Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Anderlecht zoekt nog naar zijn beste voetbal, geeft Nicolás Frutos toe. De lange spits is na een reeks blessureperikelen terug en kijkt uit naar de Champions League. ‘Ik zal teleurgesteld zijn als we de tweede ronde niet halen.’

Vorige woensdag even voor de middag. Als José Garcia, volgend seizoen de nieuwe teammanager van Anderlecht, de hal van het Constant Vanden Stockstadion betreedt, heeft hij een ruiker bloemen bij. Voor de verjaardag van de secretaresse, Pascale, vanwege Nicolás Frutos. Attent, want de rest van de spelersgroep blijkt haar verjaardag te zijn ontgaan.

Een uur later schuift betrokkene – de speler, niet het feestvarken, dat geniet van een glas champagne met de collega’s – aan voor een babbel. Die doen we in het Spaans, al had het best in het Frans gekund, want verrassend snel had de Argentijn die taal onder de knie. Zijn aanpassingsvermogen, getuigt iedereen in de club, is indrukwekkend. De spraakwaterval beaamt ratelend : “Zelfs makkelijker dan ik zelf had gedacht. Ik heb het gevoel dat een mens ergens voor iets voorbestemd is. Mijn dochtertje werd hier geboren, ik leef hier heel graag. Het voordeel van deze club is dat ze weet om te gaan met het opvangen van buitenlandse spelers. Ontzettend veel mensen staan klaar om je te helpen en ik kwam in een spelersgroep die de komst van een buitenlander weet te accepteren.”

Uit noodzaak, maar ook bewust, gooide hij zich direct op het Frans. “Ja, omdat ik het belangrijk vind dat je ook stappen zet naar je nieuwe ploegmaats toe. De liefde moet niet van één kant komen.”

Niets is onmogelijk

Wat mist hij nog van Argentinië ? Nicolás Frutos : “De vrienden, maar gelukkig was er een lange zomervakantie. Ik heb veel kunnen bijpraten.” Méér Argentijnen in de ploeg, maakt dat een verschil ? “Ja. Niet beter of makkelijker, wel anders. Het zijn goeie spelers, mijn landgenoten, maar ze gaan allemaal nog door een aanpassingsfase. Ze moeten de taal nu snel leren, vind ik, dat is het belangrijkste. Voetballen kunnen ze, hun niveau van ginds vinden ze hier wel terug. Wat voor hen nu eerst komt, is het vergemakkelijken van de integratie.”

Speelt hij de vader ? Lacht luid : ‘Zeer zeker niet !” Hun gids dan ? “Ik ben iemand die voorheen veel van ploeg wisselde, vrijwel elke zomer. Voor mij is arriveren in een nieuwe kleedkamer niks. Die ervaring wil ik overbrengen. Dan zal het voor hen nog beter gaan, want iemand als Lucas ( Biglia, nvdr), met wie ik nog bij Independiente speelde, zit zeker nog niet aan zijn beste niveau. In de tweede ronde zal je heel andere Argentijnen zien bij Anderlecht, omdat ze dan alle tegenstanders kennen. Het voordeel voor hen én voor de club is dat ze allemaal contracten van lange duur hebben. Niemand hoeft zich zenuwachtig te voelen, dat hij op korte termijn iets moet bewijzen. ( lacht) Niet vergeten dat het straks kouder wordt, daar zullen ze zich ook aan moeten aanpassen. In Patagonië is het ook koud, maar daar zijn geen voetbalploegen ( lacht).”

Verrassend haalt hij nog een ander voordeel aan : Bruselas – en let nu op, zij die de Belg een onveiligheidsgevoel willen aanpraten – noemt hij een heel veilige stad. “Heel anders dan Buenos Aires, dan Argentinië, waar we moeilijke momenten doormaken. Op dat vlak is Brussel een verademing. Als toerist besef je niet wat voor toestanden ze bij ons thuis op dat vlak meemaken, je ziet het niet.”

Klopt het dat hij zelfs zo graag in België woont, dat hij overweegt Belg te worden ? ” No, no ! Ik heb een contract tot 2010 dat ik tot de laatste dag wil uitdienen. Ik zie Anderlecht echt niet als een springplank naar wat anders. Maar om daarom nu Belg te worden …”

Het verhaal van vorige zomer, dat hij een plaats bij de Rode Duivels ambieerde, was dus maar een grapje ? “Commentaar van een Belgische krant, niks meer. Laat ons de dingen heel rustig houden. Ik ben hier amper een jaar en voor zoiets gebeurt, moeten er nog heel veel zaken voorvallen. Ik vind het van veel lof getuigen als men stelt dat ik voor zo’n selectie in aanmerking zou komen, omdat het betekent dat ik mijn werk goed doe. Maar tussen dat en het ook worden …”

Het is misschien makkelijker om het hier tot international te schoppen, dan bij de selectie van Argentinië. “Dat zeg jij ! Niets is onmogelijk, mijn beste, maar het is wel moeilijk, dat geef ik toe. ( herstelt zich snel) Daar moet een voetballer zich niet mee bezighouden. Elke speler moet in zijn hoofd steken dat hij zijn uiterste best moet doen in elke wedstrijd. Wat daarna komt, zie je wel.”

Sneller diep

Ongeveer een jaar geleden, tijdens de herfst, kwam hij naar België. Speelgerechtigd vanaf 1 januari was zijn intrede op de Belgische velden stormachtig. Een beetje zoals Caesar. Veni, vidi, vici, hij kwam, zag en overwon. Scoorde met links, rechts én het hoofd. Negen goals in tien matchen. Nadien werd het minder, ook door pech, een knieletsel. Na veertien matchen was het over, Frutos moest plat, op de operatietafel. Het herstel verliep moeizaam, hij kreeg een paar terugslagen te verwerken. Pas net voor de start van de Champions League raakte hij weer fit.

Zijn evolutie in het voorbije jaar ? Nicolas Frutos : “Ik heb hier jullie gewoontes geleerd, jullie taal, jullie cultuur. Jullie voetbal, elke dag nieuwe dingen, details soms.”

Werd hij een betere voetballer ? “Het is nog vroeg, maar ik meen van wel. Ik heb een jaar Europees voetbal achter de rug, en dat is toch anders dan ik gewend was. Een jaar intensief trainen, iets sneller diepgang, op andere velden. Argentijnse velden liggen droog en ons voetbal is technischer, met veel meer passes en veel meer spel op balbezit. Hier moet het sneller diep gaan.”

Hoe verklaart hij zelf zijn goede start in januari ? “Ik ben hier op een trainer gebotst die me uitgespeeld heeft op een manier die uitstekend bij me past. Ten tweede : ik was 24 jaar en had al twee jaar meer ervaring dan in mijn Spaanse periode bij Las Palmas. Die ging helemaal de mist in. Ten derde : na Spanje heb ik twee seizoenen onafgebroken kunnen spelen, ik was dus een intensiever ritme gewend. Dat is heel belangrijk voor een speler. ( lacht) In Argentinië zeggen we dat je voetballen niet kan leren, met die kunst ben je geboren. Maar belangrijk voor een voetballer is ritme, regelmaat, veel kunnen spelen. Pas dan word je beter, perfectioneer je die kunst. Scoren vond ik aanvankelijk niet zo makkelijk. De ene keer tien minuten meedoen, een volgende keer een kwartier, ik vond aanvankelijk moeilijk de weg naar doel. Toen ik later het vertrouwen van de coaches kreeg, lukte het wel.”

Graag over de grond

Mogen we hem de kampioenenmaker noemen ? Nicolás Frutos schudt beslist de lange manen : “Niemand mag zich kampioenenmaker noemen. De enige ploeg die ooit een prijs pakte dankzij een individu, was Argentinië, dankzij Maradona. En zelfs hij had een ploeg achter zich nodig, ik vind dat dus een zinloze bewering. Zeker in een langdurig kampioenschap zoals het Belgische, over 34 wedstrijden. Ik ben me er wel van bewust dat ik vorig seizoen een belangrijke rol heb kunnen spelen. Daar ben ik trots op. Die twee goals in Brugge waren belangrijke, maar zij alleen beslisten niet over de titel.”

Een operatie gooide een schaduw over zijn seizoenseinde, de moeizame terugkeer in augustus en september deed wenkbrauwen fronsen. Was Frutos niet heel blessuregevoelig ? Hij ontkent : “Pech, meer niet. Geen twijfels. Ik heb geprobeerd zo snel mogelijk terug te keren, maar denk niet dat ik daarbij overhaast te werk ben gegaan. De spierprobleempjes waren normaal, ik moest weer in het ritme raken en mijn lichaam moest weer wennen aan de intensiteit van de trainingen.”

Inmiddels haalde de ploeg wel resultaten zonder hem. Vooral Meme Tchité (zes goals) vond de weg naar de netten. “Anderlecht is een grote ploeg, met een grote kern, die ploeg mag niet staan of vallen met één of twee spelers.”

Met hem erbij moet de ploeg nu wel anders gaan voetballen. “Het is aan de trainer om uit de verschillende varianten de adequaatste te kiezen. Als ik mag spelen, pas ik me aan, op dat vlak ben ik soepel genoeg. Ze kennen hier wat dat betreft mijn standpunt : het makkelijkste voor een speler is een vaste opstelling en een vast systeem, zoals vorig seizoen na de winterstop. Maar is nu zoiets mogelijk als je om de drie, vier dagen een wedstrijd hebt ? Onze trainer is iemand die zich veel aanpast aan de stijl van spelers die hij ter beschikking heeft en aan de tegenstander. Een beetje zoals vorig seizoen in de heenronde, en uiteindelijk werden we ook kampioen.”

Was Genk een uitschuiver of een teken dat de ploeg nog een lange weg te gaan heeft ? Zijn gemekker tegen de scheidsrechter wekt wel vaker irritaties op. “Maak hier geen drama van. Eén keer verliezen is hier goed voor een crisis, blijkt nog maar eens ! Vorig seizoen las ik dat ook. En wie haalde het ?”

Tegen Genk zocht men systematisch zijn hoofd. “En heb ik niet goed mijn streng getrokken ? Ik had alleen de pech dat ik de goal niet vond. Ze weten dat ik graag over de grond voetbal, maar tegen Genk bleek dat ik ook in de lucht duels kan winnen. Vandaar dat men dat misschien iets nadrukkelijker dan anders zocht. Veel hangt altijd af van de tegenstand. Die was goed over de grond, dus ging het meer door de lucht. Soms zal iets beter lukken via de vleugels, soms beter door het centrum zoals in de eerste helft in Athene. Andere keren beter door de lucht. Mij maakt het allemaal niet uit, het is een zaak van aanpassen, telkens weer. Je voelt wel aan de ploeg dat we elkaar nog zoeken, dat de nieuwe jongens hun tegenstanders nog niet allemaal kennen, dat we nog niet het juiste systeem hebben. Zij die dachten dat dit Anderlecht al in februari of maart kampioen zou zijn, hebben het verkeerd voor. Tot eind januari zullen we dicht in elkaars buurt staan. Dan zullen we zien wie onze voornaamste tegenstander in de titelstrijd wordt. En de laatste vijf, zes wedstrijden moeten we gewoon tonen dat wij het grootste hart hebben.”

Alle doelen bereiken

Twee punten uit twee wedstrijden is de oogst van Anderlecht in de huidige Champions League. Nu volgen twee duels met AC Milan. Voor hem is de zaak duidelijk : “We moeten winnen van Milan. Zeker thuis. Mijn gevoel is dat we dit jaar dichter bij het doel, de tweede ronde, staan dan vorig seizoen. Andere tegenstand, maar niet minder. Chelsea en Liverpool zijn grote namen, maar ik zag de thuismatch tegen Liverpool, Anderlecht heeft daar niet slecht gespeeld. Daarom zeg ik : natuurlijk kunnen we winnen van Milan.”

Is het een droom, tegen AC Milan voetballen ? “Neen. Echt waar ! Ik voetbal heel graag en eigenlijk maakt het niet uit tegen wie ik speel. Als het stadion maar vol zit, er veel volk zit te kijken. Of de tegenstander dan Milan heet dan wel een Belgische ploeg is, maakt niet veel uit. Ik zie het eerder als een geschenk, kúnnen voetballen.”

Voor zijn landgenoten gaf het wel de doorslag in hun keuze voor Anderlecht, zeggen ze. “Ik kan hun redenering volgen, het is via die wedstrijden dat je ploeg in Zuid-Amerika bekend wordt. Dat deze ploeg mag deelnemen aan de Champions League, is omdat het een grote ploeg is. En je kiest beter voor een grotere ploeg, dan voor eentje uit de middenmoot. Ik ben blij dat ik hier hoor spreken over titel, beker en de tweede ronde van de Champions League. Liever dat dan ergens in een ander land middenin meedraaien zonder veel ambitie.”

En wat wil je halen van die drie doelen ? “Ik ? Alles.”

Dat is weinig Belgisch. “Kan zijn, daar zullen we dan wat aan veranderen !”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content