Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Pas was Club Brugge uitgeschakeld in de Champions League of de directeur had het al over de Uefabekerfinale. ‘Ik,’ zegt de trainer, ‘ik zit niet met mijn gedachten in mei, maar in november, in het hier en nu. Zo is het best.’

“We speelden tot nu toe tien goeie Europese wedstrijden en nu komen er nog eens twee bij”, sprak Trond Sollied na de uitschakeling in Moskou voor de tweede ronde van de Champions League en de kwalificatie voor de Uefabeker. “Onze ambitie is door te stoten, meer is daar op dit moment niet over te zeggen. In voetbal is het wedstrijd per wedstrijd, ronde per ronde.”

’s Anderendaags lootte Club VfB Stuttgart. “We speelden er vorig seizoen tegen op oefenkamp, verloren met 2-1, maar de details herinner ik mij niet meer”, zei Sollied. “Ze staan vierde in de Bundesliga, dat zegt genoeg. Doorgaans haalden wij geen slechte resultaten tegen Duitse ploegen, zij het dat het louter in vriendenmatchen gebeurde. Stuttgart heeft het voordeel dat zij de terugwedstrijd thuis spelen. Ik had liever buitenshuis gestart, ook omdat in de heenwedstrijd met Olivier De Cock en Peter Van der Heyden, mijn twee backs, geel geschorst zijn, en Hans Cornelis en Birger Van de Ven, twee potentiële vervangers, geopereerd zijn.”

Er zijn er wel meer geblesseerd bij Brugge. Rune Lange, Bengt Saeternes, Marek Spilar, Sergiy Serebrennikov, Alin Stoica nu ook, Tjörven De Brul warempel ook weer. Het dream team is ver weg. Opvallend is dat Spilar en Saeternes tegen Galatasaray wederoptraden, maar blijkbaar zwaar hervielen. Wie draagt hiervoor de verantwoordelijkheid ? “Als de dokters neen zeggen, kunnen wij ze niet laten spelen”, reageert de trainer. “Maar met blessures heb je altijd die problematiek : je weet het nooit honderd procent zeker. We zitten in een wat moeilijke periode, maar dat wil niet zeggen dat we er niet goed kunnen uitkomen.”

Club Brugge redde het vorige week dus niet in Moskou. Lokomotiv plaatste zich voor de tweede ronde van de Champions League en lootte twee dagen later Real Madrid, AC Milan en Borussia Dortmund. “We moeten niet beschaamd zijn”, concludeert Trond Sollied. “Welke spelers wel of niet het voor de Champions League vereiste niveau haalden, kon iedereen zien. Voor mij is het belangrijkste dat we bewezen hebben dat we als team ook op dat niveau tot goeie dingen in staat zijn.

“Club Brugge is geen topper, maar een subtopper in Europa. Dat betekent dat we iedere wedstrijd op dat niveau moeten nemen als een leerproces. Ik denk dat we tevreden kunnen zijn met wat we presteerden. We bereikten ons doel, de derde plaats. Er bleek meer mogelijk, maar de tweede plaats verloren we thuis. We moeten af van de domme goals die we soms nog pakken, realistischer worden in de defensieve linie én nog betere onze goeie momenten benutten, maar soms is daar ook een beetje geluk voor nodig. We worden ieder jaar beter. En er is in iedere speler en iedere linie nog progressie mogelijk, dus zowel individueel als collectief.”

Vijf punten op achttien haalde Club uiteindelijk in zijn eerste Champions League sedert tien jaar. Eén overwinning, twee gelijke spelen, drie nederlagen.

“In Barcelona (3-2) was Barcelona super, het Barcelona dat de Champions League kan winnen”, blikt Sollied terug op de zes voorbije wedstrijden. “Wij waren er gestresst. We mochten aftrappen, maar na niet eens twee seconden waren we de bal al kwijt. Dat had ik in voetbal nooit eerder gezien. Pas na een halfuur kwam onze eerste tackle. We verloren de bal te gemakkelijk en op slechte posities. Als je de bal niet onder controle hebt en niet snel genoeg passt, moet je achter de bal lopen. Dat deden we en dat deden we goed. Het was natuurlijk niet de dag waarop we onze beste kwaliteiten benutten, maar zo slecht was het ook niet. Het is tenslotte niet iedereen gegeven twee keer te scoren in Nou Camp. Bovendien had 3-3 gekund, want Barcelona eindigde in paniek. Dat zegt ook iets.

“Ook thuis tegen Barcelona (0-1) was het niet zo slecht. Iedereen praat over de penalty op Gert, maar ik zeg : kijk naar de penaltyfout die Puyol maakt. Dan zie je dat we in zulke wedstrijden niet krijgen wat we verdienen. Komen we daar 1-0 voor, dan winnen we met meer dan één goal verschil, want zij waren gekomen voor 0-0. Dany Verlinden had bijna geen werk, ook dat zegt toch iets. We waren niet bang, zoals ik las en hoorde, maar Barcelona heeft zoveel technische klasse dat het makkelijk de agressiviteit bij een tegenstander kan wegnemen. Het deed dat bovendien op zeer slimme wijze. Het grootste probleem was dat we er niet in slaagden hen onder collectieve pressing te zetten, dat we te veel probeerden één tegen één druk te zetten. We kenden goeie periodes, maar slaagden er zelden of niet in hen voor problemen te stellen zoals we op het eind wel konden.

“Thuis tegen Moskou (0-0) waren we goed, in de tweede helft zeer goed. We verdienden te winnen met drie goals verschil. Ik heb het afgekeurde doelpunt van Gert Verheyen misschien honderd keer herbekeken : het was absoluut een geldig doelpunt, geen twijfel mogelijk. In Moskou (2-0) was het niet zo slecht, maar we gaven een goal weg waardoor het scenario in hun voordeel keerde : Lokomotiv is een counterploeg met een sterke verdediging en clevere middenvelders. In enkele periodes speelden we zeer goed voetbal, maar we slaagden er niet in onze beste momenten te benutten. Onze crosses waren ondermaats, zeker in vergelijking met de wedstrijd tegen Genk. Er was ook meer tijd nodig om de bal te controleren. Te veel spelers leden onder de omstandigheden. Trainen bij min 10 graden en daarna spelen in de sneeuw… Die wedstrijd was een gokspel.

“In Galatasaray (0-0) werden we beter naarmate de wedstrijd vorderde. We hadden er mooie momenten, creëerden nogal wat meerderheidssituaties, maar waren niet kalm en precies genoeg bij de laatste pass én we werden op het eind ook weer een penalty onthouden. Thuis tegen Galatasaray (3-1) was onze beste wedstrijd, als je ziet hoeveel kansen we creëerden. We slaagden toen wél in de goeie momenten.”

Een thema tijdens de Champions League was ook de coach zelf. Hij paste zijn veldbezetting wel eens aan de omstandigheden aan, maar zeg tegen meester Trond nooit dat hij eindelijk is bijgedraaid, van systeem veranderd, van een idée fixe bevrijd is.

“Ik heb helemaal niet van systeem veranderd”, reageert hij. “Ik noem het veranderen van formatie. Dat is zoiets als in het spelershome de opstelling van de zetels veranderen of de inrichting van je kantoor, iets dat niets te maken heeft met je werksysteem. In welke formatie we het ook doen, de principals blijven altijd dezelfde. Ook in competitie veranderen we wel eens van formatie, want we hebben een flexibele groep, maar ik stel vast dat negentig procent het niet ziet. Ik zou zeggen : ‘Niet zitten slapen in de tribune, want de wedstrijd is bezig en er gebeurt van alles’.

“Ik kan best begrijpen dat ze in de tribune ook niet begrijpen waarom ik in Moskou op het eind Philippe Clement op de positie van offensieve middenvelder breng, maar ik doe natuurlijk geen dingen omdat ze het in de tribune zouden begrijpen. Ik deed het omdat we in de tweede helft te veel lateraal speelden, niet diep genoeg en niet snel genoeg diep. Met Philippe, die heel goed in de wedstrijd zat, wou ik met een grote jongen achter de twee diepe aanvallers Sandy ( Martens, nvdr) en Gert meer druk zetten op het centrum van de verdediging. Zij die het moesten begrijpen, begrepen het. Uit zo’n beoogde situatie zijn we trouwens bijna succesvol geweest.

“We doen veel dingen gedurende negentig minuten, maar als ik sommige experts bezig hoor over de startformatie, krijg ik de indruk dat voetbal niet een dynamisch, maar een statisch spel is. ‘Je zet die daar, die daar en die daar en dat is het.’ Totaal oninteressant. We zijn hier nu al meer dan twee jaar bezig en speelden in alle soorten formaties. We weten dat we individueel en collectief flexibel kunnen zijn, in goeie en in slechte tijden. Als de startformatie eens niet 4-3-3 is, kan dat ook te maken hebben met de tegenstander, maar vooral met de eigen beschikbare en onbeschikbare spelerskwaliteit. Ik speel nooit Russische roulette, moet je weten.”

Resten dus de Uefabeker, de beker van België en de competitie. Zaterdagavond klopte een zogenaamd veredeld B-elftal derdeklasser SV Wevelgem City (2-0. Volgend weekend ontvangt de afgescheiden leider met Lierse één van zijn naaste achtervolgers. Club staat er in eigen land rond deze tijd van het jaar weer eens uitstekend voor, hoewel het volgens zijn coach nog niet één keer met zijn dream team kon aantreden. “Momenteel zijn we de besten in België, dat kan je van de rangschikking aflezen. Maar voetbal is geen wiskunde, anders kan Bayern München in de Champions League nooit als laatste eindigen in zijn poule.

“In een seizoen heb je goede en mindere tijden. We moeten er in een slechte periode ook niet altijd in slagen goed te spelen, als we maar de punten pakken. We deden al mooie dingen en staan er goed voor, maar alleen de eindstand telt. Het eerste jaar verloren we slechts twee wedstrijden, haalden we 78 punten, maar was er een team met nóg meer punten. In de terugronde waren toen bij alle spitsen onbeschikbaar, vorig seizoen waren bijna alle verdedigers out. Dan neemt het tijd om nieuwe spelers te vinden. En als die niet meteen honderd procent slagen, voelen ze zich niet op hun gemak. Vooral dát is wat er de voorgaande jaren is gebeurd. Misschien zal het ons dit seizoen helpen dat het verschil tussen zij die spelen en zij die hen concurrentie moeten aandoen, niet zo groot meer is.”

Zou het ook kunnen dat het pressievoetbal dat Trond Sollied voorstaat danig fysiek en mentaal veeleisend, belàstend is dat een terugval bijna onvermijdelijk is eens de frisheid wat minder is en de velden zwaarder worden ? “Neen”, meent Sollied. “Wij proberen juist zoveel mogelijk kracht te sparen, zo economisch mogelijk te voetballen. We proberen de bal te controleren, we zetten druk op verschillende hoogtes, maar trachten de bal toch zo hoog mogelijk te recupereren. Zwaarder is het als je telkens terugloopt tot aan je eigen zestien meter, dan moet je om in de zestien van de tegenstander te komen iedere keer het hele veld oversteken.”

Blijft het risico op interne verdeeldheid en wrevel, eens er wat teveel punten worden gelaten. Zie vorig seizoen. “De familie waar iedereen altijd even gelukkig is, bestaat niet op aarde. En hoe groter de familie, hoe logischer…”, filosofeert Sollied. “Maar we moeten niet bang zijn, want voor alles zijn er oplossingen. Voor mij is dit een fantastische groep, sommige situaties zijn gecreëerd door de pers. Ik zeg ook tegen de spelers : weet dat je ook met de pers moet leven, dat de pers fouten kan maken en vooral dat de pers moet verkopen, want de pers is een commercieel ding. Ik weet ook : geen rook zonder vuur, maar de pers kan het vuur wel veel groter maken dan het werkelijk is. De pers leeft met de club, logeert tijdens de Champions League zelfs in hetzelfde hotel. Wij proberen ons normaal te gedragen, omdat iedereen, ook de pers, er een goeie tijd zou hebben. Maar we zijn natuurlijk niet altijd zo gelukkig met wat er geschreven wordt. Soms geloof ik echt mijn ogen niet. Maar ik denk dat de spelers uit ervaring steeds professioneler omgaan met de pers. Dat kan een pluspunt zijn.”

Dan is er ook nog de toekomst van de trainer die voor wat beroering kan zorgen. Het contract van Trond Sollied loopt dit seizoen af en Antoine Vanhove wil eind december al duidelijkheid. “We zijn overeengekomen dat we elkaar eind november, begin december ontmoeten”, aldus Sollied. “Ik zie dat veel mensen gehaast zijn, maar ik ben het niet. Het kan best zijn dat ik blijf, want ik heb hier een goed gevoel en ik zie dat er nog meer mogelijk is. Maar het kan ook zijn dat ik niet blijf.

“Nu weet ik nog niet of ik zal blijven. Dat heeft te maken met timing. Ik hou alles open. Als ik vertrek, zal het zijn voor een uitdaging die mij aanspreekt. Sedert ik in Brugge ben, heb ik altijd aanbiedingen gehad, maar ik liet het nooit verder komen dan ‘neen’ te zeggen. Vanhove en ik hebben een gentlemen’s agreement. Ik zal niet voor een andere club tekenen vóór ik met alles klaar ben bij Club Brugge. Raken ik en de club het eens, dan kunnen we tekenen; raken we het niet eens, dan moet de club voor zichzelf beslissen en ik voor mijzelf – zoals in iedere normale job.”

door Christian Vandenabeele

‘Ik zal niet voor een andere club tekenen voor ik met alles klaar ben bij Club Brugge.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content