik wilde dat er een einde aan kwam. De telefoon bleef maar gaan en er waren veel dingen die het moeilijker maakten.”

Wanneer heb je je contract voor vijf jaar met Al Arabi getekend?

“Niet in augustus zoals verteld is. Ik heb het toen wel gekregen, maar ik heb tot oktober gewacht om het te ondertekenen.”

Waarom zo lang?

“Ik wou zeker zijn van mijn keuze voor ik een beslissing nam. Ik heb Maxime Lestienne gebeld om te zien hoe het concreet ging. Ik heb lang met mijn advocaat overlegd, hij heeft me gerustgesteld. Anderen hebben me uitgelegd dat het een mooi project is. Maar ik wou zeker zijn, vandaar dat het heeft aangesleept.”

Je hebt voor vijf jaar getekend bij een Qatarees investeringsfonds. Ben je niet ongerust dat je je sportieve toekomst niet meer in handen hebt?

“Waarom zou ik mijn lot niet meer in handen hebben? Ik heb zelf voor Cagliari gekozen. Al Arabi had liever gehad dat ik naar een grotere club ging zodat mijn marktwaarde zou stijgen. Maar ik wou spelen en hun voorstel interesseerde me dus niet.”

Deze nieuwe situatie bemoeilijkt dus de overeenkomst?

“Ja, dat is zo… Maar uiteindelijk ben ik toch daar gegaan waar ik wilde.”

Welke clubs waren er nog geïnteresseerd?

“Ik heb twee keer gesproken met de sportief directeur van Hamburg, maar zij zochten vooral een aanvaller. Nog heel wat clubs hebben me gemaild om te beginnen onderhandelen. (hij haalt zijn smartphone uit en toont ons de aanbiedingen) Hier heb je de mail van QPR, er was ook Southampton, Monaco.”

Je was ook dicht bij een overstap naar Inter?

“Ja, maar een speler van Inter, Joel Obi, moest door Al Arabi gekocht worden. Dat was onderdeel van de deal. Op het laatste moment heeft Al Arabi zich teruggetrokken in verband met Obi, terwijl ik me klaarmaakte voor een ontmoeting met Roberto Mancini.”

Ook PSG werd genoemd?

“Al Arabi heeft contact opgenomen met mijn advocaat om te zeggen dat PSG geïnteresseerd was. Ik heb hen gezegd: ‘Maar zijn jullie ziek?’ Wat zou ik daar hebben kunnen uitrichten? Mijn doel is te spelen en te leren. Daarom is Cagliari voor mij perfect op dit moment in mijn carrière. Bij Inter had je op de flanken al Xherdan Shaqiri en Lukas Podolski, die ze net hadden gekocht. Dat maakte de opdracht ingewikkeld. Ik heb ook met Radja (Nainggolan, nvdr) gepraat die mij zei dat Cagliari de ideale club was voor mij, dat ik ging leren zonder te veel druk. Hij heeft me ook verteld dat het leven hier prachtig is. Maar vooral voelde ik dat het bestuur me echt wilde. Daarbij, de trainer is niet eender wie: Gianfranco Zola! Als een mythische speler zoals hij je belt en zo veel interesse in je toont, doet dat toch iets. Mijn raadgevers hebben me gezegd niet af te gaan op het klassement of het stadion, maar dat ik ging spelen in de Serie A onder leiding van een voormalige grote speler.”

Was de Premier League of de Bundesliga geen grotere droom?

“Ik was gek van Duitsland, dat klopt. Ik heb contact gehad met de makelaar van Roberto Di Matteo met de bedoeling getransfereerd te worden naar Schalke. Er was interesse maar ik weet niet of het concreet was. Frankfurt heeft van zich laten horen op het laatst, men heeft me ook van Real Sociedad gesproken, maar ik wilde er niets meer van weten.”

Spelen met pubalgie

Sinds wanneer wilde je weg bij Standard?

“Aan het begin van het seizoen heeft men me gevraagd tot Kerstmis te blijven. Ik had een mooi contract getekend op het einde van vorig seizoen. Ik vernam niets meer van Standard, voor mijn ontwikkeling moest ik weggaan.”

Was je motivatie wat weg?

“Nee, maar ik moest nieuwe gezichten zien, had een nieuwe uitdaging nodig.”

Hoe kijk je terug op je laatste maanden als ‘Rouche’?

“Je moet weten dat ik sinds vier, vijf maanden met het begin van een pubalgie speel. De dokter zei me dat ik kon spelen zolang de pijn niet te hevig was. Maar na de match tegen Brugge was ik echt geïrriteerd: ik gaf me volledig, terwijl sommigen niet eens liepen. Ik heb dan beslist om de laatste twee wedstrijden voor de winterstop niet te spelen en me eindelijk te verzorgen.”

Had je het gevoel dat de club er slecht aan toe was de laatste maanden?

“Standard heeft alles om een grote club te zijn: de infrastructuur, de supporters, de geschiedenis, een voorzitter met geld. Maar bepaalde personen binnen de club zijn niet bekwaam. Ik wil niet de slimmerik uithangen, maar als men mij morgen vraagt welke speler het kan maken bij Standard, zou ik in staat zijn dat te zeggen. En ook welk soort coach kan slagen bij Standard. In feite moet je een Rednic hebben of een Luzon bij zijn debuut.”

Karakters?

“Ja, trainers die niet bang zijn van hun spelers, er niet voor terugdeinzen om een Van Damme, De Camargo of Mpoku eruit te halen indien nodig. Mannen die zeggen: ‘Hier ben ik de baas.’ Jammer genoeg zijn er bepaalde mensen, en ik heb het niet over de voorzitter, die de club als een bedrijf willen leiden, terwijl het zo niet werkt. In een voetbalclub moet de medische staf zich bezighouden met het medische, de spelers met het terrein, de trainer met de coaching. Terwijl er op Standard te veel zijn die zich met alles inlaten en dan wordt het een zootje. Bizar. Maar ik ga je iets zeggen: zelf hou ik te zeer van deze club. Vandaar dat ik zei dat ik me erin opjaag. Deze club moet overal in België gerespecteerd worden, met name voor zijn supporters.”

Je bent er trots op dat je bij Standard bent doorgebroken?

“Natuurlijk ben ik trots te zeggen dat ik van Standard kom. En dat gevoel zal in mij blijven en zal ik overal blijven meedragen. Op een gegeven moment heeft men mij gepusht om naar Brugge te gaan. Maar waarom zou ik Standard hebben geruild voor een andere Belgische club? Ook al had Brugge al lang interesse in me.”

Betreur je je vertrek?

“Ik betreur de manier waarop het is gebeurd. Bepaalde personen hebben geprobeerd me te houden, terwijl we het eens waren geworden over mijn vertrek. Maar ze wilden het niet in mijn gezicht zeggen.”

Abonnee op Sclessin

Wat is je antwoord aan diegenen die zeggen dat je alleen maar voor het geld hebt gekozen?

“Had ik voor het geld gekozen, dan was ik naar Qatar gegaan. Daar krijg je veel meer, dat valt niet te vergelijken. En bij Standard verdiende ik al heel goed. Al Arabi was de eerste club die met een concreet aanbod kwam.”

Begrijp je het ontslag van Ivan Vukomanovic?

“Natuurlijk niet. Voor mij is Vukomanovic een goeie trainer, want hij heeft gedaan wat zijn hart hem zei en niet wat men hem heeft opgelegd. Met name met Geoffrey (Mujangi Bia, nvdr), van wie de club af wilde maar de trainer niet. Afrikanen of spelers van Afrikaanse origine worden soms aangezien als mensen die alleen maar door het geld gelokt zijn. Maar zo werkt het niet. Vooral omdat Geoffrey heel intelligent is en perfect weet wat er gebeurt.”

Denk je ooit terug te keren naar Standard?

“Zeker, het is mijn thuis. Maar goed, ik heb geen zin om zoals Defour te doen en dan te tekenen bij Anderlecht. Standard is de club van mijn hart. En ik zal blijven kijken wanneer ik kan. Mijn vader is en blijft abonnee op Sclessin.”

Je zei ons aan het begin van het seizoen: ‘Het geld, de roem, dat maakt me niet gelukkig.’ Is dat nog altijd niet wat je drijft in het leven?

“Nee. Als mijn waarden – nederigheid, het geloof, de ander liefhebben – verdwijnen, zal het zijn dat ik op het verkeerde pad ben geraakt, een andere persoon ben geworden.”

Je bent heel jong gehuwd en hecht veel belang aan je familie. Is dat een garantie om te slagen?

“Vandaag zijn mijn vrouw en mijn familie bij mij voor mijn eerste stappen in Italië. Ik denk dat je met een stabiel leven meer kans hebt om professioneel te slagen.”

En sinds wanneer heb je zo’n stabiel leven?

“Dat moet vijf, zes jaar zijn.”

Wanneer was je voor het laatst in een discotheek?

“Ik moet zestien geweest zijn. Ik had nog eens kunnen gaan, waren we kampioen geworden. Dan zou ik vanzelfsprekend met de ploeg zijn meegegaan.”

Zal die gemiste titel van vorig seizoen een enorme mislukking blijven?

“Natuurlijk. Kampioen zijn met Standard, dat zou ik echt de max hebben gevonden. Ik hoop het ooit te zijn, je weet nooit. En als ze dit jaar kampioen spelen, zal ik kunnen zeggen dat ik ertoe heb bijgedragen. Je moet weten dat ik vorig jaar video’s heb bekeken van ‘Standard kampioen’, over het feest in Luik. Na de laatste wedstrijd van het seizoen, tegen Genk, was ik weer in Luik en beeldde ik me de drukte in die er had kunnen zijn. Maar het was doods.”

Congo of Duivels?

Wanneer zullen we je zien in het shirt van de Rode Duivels?

“Dat zal de toekomst uitwijzen. Voor het ogenblik stijgen de kansen dat ik kies voor Congo.”

Ook al ben je in België opgegroeid en heb je het shirt van de nationale ploeg bij de jeugd gedragen?

“Het zou me uiteraard plezier doen om voor België te spelen, maar Congo is aan het aandringen. De trainer van de Luipaarden, Florent Ibenge, zei me onlangs nog: ‘Als je klaar bent, bel je me maar.’ Ik denk dat ik bij de eerste kwalificatiematch voor de volgende wereldbeker het shirt zal dragen van Congo…

DOOR THOMAS BRICMONT IN CAGLIARI – FOTO’S BELGAIMAGE/ROBERTO CADEDDU

“Op Standard zijn er te veel die zich met alles willen inlaten en dan wordt het een zootje.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content