Als alles een beetje volgens plan verloopt, zijn straks vier Belgen kampioen van Nederland. Moussa Dembélé, Maarten Martens, Sébastien Pocognoli en Gill Swerts hopen AZ Alkmaar naar een hoger niveau te tillen.

Iedereen is cool. We weten wat we kunnen en er zit veel vertrouwen in de ploeg. Alles komt wel goed.” Met deze voor de nieuwe lichting jonge Belgen kenmerkende woorden van zelfbewustzijn opent Moussa Dembélé de debatten. “En anders houdt de trainer ons wel scherp, Louis van Gaal is nooit tevreden, hé.” Aan tafel zitten de vier Belgen van AZ Alkmaar: Sébastien Pocognoli (21), Gill Swerts (26), Moussa Dembélé (21) en Maarten Martens (24). Het gespreksonderwerp: de titel.

De Alkmaar-Zaanstreek combinatie, of kortweg AZ, stormt recht op haar eerste titel sinds 1981 af en hoopt zo de hegemonie van Ajax Amsterdam en PSV Eindhoven te doorbreken. De voorbije negen jaar werd Ajax twee keer en PSV zeven keer kampioen van de Nederlandse Eredivisie.

Twee jaar geleden waren jullie er al eens dicht bij, maar uiteindelijk liep AZ alles in de slotwedstrijden mis: geen titel, geen beker, geen Champions League. Speelt dat nog in de kopjes?

Martens: “Ik denk het niet. Ik bekijk die ervaring enkel als een voordeel. Het is niet dat we daardoor nu voorzichtiger zijn geworden. De situatie was toen ook anders: we kwamen pas op de voorlaatste speeldag aan de leiding. Nu staan we al sinds december aan de kop van het klassement.”

Swerts: “Als je al zo lang aan kop staat, praat je daar onderling natuurlijk over: hoe mooi het zou zijn om de titel te behalen. Alleen blijf je naar de buitenwereld voorzichtig in je uitspraken. We draaien een fantastisch seizoen, maar we beseffen dat we nu in enkele weken niet alles mogen laten ontglippen.”

Hebben jullie in de kleedkamer al jongens met de voetjes op de grond moeten plaatsen?

Dembélé: “Ik heb wel zin om Maarten eens aan te spreken.” ( lacht)

Martens: “Vind jij dat nu grappig?!”

Swerts: “Ik vond het wel een goeie.”

Het zou voor elk van jullie de eerste titel in jullie nog prille carrière betekenen.

Martens: “How, ik heb er al eentje op mijn palmares staan. Met Anderlecht. Oké, ik speelde maar tien minuten mee op een heel seizoen, maar toch: het staat er mooi op.”

Pocognoli: “Ik ben met Genk wel al vicekampioen geweest.”

Op de voorlaatste speeldag staat de topper tegen FC Twente geprogrammeerd, jullie naaste belager voor de titel. Wordt daar al aan gedacht?

Dembélé: “Op de laatste drie speeldagen moeten we tegen Ajax, Heerenveen en Twente. Ik geef toe dat we al eens berekenden hoeveel punten we nog nodig hebben om voordien al kampioen te zijn.”

Wie zien jullie als grootste titelconcurrent?

Alle vier in koor: “Onszelf.”

Een van jullie stelde in de Nederlandse pers dat PSV uitgeteld is voor de titel.

( kijken gezamelijk in de richting van Pocognoli)

Pocognoli: “Bah, ze staan toch heel ver weg, niet? Ik zie het eerder als een strijd tussen ons en Twente. Zij spelen het mooiste voetbal in Nederland.”

Dembélé: “Na ons.”

En Ajax?

Swerts: “Na de winterstop hebben ze een paar keer verloren en zag je zo het vertrouwen uit die ploeg verdwijnen. Het werd onrustig rond Ajax en dat was voor ons positief. Wij wonnen, op PSV na, al onze wedstrijden sinds de winterstop. We moeten dus enkel naar onszelf kijken.”

Jan Vertonghen vindt dat AZ toch altijd een underdogclub zal blijven. Bij Ajax durven ze zeggen dat ze voor de titel gaan, jullie niet.

Swerts: “Heeft die dat gezegd?! Ik stuur hem meteen een sms.”

Martens: “Wat een nerd, haha! Het gaat er niet om wat mensen zeggen, het gaat om de resultaten. Ajax is een grotere club: een groter stadion, een groter palmares, een groter budget. Maar ik word op dit moment liever kampioen dan dat ik in een groter stadion speel.”

Genoeg gepraat

Nochtans miste AZ zijn competitiestart. Jullie verloren de eerste twee wedstrijden. Had dat te maken met het grote aantal afwezigen door de Olympische Spelen?

Pocognoli: “De automatismen waren er nog niet in het begin.”

Swerts: “Er waren acht of negen jongens weg naar de Spelen, dat is niet ideaal om het seizoen voor te bereiden. De trainer zei ook dat de jongens die niet naar de Spelen waren daarvan moesten profiteren om hun kans te grijpen. Maar toen de olympiërs terugkeerden, vond hij dat zij toch een basisplek verdienden omdat ze een positief gevoel uit de Spelen meebrachten.”

Dembélé: “Ik heb nooit schrik gehad om mijn plaats te verliezen door voor Jong België te kiezen. Ik weet wat ik kan en de club weet wat ik kan.”

Martens: “Je weet ook bij Van Gaal dat als je goed je best doet, je altijd wel je kans krijgt in het elftal. Dat we in het begin onze draai niet vonden, had ook te maken met de wisselende systemen, het was nog even zoeken welk systeem we zouden hanteren. Normaal gezien gebeurt dat in de voorbereiding, maar dat kon niet.”

Waar is de motor aangeslagen?

Swerts: “Tegen PSV. De eerste wedstrijd tegen NAC speelden we heel aanvallend, vond ik. In de defensieve omschakeling lieten we te veel ruimte. De trainer kreeg kritiek. Daarna zijn we meer als blok gaan spelen.”

Dembélé: “Je mag ook niet onderschatten dat we die eerste wedstrijden tegen kleinere ploegen speelden, dan heb je als topclub altijd meer te verlieren.”

Martens: ” Verlieren, jongen? Dat is Antwerps.” ( lacht)

Is er na die halfgemiste start gepraat in de groep, om eenzelfde desastreus scenario als vorig seizoen te vermijden?

Martens: “Neen, en maar goed ook, anders zouden we meteen dat slechte gevoel van vorig seizoen weer ervaren hebben. Toen is er genoeg gepraat geweest.”

Wat vooral opvalt: AZ slikt weinig tegendoelpunten. Meer dan vorige seizoenen spelen jullie compacter en defensiever.

Swerts: “Ik zou het niet zozeer defensief noemen. De eerste wedstrijden liep ik bijvoorbeeld vaak uit positie, ik verdedigde te weinig. Er werd ook te weinig naar binnen geknepen door de backs.”

Pocognoli: “De eerste twee wedstrijden speelden we duidelijk te offensief. Dat hebben we bijgesteld, nu spelen Gill en ik veel verstandiger: we kiezen veel beter ons moment om mee naar voren te trekken. De defensieve taak komt op de eerste plaats, alleen zo houd je de nul. Bovendien staat er een goede keeper achter ons.”

Sergio Romero. Amper 22 jaar, maar nu al een groot talent genoemd. Hij hield dit seizoen al liefst 21 keer zijn netten schoon in beker en competitie.

Dembélé: “Hij is de patron, een absolute klasbak.”

Martens: “Ook al maakte hij in het begin nog wat foutjes, hij stáát er wel. Dat merken wij zelf op training, het is veel lastiger om met hem in doel te scoren dan bij om het even welke andere keeper. Hij zorgt voor vertrouwen in de ploeg.”

Dembélé: “Ook als aanvaller voetbal je daardoor met meer vertrouwen, je bent niet verplicht om gelijk te scoren omdat je weet dat we de nul wel zullen houden.”

Pocognoli: “Als er een doelman achter je staat die twijfelt bij elke voorzet, speel je zelf met een ei in je broek, terwijl je nu weet dat een voorzet niet meteen gevaar oplevert voor de tegenstander. Daardoor durven de backs ook meer de actie op te zoeken.”

Een andere Van Gaal

Vorig seizoen beleefden jullie met nagenoeg dezelfde kern een desastreus seizoen. AZ eindigde elfde. Wat is er veranderd?

Swerts: “Maarten Martens. Vorig jaar lang geblesseerd.” ( de rest knikt)

Martens: “Het heeft toch ook met mentaliteit te maken, hoor.”

Pocognoli: “Die was niet goed, iedereen speelde voor zichzelf, je zag geen blok op het veld. Vorig jaar waren jongens als Ari en Mounir ( El Hamdaoui, nvdr) nieuw en als je dan in een slecht draaiende ploeg terechtkomt, is het niet eenvoudig daarboven uit te steken.”

Martens: “Het verschil is: nu blijft iedereen na training nog wat werken aan zijn mindere punten, dat zag je vorig seizoen niet. Het is een vicieuze cirkel, als de ploeg draait, gaan de bankzitters automatisch ook meer hun best doen om toch in de basis te raken. Je trekt elkaar op.”

Volgens de media en insiders heeft het te maken met de kleedkamer die vorig jaar niet goed was en enkele rotte appels die er deze zomer uitgezet werden.

( stilte)

Martens: “Moussa, antwoord maar, jij bent voorzichtig.”

Dembélé: “Als het goed gaat, praat nooit iemand over rotte appels. Het is logisch dat als het slecht draait sommige spelers geïrriteerd raken.”

Louis van Gaal heeft toen in maart zijn ontslag aangeboden. Hoe heeft de groep gereageerd?

Martens: “De drie aanvoerders – Schaars, Mendes en Jaliens – hebben meteen gereageerd. De trainer was niet de belemmerende factor, oordeelden wij. Daarop volgden heel wat gesprekken tussen bestuur, spelers en trainer. Je zag dat Van Gaal eigenlijk wel wilde blijven, maar hij was het zat om geconfronteerd te worden met het gebrek aan ‘een topsportklimaat’, zoals hij dat noemde. Hij sprak ons toen toe: hij zei dat we in de laatste wedstrijden konden tonen dat AZ de moeite waard was om te blijven.”

Die periode zal wel voor veel twijfel gezorgd hebben in de groep. Van Gaal was immers voor elk van jullie een van de hoofdredenen om voor deze club te kiezen.

Swerts: “Bij mij speelde dat echt wel mee, want ik was net op dat moment in onderhandeling met AZ. Met of zonder Van Gaal, dat maakte voor mij een groot verschil.”

Dembélé: “En tegen mij vertelde je dat je enkel voor het geld kwam?!” ( lacht)

Pocognoli: “Het project AZ en Louis van Gaal horen samen, het zou jammer zijn als dat in het water valt.”

Martens: “Anderzijds: de trainer was misschien ook niet foutloos.”

Dembélé: “Goed Maarten, dat wordt de koptekst.”

Martens: “Ik bedoel: hij was gewend om te werken met ploegen die bovenin staan, het was voor hem ook een nieuwe situatie. Als je dan merkt dat je de ploeg niet op de rails krijgt … Er waren misschien ook jongens die zijn vertrek als een opluchting ervaren zouden hebben. Maar het grootste deel wilde toch dat hij bleef.”

Zien jullie sindsdien een andere Louis van Gaal?

Martens: “Ja, weer de Van Gaal van mijn eerste jaar hier. Hij wordt weer veel meer kwaad. Zelfs wanneer het goed gaat, wil hij de spelers scherp houden. Over de kleinste details kan hij helemaal wild worden.”

Dembélé: “Al winnen we 6-0, altijd krijgen we kritiek.”

Swerts: “Iedere speler wordt beter onder deze trainer. Hij is met alles bezig. In het begin stond ik bijvoorbeeld vaak fout. Daar wordt individueel veel over gesproken, met gebruik van beelden. Van Gaal ziet alles van iedereen.”

Dembélé: “Ik kan niet één ding aanduiden waarin hij mij beter maakte, het is een algemeen gevoel. Elke training merkt hij wel iets op.”

Swerts: “Ja, maar voor jou, als aanvaller, is dat wel anders dan voor de verdedigers. Een aanvaller moet de vrijheid hebben om zijn acties te maken.”

Bespreking via webcam

Sébastien, jij hebt van de vier de meeste ervaring in de Belgische competitie, wat zijn de grootste verschillen?

Pocognoli: “De kwaliteit van de passes en controles. Het niveau ligt hoger en er wordt opener gespeeld. In België vind ik het fysiek wel lastiger, er wordt ook verdedigender gedacht.”

Volgens Francky Dury bestaat er bij AZ een computersysteem waarbij de spelers van thuis uit in een databank kunnen om beelden van zichzelf op te vragen. Hoe werkt dat precies?

Martens: “Je moet op een bepaalde internetsite inloggen en daar kan je de voorbespreking van de komende wedstrijd opvragen, of je kan na de wedstrijd beelden van al jouw acties bekijken.”

Dembélé ( droog): “En ’s avonds kunnen we inloggen en doet de trainer een bespreking via webcam.”

( deanderen gieren van het lachen)

Swerts: “Dat zou nog eens een idee zijn!”

Martens: “Nee serieus, ik vind het wel goed dat je die beelden kan herbekijken.”

Swerts: “Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar niet elke week naar kijk, mijn computer werkt niet goed.”

Pocognoli: “Ik herbekijk altijd de hele wedstrijd.”

Dembélé: “Meen je dat?!”

Swerts: “Ik vind het wel een interessant hulpmiddel om jezelf én de tegenstander beter te leren kennen. Al geloof ik niet dat je daardoor noodzakelijk beter gaat voetballen.”

Tactische flexibiliteit is Van Gaals stokpaardje. Jullie trainen voortdurend op het gepast kunnen omschakelen van tactisch systeem tijdens een wedstrijd.

Swerts: “Dat heeft vooral met concentratie te maken. Want elk systeem vraagt andere taken van je. In een driemansdefensie moet je inspelen en meteen naar je plaats terugkeren, terwijl de trainer in een viermansdefensie wil dat je over je tegenstander gaat. Daar vaak op trainen, helpt natuurlijk wel.”

Martens: “Ook de passing en controles zijn van cruciaal belang. Soms doen we een perfecte balaanname en is de trainer nog niet tevreden: dan moest het een beetje meer naar rechts of zo …”

Van Gaal is wel iemand die met oprechte interesse informeert naar de privésituatie van zijn spelers.

Swerts: “Bij mij vroeg hij dat toen ik mijn eerste gesprek met AZ had. Hij wilde weten of ik getrouwd was, of ik kinderen had, waar ik wilde wonen …”

Martens: “Dat weet hij van iedereen.”

Een kapotsaaie wijk

Spreken jullie vaak buiten de club af?

Martens: “We gaan geregeld samen eten.”

Dembélé: “Zolang het niet twee dagen voor de wedstrijd is, krijg je Maarten ook buiten.”

Swerts: “Af en toe eens naar de bioscoop, PlayStation spelen bij Moussa thuis. Of laatst nog een avondje Monopoly. En bij Poco hebben we al karaoke gezongen.”

Martens: “Moussa is wel nog altijd een beetje kwaad op ons. We zijn hem onlangs vergeten uit te nodigen naar het karting.”

Dembélé (kijkt kwaad): “Ja, ik organiseer altijd van alles – zoals een barbecue bij mij thuis – en dan vergeten ze mij te vragen. Dus blijkbaar ben ik toch niet zo populair. Niet leuk. Binnenkort ga ik met Gill golfen. En ik wil dat Maarten mij ook wel eens leert golfen. Poco is wel de lastigste om mee af te spreken, zijn excuus is steevast dat hij in de file zat.”

Martens: “Poco en ik wonen in dezelfde wijk, hier in de buurt.”

Dembélé: “Een kapotsaaie wijk, man!” ( grijnst)

Swerts: “Ik ga geregeld bij Moussa eten in Amsterdam, als zijn mama komt koken. En dan kan ik mijn dochtertje meenemen en doet zij de oppas.”

Dembélé: ” Vertonghen komt ook vaak bij me langs. Tot voor kort woonden we in dezelfde straat. We spelen op de PlayStation voetbal tegen elkaar. Ik met Barça en hij met Inter Milaan of Manchester United. Ik win al-tijd. Schrijf dat maar op!”

Over topclubs gesproken … Hoe belangrijk is het behalen van de Champions League om jullie in AZ te houden?

Dembélé: “Dat wil iedereen meemaken. Bovendien: als je dan in de Champions League uitblinkt, is de kans nog groter dat je later een mooie transfer kan versieren. Anderzijds weet je nooit, een goed aanbod is moeilijk te weigeren. Ik denk wel dat de meeste jongens zullen blijven als we Champions League halen.”

Swerts: “We zitten hier heel goed, met onze vier Belgjes.” S

door matthias stockmansbeeld: christophe vander eecken (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content