Terwijl de onbenutte A- en B-kansen zich in de notities van Trond Sollied opstapelen en

de tegendoelpunten iets te vlot vallen, kon AA Gent zich toch in de top van de rangschikking wentelen.

De supporter: Filip Raes Filip Raes, voorzitter van de supportersfederatie: “Aanvankelijk heerste er een beetje twijfel over Trond Sollied omdat zijn tweede passage bij Gent niet zó schitterend was geweest – hij maakte toen een beetje een gelaten indruk. Maar die twijfel is nu volledig weg, supporters dragen hem weer op handen en dat heeft te maken met de speelstijl. We zien altijd aanvallend voetbal en je kan er zoals op STVV vanop aan dat we van een achterstand kunnen terugkomen. Dat zorgt bij de supporters voor een gevoel van gerustheid, want ze weten: het komt wel goed. Dat gevoel van rust, dat vertrouwen in een goede afloop was er vorig seizoen iets minder. Ook al waren de supporters tevreden over FranckyDury en het voetbal dat hij bracht tot aan de play-offs, nu creëren we toch meer kansen en scoren we geregeld.

“De supporters zijn heel tevreden over de transfers van Rafinha en Christian Brüls, hoor ik. Spelers die techniek combineren met veel inzet, zoals Brüls, daar houden we wel van. Op de links- en rechtsback staan al een paar jaar spelers die er niet echt boven uitsteken en ook al is het geen wereldspeler, Rafinha lijkt toch boven de middelmaat van de afgelopen seizoenen uit te komen. Als we nu nog een superlinksback zouden kunnen vinden, dan zijn we eruit. ( lacht) De titel is haalbaar, dat voel je wel, maar er wordt weinig over gesproken. We dromen nog niet. We zijn gematigder dan de voorzitter: met een plaats binnen de eerste vijf kunnen de supporters leven.

“Op dit moment is het genieten van het leuke voetbal en de rangschikking. Over de aanstaande beker- en competitieconfrontaties tegen Club Brugge, twee keer onze tegenstander in tien dagen, dáár wordt wel al over gesproken. ( grijnst) Club Brugge uitschakelen in de beker is onze eerste doelstelling. Dat blijft dé clash.”

De analist: Wim De Coninck

Wim De Coninck, doelman bij AA Gent van 1993 tot 1996, nu analist bij Telenet: “Ze zijn niet zo goed gestart, maar op een of andere manier is Sollied het soort trainer dat zich dat kan veroorloven en kan blijven zeggen dat hij een ploeg heeft om bovenin mee te doen. Wat elders een staatszaak is, passeert bij hem als een fait divers.

“Ze hebben flankspelers als geen ander met Ibrahima Conté, Yaya Soumahoro, Brüls, Yassine El Ghanassy en Petit-Pelé Mboyo. Brüls moet een van dé transfers gaan worden, terwijl je denkt dat ze zo iemand niet echt nodig hebben in hun brede kern. Maar misschien gaat El Ghanassy in de winter wel weg – ik weet het niet. Ze beschikken wel niet over iemand die achttien of twintig goals maakt. Elimane Coulibaly is blijkbaar de enige die onder Sollied een minder hoog niveau haalt dan vroeger. Je herkent niet echt meer het niveau van Kortrijk en zijn eerste seizoen bij Gent. Nochtans zou het systeem hem moeten liggen: onder Sollied is de diepste spits veelal de man die ze maakt – denk maar aan Bengt Sæternes, Rune Lange of Ole-Martin Årst.

Jesper Jørgensen en Tim Smolders halen als aanvallende middenvelders een hoog niveau in de driehoek op het middenveld. Jørgensen haalt rendement en Smolders verrast omdat hij in Gent al als passé werd beschouwd. Ze zijn wel wat afhankelijk van de fitheid van Bernd Thijs, die met een aangepast trainingsschema misschien toch wel veel wedstrijden zal spelen.

“Alleen achteraan zitten er nog wat angels. ( lachje) Ze hebben daar geweldige atleten met Alpha Ba en Valery Nahayo, maar het lijkt mij bij hen allemaal zo wild. Ballen wegtrappen in de tribune, schaarbewegingen in de zestien: ze moeten het Europees voetbal nog onder de knie krijgen. Hen samen opstellen is wat riskant, dus daarom hebben ze er Melli bij gehaald, denk ik, die présence toont en een goede aanvallende kopper blijkt. En met Rafinha hebben ze een aanvallende rechtsachter.

“Ook al nijpt het schoentje achteraan nog, ze gaan ervan uit dat ze er altijd wel één meer maken dan de tegenstander. Je krijgt veel aanvallend denkende spelers en daardoor ook een onevenwicht, waardoor de verdediging weleens aan haar lot wordt overgelaten. Nochtans zou het met internationals als Bojan Jorgacevic en Marko Suler en Melli, die op dat niveau heeft gespeeld in Spanje, in principe moeten staan als een blok.”

De oud-trainer: Jan Boskamp

Jan Boskamp, trainde AA Gent in 1997/98: “Ik heb nu drie wedstrijden van hen gezien en de eerste helft tegen Beerschot vond ik fantastisch. Toen dacht ik: oew, dit wordt een hele serieuze kandidaat! De linies lagen dicht bij elkaar, er werd hoog druk gezet, er was veel beweging en de afvallende bal was telkens voor hen. Die eerste helft was grote klasse, maar daarna viel het helemaal weg. Ik hoorde dat ze tegen Anderlecht en STVV met veel geblesseerden zaten, maar ze pakken toch te gemakkelijk tegengoals. Ik heb nu twee linksbacks aan het werk gezien ( Mario Baric en Matija Skarabot, nvdr) en dat viel niet mee. Kijk, als je zoals die Baric niet goed genoeg bent voor de rechtsachter, dan ben je het ook niet voor de linksachter, hoor. Hij ziet het te weinig. In de tweede helft haalden ze het dan toch nog weg op STVV, want Jørgensen heeft wel diepte in zijn spel, je ziet tegenwoordig nog heel weinig middenvelders die dat hebben.”

De oud-speler: Nordin Jbari

Nordin Jbari, spits bij AA Gent in 1996/97 en 2004/05, nu analist bij de Franstalige betaaltelevisie en AB3 voor de Europa League: “Al tweeënhalf jaar zeg ik dat ze met een betere verdediging Anderlecht pijn kunnen doen. Het tempo van hun transfers was wat dat betreft niet goed. Als je drie jaar wacht om iets te doen aan je verdediging, verlies je ondertussen je beste offensieve spelers. Ze hebben daar toch wat getreuzeld – al moet je ook naar het budget kijken uiteraard. Maar nu ze iets aan de verdediging hebben gedaan, vind ik dat hun middenveld wat minder is geworden. Het middenveld met MilosMaric en Randall Azofeifa vond ik beter. Azofeifa bracht er meer ‘spel’ in, zeker omdat hij wat meer van achteren uit zijn passes kon geven en Maric bracht positieve agressiviteit en krachtige dynamiek en impact, ook al ontregelde hij de tactiek een beetje door overal te lopen. Maar ze hadden toen, vond ik, het beste middenveld van België.

“Offensief zijn ze niet slecht, al heeft Coulibaly het wat moeilijker dan met een sterker middenveld. Het systeem – dat ze onder Michel Preud’homme en Dury in een iets andere vorm eigenlijk ook al speelden – is afmattend voor zijn positie, ook mentaal. Niet naar Standard kunnen gaan, veel duels moeten opvangen, klappen incasseren, altijd alert blijven, terwijl ze eigenlijk geen alternatief hebben om Coulibaly eens rust te gunnen: dat begint te wegen na een paar jaar.”

De speler: Tim Smolders

Tim Smolders, huidige vicekapitein: “Het geloof om te winnen is heel sterk aanwezig. Ik kan niet zeggen dat Sollied bij Club Brugge niet relaxed was, maar je voelt dat hij bekers en titels gewonnen heeft. Heel veel spelers voelen zich bevrijd doordat ze weer een kans gekregen hebben. Het is ook allemaal heel duidelijk: elke speler weet op elke positie wat hij moet doen, zonder daarmee de creativiteit van spelers te beknotten. Als het te moeilijk wordt, haken sommigen af en krijg je twee gedachten in de groep. Vorig jaar had je dat niet zozeer over het spelsysteem, maar door het feit dat je met verschillende karakters zat en op het eind niet meer won.

“In het aanvallende, zelf het spel maken en kansen afdwingen, daar liggen onze kwaliteiten. Maar naar het evenwicht tussen aanvallen en verdedigen zoeken we misschien nog wel wat. Door te spelen met dezelfde verdediging – we hebben al veel blessures en schorsingen moeten opvangen – zal er meer stabiliteit in de ploeg komen. We hebben tot nu toe 23 spelers gebruikt en dat is heel veel. Als we meer gaan samenspelen en leren beseffen wie wat kan en niet kan, gaan we daar onbewust rekening mee houden. Je kan natuurlijk niet elke keer vier keer scoren om te winnen en het is een zaak voor de hele ploeg: de aanvallers zijn de eerste verdedigers. Ik hoop dat we dat er meer en meer in krijgen. De omschakeling van balbezit naar balverlies is een werkpunt.

“De trainer zei vorige week nog: elke speler heeft in een wedstrijd een à anderhalve minuut de bal en daar kijken alle toeschouwers naar. Maar die andere 88 minuten zijn minstens even belangrijk – hoe je positie kiest – en daar wordt veel minder naar gekeken. Maar hij doet dat wel. Mijn hogere positie op het veld ligt mij veel beter. Vijftien, twintig meter hoger en niet meer op de zestien terug komen verdedigen, dat maakt dat je een pak frisser voor de goal komt.

“De meeste spelers zijn gebleven en ik heb het gevoel dat we door die ervaring sterker zijn dan vorig jaar. El Ghanassy bijvoorbeeld voetbalt bevrijd en daardoor kreeg hij ook een nieuw contract. Ik hoop ook dat hij dat bewust gaat meenemen en beseffen waaróm hij zo goed speelt. Omdat hij een man voorbijgaat, maar ook omdat hij aanspeelbaar is en daardoor iets heeft om op terug te vallen. Daar moet hij uit leren: dat hij een houvast heeft als zijn acties eens niet lukken en hij een wedstrijd uit kan spelen op een normaal niveau. Terwijl je hem in het verleden in dat geval een paar weken niet meer zag.

“Maar die extra ervaring levert natuurlijk nog niet de garantie op dat je kampioen wordt. Laat ons eerst maar Europees spelen en zien hoever we staan in de play-offs. Maar hoe meer we erbij gaan horen, hoe meer we moeten geloven in groeien ten opzichte van de vorige jaren.”

DOOR RAOUL DE GROOTE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Brüls moet een van dé transfers worden.” Wim De Coninck

“Ik hoop dat El Ghanassy gaat beseffen waaróm hij zo goed speelt.” Tim Smolders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content