Kristof De Ryck

Met een duidelijke filosofie in het achterhoofd is trainer Valère Billen van STVV met zijn team begonnen aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen. “Mijn eerste taak is om het groepsgevoel hier weer te bewerkstelligen”, zegt hij. “Werken aan de groepshouding, mekaar enorm sturen en communicatie op niveau : dat vind ik de belangrijkste ingrediënten.

“Een voorbeeld : de spelers komen naar hier en kennen het dagprogramma. Een kwartier voor de echte training begint, warmen ze zich gezamenlijk op, zonder trainers. Dat heb ik bewust ingevoerd en het loopt fantastisch. Het geeft hen een verantwoordelijkheidsgevoel. Ze willen als prof behandeld worden, dus moeten ze zelf ook als prof handelen.”

U bent gekend als iemand die er serieus de pees op legt. Althans, dat was vroeger zo. Uw periode in Afrika heeft u veranderd, zei u maanden geleden al eens. Blijft hard en goed werken uw handelsmerk ?

Valère Billen : “Dat blijft. Maar waar het vroeger ‘de pees erop leggen’ was, predik ik nu veel meer : de juiste arbeid op het juiste moment, gekoppeld aan de juiste frequentie. Alles is nu met testen ondersteund. Dat is ook de enige manier om een hele competitie op niveau te werken. Vroeger kon je op dat vlak iets meer op gevoel werken.

“In Afrika werd ik op het vlak van psychologische benadering een andere coach. Nu ben ik iemand die vooral communicatie vanuit de groep aanhangt. Vroeger was het : ‘Die richting gaan we uit, onvoorwaardelijk.’ Nu overleggen we die richting met de staf, communiceren we ze naar de groep, en heeft de groep daar weerwoord in. We komen gezamenlijk tot iets.

“En dan gaan de jongens met een dergelijke houding elkaar ook kunnen bijsturen tijdens een match.”

Welk soort voetbal hebt u voor ogen ?

“Wij willen naar een soort agressief voetbal, weer naar de roots, er weer een hel van maken. Een ploeg die er staat, in blok, goed georganiseerd. Een scherp team dat duels wil aangaan, veel fysiek engagement, met een winnaarsdrang. Ik wil die vonk ook laten overslaan op de supporters. En uiteraard willen we proberen de nodige mensen op het juiste moment in de zestien te krijgen, wat door velen bestempeld wordt als ‘offensief voetbal’. Ik heb te veel matchen gezien waarin je je afvroeg of de ploeg eigenlijk wel wilde winnen. Zoiets stoort me mateloos.”

Het geheel van uitgaande transfers lijkt qua namen – Jeroen Simaeys, Landry Mulemo, Henri Munyaneza – zwaarder door te wegen dan de inkomende transfers. Daar zien we veel jonge, vermoedelijk niet direct inzetbare jongens.

“Dat is de juiste analyse. Er zijn twee soorten transfers. Ten eerste die in de breedte, jongens die via de bank misschien in de ploeg zullen komen. Die haalden we al binnen. Timothy Dreesen en Kevin van Dessel reken ik overigens niet bij die groep. Ten tweede heb je de transfers in de diepte. Het is hoog tijd dat we nu twee à drie rijpe jongens strikken. Grote, stevige gasten, met een bepaald cv, 27 à 28 jaar : een verdediger, een diepe spits en eventueel een linker- of rechterflankspeler. Daar zijn we mee bezig, maar het is moeilijk. Het was ook slecht voorbereid. We hebben bepaalde pistes bewandeld die we niet kunnen halen. Maar we gaan nu niet in paniek slaan en zomaar iets binnenhalen.”

“Slecht voorbereid”, zegt u ?

“Dat was misschien wat ongelukkig uitgedrukt, maar op het vlak van de scouting was niet de nodige voorbereiding gebeurd. Ik heb het dan over databases, netwerken …”

Een trainer heeft niet graag dat cruciale jongens nog ontbreken bij de start van de voorbereiding. Wordt u daar een beetje ongerust over ?

“Dat maakt mij ongerust, ja. Maar ik vind het ook mijn taak om me daarin te beheersen. Ik heb er vertrouwen in, want er is mij een woord gegeven. Ik geloof dus dat die jongens er komen.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content