Germinal Beerschot – zeg nooit GBA – is te koop, lijdt onder de verkilde relatie met de stad, maar heeft wél een trainer die er graag werkt.

Voor de tweede opeenvolgende keer slaagt Marc Van Beek er als voorzitter van Germinal Beerschot in om de jaarlijkse persvoorstelling te mijden. De vorige keer was net uitgelekt dat de vorige algemeen directeur, Bob-Jan Hillen, gesprekken over een mogelijke samenwerking met Antwerp FC had bijgewoond. Dit keer ontweek Van Beek door zijn afwezigheid handig vragen over de actuele toestand van de club. Na vorig seizoen deelde Ajax mee dat het zijn meerderheidsparticipatie – het bezit 72,5 procent van de clubaandelen – te koop stelde.

Germinal schoot ambitieus uit de startblokken, maar leed het eerste jaar al een verlies van 4,4 miljoen euro. Aan de basis lag een combinatie van factoren : kostelijke bouwwerken, het uitblijven van grote inkomsten en het al te kwistig uitdelen van dikke contracten. Door de verkoop van Wesley Sonck en Jan Moons aan RC Genk kon het de eerste schok opvangen. De volgende verliezen werden door Ajax aangezuiverd, waardoor de Amsterdammers een grotere impact op het beleid kregen dan ze aanvankelijk hadden beoogd. Ajax investeerde al meer dan 12 miljoen euro in Germinal Beerschot. Alleen liet het na om die verantwoordelijkheid ook om te zetten in daadkrachtig management. Nu weerklinkt de conclusie dat een Antwerpse club niet geleid kan worden vanuit Amsterdam.

Dus staat de club, ondanks de tevredenheid over de technische samenwerking, te koop. Voorzitter Roger Lambrecht van Lokeren SNW is een kandidaat-koper, maar hij wil het avontuur niet in zijn eentje aangaan. Lambrecht belde erevoorzitter Jos Verhaegen op : alleen als hij mee in de boot stapt, wil hij doorzetten. Maar Verhaegen zei niet nee en niet ja. Hij wacht af.

Ajax, zo weet men bij Germinal Beerschot, is alvast niet van plan om de club zomaar van de hand te doen aan de meest biedende. In de statuten zijn bepalingen voorzien waarin staat dat op technisch vlak de samenwerking tussen beide clubs gegarandeerd moet blijven. Een overnemer kan dus niet zomaar doen wat hij wil. Bovendien beschikken de minderheidsaandeelhouders over een voorkooprecht én zelfs een veto wanneer de kandidaat-eigenaar Ajax toch zou overtuigen.

Die minderheidsaandeeelhouders, dat zijn onder meer Jos Verhaegen, zijn broer Albert en René Snelders.

Plus Bob Van Jole. Van Jole is het enige overgebleven zwaargewicht uit het indrukwekkende organigram waarmee Germinal Beerschot zich drie en een half jaar geleden profileerde. Toen algemeen directeur Bob-Jan Hillen de club onlangs verliet, volgde Van Jole (voorheen administratief directeur) hem op. “Omdat de raad van beheer het mij vroeg, waarschijnlijk omdat ze niemand anders vonden. En omdat Ajax veel te laat begon uit te kijken. Want als ze straks de club verkopen, brengt de nieuwe eigenaar misschien zijn eigen directeur mee”, zegt Van Jole.

Hij moet de continuïteit met het (jonge) verleden verzekeren. Dat wil Ajax ook, weet hij : “Ze willen ervan af als het kan, maar als het niet kan, garanderen ze de continuïteit hier. Ajax leerde dat het alvast geen Nederlander kan zijn en dat je een Antwerpse club niet vanuit Amsterdam kan besturen. Ondertussen is Germinal Beerschot een beetje een club zonder gezicht. Dat klopt. Maar het heeft ook lang geduurd eer bijvoorbeeld Genk een gezicht had.”

Van Jole stelt zich strijdbaar op. Ook al voelt hij zich eenzaam tegenover het stadsbestuur. Boos ook. Omdat het project Germinal Beerschot werd opgestart met een aantal formele (lees : contractueel vastgelegde) toezeggingen van de stad Antwerpen. Maar die beloftes werden niet nagekomen door de (elkaar ondertussen al meermaals afgeloste) mensen aan de top. Daardoor kan Germinal Beerschot nooit tegemoet komen aan de vraag van Ajax om het komende seizoen met een sluitende begroting af te werken. Dat komt ook een beetje omdat de zware contracten waar bij de oprichting van de club mee gezwaaid werd, nog één seizoen doorlopen. De drie Joegoslaven en de paar Belgen die nog overblijven uit de beginperiode, kunnen daar nog sportieve prestaties tegenover stellen, maar spelers als Brusselers en Demkine, die wel nog doorbetaald maar niet meer opgesteld worden, niet.

Van Jole wijst vooral op de extrasportieve, financiële lasten waar de club zelf niet verantwoordelijk voor is. “Elk jaar moeten wij vooraf een half miljoen euro uit de begroting lichten om de afbetaling voor het stadion te doen. Maar de stad zelf staat al 1,25 miljoen euro achter met terugbetalingen aan ons. Als ze morgen haar verplichtingen nakomt, is de kans groot dat we volgend jaar slechts een minimaal verlies maken. Vijf jaar heb je volgens mij nodig om een nieuwe club op de wereldkaart te zetten. We hebben dus nog twee jaar. Misschien kunnen we over twee jaar zelfs een beetje winst maken.”

Na het missen van Euro 2000 heeft Antwerpen volgens hem nu een “a-sportief college dat absoluut geen enkele visie heeft op de sport. De stad wordt niet geleid door de schepenen, maar door de administratie.”

Dat de stad het vertikt het stedelijk Olympisch Stadion helemaal af te werken, heeft heel concrete gevolgen. Zoals : toeschouwers hebben geen deftige toiletten, en als het regent wordt de onverharde omgang in een modderpoel herschapen. “Sedert drie jaar behelpen we ons voor het sanitair met containers. De bouwvergunning voor deftige toiletten geraakt maar niet af, evenmin als die voor een verharde parking.” Van Jole vermoedt pesterijen, in combinatie met fractieleiders die hun (rood-witte) clubliefde laten primeren op de uitvoering van het mandaat dat ze van de burgers kregen.

Dat het stadion niet eens vol loopt tegen Antwerp of Club Brugge, dàt is nog eens een opmerking die hem doet steigeren. Bob Van Jole : “De politie verbiedt voor die wedstrijden dat een heel blok verkocht wordt. Tegen Anderlecht, Brugge en Antwerp maakt men het ons onmogelijk het stadion vol te krijgen. Want wij hadden wel degelijk genoeg belangstellenden om alle tribunes te vullen.”

Niemand in de club ook die begrijpt waarom het stadsbestuur een vriendschappelijke thuismatch tegen PSV te riskant vond, terwijl Turnhout-PSV en Geel-PSV wèl doorgingen. Helemaal wanhopig werd veiligheidsverantwoordelijke Steven Van Beethoven toen hij hoorde dat ook de burgemeester van Oostende Germinal Beerschot liever niet zag komen. Krijg dan al eens als veiligheidsverantwoordelijke van overal bloemen toegeworpen voor je voorbeeldige preventieve werk ! Het laatste incident rond het stadion dateert al van augustus vorig jaar.

Meer dan 15.000 euro investeert de club jaarlijks in veiligheid. Dat hielp om in een paar jaar tijd de ongezellige reputatie van de Beerschot-aanhang weg te werken. Ook al staart de overheid zich blind op een veertigtal potentiële troublemakers, binnen de poorten vallen er geen ongeregeldheden meer te noteren. Steeds meer vrouwen en kinderen wonen de thuiswedstrijden bij in het knus vernieuwde maar nog niet helemaal afgewerkte stadion. Germinal Beerschot is bezig een familieclub te worden, die beetje bij beetje meer volk lokt en die na het gala rond het afscheid van Marc Degryse leerde dat een voetbalclub haar publiek een totaalpakket met entertainment moet aanbieden in een comfortabel stadion.

Vierduizend abonnementen zijn de deur al uit, meldt Van Jole fier : “We zitten nu aan het drievoudige van het aantal supporters dat Beerschot en Germinal samen hadden.”

door Geert Foutré

‘Vijf jaar heb je nodig om een nieuwe club op de wereldkaart te zetten.’ (Bob Van Jole)

‘Als het loopt op het veld, denk ik niet dat het ergens plezanter is dan bij Germinal Beerschot.’ (Franky Van der Elst)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content