Twee broers uit het Antwerpse, ‘zonen van’ ook, spelen allebei in de metropool. Kristof Snelders doet dat bij Germinal Beerschot, Philippe bij aartsrivaal Antwerp. Maar, geen probleem, want ‘ze zien elkaar toch zo graag.’

Als volleerde acteurs of modellen poseren Kristof en Philippe Snelders tijdens de fotosessie. Het lijken wel de Pfaffs. Of, zoals ‘mama Snelders’ zegt : “Net hun vader.”

Kristof (20) speelt bij Germinal Beerschot, zijn jongere broer Philippe (18) zit in de kern van Antwerp. Zondag maken die twee ploegen uit wie de ploeg van ’t Stad is. De Snelders voelen dat het leeft bij de supporters, maar liggen er zelf niet wakker van.

Jullie zijn nu allebei profvoetballer, in de voetsporen getreden van jullie vader. Een droom die werkelijkheid wordt ?

Kristof en Philippe Snelders ( in koor) : Zeker en vast.

Kristof : Van jongsaf nam voetbal een belangrijke plaats in ons leven in. We zagen ons vader bezig als voetballer en dachten : waar hij staat, willen we ook ooit staan. Ik heb die droom op dit moment al enigszins gerealiseerd en Philippe misschien binnenkort ook.

Jullie kenden jullie opleiding bij Germinal Ekeren. Tevreden daarover ?

Philippe : Toch wel. Er heerste een heel gemoedelijke sfeer. Iedereen kende iedereen, de ouders, de trainers.

Kristof : Het ging er allemaal een beetje speels aan toe. Toen ik bij Feyenoord terechtkwam, zette ik wel grote ogen op. Er bestond een serieus niveauverschil tussen Nederland en België, en dan zeker Ekeren, dat nog niet lang in eerste klasse speelde en waar de jeugdopleiding nog niet zo ver stond. Je amuseren en een wedstrijdje spelen, daar ging het hoofdzakelijk om. Als ik dan nu zie dat de jongeren bij GBA trainen op kaatsen, vijf tegen vijf, man-meersitutaties, dan merk ik een positieve evolutie. Maar dat neemt niet weg dat we het bij Ekeren enorm naar onze zin hadden.

Iedereen is hier vol lof over de Nederlandse voetbalopleidingen en door de ontbolstering van Thomas Buffel is het opnieuw een heel actueel thema. Jij hebt er blijkbaar geen al te beste herinneringen aan, Kristof, want je vertrok er al na een jaar ?

Kristof : Er werd heel professioneel gewerkt en de accommodatie vormde in vergelijking met die in Ekeren een verschil van dag en nacht. Maar ik heb bij Feyenoord ook andere zaken meegemaakt, in de negatieve zin dan. De mentaliteit van veel spelers deugde totaal niet. Ze dachten dat ze thuishoorden in de eerste ploeg van Barcelona, zulke zaken, weet je. En dat werd allemaal getolereerd. Technisch en tactisch leerde ik veel bij in Nederland, maar de manier waarop ze omgingen met de jeugdspelers liet dikwijls te wensen over.

Jullie vader heeft jullie natuurlijk van heel dichtbij gevolgd. Was/is hij kritisch ?

Philippe : Hij zegt altijd : als je alleen de goeie dingen benadrukt, kan je niet beter worden. Ik vind wel dat hij Kristof kritischer benadert dan mij. Hoe dat komt ? Qua karakter gelijk ik vrij sterk op mijn vader, misschien daarom. Ik betrap er mezelf af en toe op dat ik mijn kop laat hangen. Mijn vader heeft dat ook wel eens, Kristof helemaal niet.

Kristof : Het gebeurde dat hij enorm stond te roepen en te tieren langs de kant. Toen vond ik dat echt erg, ik stapte soms met de tranen in de ogen van het veld.

Philippe : Nu toont hij meer begrip. Hij weet ook dat er veel sneller wordt gespeeld, wat het er uiteraard niet gemakkelijker op maakt.

Kristof : Pas later zie je de positieve kant van die kritiek, besef je dat je er alleen maar een betere voetballer van kunt worden. Ook nu nog houdt hij na elke wedstrijd die we spelen een analyse, wijst hij ons op een aantal zaken die we fout deden.

Heeft hij vaak gelijk ?

Kristof : Ik moet toegeven dat ik het bijna altijd eens ben met zijn opmerkingen.

Philippe : En als dat niet het geval is, legt hij het op een andere manier uit, waardoor je op den duur zegt : misschien klopt het toch wat hij zegt. Hij krijgt graag zijn gelijk, hé ( grijnst). Maar hij kent natuurlijk wel het beste onze kwaliteiten en gebreken.

Kennen jullie ook elkaars kwaliteiten en gebreken ? Wat zijn de sterke punten van Philippe ?

Kristof : Philippe heeft een heel goeie fysiek. Hij kan heel veel afstand afleggen, zowel met bal als zonder. Wat zijn nog zo je sterke punten, Philippe ?

Philippe : Dat zal het zowat zijn, zeker ( lacht).

Kristof : Nee, nee. Ook technisch kan hij behoorlijk uit de voeten.

En als persoon ?

Kristof : Daarover kan ik kort zijn. Philippe is een superjongen. We kunnen uitstekend met elkaar opschieten. Ik kan me geen betere broer voorstellen, hij is mijn beste vriend.

Philippe : Lief, hé.

( Algemeen gelach)

Mama Snelders ( vanop de achtergrond) : Ze zien elkaar toch zo graag.

Philippe : Het is elk geval al heel lang geleden – wel tien jaar, denk ik – dat we nog eens ruzie gemaakt hebben. We zijn complementair, laat het me zo stellen.

Heb jij ook nog wat complimenten in huis voor je broer, Philippe ?

Philippe : Op voetbalgebied bewonder ik vooral zijn neus voor doelpunten. Nu hij op de rechterflank speelt, wordt dat – hoe zal ik zeggen – een beetje buitenspel gezet. Maar hij heeft ook een zuivere passing en is heel snel. Hij zal altijd zijn kleine gestalte tegen hebben, maar hij compenseert dat met zijn kracht, want op dat gebied boekte hij de laatste tijd veel vooruitgang.

Heb je veel nadeel ondervonden van je kleine gestalte, Kristof ?

Kristof : Ik ben altijd heel klein geweest en was vroeger wel bang dat het gebrek aan lengte een struikelblok zou vormen om het als voetballer waar te maken. Maar ik ondervind er eigenlijk weinig last van. Een kopbalduel zal ik zelden winnen, maar door te anticiperen en op de juiste plaats op te duiken, kan ik ook met het hoofd scoren.

Philippe : Vroeger was het wel frappant, vroegen de mensen zich af : wat doet dat kleine mannetje daartussen ? Maar vanuit de tribune valt het eigenlijk niet zo op.

Je broer is altijd als de betere voetballer bestempeld. Ben je nooit jaloers ?

Philippe : Ik begrijp dat veel mensen zich dat afvragen, maar, nee, nooit. Ik ben altijd fier geweest op de prestaties van mijn grote broer.

Kristof stelde het al eerder in interviews : ‘Philippe is mijn grootste supporter.’

Kristof : En ik ben ook zijn grootste supporter.

Philippe, je combineert het voetbal met je studies rechten aan de Antwerpse Universiteit. Denk je dat die combinatie vol te houden is ?

Philippe : Ik besef dat ik niet de gemakkelijkste weg bewandel, mar ik wil toch een definitieve keuze voor een van de twee zo lang mogelijk uitstellen. Ik vind het wel bijzonder knap van Antwerp dat ze een jonge gast als ik een contract aanbieden én de tijd geven om te studeren. Ik train maar een keer per dag, waardoor ik nagenoeg alle lessen kan volgen. Chapeau voor Antwerp, want ik vermoed dat er weinig Belgische clubs die faciliteiten bieden.

Jij hebt ook de combinatie profvoetbal en hogeschoolstudies geprobeerd, Kristof.

Kristof : Ik heb ook de fase doorgemaakt die Philippe nu doormaakt, dat wil zeggen : in de A-kern zitten, maar nog niet doorgebroken. Op een bepaald moment móest ik de keuze maken en ik heb dan resoluut voor het voetbal geopteerd. Ik vond het eigenlijk wel spijtig, want als je zowel op het hoogste niveau kunt spelen als kunt studeren, heb je twee belangrijke troeven in de hand. Dan kan je eventueel nog dankzij je diploma later ergens aan de slag, mocht het niet lukken – al dan niet door onvoorziene omstandigheden als blessures of zo – om carrière te maken in het voetbal. Ik ben nu verplicht mijn ambities volledig in het voetbal te leggen.

Je raadt Philippe aan om zo lang mogelijk de twee te combineren ?

Kristof : Absoluut. Ik had het ook gedaan, mocht ik gekund hebben. Maar voetbal verreist honderd procent concentratie en ook studeren vergt honderd procent concentratie. Ik kon het niet opbrengen voor de twee samen. Kan Philippe dat wel, raad ik hem aan om dat te doen.

Het maakt wel dat je nauwelijks nog tijd hebt voor andere dingen, veronderstel ik ?

Philippe : Klopt.

Kristof : ( grijnst).

Geen vriendinnetje ?

Philippe : Ah, ja. Zo bedoel je. Ik heb wel een vriendin. Ze studeert rechten. Dat is wel makkelijk, als ik eens een les mis, kan ik bij haar de notities opvragen.

Kristof : Voilà, op zo iemand kon ik niet rekenen, se. Dáárom dat de studies te zwaar waren voor mij.

( Algemeen gelach).

‘Ik ben het type van de eeuwige vrijgezel’, zei je in Humo vorig jaar.

Kristof : Eeuwige vrijgezel, ja ( lacht). Dat is ook zo’n uitspraak die je met een korrel zout moet nemen. Op dit moment heb ik geen vriendin en kan ik me volledig op het voetbal richten. Ik voel me gelukkig zo.

Jij hebt meer tijd voor hobby’s ?

Kristof : Ja, vooral muziek beluisteren – niet één genre in het bijzonder, zowat vanalles – en vissen.

Philippe : ( lacht).

Je lacht, Philippe ?

Philippe : Nee…Vissen… Dat is precies zo…

Voor ‘oude mannen’ ?

Kristof : Nee, hoor. Dat is heel ontspannend. Als we er eens tussen uit kunnen, ga ik samen met Boldiszar Bodor, m’n ploegmaat bij GBA, naar de Ardennen om te vissen. Heel gezellig.

Heren, dit weekend staat de Antwerpse derby op het programma. Kriebelt het al ?

Kristof : Het leeft enorm in Antwerpen, elk jaar opnieuw. Maar bij onszelf…

Philippe : …We hebben voordien nooit een band gehad met Antwerp of Beerschot.

Kristof : We zijn opgegroeid in het Veltwijckpark van het kleine gezellige Ekeren.

En dat is nu ‘het grote’ GBA geworden ?

Kristof : Ja ( lacht). Nee, serieus. Bij Germinal Ekeren kenden we het derbygevoel niet echt. Nu merken we dat het, vooral bij de supporters, heel belangrijk is om die wedstrijd te winnen.

Twee broers, de ene die voor Beerschot voetbalt, de andere voor Antwerp. Krijgen jullie daar veel commentaar op ?

Kristof : Geregeld. De supporters begrijpen niet dat mijn broer voor die ploeg gekozen heeft.

Philippe : Ze vinden het zelfs vreemd dat wij samen kunnen leven. ‘Maken jullie daar nooit ruzie over’, vragen ze dan. De rivaliteit zit duidelijk diep, maar wij maken ons er niet druk over.

Jennen jullie elkaar dan nooit ?

Kristof en Philippe ( in koor) : Nee, zelfs dat niet ( lachen).

Voor aanvang van het seizoen lazen we in de ‘Gazet van Antwerpen’ een uitspraak van jou, Kristof : ‘Als Antwerp me ooit een beter voorstel doet, ga ik gewoon op de Bosuil spelen.’

Kristof : Dat was een bijzonder ongelukkig interview…

Philippe : Ja, die uitspraak werd volledig uit z’n context getrokken.

Kristof : Ik wou alleen maar zeggen dat als ik bij Germinal Beerschot zou moeten vertrekken en geen ander voorstel zou krijgen, ik het é-vén-tú-éél zou overwegen om naar Antwerp over te stappen. Als je dan de dag na dat interview de krant openslaat, ben je daar toch even niet goed van.

De supporters ‘op je dak gekregen’ ?

Kristof : Ze waren niet tevreden en lieten hun ongenoegen ook blijken, maar gelukkig heb ik nog kunnen zalven door mijn verontschuldigingen aan te bieden en te vertellen dat ik het niet op die manier bedoeld had.

Philippe : Dat laatste vind ik nog het belangrijkste argument. De supporters zijn al erg prikkelbaar als het over de derby gaat. In die zin beseffen wij dat we niet extra tegen hun kar moeten rijden door te verkondigen dat we naar de rivaliserende ploeg trekken.

Jij mocht niet blijven op het moment van de fusie tussen Germinal Ekeren en Beerschot. Is daar iets van blijven hangen ? Een gewrongen gevoel ? Revanchegevoelens, misschien ?

Philippe : Revanchegevoelens hoegenaamd niet. Maar ik zal wel zoiets hebben dat ik me wil bewijzen in een wedstrijd tegen Germinal Beerschot.

door Roel Van den broeck

‘De supporters begrijpen niet dat mijn broer voor die ploeg gekozen heeft.’ (Kristof Snelders)

‘Ze vinden het zelfs vreemd dat wij samen kunnen leven.’ (Philippe Snelders)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content