‘Eind vorig seizoen telde Roeselare vier punten meer dan Cercle’, zegt aanvoerder Denis Viane. ‘Zij beleefden een prachtig seizoen, wij een slecht. Het verschil zit in de start.’ Met tien punten uit acht matchen zit het nu snor voor groen-zwart, vindt de rechtsachter.

1 Luidt de conclusie met de huidige resultaten dat alles naar wens verloopt ?

Denis Viane : “Met die cijfers mag je bij een ploeg als de onze spreken van een geslaagde start. Met Tom De Sutter kunnen we wat meer afwachten en iets beter in organisatie spelen. Vind je geen oplossing, dan is een diepe bal naar Tom altijd een optie. Dat is iets wat veel ploegen van ons niveau kunnen gebruiken.

“Het oogt misschien allemaal niet altijd even spectaculair, maar het voornaamste is dat we zo snel mogelijk genoeg punten pakken. Eens je in de middenmoot zit, is het gemakkelijk om ontspannen te voetballen. Kijk naar Roeselare vorig seizoen. Eind vorig seizoen telden zij amper vier punten meer dan Cercle. Maar zij beleefden een prachtig seizoen en wij een slecht. Het verschil zit gewoon in de start.”

2 De inkomende transfers lieten lang op zich wachten. Supporters vroegen zich af waarom de club haar huiswerk niet vroeger maakte. Leefde die vraag ook bij de spelers ?

“Tuurlijk. In januari weet je normaliter waar de problemen binnen je ploeg liggen en wat je wil als versterking. Dan probeer je toch te kijken welke spelers er op het einde van het seizoen vrij zijn en tracht je die jongens in februari of maart toch al te benaderen ? En dus zou je denken dat dat allemaal in het begin van de transferperiode geregeld kan worden. Blijkbaar lukt dat zo niet. Om een goede voorbereiding te hebben en om een uitgebalanceerd team te bekomen bij de competitiestart, is dat niet ideaal.”

3 Ibad Muhamadu en Brian Pinas vertrokken. Zij pasten naar verluidt niet goed in de groep. Was hun vertrek een goede zaak ?

“Als mensen zich afsluiten, blijven wij als groep onze hand niet uitsteken. Dat was het probleem bij Muhamadu en Pinas. Ik denk dat die twee zich wat mispakt hebben aan Cercle. Ik zal niet zeggen dat ze de vedetten wilden zijn, maar zo kwam het bij ons soms wel over. Als jongens ’s zaterdags een goede wedstrijd spelen, assists geven en goals maken, mogen ze zich van mij afzonderen. Maar je moet niet te hoog van de toren blazen als je niet presteert.”

4 Wat vond jij ervan dat Jan Masureel, net als jij een rasechte Cerclejongen, eerst mocht bijtekenen en vervolgens te horen kreeg dat hij beter een jaartje elders zou gaan spelen ?

“Dat is iets dat je moeilijk kan snappen. Het was niet alleen voor Jan, maar voor de hele groep even slikken. Het is nu hem overkomen, maar het kan ook bij anderen gebeuren. Je vraagt je af wat nog de waarde is van een contract.

“Nee, ik ben niet naar het bestuur gestapt om daarover te praten. Wij zijn ook maar spelers. Wat zouden ze daar trouwens op zeggen ? ‘Het is onze beslissing.’ Ze zullen daar geen zinnige uitleg voor geven.

“Dit is een groep, maar uiteindelijk is het toch ieder voor zich.”

5 Jij speelt al vele jaren hier. Telkens stelt Cercle zich tevreden met een plaats in de middenmoot. Snak jij niet naar een beetje meer positieve animo ?

“Nee, ik mag heel tevreden zijn dat ik in de eerste klasse kan spelen. Een ploeg als Cercle is ideaal voor mij, dit is mijn plafond. Bij een subtopper zou ik het heel moeilijk hebben.”

6 Het beperkte budget wordt altijd aangehaald als dé uitleg waarom Cercle niet beter presteert. Hoe verklaar jij dat een club als Brussels, met een vergelijkbaar budget, er vorig seizoen wel in slaagde om relatief hoog te eindigen?

“Het kan dat dat aan de mentaliteit ligt. Cercle zit altijd in de underdogpositie. En de voorzitter van Brussels een beetje kennende … Zij hebben een ander idee over zichzelf, denken dat ze echt goed zijn. Misschien haal je zo meer punten.

“Brussels heeft een goede ploeg. Hun officieel budget is vergelijkbaar met het onze, maar ik denk dat een ander budget misschien wel iets hoger ligt. Dat doet er echter niet toe, want die budgetten zijn niet altijd recht evenredig met de punten.”

7 Critici opperden al wel eens dat Cercle meer punten zou kunnen pakken als het ‘verstandiger’ zou spelen. Akkoord ?

“We willen altijd aanvallen. Ik denk dat dat geen slechte gedachte is. Soms krijg je inderdaad het deksel op de neus, maar soms win je daardoor ook. Ik denk dat die twee zaken elkaar op het einde van het seizoen in evenwicht houden.”

8 De laatste jaren had Cercle meermaals de meest gepasseerde verdediging van de eerste klasse. Vond jij de bakken kritiek op de defensie terecht ?

“Ik denk dat we een degelijke achterlijn hebben. Het probleem was dat we de laatste jaren meermaals overspoeld werden vanuit het midden. Bij ons moet iedereen mee verdedigen. Doen één of twee jongens dat niet, dan komt de defensie constant onder druk te staan en is het normaal dat er achteraan eens een foutje gemaakt wordt. In die gevallen wordt enkel de verdediging met de vinger gewezen.

“Bovendien zag je dat we het in bepaalde wedstrijden bij een 3-0- of 4-0-achterstand niet konden opbrengen om voort te voetballen. Dat had niet met onze kwaliteiten te maken, wel met onze ingesteldheid. Zoiets valt niet goed te praten. En als je dan in bepaalde wedstrijden tot zeven doelpunten slikt, loopt het aantal tegengoals snel op.

“Ik denk dat we nu elke match met een goede mentaliteit beginnen. Dat is een grote stap voorwaarts.”

9 In de achterlijn van de typeploeg van Cercle is Djordje Svetlicic vervangen door Igor Gjuzelov. Hoe anders is het voetballen met hem ?

“Het zijn verschillende types. Igor is trager, maar toont zich wel een speler die positioneel heel goed is en leest het spel voortreffelijk. Voetballend is hij ook iets sterker. Maar ik heb niet het gevoel dat wij ons als medeverdedigers anders moeten opstellen.”

10 In een interview met dit blad zei Francky Vandendriessche vorig seizoen : “Jimmy De Wulf en Denis Viane zijn niet de jongens die de rest tot de orde roepen. Dat zit gewoon niet in hun karakter.” Nochtans verwacht de trainer van jou, de aanvoerder, leiderschap. Hoe vallen die twee zaken te rijmen ?

“Ik kan Francky daarin volgen. Ik ben niet het type dat boven de groep staat. Als iets mij niet aanstaat, zal ik dat zeggen. Maar ik heb het niet in mij om te bulderen. Ik kan dat niet.

“Als je me vraagt of het beter zou zijn om de aanvoerdersband aan iemand anders te geven, zeg ik : wie hem wil, mag hem hebben.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content