Nog voor Frank Vercauteren afgelopen maandag werd ontslagen, plaatste Ahmed Hassan kanttekeningen bij de tactische aanpak van zijn trainer. Hij vindt dat de ploeg te weinig uitging van zijn kwaliteiten.

F rank Vercauteren is er niet in geslaagd Anderlecht op de Europese kaart te plaatsen. De (slechte) toon werd vorig jaar al gezet tegen Lille. Toen besloot de eigenzinnige trainer om Lucas Biglia te vervangen door Roland Juhasz, een verdediger voor een balvaste speler die rust kon brengen. LOSC slaagde erin gelijk te maken en Anderlecht bleef verweesd achter in het Astridpark. Er volgden nog twee gelijkaardige tegenvallende matchen tegen AEK Athene. Donderdagavond raakten de Brusselse club en zijn trainer opnieuw in hetzelfde straatje verzeild, dit keer tegen het bescheiden Aalborg. Anderlecht stond 0-1 voor tegen de Denen op het moment dat Ahmed Hassan, een van de zeldzame balgoochelaars bij paars-wit, opgeofferd werd in de laatste rechte lijn naar de finish. Wederom niet zonder gevolgen, ook de Denen lukten nog de gelijkmaker en redden een punt. Toch één troost voor paars-wit : met vier punten en twee matchen in het vooruitzicht ziet het er rooskleuriger uit dan in de rampzalige CL-campagnes van de voorbije jaren. Voor de eerste keer sinds 2001 mogen de spelers, Ahmed Hassan op kop, hopen op een Europese overwintering.

Winst tegen Hapoel Tel Aviv, een puntendeling tegen Aalborg : zit Anderlecht meer op zijn plaats in de UEFA Cup dan in de Champions League ?

Ahmed Hassan : “De ploeg is in ieder geval in staat meer punten te halen in dit toernooi, zoals we al aantoonden tijdens de vorige twee wedstrijden. Maar je moet daar niet uit concluderen dat we geen hoger niveau aankunnen. In de Europese competities is twee derde van de teams buiten categorie. Ze spelen in de grote kampioenschappen. De rest, een tiental teams, zijn er slechts bij doordat ze de verschillende voorrondes overleefden. In deze voorrondes werd Sporting in het verleden enigszins verwend met tegenstanders als Neftchi Bakoe of Wisla Krakau, om die twee te noemen. Dit jaar lag de moeilijkheidsgraad veel hoger met Fenerbahçe. Hadden we ons kunnen meten met een tegenstander van iets minder niveau, zouden we ons gekwalificeerd hebben voor de poules. Als je ziet dat Steaua Boekarest, Slavia Praag en Rosenborg daar een plaats hebben, zou Anderlecht niet uit de toon vallen, vind ik.”

Gebrek aan doortastendheid

Doordat je zelf lange tijd in Turkije speelde, was Fenerbahçe een ploeg die je goed kende. Hebben ze je verrast in die dubbele confrontatie ?

“Neen, ik wist meteen dat de opdracht niet eenvoudig zou zijn. In de Turkse competitie steken enkele teams erbovenuit : de drie grote clubs in Istanbul – Fenerbahçe, Galatasaray en Besiktas – en daarnaast Trabzonspor. In België heb je ook drie grote clubs : Anderlecht, Standard en Club Brugge. Maar het grote verschil zit hem in de financiële middelen. Het budget van Fener is vier keer groter dan dat van Anderlecht. Het is dus normaal dat dit verschil ook op het veld naar boven komt. In dat opzicht was de kwalificatie van de Turken logisch. Toch heeft Anderlecht zichzelf te grazen genomen. Vooral in de heenmatch hebben we bewezen dat er weinig klasseverschil tussen beide ploegen bestond. We toonden te veel respect. Als de ploeg van bij het begin in zijn kansen had geloofd, konden we zeker een punt meenemen op verplaatsing. Nu begonnen we pas te voetballen na een uur. We zijn uiteindelijk uitgeschakeld omdat we zo behoudend speelden. Ik begrijp het nog steeds niet, dat teveel aan respect. Zowel Europees als in België. Waarom altijd aanpassen ? Wij zijn Anderlecht. De anderen moeten ontzag tonen voor ons.”

Is Anderlecht te bang ?

“Ik merk in ieder geval de tendens om de kwaliteiten van de tegenstander voorrang te geven op onze eigen kwaliteiten. Het contrast is frappant tussen wat ik gewend was in Turkije en hier. Bij Besiktas spreekt men eerst over het eigen spel voordat men stilstaat bij de tegenstander. Hier is het net andersom. Ik kan me vergissen maar tegen Fenerbahçe gingen wij in de terugmatch in de eerste plaats onze 1-1 verdedigen. De Turken, daarentegen, staken meteen de neus aan het venster en zochten de goal. Een lonende tactiek, want door de vroege 0-1 was de match gespeeld en de uitschakeling een feit. Ik ben de eerste om toe te geven dat Fenerbahçe zijn plaats heeft op het kampioenenbal. Hun prestatie tegen Inter bewijst dat. Maar dat neemt niet weg dat Anderlecht met wat meer doortastendheid zeker een kans had.”

Tegen Fenerbahçe haalde je niet je gebruikelijke rendement. Een constante die ook terugkeerde tegen Hapoel Tel Aviv. Koren op de molen van de critici die denken dat jij dat beetje verfijning mist om aan het Europese firmament te schitteren.

“De ene match is de andere niet. Ik denk dat de dubbele confrontatie tegen de Turkse ploeg te vroeg kwam voor mij. In tegenstelling tot de meeste van mijn ploegmaats, heb ik niet kunnen genieten van enkele weken vakantie, omwille van een oproep voor de nationale ploeg. Ik ben vermoeid teruggekeerd naar Brussel. Dat verklaart waarom ik die scherpte miste tegen Fenerbahçe. Tegen Hapoel Tel Aviv was de context anders. Ik hervond voor een stuk mijn frisheid, maar miste wat spelvreugde om me door te zetten. Het voelde niet goed. Je moet weten dat er matchen zijn waarin alles lukt en andere waarin je ongelukkig bent in je acties. Jammer genoeg had ik tegen de Israeliërs net een ongelukkige match. Ik heb alles geprobeerd, maar niets lukte. Nochtans heb ik zeker mijn truitje nat gemaakt.”

Tijdens de rust heeft Frank Vercauteren je aangespoord om je spel te simplifieren. Maar dan heb je vaak de neiging om nog meer te forceren. Vanwaar die koppigheid ?

“Als ik eenvoudiger ga spelen, wie zorgt dan voor de onvoorspelbaarheid van Sporting ? Vandaag spelen alle ploegen, zonder uitzondering, georganiseerd. Dan is het aan enkele individuen om voor de verrassing te zorgen, om die muur te slopen. Bij Anderlecht rekent men op mij om het verschil te maken. Dat is ook normaal, omdat ik de rol van regisseur op me neem, in het belang van de ploeg. Als ik me tot een strikt minimum moet beperken, geloof ik niet dat het team progressie zal maken zoals de coach dat wil. Daarom blijf ik mijn acties maken, om het tegenovergestelde te bereiken. Anderen gaan misschien minder risico’s nemen, om de toorn van het publiek niet te wekken. Maar ik verlies mijn zelfvertrouwen niet in dat soort omstandigheden. Ik blijf proberen in de hoop dat de kansen keren. Vaak bereik ik mijn doel. Ik herinner me de match tegen Dender, waar de coach me uitkafferde na enkele trucjes omdat ik het te moeilijk maakte. Maar toch scoor ik nog, net omdat ik blijf proberen.”

De eerste rode kaart

Toch kon die goal niet vermijden dat Anderlecht twee kostbare punten verloor. Een misstap die nog enkele keren voorkwam, tegen Zulte Waregem en Roeselare bijvoorbeeld. Wat vind jij van de gang van zaken tot nu toe ?

“Eerlijk gezegd verwachtte ik niet dat Anderlecht zo veel punten zou verliezen in het eerste derde van de competitie. Met uitzondering van Jan Polak is er niemand bij in de basiself. In principe moesten we gewoon kunnen aanknopen bij vorig seizoen. Er zijn volgens mij drie redenen voor de vertraging. Een voorzichtige aanpak, de geblesseerden en onze aanwezigheid op het Europese front, waar we de enige Belgische vertegenwoordiger zijn. Deze matchen laten sporen na. Tot vorige week wonnen we slechts een van onze matchen na een Europese speeldag. Die tegen Moeskroen. Dat is weinig voor een ploeg die zijn titel wil verlengen. Maar je moet dat niet te zwart zien. Velen zagen in Standard al de toekomstige kampioen, omdat ze zeven punten voorsprong hadden op ons. En kijk, nu wordt Brugge in de favorietenrol geduwd. Ik heb altijd gezegd dat de beslissing valt in maart en april.”

Anderlecht zal jou moeten missen na de winterstop, omdat je met Egypte de Afrikacup moet spelen in Ghana.

“We hebben afgesproken dat ik tussen de matchen in terug zal keren naar België. In de mate van het mogelijke, want ik geloof dat de FIFA zich hiertegen verzet. De enige zekerheid is dat ik de eerste match in Ghana zal missen door een rode kaart die ik kreeg in de voorlaatste match tegen Burundi. Ik reageerde verkeerd toen een tegenstander me gewelddadig tegen de grond wilde werken. Ik zocht steun met mijn twee handen toen ik wilde rechtkomen, maar ik raakte die speler tegen het hoofd. Daarom was mijn uitsluiting gerechtvaardigd. Spijtig want het was de eerste keer dat ik van het veld gestuurd werd. Nochtans had ik mezelf voorgenomen om mijn carriere te beëindigen zonder ooit rood te krijgen.”

Wat zijn de andere doelstellingen die je nog wil bereiken ?

“Egypte wil op de Afrikacup zijn titel verlengen. Ik hoop dat we dit kunnen bereiken. Het zou de derde keer zijn dat ik de Afrikacup win, en dat is nog geen enkele Farao gelukt. Daarnaast durf ik hopen op de Gouden Schoen. Ook al is de concurrentie niet min, met Lucas Biglia en Nicolás Frutos, of de jonge garde van Standard zoals Steven Defour en Marouane Fellaini. Tot dusver heb ik nog nooit een individuele bekroning gekregen in de vorm van een trofee. Ik ben wel al verkozen tot ‘Beste speler van de Afrikacup 2006’ maar daar hangt geen souvenir aan vast. Vorig jaar ben ik net achter Mémé Tchité gestrand in de Ebbenhouten Schoen 2007. Wat me ook plezier zou doen, is bijdragen tot de 30ste titel van Anderlecht.”

Gelukkig in België

Vorig seizoen gaf je na enkele moeilijke weken aan te willen vertrekken ondanks een contract dat liep tot juni 2008. Keer je straks definitief terug naar je vaderland ?

“Stelde je me die vraag een jaar geleden, ik antwoordde volmondig ja. Maar op dit moment ben ik wat besluiteloos. Aan de ene kant is het evident dat mijn familie me mist. Ook al is Caïro niet het einde van de wereld en zien we elkaar regelmatig. Maar aan de andere kant voel ik me beter en beter in België. Ik heb hier veel vrienden, die me komen aanmoedigen in het Astridpark. En dan is er nog Faouzi, de patron van restaurant de Nijl in Brussel, waar ik vaak ga eten. In de spelersgroep heb ik inmiddels een goede band met spelers als Mbark Boussoufa. Ook met Daniel Zitka is de verstandhouding perfect, ondanks de aanvaring die we hadden na de match tegen Charleroi. Maar het meeste plezier maak ik met Jelle Van Damme. Hij kan mensen imiteren als geen ander. En toch blijft hij een modelprof. Nooit hoor ik hem klagen omdat hij op de bank zit of niet op zijn favoriete positie speelt. Hij neemt alles filosofisch op. Dat soort jongens is heel belangrijk in een groep. Beter elf Van Dammes dan elf Hassans. Want het is juist dat ik niet altijd een geschenk ben voor mijn trainer, of mijn ploegmaats. (lacht)”

Zoals die keer dat je de persstop negeerde die Nicolás Frutos had opgelegd voor de cruciale match tegen Rapid Wenen ?

“Als zoiets in het Nederlands of Frans rondgaat in de kleedkamer, begrijp ik daar niets van. Als men de moeite niet neemt om de boodschap in het Engels te brengen of mijn tolk en vertrouwenspersoon Abdel Tantush aan te spreken, kan ik niet weten wat er speelt. Op dat niveau loopt de communicatie niet altijd op wieltjes. Op een dag zouden we allen samen eten op restaurant. Men zegt tegen mij : ‘Seven o’clock at Frascati.’ Ik wil wel, maar wat is dat, Frascati en vooral : waar ? Nog een geluk dat Abdel alles oplost. Uiteindelijk hebben we dat restaurant gevonden.”

Je twee zonen zijn 5 en 7 jaar oud. Ze voetballen bij de jeugd van Wadi Degla, een ploeg uit de Egyptische derde klasse. Waarom heb je ze niet ingeschreven bij Al Ahly, topclub in Caïro en meervoudig kampioen van Afrika, of Zamalek ?

“Om de simpele reden dat ik niet kan kiezen tussen die topclubs. Dat zou een revolutie ontketenen en de rivaliteit is al zo scherp. Daarbij heeft Wadi Degla een samenwerkingsakkoord met Arsenal. De trainers van de Londense club namen de jeugdacademie op zich. Mijn zonen kunnen geen betere opleiding wensen. Na mijn carrière wil ik aan het hoofd staan van een soortgelijk project. Anderlecht heeft momenteel zijn antennes in Ivoorkust en Kameroen. Waarom zou ik Anderlecht geen diensten kunnen bewijzen in mijn eigen land ? We hebben er al over gesproken en de bestuursleden hebben beloofd mijn vraag te onderzoeken.”

door Bruno Govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content