Vijftien jaar geleden schitterde Anderlecht in de Champions League. Sport/Voetbalmagazine blikt terug met het koningskoppel Jan Koller en Tomasz Radzinski.

Wie weet nog dat Bayern München in de Champions Leaguefinale van 2001 Valencia versloeg na strafschoppen? En dat Ottmar Hitzfeld zich daarmee na Ernst Happel de tweede coach mocht noemen die met twee verschillende clubs de belangrijkste Europese clubbeker wist te winnen? De Belgische voetballiefhebber, en zeker de supporters van Anderlecht die er toen bij waren, herinneren zich ongetwijfeld wél nog de campagne van de nationale recordkampioen. Onder aanvoering van het unieke spitsenduo Jan Koller Tomasz Radzinski plaatste Anderlecht zich ei zo na voor de kwartfinales. Een gesprek met de twee aanvalsleiders van toen.

Het begon voor Anderlecht in augustus 2000. Jullie speelden in de derde voorronde van de Champions League tegen Porto. Het was alles of niets, zorgde dat voor veel stress?

JAN KOLLER: ‘Hoewel Porto als grote favoriet aan de dubbele confrontatie begon, kan ik me niet herinneren dat ik ooit meer stress hebt gevoeld dan toen. In de heenwedstrijd zetten we een goed resultaat neer – we wonnen met 1-0 – maar we wisten dat we het in de terugwedstrijd nog warm zouden krijgen.’

TOMASZ RADZINSKI: ‘In Porto beleefden we een heel stressvolle avond. We lagen onder, maar we hadden het geluk aan onze kant en hielden het op 0-0.’

In de eerste groepsfase lootten jullie Dynamo Kiev, PSV en Manchester United. Wat waren jullie verwachtingen vooraf?

RADZINSKI: ‘Ik denk niet dat iemand van ons dacht dat we het ver zouden schoppen. Die drie gerenommeerde ploegen hadden al vaker mooie resultaten neergezet in de Champions League. De overwinning tegen Porto had ons echter een boost gegeven. Daarom meenden we dat de tweede plaats misschien toch niet onmogelijk was. Misschien.’ (beiden lachen)

In die periode was er nochtans wat kritiek op het voetbal van Anderlecht onder Aimé Anthuenis. Saai, vervelend werkvoetbal, werd gezegd.

KOLLER: ‘Daar ben ik het niet mee eens. Aimé Anthuenis was een goede coach en hij bracht met ons technisch verzorgd en aanvallend combinatievoetbal.’

RADZINSKI: ‘Het 4-4-2-systeem van Anthuenis was perfect voor Jan en mezelf. Ik speelde in mijn carrière ook met drie spitsen, maar dat was voor mij minder succesvol.’

KOLLER: ‘Ik mag zelfs zeggen dat ik nooit zoveel plezier heb beleefd aan het voetbal als bij Anderlecht.’

RADZINSKI: ‘Wat was er dan zo vervelend aan ons voetbal? We scoorden in de Champions League gemiddeld 1,5 keer per wedstrijd. Daar kunnen veel Belgische ploegen alleen maar van dromen. Er was maar één wedstrijd waarin we geen doelpunt maakten, op Kiev. Ik snap dus niet waarom ze zouden zeggen dat het saai was.’

MANCHESTER UNITED

Welke wedstrijd blijft jullie het meest bij? Die tegen Manchester, of die in de tweede groepsfase tegen Lazio Roma of Real Madrid?

KOLLER: ‘Toch die tegen Manchester United, dat met al zijn sterren op dat moment absolute top was in Europa. Ik denk dan vooral aan de eerste helft, want in de tweede hebben we niet veel anders gedaan dan verdedigen (lachje). Qua voetbal was het niet onze beste wedstrijd, maar het resultaat en de sfeer in het stadion waren fantastisch.’

RADZINSKI: ‘Mijn eerste 45 minuten tegen ManU waren waarschijnlijk de beste die ik ooit speelde. Ik raakte elk bal goed en al mijn passes en trappen waren geslaagd. Ik deed wat ik wilde, alles lukte.’

Zoals het tweede doelpunt, aangegeven door Jan Koller.

RADZINSKI: ‘Dat was een beetje vreemd, want normaal bleef Jan centraal. Bij die fase was hij naar rechts uitgeweken en zette hij laag voor ter hoogte van de grote rechthoek. Ik raakte de bal niet honderd procent, maar wel net voldoende om hem in de verste hoek te duwen. Wat een ongelooflijk gevoel om twee keer te scoren tegen Manchester United.’

Hadden jullie niet de indruk dat de Mancunians op jullie neerkeken? Zo waagde doelman Fabien Barthez bijvoorbeeld zijn kans vanuit zijn strafschopgebied.

KOLLER: ‘Tijdens de tweede helft speelde hij bijna als libero om het tij nog te keren. Misschien was er ergens wel een gebrek aan respect, misschien onderschatten ze ons wel omdat ze ons in Manchester een zware 5-1-pandoering hadden gegeven.’

RADZINSKI: ‘Die wedstrijd in Engeland is alleszins mijn slechtste herinnering van die bewuste Europese campagne. Het was onze eerste poulewedstrijd en we waren hoopvol aan de wedstrijd op Old Trafford begonnen. Het duurde evenwel niet lang voor onze dromen uiteenspatten. Welkom in de Champions League, dacht ik na die 5-1. Ergens was het niet slecht dat we die oorveeg kregen in de eerste match. We waren er ons meteen van bewust dat we uit een ander vaatje moesten tappen als we een aanvaardbaar resultaat wilden neerzetten.’

BOERENJAAR

Laten we terugkomen op de ‘grote momenten’ van jullie campagne, zoals de overwinning thuis tegen Lazio Roma in de tweede poulefase.

RADZINSKI: ‘Veel mensen herinneren zich nog mijn doelpunt in Anderlecht, en zelfs over de goal die ik in Italië maakte, word ik nog aangesproken. Toen vierde ik voor het eerst een doelpunt door mijn handen achter mijn oren te houden. Dat beeld ging Europa rond. Ik vond het geweldig als de fans veel lawaai maakten. Op zulke momenten voelde ik me het meest voetballer en doelpuntenmaker.’

Terwijl Tomasz zijn doelpunten altijd dolenthousiast vierde, deed jij dat eerder sober, Jan. Waarom?

KOLLER: ‘Inderdaad, ik deed niets speciaals. Telkens wanneer ik scoorde, was ik uiteraard blij, maar ik dacht niet na over hoe ik dat zou vieren. Dat had allicht te maken met mijn timide karakter.’

RADZINSKI: ‘Ik vond het jammer dat de FIFA en de UEFA het verboden om je truitje uit te doen bij een goal. Ik deed dat graag, gewoon voor de fun.’

Jan, jij scoorde minder vaak in de Champions League dan Tomasz. Heb je er een verklaring voor waarom jij minder efficiënt was?

KOLLER: ‘We stonden tegenover de beste verdedigers van Europa. Rio Ferdinand, Alessandro Nesta, Jaap Stam: dat was een groot verschil met de tegenstand in België. Die jongens maakten indruk op mij.’

RADZINSKI: ‘Jan was in mijn ogen niet minder efficiënt. Het is niet omdat je niet scoort dat je niet efficiënt bent. Jan werkte heel hard en hield constant een of twee verdedigers aan de praat. Dat gaf mij dan weer de vrijheid om te doen wat ik moest doen. Jan maakte bovendien een superbelangrijk doelpunt in Eindhoven. Die goal leverde ons de kwalificatie voor de tweede groepsfase op.’

2000 was een boerenjaar voor jou, Jan: landskampioen met Anderlecht, Gouden Schoen, beste voetballer van Tsjechië. Het bleek moeilijk om die prestatie door te trekken.

KOLLER: ‘Na die Gouden Schoen kende ik een moeilijke periode. De druk nam toe, iedereen praatte over mij, de aandacht van de media nam nog toe. Dat kwam mijn voetbal niet ten goede. Ik hou er niet van om constant met mijn gezicht op tv te komen. Toen was ik daar alleszins niet klaar voor. Bepaalde journalisten interesseerden zich trouwens meer voor mijn vrouw dan voor mij. Iedereen wilde een foto van ons beiden. Daar ergerde ik me mateloos aan.’

K’S CHOICE EN STEAK

Gaf het feit dat jullie samen zo’n complementair duo vormden jullie carrières een andere dimensie?

KOLLER: ‘Bij Lokeren zette ik dankzij Willy Reynders, die zich enorm om mij bekommerde, al een grote stap voorwaarts. Nadien prestigieuze wedstrijden winnen tegen de beste verdedigers van Europa gaf me natuurlijk ook veel vertrouwen.’

RADZINSKI: ‘Het samenspel met Jan speelde zeker een rol in mijn ontwikkeling als voetballer. We vonden elkaar blindelings en dat maakte ons mentaal sterker. Het was echt cool om met Jan te voetballen. Die samenwerking heb ik na mijn periode bij Anderlecht serieus gemist.’

Wanneer beseften jullie dat het zo goed zou klikken tussen jullie op het veld?

KOLLER: ‘Misschien niet van bij de eerste wedstrijd, maar lang duurde het niet. Na een maand voorbereiding merkten we al dat we elkaar perfect aanvoelden.’

RADZINSKI: ‘Het klikte inderdaad heel snel, maar eigenlijk besefte ik pas een paar jaar later ten volle hoe goed de combinatie tussen een kleine, snelle en een grote, sterke spits was.’

Ook naast het veld kwamen jullie goed overeen.

KOLLER: ‘We konden het uitstekend met elkaar vinden, dat klopt. Ik herinner me nog dat we samen een concert van K’s Choice bijwoonden, bijvoorbeeld. We gingen ook samen naar de bioscoop of uit eten. En je kan niet zeggen dat ik het meeste at.’ (grijnst)

RADZINSKI: ‘Ik was een sprinter en verbruikte dus heel veel energie. Als we op restaurant zaten, at ik dus stevig. Als Jan zijn steak niet opat, dan ontfermde ik me daarover.’ (lacht)

Met welke verdedigers of met welk tactisch systeem ondervonden jullie de meeste moeilijkheden?

RADZINSKI: ‘Tactiek speelde een grote rol. Als de samenwerking tussen de flankverdedigers goed verliep, dan was het lastig om gevaar te creëren. Daarnaast herinner ik me dat Mikaël Silvestre heel moeilijk te passeren was.’

KOLLER: ‘De topwedstrijden tegen Club Brugge en Standard waren voor mij het zwaarst. Met Daniel Van Buyten vocht ik duels uit op het scherpst van de snee. Ik ontving geregeld een trap, maar ik deelde er zelf ook uit. Soms was ik heel nerveus op het veld, maar ik heb nooit naar een tegenstander geroepen.’

In welke taal spraken jullie met elkaar?

KOLLER: ‘In elk geval niet in het Tsjechisch (lachje). We praatten vooral in het Nederlands. Nu zou ik het niet meer kunnen, ik ben alles vergeten.’

Beschrijf eens een typisch doelpunt van het duo Koller-Radzinski.

KOLLER: ‘Ik die de bal, meestal met mijn hoofd, achter de verdediging legde, waar Tomasz met zijn snelheid alleen voor de doelman opdook en scoorde. Daarnaast maakte ik zelf heel wat kopbaldoelpunten na een voorzet van Tomasz.’

OPVOLGERS OKAKA EN EZEKIEL

Na jullie vertrek heeft Anderlecht dikwijls gezocht naar een nieuw koningskoppel. Zijn ze daar volgens jullie in geslaagd?

KOLLER: ‘Romelu Lukaku was en is een voetballer die qua speelstijl wat op mij lijkt, denk ik. Een opvolger van Tomasz? Dat is minder evident, maar iemand als Aruna Dindane kwam wel in de buurt.’

RADZINSKI: ‘Als Stefano Okaka en Imoh Ezekiel op elkaar ingespeeld geraken, dan hebben ze nu misschien wel de opvolgers gevonden. Als voetballer gelijken ze op ons en als ze de tijd krijgen om te groeien, dan kunnen ze potten breken.’

Hoopten jullie na Anderlecht om ooit nog samen te spelen?

KOLLER: ‘Dat zou ik zeker gewild hebben. Er waren geruchten dat Tomasz ook naar Dortmund zou komen – de sportief directeur vroeg me naar zijn kwaliteiten – maar het is er helaas nooit van gekomen.’

RADZINSKI: ‘Zelf heb ik nooit iets gehoord van Dortmund. Misschien dat sommige makelaars op de hoogte waren van de interesse, maar ik niet. Het zou alleszins fantastisch geweest zijn om opnieuw samen in de spits te staan.’

KOLLER: ‘Voor de verjaardag van Tomasz vorig jaar zijn we met een hele bende van toen naar een wedstrijd gaan kijken en op stap geweest. Superleuk was het, we hebben veel gelachen.’

Waar houden jullie jullie momenteel mee bezig?

KOLLER: ‘Ik voetbal nog bij de veteranen van Monaco, waar ik ook assistent-trainer ben. Het is mijn laatste jaar als voetballer. Ik werk al een beetje samen met mijn vroegere spelersmakelaar. Het lijkt me wel wat om me te specialiseren in de Belgische competitie. Daarvoor zal ik wel eerst mijn Engels moeten bijschaven, want dat is een kleine ramp momenteel.’

RADZINSKI: ‘Sinds ik niet meer bij Lierse werk, concentreer ik me volledig op mijn familie en mijn drie kinderen. Ooit keer ik terug naar het voetbal, maar zeker niet als trainer. Daar ben ik veel te ongeduldig voor en ik zou ook niet weten hoe ik 25 spelers moet tevreden houden. In die functie zal ik dus niet herenigd worden met Jan.’

DOOR EMILIEN HOFMAN – FOTO REUTERS

‘Nooit heb ik zoveel plezier beleefd aan het voetbal als bij Anderlecht.’ – JAN KOLLER

‘Als Jan zijn steak niet opat, dan ontfermde ik me daarover.’ – TOMASZ RADZINSKI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content