Ze zouden niet bij elkaar passen op een voetbalveld, maar Glen De Boeck en Eric Van Meir zetten de critici een neus tegen Schotland. Het vertrouwen is groot voor de beslissende interland in Kroatië.

Vraag aan de bondscoach, nadat hij de selectie voor de laatste, beslissende WK-kwalificatie-interland van zaterdag tegen Kroatië had bekendgemaakt : er zijn problemen in Anderlecht, vreest u dat die worden meegenomen naar de nationale ploeg ?Robert Waseige slikt even, maar denkt dan luidop : ” Non, hein. Dat denk ik niet.”

Diezelfde avond in Antwerpen bevestigt Glen De Boeck, aanvoerder van Anderlecht, het vermoeden van de bondscoach. “De problemen worden erger voorgesteld dan ze zijn. Op de club was alles vrij rustig vrijdag. Volgens mij gaat er niks mee naar Kraainem.” Eric Van Meir, met Standard net terug uit Straatsburg, schuift mee aan. In de recente interland tegen Schotland vormde hij met De Boeck het hart van de Belgische defensie.

Het zelfvertrouwen in de spelersgroep is groot.

Eric Van Meir : Wij denken niet aan de barragewedstrijden, maar aan de rechtstreekse kwalificatie. We gaan niet hinken op twee gedachten, maar gewoon ons spel spelen. Technisch zijn zij misschien iets sterker dan wij, maar wij hebben meer karakter en blokvorming.

Glen De Boeck : Wat mij enorm deugd deed, tijdens en na de wedstrijd tegen Schotland, was die blokvorming. Daarom heb ik ook zo’n positief gevoel voor deze wedstrijd. De wil om naar het WK te gaan, straalt van deze groep af. Met blokvorming kan je ver komen.

Kan de vijandige sfeer in Zagreb jullie nog uit het lood slaan ?

Van Meir : Deze kern heeft ervaring genoeg. Het zal er inderdaad hectisch zijn, maar het zorgt voor extra motivatie dat we ons kunnen kwalificeren in het hol van de leeuw. Kroatië zal vanaf de eerste minuut pressen en dan is er niks beter om zo snel mogelijk te proberen counteren en, als het kan, te scoren. Dan krijgt de tegenstander een klap.

De Boeck : De eerste vijftien, twintig minuten zullen zij een stormloop ontketenen. De groep heeft genoeg ervaring om daarmee om te gaan. Ik zie de wedstrijd heel positief in, de druk ligt bij hen. Na verloop van tijd gaat dat een effect op de wedstrijd hebben : de ploeg die het minst moet, heeft altijd een voordeel.

Wat leerde de heenwedstrijd, die in Brussel op 0-0 eindigde ?

Van Meir : Dat we evengoed hadden kunnen winnen als verliezen. In de laatste minuut pakte Geert ( De Vlieger, nvdr) een hakje van Suker, en van ons werd er een doelpunt afgekeurd. Op onze thuiswedstrijd tegen Schotland na hadden alle wedstrijden anders kunnen aflopen. In Schotland komen we met tien man 2-0 achter; dan is negen keer op tien de wedstrijd gespeeld. Toch kwamen we terug tot 2-2. Kroatië heeft veel individuele kwaliteiten. In Schotland bleek dat hun spelers zeker niet op de terugweg zijn, ook Prosinecki niet.

De Boeck : Sommige van die spelers hebben misschien geen club, maar daar moet je je niet blind op staren. Ze hebben genoeg kwaliteit. Wij zullen het moeten hebben van onze collectiviteit, zij van hun individuele flitsen.

De aanloop wordt ongetwijfeld gekleurd door het feit of Marc Wilmots fit geraakt of niet. Hoe zien jullie dat ?

Van Meir : In principe zijn 99 op 100 spelers niet klaar als ze drie weken voor een belangrijke wedstrijd een menuscusoperatie ondergaan. Marc is anders, en zijn belang voor de nationale ploeg is héél groot, zowel op als naast het veld. Ik denk dat de tegenstrever meer schrik heeft van een België mét Wilmots dan van een België zonder Wilmots. De grote vraag is alleen in hoeverre hij competitief zal zijn.

De Boeck : Het is maar voor één wedstrijd. Moet je in zo’n omstandigheden naar een toernooi, dan kan één wedstrijd het vervolg hypothekeren. Nu gaat het om één wedstrijd. Met de terugslag achteraf hoeft hij minder rekening te houden. Marc kent zijn waarde voor de ploeg, wil die niet in de steek laten en dat siert hem. En hem sparen voor de barragewedstrijden, hoeft niet, want daar gaan we niet vanuit ( grijnst).

Van Meir : Bij Schalke speelt hij ook niet. Ik kan me inbeelden dat hij minder risico’s zou nemen als hij daar titularis zou zijn.

Dat is precies ook het dilemma waarmee Emile Mpenza worstelde voor België-Schotland.

De Boeck : Emile sukkelde met een spierblessure. Dit is anders. Het risico om te hervallen bij een spierletsel is veel groter, als je de geschiedenis van Emile kent en zijn manier van spelen. Iets te vroeg herbeginnen zou in zijn geval kunnen leiden tot een onbeschikbaarheid van twee of drie maanden.

De verdedigers en de doelman zijn in vorm. Over de middenvelders en de spitsen heerst er, op Sonck na, iets minder zekerheid. Of zegt iemands vorm in zijn club niets over wat hij in de nationale ploeg waard is ?

Van Meir : Het ene heeft weinig te maken met het andere, denk ik. Bart ( Goor, nvdr) zat voor Schotland met Hertha Berlijn in de problemen, maar speelde wel een goeie match. Gert ( Verheyen, nvdr) slikte veel kritiek, maar is zo belangrijk voor onze ploeg. En nu het met Club Brugge weer beter gaat, wordt het ook voor hem iets makkelijker.

De Boeck : Yves ( Vanderhaeghe, nvdr) slikte ook bakken kritiek, nadat hij de fout beging te zeggen dat hij wat te zwaar uit het tussenseizoen kwam. Dat verhaal ging een eigen leven leiden, ook al bleef hij nuttig voor de ploeg. Dat geldt ook voor Bart en Gert, die engagement blijven tonen op het veld. En Yves is zijn niveau van vorig jaar stilaan terug aan het halen.

Johan Walem is geschorst, hoe zou je dat opvangen ?

Van Meir : Veel hangt af van Wilmots, of hij speelt of niet. Voorin heb je een positief probleem met Mpenza en Sonck. Als je Walem positioneel moet vervangen, denk ik aan Timmy Simons, maar je kan ook Baseggio naar voor schuiven, al is het de vraag of die al fit genoeg is.

De Boeck : De namen zijn minder van belang, de collectiviteit telt. Wat de hele groep de voorbije twee jaar heeft gebracht, moeten we opnieuw brengen en dan zijn namen niet het belangrijkste.

Van Meir : Er is op elke plaats wel eens gewisseld. Dat wil zeggen dat je geen elf basisspelers hebt en daarnaast vijf of zes vaste invallers. We hebben een grote pot om uit te kiezen.

Verwachten jullie opnieuw samen het centrale verdedigingskoppel te vormen ?

Van Meir : Joos ( Valgaeren, nvdr) komt terug, we zullen zien. Vorig keer is het heel goed gegaan, iets waar ik zelf nooit aan twijfelde, maar veel anderen wel. In de tweede helft tegen Finland ging het ook al goed, maar dat lag aan de Finnen die toen het gaspedaal losten. Tegen de Schotten ging het goed, maar dan heette het dat zij aanvallend weinig voorstelden. Er zullen altijd tegenstanders van ons blijven, dat besef ik goed genoeg. Zaak is om hun aantal tot een minimum te beperken, maar ik weet honderd procent zeker dat ze luid van zich zullen laten horen de dag dat het ooit zou mislopen. Jammer, want volgens mij zijn er geen twee spelers in België die beter weten wat ze wel en niet kunnen dan wij.

De Boeck : Daarom blijf ik heel terughoudend bij alle lof, want tegelijk ligt aan de andere kant van de tafel het mes al te wachten. Dat is nu eenmaal het lot van ons type voetballer : dat we veroordeeld worden op één of twee mindere prestaties, en dat al het goeie dan in een klap wordt vergeten. Daar vecht ik niet meer tegen. Mensen die met een negatief beeld naar een speler kijken, zijn nooit te overtuigen.

Van Meir : Je wordt er echt moedeloos van. Van je elke keer weer te moeten verantwoorden voor dingen waarvoor je dat niet zou hoeven te doen.

De Boeck : Na de wedstrijd tegen Schotland hadden we zoiets van : yes, het is ons gelukt. Ik kreeg vooraf de indruk dat het voor sommigen belangrijker was ons te kunnen be- of veroordelen dan de wedstrijd op zich. Als het dan meevalt, heb je een goed gevoel. Anderzijds ben ik realistisch genoeg om toe te geven dat het duo Valgaeren-Van Meir de nationale ploeg in het verleden al veel opbracht en dat Joos gewoon de pech had dat hij voor Schotland geblesseerd was. Anders had hij gespeeld. Dus bestaat de kans dat hij in Zagreb gewoon in de ploeg staat. Ik ben kandidaat-basisspeler, maar ook kandidaat-bankzitter. Kroatië is een andere wedstrijd met weer een ander verhaal. Collectiviteit uitstralen, dat is belangrijk.

Hebben jullie voor jezelf het gevoel dat je goed bezig bent ?

De Boeck : Bij mij is de lof gekomen door de vier goals die ik Europees maakte, maar zoals Aimé ( Anthuenis, nvdr) al zei : vorig jaar heb ik even goed gepresteerd als dit jaar, alleen ging de aandacht toen – terecht – meer naar de aanvallers. Zelf ben ik helemaal niet euforisch als buitenstaanders euforisch doen over mijn vorm. Mijn goeie periode duurt al veel langer dan twee maanden.

Van Meir : Als verdediger haal je een bepaald niveau en verwacht men goeie tussenkomsten. Gooi je er nog een goal bovenop, dan heeft iedereen het gezien en val je op. Zeker als het beslissende goals in de Champions League zijn.

“Van Meir heeft me nooit ontgoocheld”, snoerde Waseige kritikasters steevast de mond.

Van Meir : Op Schotland-uit na heb ik alles gespeeld. Mijn geluk was dat ik de remonte van de nationale ploeg kon meemaken. Loopt het in de eerste wedstrijden na het EK fout, dan word je automatisch meegezogen in een negatieve spiraal.

In hoeverre bood de nationale ploeg je steun tijdens de moeilijke periode bij Lierse ?

Van Meir : Heel veel. In Lier was de sfeer verziekt van bij het begin van het seizoen. Bij de nationale ploeg herleefde ik, het was de enige manier om te tonen dat ik het wél nog kon. Ik was blij als er een interland aankwam.

In die mate zelfs dat ze in Lier zegden dat je je nog uitsluitend voor die wedstrijden leek op te laden.

Van Meir : Ach, ze zoeken maar… Je speelt ook vaak maar zo goed als de spelers rond jou. Als ik beter speelde als Rode Duivel, kwam dat doordat er betere spelers rond mij stonden. Het is niet makkelijk om als speler in een slecht draaiende ploeg het hoofd boven water te houden. Al de rest is zever. Stress was er in die zin, dat er iedere keer toch weer vragen werden gesteld bij mijn selectie. Ik voelde ook de adem van Glen in de nek, misschien heeft die concurrentie mij ook beter doen spelen. Mijn voordeel was verder ook dat Waseige niet zo makkelijk van ploeg veranderde, tenzij uit noodzaak. Leeftijd noch club spelen een rol bij hem. Dat zegt hij ons ook, dat we niet bang hoeven te zijn als we één slechte wedstrijd spelen.

Een jaar geleden werd het 0-0 tegen Kroatië. Mààr 0-0, en nu lonkt het WK. Leg eens uit.

Van Meir : In de onderlinge duels tussen Schotland, Kroatië en België kon er tot dusver maar één land winnen : wij, thuis tegen Schotland. Al de rest eindigde op een gelijkspel. De waarde van ons gelijkspel tegen Kroatië was twijfelachtig, maar nu blijkt het belangrijk te zijn geweest. Over de rest van de campagne kunnen we tevreden zijn : twee quasi identieke wedstrijden tegen Letland met snel twee goals en uitgespeeld zonder veel problemen. Een mooie en een eindeseizoensmatch tegen San Marino. Keerpunt was wellicht de match in Glasgow : dat we daar vanuit een verloren positie terugknokten, heeft ons een enorm gevoel van macht bezorgd.

De Boeck : In Glasgow hebben we het surplus gehaald dat het vervolg van onze campagne positief beïnvloedde. Van zodra we op het vliegtuig naar Kroatië stappen, gaat deze groep dat uitstralen.

Van Meir : We hebben een rustige groep, zonder spelers die wild om zich heen schoppen. Het loopt goed, op die wedstrijd in Finland na. En het resultaat tegen Schotland bewees dat Finland maar een eendagsvlieg was.

Ook al zorgde die wedstrijd voor een gespannen sfeer.

Van Meir : Omdat België al lang niet meer verloren had. Alles is relatief, maar uiteindelijk heeft die nederlaag goed gedaan. Het gevoel onoverwinnelijk te zijn, was plots weg. Het probleem is dat de voorbereiding tien dagen duurde, wat erg lang is. Tot twee, drie dagen voor de wedstrijd kon er over weinig anders geschreven worden. Vandaar dat zo op Finland gefocust werd.

Ook de bondscoach reageerde gespannen en uitte kritiek, ook intern.

Van Meir : Wij weten zelf goed genoeg wanneer het slecht is geweest.

De Boeck : En als we daarop worden gewezen, is dat gewoon terecht.

Van Meir : Dat de bondscoach iets zenuwachtiger was, had ook met het belang van de wedstrijd te maken. Een onderlinge confrontatie, moeten winnen, het resultaat dat het uitgangspunt voor Zagreb bepaalde…

De Boeck : Hoe korter je bij het einde komt, hoe groter de stress wordt.

Als België zich plaatst, gaat het voor de zesde keer op rij naar het WK. Staan jullie daar bij stil ?

De Boeck : Ik vraag het mij af… Wij vinden het de normaalste zaak ter wereld. Op zich is dat niet zo, als je het lijstje afloopt van landen die er in al die tijd al een keer niet bij waren : Engeland, Frankrijk, Nederland…

Van Meir : We zijn veel te weinig chauvinistisch.

De Boeck : De kwalificatie op zich zou een ongelooflijke prestatie zijn. Want, zonder het Belgisch voetbal af te vallen, wat stellen wij eigenlijk voor tegenover landen die zich wellicht niet kwalificeren ? Nederland heeft misschien vijf keer meer kwaliteit als België, maar met elf individuen win je geen wedstrijd. Als je kan zeggen dat je de hele tijd je lot in eigen handen hebt gehad, moet je spreken van een geslaagde campagne, ook al moet de kers op de taart nog komen. Gezien de uitgangspositie vind ik het geen nadeel dat we ìn Kroatië moeten spelen.

Van Meir : Niet verliezen in Zagreb betekent een kwalificatietornooi zonder nederlaag. Is dat niet mooi ?

Ook nieuw voor België was dat het zo veel scoorde in een WK-campagne.

De Boeck : Dat is mooi. Eén van de keerpunten was ongetwijfeld de 10-1 tegen San Marino, ook al blijkt het doelsaldo nu van geen enkele waarde te zijn.

Van Meir : Het lijkt me goed als amusement voor de spelers en de supporters. Ik denk dat we op dat laatste vlak veel punten hebben gescoord. De twijfelaars hebben we naar onze kant gehaald. Dat betekent echter nog altijd niet dat wij moeten afstappen van die blokvorming waarbij we met zes, zeven man voor de bal spelen.

De Boeck : Wij moeten niet de pretentie hebben te zeggen dat wij het spel moeten maken en de tegenstander overrompelen. Vanuit de organisatie voetballen, houdt niet in dat je defensief gaat spelen en geen doelkansen afdwingt.

Van Meir : Het is zoeken naar een evenwicht tussen snel de lange bal zoeken richting Emile, die toch een sterk wapen is, en de bal in de ploeg houden als hij te ver weg staat en wij moeite hebben om aan te sluiten. Met Sonck is het anders voetballen, hij moet meer in de combinatie betrokken worden.

De Boeck : Emile zoekt constant de diepte zonder bal, hij speelt op het randje. Sonck speelt iets meer met de rug naar het doel en kaatst vooraleer te vertrekken. Hij verraste me in aangename zin op de training, zijn neus voor doelpunten is indrukwekkend.

Lichtpunt in de voorbije maanden : Geert De Vlieger, die in elke wedstrijd beslissende reddingen deed.

De Boeck : Geert is gewoon een goeie keeper. Wie twijfelt daar nu nog aan ? Eén iemand doet een uitspraak op basis van één foutje tegen Inter Milaan, dat gaat een eigen leven leiden en daar wordt Geert nu al jaren op beoordeeld. Geert is een topper, anders word je niet de beste doelman van Nederland.

Van Meir : En dat hij reddingen deed in elke wedstrijd, vinden we nu normaal. Wat Pfaff over hem zegt, dat doet hij om zich te profileren, zeker ?

Pronostiekje ?

Van Meir : 1-2.

De Boeck : 1-1.

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content