Wat Kristof D’Haene één van de meest onderschatte voetballers in onze JPL maakt

© belgaimage
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

De kleinste linksback van de Jupiler Pro League liet zich dit seizoen al vaak opmerken.Kristof D’haene, de langst dienende basisspeler van KV Kortrijk en een van de meest onderschatte spelers van onze competitie.

De vrije dagen tijdens de interlandonderbreking van de competitie komen net op tijd: onder meer omdat de kinderkamer moet worden klaargemaakt, want in januari wordt Kristof D’haene (29) voor het eerst vader. Dat maakte hij duidelijk toen hij na zijn doelpunt tegen Anderlecht de bal onder zijn shirt stak. Het was niet de enige keer dat hij zich in dit nog prille seizoen liet opmerken. Op Standard vertrok de assist voor de 0-1 van zijn linker en tegen Oostende kostte een penaltyfout van hem zijn ploeg de overwinning. ‘Ik was boos op mezelf en ben meteen na de wedstrijd naar huis vertrokken’, zegt hij. ‘Dat is mijn temperament. Ik bekeek dat weekend zelfs geen beelden van andere wedstrijden. Ook daarom komt de competitieonderbreking goed gelegen: het doet deugd om het kopke en het lichaam wat te laten rusten.’

Tijdens een wedstrijd wordt er vaak ruzie gemaakt, maar een uur later ben je het vergeten.’ Kristof D’haene

GEEN DOETJE

Nu is het zeker: hij is een linksback. Maar het was lang schipperen tussen de defensieve en de offensieve positie op de linkerflank. Zelf sprak hij vroeger meer dan eens zijn voorkeur uit voor die van linksvoor en dat was ook de eerste optie toen hij in 2015 naar Kortrijk kwam. ‘Maar onder Glen De Boeck ben ik de vaste linksback geworden. Sindsdien ga ik daar 200 procent voor. Als je hoog in het veld mag komen meevoetballen, is dat ook geestig.’

Hij ervaart als verdediger geen nadeel van zijn 1 meter 68. ‘Ik moet weten wanneer ik in duel ga en wanneer ik voor de tweede bal ga. En op stilstaande fasen moet ik natuurlijk niet koppen. Dan sta ik aan de tweede paal of op de rand van de zestien.’

Hij is wel klein, maar ook snel, wendbaar, vaardig en allesbehalve een doetje. Ruud Vormer noemde hem al de tegenstander van wie hij het minst houdt. ‘Ach, wat gebeurt er niet allemaal in het heetste van de strijd. Ik zat een paar keer kort op hem en hij werd gek. Tijdens een wedstrijd wordt er vaak ruzie gemaakt, maar een uur later ben je het vergeten. Een scheldwoordje hier en daar kan geen kwaad. Het kan zelfs eens deugd doen’, lacht hij.

In de jeugd was zijn kleine gestalte wel eens een probleem. ‘Mijn opa zei toen altijd: ‘Het is niet omdat je klein bent dat je je moet laten doen.’ Nu zegt hij: ‘Weet je nog dat je de kleinste van de hoop was? Zie waar je nu staat! En waar zitten die anderen nu?’ Kritiek motiveert mij. Ik wil mij nog altijd bewijzen tegenover anderen.’ Zelfs voor ploegmaats is het geen cadeau om tegen hem te spelen. ‘Op training ga ik er elke keer vol tegenaan. Scherp spelen is het liefste wat ik doe.’

EEN NATUURMENS

Profvoetballer worden was zijn grote kinderdroom. Van opleiding is hij schrijnwerker, maar nooit dacht hij eraan om ooit dat beroep uit te oefenen. Een frituur uitbaten was evenmin een optie, leerde hij snel van die keren dat hij er een handje ging toesteken. ‘Ik gaf ooit een klant een Bicky Burger mee zonder hamburger ertussen.’ Hij wou en zou profvoetballer worden. Zijn vader voetbalde bij KV Kortrijk, maar brak er als doelman niet door, en ook zijn moeder voetbalde. ‘Het was slechts voetbal dat telde voor mij en ik bleef er altijd in geloven dat het mij zou lukken. Ook toen ik bij Mouscron veel op de bank zat omdat ze mij te klein vonden. Ik weet nog dat we tegen Genk speelden en dat Kevin De Bruyne ook op de bank zat. Hij kreeg ook laat zijn groeischeut.’

Zijn opa speelde een belangrijke rol in zijn ontwikkeling. Hij voerde hem jarenlang naar de training, eerst naar Moeskroen en dan naar Brugge, en hij inspireerde en motiveerde hem. Om de grootvader te eren liet de kleinzoon tien jaar geleden in Chinese tekens ‘opa, dank u voor alles’ op zijn rechteronderarm tatoeëren. ‘ Yang Wang vertaalde dat toen voor mij, een Chinese ploegmaat bij Cercle destijds.’ Maar hij deed er vooral zelf veel voor om zijn kinderdroom waar te maken. ‘In mijn eerste jaar bij Cercle ging ik van 58 naar 64 kilo. Ook thuis trainde ik met gewichten. Sindsdien onderhoud ik gewoon mijn lichaam, mijn core stability, en is mijn gewicht hetzelfde gebleven. Het belangrijkste zijn rompoefeningen om sterk op je benen te staan.’ Hij stak ook veel op van het leefstijladvies van Thomas D’havé, expert in voetballetsels volgens de klinische psycho-neuro-immunologie, zegt hij. ‘Na mijn hamstringblessure bij Cercle ben ik beginnen op te letten. Ik drink geen frisdrank meer, eet thuis geen rood vlees en geen aardappelen, pasta en brood meer. Ik eet veel kip en vis, train vaak nuchter, slaap nog zelden overdag en zit op tijd in bed. Zelfs de dag van de wedstrijd ben ik actief. Dan was ik mijn auto of ga ik een minuut of veertig mountainbiken. Als ik dat de hele week doe zoals het hoort, dan weet ik: mijn benen zullen top zijn. Op het juiste moment drink ik wel eens een glas, maar de volgende dag sta ik er alweer. Ik ben een natuurmens. In Zwevegem woon ik tussen de velden en ik hou ervan om met de hond te gaan wandelen en zo mijn hoofd leeg te maken. Ik kan genieten van een landschap. Daarom ben ik al vaak naar Zwitserland geweest. In de bergen achter iedere hoek een nieuw zicht: fantastisch!’

Rust vindt hij nu ook thuis, sinds hij bijna drie jaar geleden Melissa leerde kennen. ‘Een goed vrouwke is belangrijk. Ik verzorgde mij altijd al, maar als je alleen bent, ga je sneller eens weg. Ben je niet tevreden van een wedstrijd, dan zit je thuis alleen te piekeren en is het moeilijker je gedachten te verzetten. Dan stuurt er een vriend een bericht: ‘Je moet niet thuis zitten, we gaan iets gaan drinken.’ En dan ga je iets drinken. Nu niet meer, want nu heb ik thuis een houvast. Daarom ben ik nu ook echt klaar voor kindjes.’

Knokken voor een plaats

Kristof D’haene verwacht veel van KV Kortrijk dit seizoen. ‘Er zit enorm veel kwaliteit in onze kern’, zegt hij. ‘Maar we moeten nog meer in onszelf geloven. Geven we tegen Standard en Oostende op het einde de punten niet weg, dan staan we nu los op kop. Ik hoop dat we ons herpakken en leren uit onze fouten. Dan zie ik ons dicht bij play-off 1 eindigen. Wat ik intussen op training van onze nieuwe spits Fraser Hornby zag, is veelbelovend. Als die dat ook in de wedstrijden kan laten zien, dan kunnen we toch wel een heel aardig ploegje zetten.’

De grote onderlinge concurrentie houdt ook gevaar in voor de groepssfeer. Zo kwam het in Standard tot een handgemeen tussen Ilombé Mboyo en Gary Kagelmacher, nadat eerstgenoemde opmerkte dat ze beter een nieuwe verdediger zouden kopen in plaats van een nieuwe spits. ‘Het enige wat ik daarover kan zeggen, is: wat er in Luik is gebeurd, was fout. Dat is intern voldoende duidelijk gesteld. Dat zal niet meer gebeuren. Iedereen knokt voor zijn plaats, soms gaat het er op training hevig aan toe en dat vind ik goed, want we spelen om te winnen, voor de punten en de premies. Maar elke speler moet natuurlijk de grenzen kennen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content