De rechtsachter van de Duivels maakt de balans op in aanloop naar de kwartfinale tegen Wales. Ontboezemingen van de Belg die verrast op dit EK.

Dit EK heeft alles weg van een sprookje voor Thomas Meunier. Hij werd voor de eerste keer opgesteld tegen Ierland en sindsdien speelde hij drie puike wedstrijden die winnend afgesloten werden. L’Equipe zette hem zelfs in zijn type-elftal van de eerste ronde op dit EK. Maar er is meer nodig om hem uit zijn lood te slaan. Na de match tegen Hongarije spreken we een gelukkige, maar nog steeds zeer lucide Thomas Meunier. ‘In de verdediging hebben we wat problemen gehad op het vlak van automatismen, wat verklaart dat Hongarije soms gevaarlijk kon zijn. Dat heeft me een beetje verrast aangezien we allemaal bij grote clubs spelen. En er was natuurlijk ook een beetje nonchalance in ons spel. Op een bepaald moment in de match wilde iedereen eens zijn neus aan het venster steken, maar als we zo spelen tegen een ploeg als Spanje, zal het heel wat ingewikkelder worden. We moeten dus nog een aantal zaken op punt zetten als we klaar willen zijn om tegen de Europese top te spelen. Tegen Wales zal het al een ander paar mouwen zijn. Dat is een compacte ploeg die ook over bepalende spelers beschikt. Het voordeel is dat we dit keer de tijd zullen hebben om de wedstrijd voor te bereiden en een tactisch plannetje te bedenken.’

Was je tegen Hongarije bang om tegen een tweede gele kaart en dus een schorsing aan te lopen?

THOMAS MEUNIER:’De aanwijzingen van de coach waren duidelijk voor de match: we hebben een kern van 23 spelers en er kan dus geen sprake van zijn dat iemand zich inhoudt, dat hij maar op 80 procent speelt. Mocht ik een noodzakelijke fout hebben moeten maken in het belang van de ploeg, dan zou ik geen seconde getwijfeld hebben. Zelfs als me dat een kaart en een schorsing zou opleveren.’

Was je niet heel zenuwachtig bij je debuut als titularis tegen Ierland?

MEUNIER: ”s Morgens een beetje. Ik voetbal niet bij Chelsea of Manchester City, ik ben het met andere woorden niet gewoon om dergelijke topwedstrijden te spelen. Maar van zodra ik het terrein opliep en aan de opwarming begon, voelde ik me super. Tijdens de wedstrijd werd ik zowel door de coach als door mijn collega-verdedigers gedwongen om aanvallend te spelen. Ik startte goed: mijn eerste balcontacten waren oké, ik won duels en kreeg vertrouwen. Het was pure fun. De communicatie met Toby (Alderweireld, nvdr) en Thomas (Vermaelen, nvdr) verliep vlekkeloos. Dat is uiteraard essentieel.’

De spontaniteit waarmee je Axel Witsel het tweede doelpunt tegen Ierland aanbood, is dat niet iets wat we te weinig zien bij de Rode Duivels?

MEUNIER: ‘We brengen gevarieerd voetbal en tegen Hongarije hebben we bewezen dat we sneller kunnen spelen dan in de eerste ronde. Een aantal spelers in onze ploeg is gek van de bal. Ik denk daarbij aan Hazard, De Bruyne en Lukaku. Wat ik kan toevoegen, is voetbal à la Club Brugge: meer direct spelen, langs de flank of door het centrum. Het doelpunt van Witsel was een perfecte kopie van de goal van Diaby tegen Anderlecht. Dat bewijst dat ik stilaan bij de nationale ploeg kan brengen wat ik bij Club breng.’

BLOEDENDE TEEN

Welke spelers geven jou raad, coachen jou op het veld?

MEUNIER: ‘Bij stilstaande fases zegt Thomas Vermaelen me waar ik me moet opstellen. Qua passing, dekking geven en dergelijke heerst er binnen de groep een natuurlijke communicatie. We communiceren constant, iedereen coacht iedereen.’

In november vorig jaar legde je ons de verschillen uit tussen Club Brugge en de Rode Duivels. Je benadrukte het verschil in intensiteit van de trainingen. Heb je het gevoel dat je op dat vlak progressie hebt gemaakt de voorbije maanden?

MEUNIER: ‘Al sinds de eerste training voel ik dat ik het niveau aankan, maar het blijft potiger dan bij Club. Er is geen enkele training waaraan ik geen letsel overhoudt: een bloedende teen, rugpijn et cetera (lachje). Tegen Ierland bijvoorbeeld waren er niet zoveel duels, maar het engagement waarmee de Ieren voetbalden, was veel groter dan wat ik in de Belgische competitie gewoon ben. Daar lijkt het wel alsof niemand zich honderd procent geeft.’

Het lijkt erop dat je ook fysiek een grote vooruitgang gemaakt hebt de laatste maanden. Je valt niet uit de toon in een groep met nochtans een aantal stevige mannen.

MEUNIER: ‘Ik ben een stuk lichter dan jongens als Michy Batshuayi of Romelu Lukaku, maar noch fysiek noch in het spel voel ik me minder.’

De snelheid van uitvoering ligt toch een stuk hoger dan in de Belgische competitie.

MEUNIER: ‘De snelheid van uitvoering is alleen maar afhankelijk van de spelers met wie je voetbalt. Als een ploegmaat me een pass geeft maar zich niet losmaakt van de speler die hem dekt, dan zal hij de bal verliezen wanneer ik hem die teruggeef. Als er veel beweging is, creëer je mogelijkheden omdat meerdere jongens aanspeelbaar zijn. Dan neemt de snelheid van uitvoering vanzelf toe. Het is gemakkelijker om te voetballen met spelers die honger hebben naar de bal. Op dat vlak merkte ik het voorbije seizoen bij Club Brugge verbetering, vooral dankzij Hans (Vanaken, nvdr), die het niveau op training verhoogde door de bal in één of twee tijden te spelen. Maar het is duidelijk dat je nergens beter kan worden dan op training met de Rode Duivels.’

PERFECT GEORGANISEERD

Wat is jou tot nu toe tijdens dit toernooi het meest opgevallen bij de nationale ploeg?

MEUNIER: ‘Het professionalisme rond de ploeg: de maaltijden, de afzonderingen, kortom alles wat er gedaan wordt om ons in de beste omstandigheden aan de aftrap te brengen. Dat ben ik niet gewoon. Bij Club zonderen we ons meestal de ochtend van de wedstrijd af, maar dat is toch anders. Alles is perfect georganiseerd, bij de minste zorg of het kleinste kwaaltje staat er meteen iemand klaar om je te helpen. Alles waar je nood aan hebt, is voorhanden. Er staan vier kinesisten ter beschikking en drie masseurs. Alles wordt in het werk gesteld om de spelers optimaal te begeleiden. Maar goed, dat zal waarschijnlijk ook het geval zijn bij pakweg Chelsea, Manchester City of Manchester United. Als spelers van die clubs zouden merken dat de omkadering bij de nationale ploeg niet top zou zijn, dan zouden ze zeggen: ‘De Rode Duivels? Je m’en fous.’ Dat is dus niet het geval, er wordt niet beknibbeld op de middelen.’

Je merkt veel ambitie in en rond de nationale ploeg. Dat is niet heel Belgisch.

MEUNIER: ‘Het klopt dat iedereen heel ambitieus is. Niemand twijfelt aan zijn kwaliteiten. Na de nederlaag in onze eerste EK-wedstrijd stelden sommige waarnemers alles plots in vraag, maar dat sloeg volgens mij nergens op. Italië is niet gelijk wie, het is een land dat geregeld in de halve finale of de finale staat op een groot toernooi. Italië beschikt misschien over minder grote namen dan in het verleden, maar het blijft een indrukwekkende ploeg.’

Was je onder de indruk van de tactische aanpak van Italië?

MEUNIER: ‘Ik dacht terug aan de wedstrijd tegen AA Gent in de play-offs omdat ik het gevoel had dat we ook met drie verdedigers en met meer ondernemingszin hadden moeten voetballen om de wedstrijd te winnen. Tactisch stond Italië inderdaad heel sterk. Ze wisten dat we individueel het verschil konden maken en ze legden ons lam.’

ECHT CRAPUUL

De Rode Duivels krijgen vaak het verwijt dat ze te traag spelen als de tegenstander gegroepeerd voetbalt. Hoe leg jij dat uit?

MEUNIER: ‘Het gebrek aan snelheid had te maken met de zwakte van bepaalde tegenstanders die we in de voorronde moesten bekampen. Het was soms allemaal een beetje te gemakkelijk. Toen we uitkwamen tegen robuustere ploegen zoals Bosnië of Wales merkten we onmiddellijk dat het niet meer zo gemakkelijk zou worden.’

De vraag blijft: België heeft het moeilijk om een team te ontwrichten dat gegroepeerd speelt.

MEUNIER: ‘We hadden kunnen variëren en sneller voetballen, dat is juist. Het probleem is dat we dat in de voorrondes vaak niet moesten doen omdat de tegenstanders niet zwaar genoeg wogen. We amuseerden ons misschien iets te veel op het veld. Als Hazard de bal had, dribbelde hij vijf spelers. Dat was simpel voor hem en daarom behield hij de reflex die hij had van tegen Sunderland of Aston Villa. Nu spelen we echter tegen ploegen van een ander kaliber.’

Is er ook geen gebrek aan automatismen?

MEUNIER: ‘De vraag is vooral: kunnen we ons aanpassen in functie van de tegenstander? Kunnen we anders spelen tegen Italië dan tegen Ierland, Zweden of Hongarije? Spanje, bijvoorbeeld, kan dat en ook wij moeten daartoe in staat zijn, maar soms duurt het te lang vooraleer we erin slagen.’

Een tijdje geleden liet je in een interview optekenen dat de nationale ploeg wat charisma miste. Wat bedoelde je daar precies mee?

MEUNIER: ‘Het is vergelijkbaar met de situatie bij Club Brugge, waar Michel Preud’homme ons vaak verweet dat we te braaf waren. De Rode Duivels zijn echt een groep kameraden. Sommige hebben meer karakter dan anderen, maar we missen een type Roy Keane, een pitbull die zich vastbijt, nooit loslaat op het veld en voor een opstootje durft te zorgen.’

Marouane Fellaini en Radja Nainggolan zijn toch geen zachte jongens?

MEUNIER: ‘Nee, maar ze zijn nog niet wat ik verwacht van echt crapuul (lacht). Radja en Marouane zijn agressief aan de bal, omdat ze het duel willen aangaan en winnen, maar voor mij blijft Roy Keane de top. Dat was de man van de lijf-aan-lijfgevechten. Hij aarzelde niet om eens een knietje uit te delen als het nodig was. Wij missen een beetje slechtheid, vind ik. Het is niet mooi in de geest van het spel, maar een ploeg heeft zulke spelers nodig. We moeten stouter zijn, laat het afgelikte spel aan FC Barcelona. Ik hou van variatie, een mix tussen technisch sterke voetballers en meer atletische types. Je moet ook kunnen variëren qua agressiviteit door zowel kalme spelers op te stellen als spelers die anderen kunnen aanjagen.’

VERANTWOORDELIJKHEID OPNEMEN

De Franse media zijn heel kritisch voor de Belgische ploeg. Vind je ze té kritisch?

MEUNIER: ‘Iemand als Franck Leboeuf heeft veel ervaring als speler, hij speelde bij grote clubs, maar dat wil nog niet zeggen dat al zijn opmerkingen terecht zijn. De Franse analisten hadden misschien wel gelijk in hun kritiek na de wedstrijd tegen Italië. Ze verweten ons geen ploeg te hebben, geen stevig blok te zijn. Daar kan ik me wel in vinden, want als het voetballend minder gaat, dan moet je een blok vormen en daar slaagden we tegen Italië onvoldoende in. Maar tegen Ierland was het al een stuk beter.’

Zijn de verwachtingen misschien te hooggespannen?

MEUNIER: ‘Ja, ze verwachten dat we feilloos zijn. Er zijn enorm veel spelers die erin geslaagd zijn het verschil te maken met hun kwaliteiten op het moment dat de ploeg het moeilijk had en nu verwacht men van diezelfde spelers dat ze een match deblokkeren tegen gelijk welke tegenstander en in gelijk welke situatie. We hebben boven alles een groep en het is door die collectiviteit dat het verschil gemaakt moet worden.’

Wat is jouw mening over de kritiek die Marc Wilmots krijgt? Hij zou tactisch niet voldoende beslagen zijn. Je bewierookt geregeld het tactisch vernuft van Michel Preud’homme. Hoezeer verschillen Wilmots en Preud’homme?

MEUNIER: (zucht) ‘Het is heel moeilijk om het trainerschap bij een club en het bondscoachschap met elkaar te vergelijken. Als Preud’homme vier tactische besprekingen wil houden op een dag, dan kan hij dat. Als bondscoach heb je die tijd niet. Ik denk dat de coach ons vooral veel verantwoordelijkheid wil geven. Als je bij Tottenham, Chelsea of Barcelona voetbalt, dan heb je weinig nood aan tactische richtlijnen. Dan weet je wat je te doen staat. Je moet het alleen nog in de praktijk omzetten op het terrein, automatismen creëren met spelers met wie je niet gewoon bent te voetballen. Ik vind niet dat er een tactisch probleem is. Honderd procent collectief denken en bezig zijn, is het belangrijkste.’

Beschikt deze groep over een leider die opstaat als het niet goed draait?

MEUNIER: ‘Gezien zijn status zou ik Vincent Kompany kunnen noemen, maar ik heb nog nooit met hem op het terrein gestaan. Van de huidige selectie denk ik dat Thibaut Courtois die rol op zich zou kunnen nemen. Hij is een speler die door iedereen gerespecteerd wordt vanwege zijn kwaliteiten en prestaties, een speler op wie iedereen rekent. Thibaut is echter een rustige jongen, niet diegene die met zijn vuist op tafel gaat slaan. Als hij daarin nog wat groeit, dan kan hij de leider van de groep worden. Axel Witsel, die een sleutelpositie bezet in het elftal, zou ook het voortouw kunnen nemen, maar ik geloof niet dat hij de ambitie heeft om die verantwoordelijkheid op zich te nemen.’

TWEEDE EN DERDE DOELPUNT

Heb je de indruk dat het team nog jong is?

MEUNIER: ‘Ja, dat is evident.’

De meeste spelers zitten nochtans al lang in de selectie.

MEUNIER: ‘Ze hebben veel ervaring, maar is er één speler die een leider is bij zijn club? Niet echt. Thomas Vermaelen was kapitein toen hij bij Arsenal voetbalde, maar naar een andere speler met die reputatie is het zoeken.’

Vind je dat België sterker is tegen tegenstanders die durven aan te vallen en mee het spel te maken?

MEUNIER: ‘Dat zagen we toch tegen Ierland. Toen ze een soort pressing probeerden te spelen, kregen we ruimte en ging het plots heel snel. Onze kwaliteiten zijn gekend en gevreesd. Als we scoren, volgt er vaak een tweede en derde doelpunt. Ik hoop alleszins dat de ploegen meer open gaan spelen. Zo zal je ook meer mooie wedstrijden te zien krijgen. Voor ons zal het aangenamer zijn, want je leert niets als je tegen een team speelt dat alles op slot gooit. Een groot toernooi meemaken geeft je ook de mogelijkheid om een ervaring op te doen die je bij een club niet hebt.’

DOOR THOMAS BRICMONT EN PETER ‘T KINT IN BORDEAUX – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Het engagement van de Ieren was veel groter dan wat ik in de Belgische competitie gewoon ben.’ THOMAS MEUNIER

‘Thibaut Courtois kan de leider van de groep worden.’ THOMAS MEUNIER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content