Spelwijze, opleiding, waarden, ambitie en discipline. Ziedaar de kernwoorden waarmee de coach van ons nationaal belofteteam de toekomst van het Belgische voetbal omschrijft.

Er is geen coach die niet jaloers is op het spelerspotentieel waar Marc Wilmots mee mag werken. Maar ook de opvolging is niet mis: Dennis Praet, Massimo Bruno, MichyBatshuayi, Paul-José Mpoku, Maxime Lestienne, Thorgan Hazard en er zijn nog tal van andere spelers die de Jupiler Pro League opgeleukt hebben met hun talent. Johan Walem – beloftetrainer sinds juni 2012 en vanaf volgend seizoen coördinator van alle nationale jeugdelftallen – begeleidt al dat jonge geweld op weg naar het EK U21 in 2015. Als voormalig international en ex-speler van Anderlecht, Udinese, Parma en Standard treedt Walem zijn missie met de beste jonkies van het land met het nodige optimisme tegemoet.

Wat zijn de krijtlijnen die je voor de toekomst hebt uitgetekend?

Johan Walem: “De spelstijl ligt al een tijdje vast: een 4-3-3. Maar dan wel een 4-3-3 met verschillende opties, zoals in zone spelen, met welomlijnde profielen op verschillende posities. Het zal zaak zijn de basis te behouden en ze te doen evolueren. Minder focus op de theorie, meer op de praktijk. Het is goed dat je een systeem hebt van waaruit je kunt vertrekken, maar uiteindelijk moeten je spelers leren dat ze zich aan elke situatie moeten kunnen aanpassen. Het grootste verschil zal hem evenwel in de nog nauwere samenwerking met de clubs zitten.”

Heb je het gevoel dat de doorsnee Belgische jongere tegenwoordig technisch beter onderlegd is dan in jouw tijd?

“Zeker weten. De technisch sterk onderlegde spelers waren in de minderheid vroeger, maar wij hadden andere kwaliteiten. Wat niet wegneemt dat het leuk is dat de Belgische jongeren zich op Europees vlak doen opmerken door hun mooie voetbal over de grond. Vroeger werd de nadruk sneller op de fysieke kwaliteiten gelegd. Ideaal is natuurlijk dat je de juiste mix van beide kwaliteiten hebt. Alleen zo kun je een unieke Belgische voetballer creëren. Vergeet ook niet dat we ook op intellectueel en opleidingsvlak veel kwaliteit hebben.”

Hoe bedoel je?

“Ik weet uit ondervinding dat de Belgen in het buitenland zeer naar waarde worden geschat. Onze voetballers zijn een goed exportproduct, hoor. Dat zie je ook aan de Rode Duivels. Nu is het zaak om te werken aan de mentaliteit en de goesting om te winnen. Want goed spelen is een ding, maar op het einde van de wedstrijd moet je wel de drie punten op zak hebben. We moeten nog meer killers worden. Daarin is ook de werkethiek van belang. Ik ben nu al vijf jaar jeugdtrainer en ik zeg altijd tegen de jongeren dat als ze met me willen werken, ze zullen moeten zwoegen en zweten. Ik ben zeer streng voor mezelf en ik wil ook dat de mensen met wie ik samenwerk zichzelf pijn durven te doen. Dat alles in een positieve sfeer uiteraard.”

Is er een voorbeeld waar je jouw aanpak op geënt hebt?

“Je pikt hier en daar wat op natuurlijk. Het Spaanse model verschilt van het Duitse en dat verschilt dan weer van het Italiaanse. In elk model zit wel iets goeds. We zitten uiteraard ook in study groups, waar verschillende landen ideeën uitwisselen. Laatst zaten we nog in Kroatië. Openheid is belangrijk, maar je moet vooral weten welke principes je bij welk type speler moet toepassen.”

Jeugdzonden

Dat de KBVB jou en Gert Verheyen heeft aangetrokken, is een fikse ommekeer. Nu staan er bekende namen aan het hoofd van de jeugd…

“Ik wil niet in andermans plaats spreken, maar er is heel wat veranderd bij de KBVB: het beleid is helemaal anders dan vroeger. Ik zou ook nooit uit Italië zijn teruggekeerd als ik niet zeker had geweten dat de bond geëvolueerd was.”

De voetbalbond is dynamischer dan ooit?

“Ik ben hier nu elf maanden en ik kan je verzekeren dat er al heel wat gebeurd is. Alleen al de belangstelling voor de beloftewedstrijd in Leuven tegen Cyprus was fan-tas-tisch. Ook op vlak van marketing en communicatie wordt goed werk geleverd. De infrastructuur wordt eveneens elke dag beter. Het trainingscomplex in Tubeke is al heel wat gemoderniseerd.”

Onze jeugd mag de toekomst dus met het nodige optimisme tegemoet treden?

“Als je ziet hoe goed onze Rode Duivels nu al zijn en hoe hoog het niveau van de opvolging is, vind ik dat we moeten beseffen dat we met de besten ter wereld kunnen wedijveren. Als je België dan ook nog eens vergelijkt met de andere, veel grotere voetbalnaties kun je wel stellen dat hier goed wordt gewerkt. Om nog beter te worden, moeten we anticiperen en sneller vooruitgang boeken dan de concurrentie. Dat is in ieder geval het doel.”

Werken de Belgische clubs goed met de jeugd?

“Natuurlijk. Als je ziet hoeveel jonge talenten hier worden gevormd, kun je toch niet zegen dat de clubs slecht werk leveren?”

Ook de infrastructuur voor de jeugdteams verbetert beetje bij beetje bij de meeste clubs…

“En hoe! Maar weet je wat misschien nog belangrijker is? Dat clubs jonge spelers in het diepe durven te gooien. Toen Laurens De Bock naar Club Brugge trok, gaf Lokeren Alexander Corryn een kans. En natuurlijk heeft die jongen een paar jeugdzonden begaan, maar dat is normaal op die leeftijd. Wie weet hoeveel hij Lokeren binnen een paar jaar zal opleveren…”

Vanwaar jouw interesse in de jeugdwerking? De meeste ex-voetballers willen meteen hoofdtrainer worden…

“Ik zie het als een persoonlijke uitdaging en ben van mening dat ook het trainerschap in stadia verloopt. Uiteindelijk beland je dan wel in de fase dat je T1 wil en kan worden. Ik ben begonnen als coach van de U21 bij Anderlecht, heb mijn proflicentie behaald, heb vervolgens twee jaar in Italië gewerkt en ben nu bij de KBVB aan het werk. Een geweldige evolutie als je het mij vraagt. Ik geniet er in ieder geval met volle teugen van.”

Samenwerking met Wilmots

Als jeugdtrainer moet je het wel met een iets minder riant salaris dan de hoofdtrainers stellen.

“En wat dan nog? Dat noemen ze investeren in jezelf.”

Dat je überhaupt trainer bent kunnen worden, heb je te danken aan je indrukwekkende spelerscarrière…

“Dat klopt, maar zo redeneer ik niet. Ik hoef niet meteen T1 te zijn en sloten geld te verdienen zoals sommige anderen. Ik zie zelfs niet in waarom ik dezelfde levensstandaard als tijdens mijn spelerscarrière zou moeten onderhouden. Je moet je kunnen aanpassen aan de verschillende fases in je leven, vind ik. Ik wil niet boven mijn stand leven. En als je je passie kunt uitoefenen, ben je bereid daar de nodige opofferingen voor te doen.”

Is Gert Verheyen op jouw vraag trainer van de U19 geworden?

“Op vraag van meerdere personen. Je voelt aan alles dat Gert zin heeft om met ons samen te werken, net zoals ik graag met Marc samenwerk. Alles kan besproken worden, maar veel woorden hebben we niet nodig.”

Heeft Wilmots zijn zeg in de selectie van de beloften?

“Uiteraard. We bespreken ook het spel en onze visies daarop. Het goede aan Marc is dat alles zeer snel gaat. Hij discussieert snel en we zijn het zogoed als over alles eens. Dat was al zo toen we nog samen speelden bij de Rode Duivels en dat is nu niet anders.”

Zie jij grote gelijkenissen tussen Wilmots de speler en Wilmots de trainer?

“Zijn stijl is nog steeds dezelfde: hij neemt nooit een blad voor de mond. Hij heeft zelfvertrouwen te koop en dat is uiterst belangrijk als je voor een groep staat. Alleen zo straal je de nodige autoriteit en vastberadenheid uit. Als je ziet wat hij nu met de Rode Duivels aan het presteren is, doet hij het niet slecht, toch?”

Respect

Is het een goede zaak dat onze grootste talenten op steeds jongere leeftijd naar het buitenland trekken?

“Niet altijd. Sommigen keren al snel terug omdat ze speelminuten nodig hebben. Kijk maar naar Paul-José Mpoku, Thorgan Hazard en tal van anderen. Hier vertrekken om vervolgens in het buitenland op de bank te gaan zitten, heeft niet veel zin. Het zou beter zijn dat jongeren hun carrière in verschillende fases opdelen. Het is jammer dat de meeste 15-jarigen er niet in slagen om de aanbiedingen van Europese topclubs naast zich neer te leggen. In mijn tijd was daar gewoon geen sprake van.”

Maakt het feit dat die jongeren meteen gigantische sommen geld verdienen jouw werk er moeilijker op?

“Het stoort me niet dat die gasten alles hebben, zolang hun gedrag op en naast het veld maar voorbeeldig is. Je moet als coach ook niet bang zijn om het conflict met die kleine miljonairs aan te gaan. Alleen door hen te zeggen wat je denkt, kan je hun respect winnen. We hebben zowel bij de Rode Duivels als bij de U21 een gedragscode. Vanaf volgend seizoen zal die ook bij de andere leeftijdscategorieën ingevoerd worden.”

Merk je verschil tussen deze generatie en jouw generatie?

“Alles is veranderd. Er was veel meer respect vroeger. Ziedaar de reden waarom we het woord respect weer gaan invoeren in de jeugdcategorieën.”

Vind je jezelf een strenge coach?

“Ja. Ik ben ook streng voor mezelf en dat is volgens mij de enige manier om vooruitgang te boeken in het leven – zeker op latere leeftijd. Ik zeg altijd tegen de spelers: ‘Wat is er nu erg aan drie dagen in alle luxe op hotel te moeten verblijven ter voorbereiding van een wedstrijd?’ Het is voor mij ook ondenkbaar dat je als speler niet alles geeft tijdens de training.”

Heb jij in jouw eigen spelerscarrière veel spelers gezien die een carrière aan hun neus voorbij hebben zien gaan door hun gedrag?

“Zeker. Je doet als ploegmaat dan je best om hen weer op het rechte pad te brengen, maar dat lukt niet altijd. Bij Anderlecht heb ik zo wel een aantal ploegmaats van het rechte pad zien afwijken. En een of twee zijn er nooit meer terug op geraakt. Daarom moeten jongeren tijdens sleutelmomenten goed begeleid worden. De meeste mensen beseffen niet hoeveel extrasportieve beslommeringen er voor een coach komen kijken bij het begeleiden van een U21-team. Hallucinant gewoonweg.”

Batshuayi en Cissé

Er is dus wel degelijk een psychologisch aspect aan jouw werk?

“Ja, en dat kruipt ook wel in de kleren. Na een week op topniveau werken met de U21 ben ik gewoonweg uitgeput.”

Is het imago van Cissé en Batshuayi nu beschadigd nadat je hen uit de selectie hebt gezet?

“Dat denk ik niet. De communicatie rond dat voorval was duidelijk: ze hebben de regels niet gevolgd en zijn daarvoor gestraft. Punt. Vergeet niet dat wat er allemaal over gezegd en geschreven is niet van ons komt. Ik hoop dat ze eruit leren. Het heeft in ieder geval geen zin om nog wat zout in de wonde te strooien.”

Hoe reageerden ze toen je hen vertelde dat ze uit de selectie werden gezet?

“Ze waren teleurgesteld, of wat had je gedacht? Leuk is dat niet hoor, zulk nieuws moeten brengen. Ik zag in hun ogen hoe teleurgesteld ze waren. Afgezien van het menselijke aspect zet je ook gewoon twee basisspelers naast de ploeg vlak voor de eerste EK-kwalificatiewedstrijd die je absoluut moet winnen. Twee andere jongens hebben een kans gekregen en die met beide handen gegrepen. Ook dat is een sterk signaal voor Michy en Ibrahima.”

Hoe zou jij Batshuayi omschrijven?

“Michy is indrukwekkend. Met momenten. Het komt er nu op aan meer regelmaat in zijn spel te krijgen. Wat zijn gedrag betreft: hij kan nogal vermoeiend zijn. En zeggen dat ze hem bij Standard elke dag in het gareel moeten zien te houden. (lacht) Maar hij is en blijft een uitzonderlijke speler.”

Je hebt Romelu Lukaku onder je hoede gehad bij Anderlecht. Was zijn wil om te slagen toen al zo groot?

“Wees maar zeker. Ik heb hem van de U17 naar de U21 overgeheveld en daarna hebben we hem stap voor stap in de A-kern gebracht. De dag dat Ariël Jacobs me belde om te vragen of Romelu klaar was voor de testwedstrijd tegen Standard, heb ik gezegd: ‘Natuurlijk is hij klaar. Maar als je hem nu oproept, is hij voor de rest van zijn carrière vertrokken. Hij is zo goed dat hij nooit nog naar de U21 zal terugkeren.'”

En toch was zijn opleiding nog niet afgerond, wordt gezegd…

“Verre van. Maar het is wel zo dat de postformatie veel sneller gaat als je bij de A-kern zit en je met betere spelers traint. Dat zijn de ideale omstandigheden om je postformatie te vervolledigen.”

Potentieel in overvloed

Je hebt de wedstrijd van de Rode Duivels in en tegen Macedonië samen met jouw beloften bekeken. Hoe reageerden ze op de prestatie van de ‘oude garde’?

“Je voelt dat ze zin hebben om in de kern van de Rode Duivels te geraken, maar ze weten dat het zeer moeilijk zal zijn.”

Zijn er spelers van de U21 die al klaar zijn om de overstap te maken?

“Dat denk ik niet. Ook al is er potentieel in overvloed. En in de voetballerij kan het snel gaan. Een blessure, een plotse ontbolstering, alles kan op een paar maanden tijd compleet veranderen.”

Dennis Praet werd zeer snel de hemel in geprezen en ontdekt nu de keerzijde van de medaille. Hoe verklaar jij zijn terugval?

“Zijn we wel zo zeker dat er echt sprake is van een terugval? Men bekijkt Dennis nu gewoon anders. Kritischer dan in het begin van het seizoen. Maar je moet voorzichtig blijven met zulke oordelen. Het staat buiten kijf dat hij over uitzonderlijke kwaliteiten beschikt. Op technisch vlak is hij outstanding. Nu is het zaak om ook op vlak van kracht en versnelling vooruitgang te boeken. Daar is hij zich meer dan wie ook van bewust.”

Maxime Lestienne speelt een fantastisch seizoen. Om van zijn weergaloze seizoenseinde nog maar te zwijgen…

“Maxime is niet de makkelijkste jongen om te coachen, maar zijn potentieel is ongezien. Ik heb hem een signaal gegeven door hem na een uur te vervangen tegen Israël. Dat was mijn manier om de zaken op punt te zetten. Sindsdien speelt hij de pannen van het dak. Tegen Cyprus was hij vijftig minuten lang heel goed. Ik heb dus nog wel wat werk om hem een hele wedstrijd op niveau te laten acteren. Maar dat is net de uitdaging van mijn job.”

Is dit een moeilijke generatie?

“Ja. De verschillende persoonlijkheden, al die verschillende culturen, makkelijk is iets anders. Maar ik hou wel van sterke persoonlijkheden.”

De tijd dat de jonkies de schoenen van de anciens poetsten, ligt achter ons…

“Toen ik nog speler was, golden er andere regels. Als ik de jongens nu zie aankomen met vijf of zes paar schoenen, kan ik mijn lach amper inhouden. Ik vraag hen dan wanneer ze al die schoenen gaan aandoen. Maar dat is nu eenmaal de huidige generatie. Het is aan jou als coach om je daaraan aan te passen.” ?

DOOR THOMAS BRICMONT – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS

“Het is jammer dat de meeste 15-jarigen er niet in slagen om de aanbiedingen van Europese topclubs naast zich neer te leggen.”

“Marc en ik zijn het zogoed als over alles eens. Dat was al zo toen we nog samen speelden bij de Rode Duivels en dat is nu niet anders.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content