Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Gunter Jacob en Wim De Coninck. Ex-voetballers, ex-trainers en allebei analisten voor Canal +. Kortom: kenners. Vlak voor de start van het kampioenschap 2002-2003 kijken ze in hun glazen bol.

En daar zien ze, aan de top… niks nieuws. Vier ploegen die voor de titel gaan en elkaar het vuur aan de schenen zullen leggen.

Wim De Coninck : “Op het eind slaat er altijd wel eentje een gat met de anderen.”

Gunter Jacob: “Namen, Wim !”

Wim De Coninck: “Genk, Anderlecht, Club Brugge en Standard. Op enige afstand zal Lokeren volgen. Gent is een twijfelgeval, nu het Verschuere kwijt is. Misschien verrast Lierse ook, met 3-0 winnen tegen Roda JC voorspelt toch wat. En Schaessens heb ik altijd een onderschatte voetballer gevonden, Fassotte en Mitu zijn ook twee goeie spelers, De Wilde en Empoke heel gerichte aankopen.”

Jacob: “Het is alleen uitkijken naar wat Standard kan brengen. In Genk is er weinig veranderd, in principe moeten zij het opnieuw kunnen. En Anderlecht heeft weer wat geld uitgegeven.”

De Coninck: “Van de transfers die Genk deed, lijken Schollen en Vandenbergh mij de belangrijkste. Er is dan wel geen Afrika Cup dit seizoen, maar een kampioenschap als vorig jaar zullen Dagano en Sonck wellicht niet meer maken. Toen had Genk geen alternatief, en naar mijn gevoel heeft het zo bijna de titel verspeeld. Een gerichte aankoop was dus nodig. Alleen moet het zich ervoor hoeden dat het niet hetzelfde probleem krijgt als Anderlecht, waar ze nog meer spitsen hebben en de problemen zo alleen maar groter zijn. Achterin is er veel gezegd over Jan Moons, maar ik vind dat hij geen slecht seizoen speelde. Op een bepaald momentwerd gezegd dat als Genk geen kampioen werd, het misschien aan zijn doelman te wijten was. Terwijl hij op dat moment toch persoonlijkheid toonde. Wat dat betreft heeft hij een voorsprong op Schollen, die bij Sint-Truiden nog geen titularis was. Anderzijds, Sef houdt geen rekening met naam of leeftijd, dat is geweten, bij hem speelt de beste. Genk zal favoriet zijn.”

Jacob : “Echt favoriet niet, denk ik. Dat blijven Anderlecht en Brugge.”

De Coninck : “Ik vind niet dat ze tevreden mogen zijn met een rol van underdog. En ik ken ze een beetje in Genk : dat zullen ze ook niet zijn. Die mensen zijn heel ambitieus.”

Jacob : “Vorig jaar situeerde hun probleem zich in de breedte. Veel kwaliteit, maar als er iets gebeurde, hadden ze een groot probleem. Dat probeerden ze nu op te lossen. Het jaar van de bevestiging komt er aan voor Sonck, Dagano, Skoko, Thijs. Het zal moeilijk zijn.”

De Coninck : “Ja, maar de underdog zijn ze niét. Kampioen spelen is iets onvergetelijks, die mannen zullen dat opnieuw willen meemaken.”

Jacob : “En dan is een druk programma een luxe. Een professioneel ingestelde ploeg moet dat aankunnen. De Champions League kan vermoeiend zijn, maar inzinkingen doen zich meestal pas voor als je uitgeschakeld wordt en ontgoocheld bent.”

Japans motormerk

Jacob : ” Suzuki is een apart geval, vind ik. Hij brengt extra pigment en kleur kan er nooit genoeg zijn. Als hij een goede voetballer blijkt te zijn, kan je dit alleen maar toejuichen. Maar je moet er wel over waken dat het niet de verhoudingen scheef trekt. Er is een kern waarin de hiërarchie bepaald is, ook financieel, en zo’n man dreigt dat te verstoren. Nu moet de kracht van de trainer gaan werken om dat gevaar te bezweren. Ik vind het delicaat.”

De Coninck : “Van zodra het niet gaat, zal er gefluister ontstaan op de tribune. Of je nu Vergoossen bent of een ander, bij iedere trainer is dat hetzelfde. En dan is het : Suzuki, een naam.”

Jacob : “Als motor misschien. Komaan, zeg !”

De Coninck : “Hij heeft gescoord tegen België, maar doet het verder niet zo vaak, hoor ik. Hij zal toch wel ingelicht zijn over wat Sonck en Dagano gepresteerd hebben, en dat Genk 4-4-2 speelt ? Voorin zal hij er niet tussen geraken, laat ons eerlijk zijn. Dagano zal alleen nog beter worden en Sonck, als hij rustig blijft, ook.”

Jacob : “Hij was al zo verschrikkelijk goed, ik denk niet dat hij nog beter kan worden. Dit niveau aanhouden, is meer dan voldoende, méér vragen is niet realistisch. Dagano heeft inderdaad nog groeimarge. Als Genk opnieuw kampioen wordt, is de hiërarchie in het Belgisch voetbal helemaal hertekend.”

De Coninck : “Dan zijn ze weg, dan zijn ze Brugge, en voeg er Anderlecht maar aan toe, voorbij.”

Jacob : “Brugge is een provincieclub, Genk ook. Brugge is heel lang heel goed de uitdaging met Anderlecht aangegaan, Genk moet dat nu ook doen. De stap naar Anderlecht zetten, is Brugge echter niet echt gelukt. Genk zou dat wél kunnen, omdat er daar zo’n drive heerst die net iets meer mogelijkheden geeft.”

De Coninck : “Wat er gebeurt in Genk is een zegen, niemand die dacht dat zoiets nog mogelijk was in België. Een hele streek die leeft voor die club.”

Jacob : “Ik hoop dat hetzelfde ontstaat in Luik, dat zou pas mooi zijn. Daar kan het ook.”

De Coninck : “Het is in Brugge al gebeurd, ten tijde van de Europese successen, toen leefde heel West-Vlaanderen en zelfs méér voor Club. De uitdaging ginder moet zijn om dat opnieuw los te maken. Maar Brugge is wat antieker. Op dit moment is er alleen veel lawaai voor de match, maar verder niks. Genk is meer aangekleed, daarom ook zijn de mensen er zo vroeg in het stadion. Een gelijkaardige sfeer creëren is op korte termijn de uitdaging voor Club.”

Kapitein op het schip

Jacob : “Brugge is versterkt. Twee mensen erbij, niemand weg. Lembi ? Die heeft vorig jaar niet gespeeld.”

De Coninck : “Dat was eraan te zien.”

Jacob : “Oké, het was een probleem. Vier jaar na elkaar tweede worden, telkens net niet dus, maar tegelijk een verdienste, want heel constant. Vorig seizoen had ik ze als eerste verwacht, ze hebben mij lichtjes ontgoocheld.”

De Coninck : “Twee jaar geleden begonnen ze met veertien zeges oprij.”

Jacob : “Dat moet je plaatsen. Trond Sollied begon pas, alles was nieuw. Vorig jaar was er wel een onderbouw, volgens mij had Brugge dan ook sterker moeten worden, maar dàt is niet gebeurd. De verdediging was absoluut niet goed. Scorende spitsen en creativiteit hébben ze nodig, maar stabiliteit in de verdediging misten ze ook, door het uitvallen van Lembi én van De Brul. Twee jaar geleden een fantastisch duo, en plots viel dat weg. Weet je nog, Sollied die De Brul de beste verdediger in België noemde, en Tjörven die dat wel zag zitten ?”

De Coninck : “Voor Tronds doen was dat een verbazende uitspraak. Foutje tegen Standard , een wissel en het was helemaal voorbij.”

Jacob : “En dan liet de mentale weerbaarheid, of liever : het gebrek eraan, van Tjörven het afweten. Dat frappeerde me. Hij raakt er niet bovenop, Tjörven is gestorven.”

De Coninck : “Hij is nog niet dood.”

Jacob : “Neen, maar de beer wie niks kon gebeuren, is niet meer. Zo’n jongen moet toch zoveel vertrouwen hebben in zichzelf, dat één tegenslag hem niet uit zijn lood mag slaan ?”

De Coninck : ” Gert Verheyen ? Twee seizoenen geleden heel goed met RenéVerheyen als trainer. Maar tegenwoordig geeft hij aan – niet alleen verbaal, ook door zijn manier van spelen – dat hij liever in de punt speelt. Daar ligt de knoop.”

Jacob : “Een zware.”

De Coninck : “Sollied heeft de confrontatie wat gezocht, vind ik, ook al blijft het allemaal nog vrij intern. Bij veel andere trainers was dit geëxplodeerd.”

Jacob : “Toen ik vroeger tegen Brugge speelde, vond ik Gert op zijn best als hij van de rechterkant kwam. En dan mag hij nog zijn beste seizoen in de spits hebben gespeeld, of het zelf liever willen doen als spits : als bijkomende man is hij moeilijk of niet te verdedigen. Alleen is het moeilijk om hem dat te laten aanvaarden. Hij was de patron, ging de dingen mee bepalen, was de baas, en dan…”

De Coninck : “Ze hebben zijn transfer naar Engeland tegengehouden, vergeet dat niet.”

Jacob : “Dan zit je met een speler die vindt dat hij omdat hij blijft, moet worden geapprecieerd. En als hij dan denkt dat zijn beste positie elders ligt…”

De Coninck : “Het is niet logisch dat Gert zo slecht speelde en vaak terecht werd gewisseld.”

Jacob : “Het zal er nu niet beter op worden, gezien de uitspraken die er zijn geweest. Volgens mij voelt Gert zich niet goed. Je kan het je niet veroorloven om iemand als Gert Verheyen te moeten wisselen, daarvoor heeft hij te veel kwaliteiten.”

De Coninck : “En dan die discussie over de aanvoerdersband.”

Jacob : “Als je op een schip altijd de kapitein moet vervangen, neem je beter een andere. Sollied moet in zijn systeem een rol vinden voor Gert die hem wél ligt. En hem daarvan overtuigen. Anders heb je niets aan hem en moet je zeggen : jongen, als je een aanbieding hebt… De nieuwelingen kan ik moeilijk inschatten. Spilar was geblesseerd, Serebrenikov heeft een actie in huis die iets meer diepgang brengt vanuit het middenveld. Een gerichte aankoop is het zeker, of het een goeie is, moet blijken.”

De Coninck : ” Ceh hebben ze ook vaak gevolgd en toch bleek hij niet te passen.”

Acht kilo

Jacob : “Anderlecht heeft een sterke, brede kern. Met de komst van MichalZewlakow is geopteerd voor werkkracht, waar het de ploeg toch wat aan ontbrak. Raymond ( Goethals, nvdr) zou zeggen : een biest. Zane is karakter en werkkracht. Met Zitka hebben ze een keeper van wie De Wilde het niet op voorhand gewonnen heeft.”

De Coninck : “Ik zie hem nog wel als titularis, maar Zitka is een doelman voor de toekomst.”

Jacob : “Ik denk dat het mogelijkheden heeft voor zowel 4-4-2 als 4-3-3. Op dat vlak heeft Hugo meer flexibiliteit dan bij Moeskroen. Kolar op links is een heel groot talent, op rechts is er met Mornar en Aruna meer dan genoeg kwaliteit. Aruna moet één van de sterren van de competitie worden. Ik kom kijken voor acties en weet dat niemand graag tegen hem speelt. Als hij efficiënter wordt, is hij weg. En dat zie ik gebeuren.”

De Coninck : “Probleem wordt de rust in de groep te bewaren, er gaan veel ontevreden spelers zijn. Er is offensieve kwaliteit dat het geen naam meer heeft. Alleen : wie zet je waar ? Hugo gaat 4-4-2 spelen, zo kennen we hem.”

Jacob : “En dan kan je Aruna perfect op rechts zetten.”

De Coninck : “Maar dan krijg je gegarandeerd achterin het geroep dat er te veel volk voor de bal staat. Het evenwicht vinden wordt een enorme opgave.”

Jacob : “Anderlecht heeft zo’n kern dat het zich niet kan permitteren om geen kampioen te spelen. Vorig jaar mocht je van hen geen titel verwachten, omdat ze het aanvallend potentieel van hun kampioensploeg verkochten. Toen ik dat zei, werd ik weggelachen.”

De Coninck : “Ze kochten wel de topschutter van Standard, die van Moeskroen, haalden De Bilde…”

Jacob : “Zo werkt het niet. Maar dit jaar kunnen die jongens zich niet meer wegsteken. Jammer voor Deschacht, maar als je mikt op onmiddellijk resultaat, is de komst van Zewlakow een goeie zaak. Tihinen naast De Boeck, Zane erbij, als de aankopen van vorig jaar nu ook goed presteren, heb je een heel goeie ploeg.”

De Coninck : “Ik zat wel met grote ogen te kijken als ik las dat Hugo zegt dat Anderlecht creativiteit mist.”

Jacob : “Hij legt de lat hoog en om absoluut de top te halen, mis je inderdaad wel wat creativiteit. Met alle respect voor Baseggio en Vanderhaeghe, maar dat zijn niet de creatieve voetballers. Wellicht duwt hij daarom de komst van Kolousek door.”

De Coninck : “Het blijft gevaarlijk, zoiets zeggen. Veel spelers zullen zich aangevallen voelen. Walter is geen verdedigende en geen aanvallende middenvelder, maar iets ertussen. Dat is een probleem in een 4-4-2, waar Vanderhaeghe vaak verzuipt door de schuld van de anderen. Daarom was ik zo blij met zijn WK. Alleen : kan hij dat nog eens een jaar opbrengen met Walter erbij ? Die moet eigenlijk de beste Belgische voetballer zijn, maar staat wel zeven, acht kilo te zwaar. Gevolg : minder conditie, blessures en gebrek aan regelmaat.”

Jacob : “Het enige wat hij niet heeft, is snelheid. Voor de absolute top komt hij daardoor tekort, maar verder zie je wel dat hij boven de rest uitsteekt.”

De Coninck : “Hij leest het spel ook niet zo goed.”

Een vulkaan

Jacob : “Standard is een verhaal apart. Als Aarst vorig seizoen niet geblesseerd raakt, wordt Standard de belangrijkste belager van Genk. Eigenlijk is Michel Preud’homme het slachtoffer geworden van een speler die hij niet wilde. Aarst zat eerst op de bank, vervolgens gooit hij alles om en gebruikt hem toch – wat pleit voor Michels openheid -, maar op een heel slecht moment valt die speler dan weg, namelijk : net als ze op kop staan. Michel moest groeien, kreeg veel kritiek, en had het daar moeilijk mee, maar al bij al vond ik Standard niet zo slecht vorig seizoen. Met Robert Waseige, een monument in het Luikse, iemand die heel streng en kordaat met de spelers zal omspringen, is Standard het verplicht om voor de titel te gaan.”

De Coninck : “Ze hebben geen topkeeper. Wel gezocht, maar niet gevonden. Vorig seizoen gingen ze winnen in Gent, in Brugge ook, maar dan niks meer. Het verschil was te groot om te kunnen zeggen dat het alleen van Aarst afhing. Het blijft zo’n vulkaan ginder. Zelfs Michel, toch ook een monument in Luik, heeft eieren voor zijn geld moeten kiezen, want er werd aan de poten van zijn stoel gezaagd. Winnen betekent er ambiance, maar verliezen blijft er een begrafenis. Van de vier titelkandidaten blijft Standard toch een vraagteken. Maar kwaliteit is er inderdaad genoeg. En daarom zullen die vier ploegen nog langer dan vorig jaar samen bovenaan staan.”

door Peter T’Kint

‘Aruna moet één van de sterren van het kampioenschap worden.’ (Gunter Jacob)

‘Met grote ogen las ik dat Hugo zegt dat Anderlecht creativiteit mist.’ (Wim De Coninck)

‘Sonck was al zo verschrikkelijk goed, ik denk niet dat hij nog beter kan worden.’ (Gunter Jacob)

‘Het is niet logisch dat Gert Verheyen zo slecht speelde en vaak terecht werd gewisseld.’ (Wim De Coninck)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content