Het aantal transfers op Club Brugge was de voorbije jaren amper bij te houden, maar uitgerekend doelman Mathew Ryan en twee piepkuikens uit de jeugdopleiding zijn dé revelaties van het seizoen. Gesprek met het jongste centrale duo van de Jupiler Pro League.

Björn Engels en Brandon Mechele, 19 en 21 jaar. Twee jonge mannen, doordrongen van blauw en zwart. Iets meer dan zes jaar geleden stonden ze als ballenraper langs de zijlijn toen François Sterchele diep in de tweede helft de 1-0 tegen Anderlecht voorbij Daniel Zitka schoof. Engels en Sven Dhoest, de derde doelman en nóg een overlever van de lichting, juichten toen zelfs zó hard dat ze door een Clubsteward terecht werden gewezen. Puberale vreugde. Zes jaar erna staan B & B samen, als jongste duo in eerste klasse, in het centrum van de verdediging.

Quizvraagje, om het ijs te breken. Of ze nog weten wat er op 15 mei 2005 gebeurde? Engels: “Club Brugge kampioen, 2-2 tegen Anderlecht, ‘onze’ laatste titel. Ik was er niet, neen. Ik speelde die dag met de jeugd van Lokeren, tegen Everton, de kwartfinale van een toernooi in Gent. Maar ik herinner me wel nog dat mijn ma langs de zijlijn live verslag van Clubs kampioensmatch uitbracht.” Brandon Mechele, droog: “Ik speelde wél al bij Club, maar heb de match ook niet gezien. Ergens een communiefeest.”

En wat zegt 26 mei 2007 hen? Engels: “Bekerfinale tegen Standard! Ik zat in het Koning Boudewijnstadion: 1-0, doelpunt van Manasseh Ishiaku.” Mechele: “Ook daar was ik niet bij. Match op televisie bekeken.” Een antwoord in de lijn van zijn karakter. Mechele, een geboren Oostendenaar, is ‘de stillere’ van de twee, bescheidenheid in het DNA ingekapseld. “Enorm potentieel, maar o zo timide. De rode draad in de West-Vlaamse mentaliteit”, merkte Bart Wilmssen, zijn ex-trainer van de Brugse beloften, al herhaaldelijk op. Of, zoals Birger Verstraete ooit zei: “Als je vroeger ‘boe’ riep, dan sprong Brandon op de kast.”

Engels, de Oost-Vlaming die pas in september twintig wordt, pikt in. “In de jeugdreeksen was ik ook een vrij rustige jongen. Tot ik begon te puberen. Op een bepaald moment werd ik bij Henk Mariman – de jeugdcoördinator – geroepen. Had ik me toen niet herpakt, dan speelde ik hier nu zelfs niet meer. Toch een kantelpunt.”

En, zegt Engels: “We zijn toch alle twee veranderd. Vadis Odjidja, Timmy Simons, Laurens De Bock, Thomas Meunier… Als jonge gast is het niet vanzelfsprekend om die mannen te coachen.”

Coacht Timmy Simons zichzelf dan niet?

Mechele: “Ook, maar Timmy zegt altijd dat wij de ogen in zijn rug zijn. Wij zien alles voor ons. Als een spits afhaakt, bijvoorbeeld, dan moeten wij hem daarop wijzen. In het begin durfde ik dat eigenlijk niet goed, voelde het zelfs vreemd aan. Maar naarmate je meer zelfvertrouwen hebt, groei je daarin.”

Engels: “In het begin was het vooral zoeken. En toen het wat beter begon te lopen, werden we in de eerste helft tegen Lierse – op de zevende speeldag – door onze supporters uitgefloten. Schrikken hoor… Lierse zakte volledig terug, er was amper ruimte, zodat wij – de twee jonge gasten – zelf moesten beginnen te voetballen. Maar de ploeg draaide niet super, wij kregen meer ballen dan gewoonlijk, slechte passes… Ik was enorm onder de indruk van de fluitconcerten. In de kleedkamer hebben we daar samen over gepraat, ook met Philippe Clement, die zei dat we gewoon verder moesten doen.”

Mechele: “Ik had het daar echt moeilijk mee, had tijdens de rust zelfs geen zin meer om verder te spelen. Ik ben daar toch een paar dagen mee bezig geweest, ook omdat we de volgende wedstrijd tegen Anderlecht moesten spelen.”

Engels: “Tegen Aleksandar Mitrovic en Matías Suárez. De druk lag bij ons. ‘Zijn ze er klaar voor?'”

Mechele: “Gelukkig hebben we de twijfels kunnen wegspelen. En uit zulke matchen put je heel veel vertrouwen. We mochten door omstandigheden – blessures en schorsingen – aan het seizoen starten, maar we zijn wel blijven staan.”

Totaal onverwacht?

Engels: “Absoluut. Vorig seizoen zat ik al bij de A-kern, maar onder Georges Leekens had ik nooit het gevoel dat ik écht bij de groep behoorde. Amper speelminuten, op sommige trainingen apart moeten werken en aan de rust ingevallen in Bordeaux (Engels maakte er een owngoal, nvdr), waarna ik al vrij snel aan een aangeboren afwijking aan de heup geopereerd werd. Zes maanden revalidatie… Ik heb met onze kinesist keihard gewerkt om fit te zijn tegen het oefenkamp in Manchester en dáár had ik voor het eerst het gevoel dat er dit seizoen wel iets mogelijk was. Juan Carlos Garrido zei al vrij snel dat Brandon en ik samen aan het seizoen zouden starten, maar in laatste instantie werd ik ziek. Na al die pech van de maanden ervoor toch weer even een moeilijk moment.”

Mechele: “Ik was nóg meer verrast, want vorig seizoen zat ik tot aan de winterstage zelfs niet bij de A-kern. Tot ik een telefoontje kreeg en hoorde dat Björn zich geblesseerd had. De dag erna moest ik in Marbella zijn. Blij, natuurlijk, maar toch ook even schrikken. En vliegen met de privéjet van de voorzitter was ook een speciale ervaring.”

Engels:Danke, Björn.” (lacht)

Mechels: “Ik had ook wel eens zin in een vakantie. (lacht) Ik ben wel geschrokken van het niveau. Veel fellere contacten, ook op training, de snelheid van uitvoering in de positiespelletjes of de wedstrijdjes vier tegen vier lag enorm hoog. Totaal niet te vergelijken met het niveau van bij de beloften. Een serieuze aanpassing. Ik had weinig tijd om rond te kijken, moet ik toegeven.”

Hoe stap je dan die kleedkamer binnen?

Mechele: “Ze hebben mij de eerste avond ‘goed liggen gehad’. Ik sliep op de kamer met Bart Buysse, aan de andere kant van de living lagen Carl Hoefkens en Sven Dhoest. Het was amper negen uur en iedereen zou in bed kruipen. Vroeg, vond ik, maar ja… Eerst wilden ze nog hun oefeningen doen – een vast ritueel, klonk het. Achteraf kwam ik te weten dat het een grap was. Pompen, stabilisatieoefeningen… Ik deed natuurlijk mee, wat wil je?

“Vorig seizoen mocht ik in de play-offs drie keer invallen, twee keer als verdedigende middenvelder, in Zulte Waregem zelfs als rechtsachter. Polyvalente speler, hé. (lacht) Dat was toch wennen, want met uitzondering van een paar wedstrijden met de beloften, had ik nog nooit op de rechterflank gespeeld.”

Jullie lichting is de eerste die begon te werken met de linietrainers, iets waar vooral de buitenwereld lacherig over deed. Terecht of niet?

Mechele: “Ik heb in ieder geval heel veel geleerd van Philippe Clement, toen de linietrainer voor de verdedigers. Doelgerichtheid, positiespel.”

Engels: “Leerrijk, ja, maar ook Jannes Tant (in het seizoen 2011/12 trainer van de beloften, nvdr) heeft een belangrijke rol in onze ontwikkeling gespeeld. Hij is na een jaar naar Racing Gent-Zeehaven vertrokken, maar volgend seizoen wordt hij hier opnieuw trainer van de beloften. Goede coach, zeker voor jongeren. Hij zal erover waken dat ze geen stappen overslaan en pas naar de A-kern overstappen als hij vindt dat ze er klaar voor zijn.”

Meer zelfvertrouwen

Hebben jullie zelf al een balans van jullie eerste seizoen als basisspeler opgemaakt?

Mechele: “Alles moet beter. Meer initiatief nemen, sterker worden in de kopduels, inspeelpass beter verzorgen. En, maar dat is niet nieuw, meer coachen. Al heb ik vooral op dat vlak, vind ik zelf, dit seizoen goede stappen gezet.”

Engels: “We moeten alle twee meer durven uit te voetballen.”

Zoals op Zulte Waregem in blessuretijd, toen Björn de bal in de eigen zestien aan Thorgan Hazard verloor…

Mechele: “Toen heb ik hem toch ook eens gevraagd wat de bedoeling was. Zo’n risico…” (lacht)

Engels: “Ik heb die fase ’s avonds nog vijf of zes keer herbekeken. Oerdom. Dat mocht ik nooit geprobeerd hebben, maar de ontgoocheling na de 1-1 was zó groot… Gelukkig miste Hazard. Merci, Thorgan.” (lacht)

Mechele: “De speeltijd is voorbij. Op zulke momenten in de match moet je de bal naar de doelman terugspelen of vooruit stampen. Gelukkig is het niet fataal afgelopen.”

Te veel zelfvertrouwen, misschien? Want in de thuiswedstrijd tegen Standard trok je de bal, met Michy Batshuayi in je rug, over zijn hoofd. Ook niet zonder risico.

Engels: “Ik had al gemerkt dat hij wat gefrustreerd was, hij begon echt door te gaan. En toen ik hem in volle vaart zag aanstormen, dacht ik: wacht maar. Als zoiets lukt, is dat natuurlijk prachtig, maar de trainers hebben al gezegd dat ik daarmee moet opletten.”

Wie zijn de moeilijkste spitsen om in de Belgische competitie tegen de spelen?

Engels:Jelle Vossen, zonder twijfel. Met hem moet je ogen op je rug hebben.”

Mechele: “Hij beweegt vooral enorm slim. Wanneer de voorzet nog getrapt moet worden, loopt hij naast je, maar plots staat hij in een andere zone. Pffff… Mitrovic is een totaal ander type spits, iemand die heel goed zijn lichaam kan gebruiken en de bal probeert bij te houden.”

Engels: “Dat zijn leuke duels om uit te vechten. Een klootzakje hoor… Sterke kerel, dodelijk op voorzetten en in de zestien. En Bat-shuayi is dan weer totaal anders: in de hoeken duiken, zelf de actie maken.

“In de voorbereiding speelden we een oefenwedstrijd tegen Barnsley, een club uit de Engelse tweede klasse. Ik moest toch even slikken toen ik hun spits, Chris O’Grady, zag. Een ferm ‘beestje’, moet ik zeggen. Maar ja, als je kijkt naar Christian Benteke of Romelu Lukaku… Ferme kerels, hé. Ik speelde in de jeugdploegen nog samen met Adnan Januzaj, dat was toen een spriet, maar op televisie zag ik onlangs dat hij toch al meer body heeft. Redelijk ventje geworden.

“Wij zitten ook veel in het krachthonk, maar blijkbaar wordt daar in Engeland nog veel meer op gewerkt. Ryan Donk heeft dat ook nog verteld. Toen hij bij West Bromwich Albion begon te voetballen, kon hij amper twintig kilogram tillen en werd hij uitgelachen, maar toen hij een jaar erna naar AZ terugkeerde, was hij toch flink bijgekomen.”

Mechele: “Wij proberen onze functionele kracht aan te scherpen, maar zo breed als sommige van die kerels zullen we nooit worden. Ik heb er al gezien die precies opgepompt zijn. Zo breed dat ze nog amper kunnen draaien.”

Timmy, het voorbeeld

Hoe kijken jullie tijdens de week naar een wedstrijd in de Champions League? Als liefhebber of als analist die kijkt hoe de sterren op jullie positie spelen?

Engels: “Mijn vriendin wordt gek als ik zeg dat ik weer naar het voetbal wil kijken. (lacht) Na onze wedstrijd kijk ik sowieso de volle negentig minuten opnieuw, want ik kan toch niet slapen. Soms alleen, soms met mijn ma of vriendin. Wat kon er beter? En van de buitenlandse competities gaat mijn voorkeur uit naar de Premier League, vooral dan de matchen van Arsenal. Ik ben een fan van Per Mertesacker, ja, al is het meer de beleving van het Engelse voetbal die me aanspreekt.”

Mechele: “Ik kijk ook als liefhebber. Zeker naar Borussia Dortmund, we moeten niet allemaal voor de beste ploegen supporteren. (lacht) Ik zie Sergio Ramos van Real graag spelen, keiharde verdediger. Ik kan moeilijk opkijken naar een spits, hé?”

Engels: “Hier, op Club, is Timmy Simons een voorbeeld, zeker voor de jongeren. Timmy was mijn jeugdidool.”

Jonge spelers kunnen nooit een volledig seizoen op niveau presteren, luidt het cliché. Klopt het?

Mechele: “Als een van ons tweeën een moeilijk moment heeft, dan peppen we elkaar op. In de heenronde zat ik tegen Cercle Brugge op de bank, omdat de trainer mij een weekje rust wilde gunnen, maar dat was uitgerekend na de wedstrijd die we thuis van Genk verloren. Dan lijkt dat een straf, hé. Uiteindelijk willen we allemaal zo veel mogelijk spelen. Met de wedstrijden van de nationale beloften die er nog bij kwamen, had ik soms wel even het gevoel dat ik op mijn tandvlees zat. Ik mocht al eens een training overslaan, maar eigenlijk wil je dat niet. Doorgaan, op karakter.”

Zoals de ploeg, die de voorbije weken veel beter voetbalde en vooral meer mentaliteit toonde.

Mechele: “We vechten meer voor elkaar, ja.”

Engels: “Iedereen snakt naar ‘iets’. Voor Nieuwjaar waren sommige jongens misschien te veel bezig met een transfer of met zichzelf, maar na het groepsgesprek tijdens de winterstage hebben we allemáál honger. We snakken naar ‘iets’.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS

“Toen ik begon te puberen, werd ik bij Henk Mariman geroepen. Had ik me toen niet herpakt, dan speelde ik hier nu zelfs niet meer.” Björn Engels

“In het begin durfde ik Timmy Simons niet te coachen, het voelde zelfs vreemd aan.” Brandon Mechele

“Toen we tijdens de match tegen Lierse uitgefloten werden, had ik tijdens de rust zelfs geen zin meer om nog verder te doen.” Brandon Mechele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content