Rivaldo wil met AC Milan winnen, alles winnen. ‘En aanvallen is daarbij altijd de boodschap.’

Rivaldo is zijn hele leven al aanvaller geweest en wil trouw blijven aan die roeping. De wereldster die opgroeide in Recife is iemand die er altijd voor gaat, zowel op het veld als buiten de lijnen. En bij AC Milan, dat tegenwoordig de pannen van het dak speelt in de Champions League, lijkt hij een nieuwe uitdaging te hebben gevonden. Hij vindt dat zijn nieuwe club minstens kan wedijveren met Real Madrid. “Dat ik nooit bij de pakken blijf zitten, heb ik van mijn moeder Marlucia“, zegt hij. “Zij heeft me erboven geholpen toen mijn vader overleed. Mijn vader was echt een goed mens. Hij stond altijd dicht bij me en wilde absoluut dat ik profvoetballer werd. Als geen ander geloofde hij in mij. Iedereen die zei dat mijn broers beter waren dan ik, kreeg van hem lik op stuk. En toen is hij bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Hij betekende alles voor mij. Ik was 16 en mijn wereld stortte in. Ik had helemaal geen zin meer om te spelen en stond op het punt om compleet af te haken. Gelukkig heeft mijn moeder me kunnen overhalen en nu ben ik uiteraard blij dat ik toch heb doorgezet.”

Rivaldo tekende afgelopen zomer bij Milan een contract voor drie seizoenen dat hem elk jaar 4,5 miljoen euro oplevert. Daar voegt hij nog een pak inkomsten uit reclamecontracten aan toe.

Wat was voor jou de grootste motivatie om voetballer te worden : passie of geld ?

Rivaldo : Als je als jonge jongen begint te voetballen, is geld wel het laatste waar je aan denkt. Dat komt pas later, als je een volwassen man bent. Maar voetbal is bij elke prof minstens 70 procent passie, want iedereen beseft goed genoeg waaraan hij allemaal moet verzaken om een goede prof te worden. Voetbal is voor mij hoe dan ook altijd meer ontspanning geweest dan werk.

Kijken ze ook in Spanje zo tegen het voetbal aan ?

In Spanje houden ze in ieder geval van een spectaculaire speelstijl, maar dat is ook het geval in Brazilië. Wij verstaan als geen ander de kunst om onze zorgen opzij te zetten. Tijdens het WK bijvoorbeeld was er geen enkele dag waarop we niet zongen in de bus. Natuurlijk moet je tijdens de wedstrijd erg geconcentreerd blijven, maar als je als speler van een grote club aan een WK deelneemt, weet je best hoe je je moet gedragen. Op de dag van de finale zijn we in de grootste stilte uit het hotel vertrokken om naar Yokohama te gaan. Trainer Scolari keek ons toen recht in het gezicht en riep : “Wat gebeurt er nu ? Scheelt er iets ?” En dan zijn we opnieuw beginnen te zingen. Samba voor iedereen. Ook als Brazilianen zich als echte profs proberen voor te doen, is de vreugde toch altijd sterker.

Tijdens het WK van 1982 toen Brazilië droomvoetbal op de mat legde, drong Roberto Falcao, die toen bij AS Roma speelde er voor de wedstrijd tegen Italië op aan om het voorzichtig aan te pakken. Maar aanvoerder Socrates antwoordde onmiddellijk dat Brazilië gewoon moest aanvallen zoals altijd. Wie had er toen gelijk ?

Socrates natuurlijk. Voor ons is het als Brazilianen gewoon tegennatuurlijk om op 0-0 te speculeren. Wie aanvalt, neemt meer risico’s en kan op zijn bek gaan. Maar in het voetbal draait het toch om winnen. En om te winnen, moet je aanvallen, zo simpel is het. Of het nu om Spanje, Engeland, Brazilië, Real Madrid of Milan gaat : aanvallen is altijd de boodschap. Wie schrik heeft om te verliezen, begint beter niet aan een wedstrijd. Ook met Milan moeten we altijd voluit voor de zege gaan, zelfs als we tegen Real Madrid spelen. Volgens mij mag er ook geen verschil zijn tussen thuis spelen en op verplaatsing. Het Italiaanse voetbal wordt vaak ‘berekend’ genoemd, maar met AC Milan kunnen we misschien dit seizoen net als in de periode van Gullit en Van Basten voor een ommekeer zorgen en het roer helemaal omgooien.

Real is de onbetwistbare Europese kampioen. Hoe schat je de sterkte van Milan in als je die vergelijkt met die van de Madrilenen ?

Ik denk dat we ongeveer op hetzelfde niveau staan, want ook wij beschikken over een hele reeks onwaarschijnlijk goede spelers. Denk maar aan Alessandro Nesta, ongetwijfeld één van de beste verdedigers ter wereld. Hij stond dan ook bij heel wat Europese topclubs hoog op het verlanglijstje. Het komt er alleen op aan om ervoor te zorgen dat alle neuzen op het veld in dezelfde richting staan.

Wat vind jij eigenlijk van de transfersoap die afgelopen zomer rond Ronaldo woedde ?

Zoals hij al aangaf had het allemaal te maken met het feit dat het tussen hem en trainer Hector Cuper absoluut niet klikte. Ik weet dat hij in april al aan zijn voorzitter ging zeggen dat hij graag wilde vertrekken. Voor mij blijft hij in elk geval een topper, als voetballer en als mens, en ik wens hem bij Real Madrid alle succes toe.

Hoe komt het eigenlijk dat Barcelona jou als wereldkampioen zo makkelijk liet vertrekken ?

Een samenloop van omstandigheden. Voorzitter Gaspart haalde opnieuw Van Gaal binnen als coach en ik had net een sterk WK achter de rug. Ik denk dat Barça al een tijdje de bedoeling had om mij te verkopen. De club legde uiteindelijk drie aanbiedingen voor aan mijn manager Carlitos Arini. De eerste kwam van Lazio. Ik zou bij een overgang naar de Italiaanse hoofdstad ook een procentje krijgen van het transferbedrag, maar ik vertrouwde het zaakje niet omdat ik veel geruchten had gehoord over onbetaalde salarissen bij die club. De tweede aanbieding was van …Barcelona zelf. Als ik zou blijven, kon het bestuur natuurlijk een wit voetje halen bij de supporters, maar in dat geval had ik wel recht op een mooie premie en tevens bleef het gevaar bestaan dat ik op een goede dag zou botsen met Van Gaal, want wij liggen elkaar gewoon niet. Al moet ik er wel bij zeggen dat ik als echte professional enkel oog heb voor de belangen van de club die ik dien en dat ik in heel mijn carrière nog nooit echt woorden heb gehad met een trainer. Na alles wat Barcelona en ik voor elkaar hebben betekend, viel het me zwaar om zo afscheid te moeten nemen van deze fantastische club en van zijn even fantastische supporters. Maar toch leek een vertrek een jaar vroeger dan gepland uiteindelijk de beste oplossing. En daarom ben ik dus naar Milaan gegaan.

Was het de schuld van Van Gaal ?

Ik vind het spijtig dat hij altijd denkt dat alleen hij gelijk kan hebben. Hij luistert niet graag naar de adviezen van anderen of naar de mening van spelers. Volgens mij is de rol van de coach bij een club nochtans beperkt. Hij staat misschien in voor 30 procent de spelers voor 70 procent. Bij clubs van topniveau moet een trainer de spelers toch niet meer leren hoe ze een bal moeten aannemen, hoe ze moeten schieten, een omhaal doen, een een-tweetje opzetten of de bal beschermen ?

door Andrea Masala

‘Voetbal is voor mij altijd meer ontspanning geweest dan werk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content