Aanvankelijk kende Club Brugge grote problemen met de balans in het elftal, maar de voorbije weken won het aan stabiliteit. Een gesprek met de nieuwe verbindingsman, verdedigende middenvelder en viceaanvoerder, de Deense international Niki Zimling.

Nooit eerder in zijn loopbaan speelde hij zo veel wedstrijden in zo’n korte tijd. Van de schoonheid van Brugge zag hij daardoor tot nu toe vooral het interieur van zijn appartement in het stadscentrum, merkt hij met een glimlach op. “Ik sta op, ga trainen, kom thuis, slaap een beetje, mijn vriendin bereidt het avondmaal, we eten, kijken wat televisie en kruipen in bed: zo ongeveer leef ik momenteel.” Niki Zimling is 26, Deens international, een verdedigende middenvelder die vooropgaat in de strijd en een slechte verliezer. “Een leiderstype,” verklaarde aanvoerder Carl Hoefkens onlangs in Sport/Voetbalmagazine over hem, “maar nog niet zoals hij dat zelf zou willen.” Hij las het niet, zegt hij, maar hij weet ongetwijfeld wat er bedoeld wordt. Het is opletten als je ergens binnenkomt waar het predicaat van ‘nieuwe leider’ je is voorafgegaan. “Natuurlijk moet je veel dingen leren als je bij een andere club aankomt”, reageert hij. “Dat is normaal. In de kleedkamer spreek ik niet zo vaak, ik zie niet in waarom ik dat zou moeten doen. Maar op het veld trek ik wél mijn mond open, daar ben ik op gefocust.”

Professionaliteit

Toen je bij Club Brugge een vierjarig contract tekende, zei je dat het nieuwe project je aansprak, de doorgedreven professionalisering, het optimaliseren van kleine dingen die het verschil kunnen maken en de ambitie om naar een hoger niveau te evolueren. Haalde je al voordeel uit het Personal Performance Centre?

“Ik spreek vaak met Rudy, de psycholoog, minstens een keer per week.”

Over woedebeheersing ongetwijfeld.

( lacht) “Over mezelf, over mijn rol, over communicatie en over meer leiderschap opnemen. Het helpt mij om mijn taak in het team te vervullen. Hij reikt mij kennis en methodes aan om andere spelers te benaderen en – indien in het ploegbelang nodig – aan te pakken. Op mijn positie is dat heel belangrijk. In Denemarken werkte ik ook ooit eens met een psycholoog, toen ik bij Esbjerg een downperiode kende, maar ik moest twee uur rijden om hem te kunnen ontmoeten en ben er daarom snel mee gestopt.”

Wat leerde de psycholoog bij Club Brugge jou precies?

“Hoe ik de verschillende persoonlijkheden moet benaderen zodat ze weer bij de zaak zijn. Want dat kan gevaarlijk zijn.” ( lacht)

Omdat jij het doorgaans op een harde manier doet?

“Ja, en dat is niet altijd goed. Soms werkt het, maar soms werkt het niet en dan zet je een stap terug en kom je tot het inzicht dat die persoon een andere benadering behoeft. Dan compenseer je en tracht je de beste manier te vinden. Sommige mensen zijn gevoeliger en dan moet je het anders aanpakken, en het is belangrijk om te weten wie in een groep de gevoeligen zijn. De psycholoog hielp mij daar al veel bij en dat is de reden waarom ik zo veel met hem spreek. Als je uit iedereen het beste wilt krijgen, moet je accepteren en respecteren dat niet iedereen gelijk is. Ieder heeft zijn eigen manier van voelen, denken en doen en het is belangrijk dat je leert de juiste toetsen in te drukken om iemand te bevrijden en te laten presteren. Het komt eropaan iemand te coachen op de wijze die het beste resultaat oplevert. Maar het is natuurlijk ook niet gemakkelijk om bij mezelf dingen te veranderen.” ( lacht)

Algemeen manager Vincent Mannaert zei onlangs in ‘Het Laatste Nieuws’ dat ‘de waarden aantonen dat alle spelers er op atletisch vlak op vooruit zijn gegaan’ sinds het begin van het seizoen. Waaruit blijkt die progressie bij jou?

“Ik kan mijn rol in het team beter vervullen dan in het begin en dat is ook progressie. Ik ben rustiger geworden en voel mij meer op mijn gemak. Dat is voor mij de grootste verandering. Op fysiek vlak zijn er geen problemen. Er is een goede dialoog met de dokters, met fysiektrainer Joost ( Desender, nvdr) en met Siebe ( Hannoset, PPC-coach, nvdr). Je luistert naar je lichaam, zegt hoe je je voelt en zij maken het beste programma voor je. In het begin is het altijd moeilijk, dat was bij NEC ook zo. Maar iedere wedstrijd word je beter, als team en als individu en dat is hier ook zo.”

Ploeg

Als enige verdedigende middenvelder in een nieuwe ploeg met heel veel spelers met een grote offensieve dadendrang kom je weleens tegen overmacht te staan. Is dat niet frustrerend?

“Soms is dat moeilijk, als je er niet de volledige controle over hebt, maar daar staat tegenover dat we over zo veel offensieve kwaliteiten beschikken. Nooit eerder speelde ik in een team dat zo veel kansen creëert; en we scoren ook elke wedstrijd ( behalve in Qarabag, nvdr), dus dat is positief. Frustrerend is het alleen als wij onze kansen onvoldoende benutten en de tegenstander de zijne wel omzet.”

Van 0-3 naar 3-3: wat gebeurde er op de tweede speeldag in Sint-Truiden?

“Als je 0-3 voorstaat bij de rust, denk je: heel goed gedaan, misschien sparen we ons nu best wat voor de volgende wedstrijd. We leerden daar dat het niet mogelijk is, dat je negentig minuten moet blijven doorgaan en niet zomaar op cruisecontrol voort kunt spelen. We speelden een verbazingwekkende eerste helft, dat was van het beste voetbal ooit, maar daarna bereikten we de bodem. Ik denk dat het nooit nog zal gebeuren. Nu zijn we echt gefocust, zullen we het niet meer te gemakkelijk opnemen en ons zo laten gaan.”

Hoe voelde jij je na die wedstrijd?

“Slecht. Ik beëindigde die wedstrijd trouwens ook nog eens met twee beschadigde tanden, het gevolg van een elleboogstoot van die grote spits die op het einde inviel ( Ondrej Smetana, nvdr). Om halfdrie ’s nachts zat ik bij de tandarts. Toen ik eindelijk thuis kwam, kon ik niet slapen, want telkens ik mijn ogen sloot, zag ik die tegengoals terug; en om negen uur moest ik alweer weg voor de nationale ploeg.”

In de korte interviews die je daarna gaf, sloeg je spijkers met koppen: je zei dat er nood was aan meer duidelijkheid, aan meer scherpte, aan meer duelkracht, aan meer intelligentie en aan meer professionaliteit.

“Maar tegen Lokeren spelen we ook niet onze beste wedstrijd maar winnen we wel. Dat was al een teken dat we op de juiste weg waren. Altijd goed presteren is niet mogelijk als je zo veel wedstrijden moet spelen. Maar als je dan toch wint, ben je een sterk team. Anders lukt je dat niet. Met zo’n druk programma kan je amper trainen en dan is de mentaliteit waarmee je elke wedstrijd benadert van nog groter belang.”

Sindsdien zagen we je nog weleens verdrinken in een zee van ruimte, hoor.

“Naar mijn gevoel gebeurde het niet meer op dezelfde manier als in Sint-Truiden. Ik leerde om te beginnen van de fouten die ik daar zelf maakte en probeer beter de balans te behouden. Er zijn in wedstrijden altijd periodes waarin het moeilijk is, dat moet je je realiseren en dat moet je respecteren; en dan is het belangrijkste dat je daar als ploeg samen aan werkt. Ik vind: het gaat al veel beter. We zijn een team in ontwikkeling en ik denk echt dat we een sterk team zullen worden.”

Na Lokeren-Club Brugge zei Lokerentrainer Peter Maes op ‘Sporting Telenet’: ‘Als Zimling mee doorschuift, ligt er heel veel ruimte.’

“Bij ons eerste doelpunt daar verover ik op die manier de bal in een duel met Leko, speel ik die door naar Vadis en boemboem: 0-1. Dat was hoge pressing. Misschien zegt de trainer van Lokeren dat als ik hoog press er ruimte in mijn rug valt, maar als onze verdediging aansluit, valt er géén ruimte.”

Waarom gebeurt het dan niet? Met Ryan Donk en Michael Almebäck beschikken jullie nochtans over twee snelle centrale verdedigers die met veel ruimte in de rug kunnen spelen.

“Het gaat altijd om balans. Of we nu hoog pressen of laag verdedigen: als we het beste uit dit team willen halen, dan moeten we ervoor zorgen dat de linies met elkaar verbonden zijn.”

Waarom is het zo moeilijk om compact te spelen?

“Omdat daarvoor elf spelers op elk moment op dezelfde manier moeten denken. Dat is voor geen enkel team gemakkelijk en zeker niet voor een nieuw team dat dominant wil zijn.”

Positie

Maakt de doorgaans offensieve bezetting centraal op het middenveld met een defensieve en twee offensieve middenvelders Club Brugge soms niet kwetsbaar?

“Het komt eropaan de beste manier te vinden voor het team én het individu en ik denk dat het dit systeem is en dat we dat zullen blijven spelen. We beschikken over grote offensieve kwaliteiten waarmee we het verschil kunnen maken, maar zonder verdediging kan je natuurlijk niet aanvallen.”

In de omschakeling gebeurt het wel- eens dat er vijf spelers ineens uitgeschakeld zijn, drie spitsen en twee offensieve middenvelders; en soms ook nog een van de backs.

“Ik denk dat we op de goede weg zijn. Tegen Lokeren redt Víctor ( Vázquez, nvdr) een bal voor onze doellijn kort nadat hij aan de overkant een hoekschop had getrapt. We schakelen al beter om. Soms passen we de bezetting trouwens ook een beetje aan: tegen Zulte Waregem stond Vadis in de tweede helft naast mij en ook tegen Anderlecht deden we het iets anders. De balans wordt beter en ik hoop dat ze nog zal verbeteren.”

Prijs

Thuis tegen titelconcurrent Anderlecht lieten jullie wel een bleke indruk.

“Het was niet goed van onze kant, maar we zullen zien wat het wordt als we begin volgend jaar bij hen moeten gaan spelen.”

Wat vond je van Anderlecht?

“Het is een heel goed team, maar ik denk dat wij dat stilaan ook zijn.”

Voel je in dit team de capaciteit om prijzen te winnen?

“We evolueren in die richting, maar dit is nog maar het begin. Het doel dit seizoen is bij de eerste drie te eindigen, omdat we een nieuw team zijn en alles moeten opbouwen. Ik denk dat we vanaf volgend seizoen een ander verhaal zullen horen.”

Vólgend seizoen pas? Jullie doen nu al mee bovenaan, zijn de enige ongeslagen ploeg in de Jupiler Pro League, staan eerste in poule H van de Europa League en voorzitter Bart Verhaeghe liet onlangs in de media verstaan dat de ploeg in de wintertransferperiode versterkt zal worden.

“Iederéén wil het liefst dit seizoen al kampioen worden. Wie het anders zegt, liegt. Iedere wedstrijd voetballen we met de wil om te winnen en die is groot. Als we de linies samen kunnen houden, dan maken we een goede kans om al in deze competitie ver te komen. Op ons topniveau zijn we heel sterk. We beschikken over veel individuele kwaliteiten, in offensief én in defensief opzicht, maar we moeten ons realiseren dat iedereen het team nodig heeft om op zijn best te zijn. De laatste tijd tonen we meer stabiliteit en dat is voor ons een grote stap vooruit. We geloven in onszelf, zijn professioneel, werken elke dag hard, leren uit de wedstrijden die we spelen en worden zo steeds sterker.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN IMAGEGLOBE

“Nooit eerder speelde ik in een team dat zo veel kansen creëert.”

“We leerden dat je niet op cruisecontrol kunt voetballen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content