Jan Weyns merkt toch stilaan progressie bij Vosselaar.

Terwijl de leider afgelopen weekend zijn eerste puntenverlies leed tegen de tweede – een alweer bijzonder sterk Averbode versloeg Maaseik met 1-3 – slaagde de hekkensluiter er tegen de voorlaatste niet in zijn eerste punten te pakken. En zo blijft nieuwkomer Vosselaar na acht speeldagen troosteloos en met ruime achterstand onderaan bengelen. “We vatten het seizoen aan met de wetenschap dat we veel wedstrijden zouden verliezen”, zegt kapitein Jan Weyns. “Dat we echter helemáál niets zouden rapen in de heenronde – we moeten realistisch zijn: in Averbode zal dat niet lukken – is een tegenvaller.”

Jullie coach, Roger Pouders, verklaarde voor het seizoen: “We missen een topspeler die op cruciale momenten het verschil kan maken. ” Is dat ook volgens jou de belangrijkste reden dat jullie nog niet konden winnen?

Jan Weyns: “Een topspeler in de rangen zou in elk geval helpen. We missen een rustpunt in de ploeg, in onze erg onervaren ploeg. Daar nijpt vooral het schoentje, denk ik. We beschikken over een jong team zonder enige ervaring op dit niveau. Elke fout die je maakt, wordt meteen afgestraft.”

Het aantal trainingen werd opgedreven nu jullie in de Liga spelen. Hoe moeilijk is dat voor jongens die allemaal studeren of werken?

“We trainen nu dagelijks – elke weekdag, bedoel ik dan – en iedereen doet moeite om zo veel mogelijk aanwezig te zijn. Dat lukt behoorlijk, maar sommigen krijgen het met hun job niet geregeld om elke training te komen. De inzet van de groep is echter heel groot om het niveau te doen stijgen.”

De clubleiding sprak voor het seizoen ook van “een groei naar een meer professionele structuur.” Merken jullie daar al wat van?

“Wat de omkadering van de ploeg betreft, is het dik in orde, maar er is vooral nood aan een grotere financiële armslag. Op dat vlak moeten we nog een achterstand inhalen.”

Hoe groot is het geloof nog bij de spelers en de technische staf dat jullie verblijf in de Liga niet beperkt blijft tot één seizoen?

“We blijven er ons best voor doen. De laatste vier wedstrijden van het seizoen, de eindronde, zijn de belangrijkste. Van bij het begin spraken we af: we hebben 19 wedstrijden die we als oefenwedstrijden mogen beschouwen, want er hangt in principe niets van af. We gaan die gebruiken om te leren en te groeien om op die manier de eindronde degelijk te kunnen aanvatten. Enkele weken geleden werd dan beslist om punten toe te kennen na de eerste competitiefase, waardoor de plaats in de rangschikking plots wel belangrijk werd. Dat maakt het voor ons wat lastiger, maar uiteindelijk blijft het einde beslissend. Daar werken we naartoe. De resultaten geven het nog niet aan, maar je merkt stilaan progressie. We spelen meer op snelheid en de foutjes verminderen – weliswaar zeer langzaam – ook, maar er is nog werk aan de winkel.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content