Stilaan staat er weer iets in Anderlecht. Ouderdomsdeken Yves Vanderhaeghe over Bart Goor, Frank Vercauteren en Christian Wilhelmsson.

In het seizoen 2000/01 speelde Anderlecht zijn beste Champions- Leaguecampagne. Ook buiten het veld klikte het buitengewoon goed tussen de spelers. Niet zelden zag je een hele bende over de middag of na de training vrolijk samen in The Green Park, de taverne recht tegenover het stadion, lunchen of koffie drinken.

Met Bart Goor is een van de ‘bendeleden’ teruggekeerd. Herleven de mooie tijden ?

Yves Vanderhaeghe : “Het is toch een stukje sympathieker geworden. Bart is iemand die de kar trekt. Je babbelt wat meer, er is wat meer sociaal contact, er wordt al eens gelachen. We hadden iemand als hij nodig in deze kern. Een voorbeeld voor iedereen, op dat incident bij de nationale ploeg na. Wat hij daar deed ( spuwen naar een Spaanse tegenstander, nvdr), begrijpt hij zelf nog altijd niet.

“Maar of het terugkeert… ( denkt na) We zijn nu ook al enkele jaren samen met de jonge gasten. Dat creëert stilaan ook banden. Ik vind dat we momenteel qua sociale contacten echt wel ver gevorderd zijn. Tihinen, bijvoorbeeld, die praat tegen iedereen. Die is ook geïnteresseerd in hoe iemand in Afrika leeft, hoe ik van Roeselare kom… Bart slaat met iedereen een praatje. Hij een open en sociaal persoon, die weet wat je kunt bereiken met een groep. Hij is niet iemand die focust op zijn eigen prestatie. Daarom ook is hij zo’n ideale speler. Het kan hem weinig schelen of hij met zijn kop in de kranten staat. We winnen samen en we worden er allemaal beter van : daar gaat het voor hem om.”

Kan één man zo’n verschil maken ?

“Ik overdrijf het misschien, omdat zijn terugkeer mij persoonlijk een beter gevoel geeft. Bart is een rechtstreekse vriend. Het is natuurlijk een proces van jaren, niet iets dat gebeurt door één man. Deschacht, Vanden Borre, Kompany, Wilhelmsson : zij zijn er allemaal bijgekomen en stilaan klikt ook dat weer, ondanks de generatiekloof misschien. We raken geïnteresseerd in elkaar. Daardoor kan je ook elkaars werk appreciëren. In het begin ben je altijd wat terughoudend tegenover een nieuwe collega.

“Een speler die naar zijn club terugkeert, heeft het voordeel dat hij er mensen kent. Het was voor Bart een geruststelling dat hij direct weer bij mij op de kamer lag. Hij kende hier ook de trainers, want die waren er toen ook al. Verder kijkt hij de kat nog wat uit de boom. Ik verwacht dat hij naarmate het seizoen vordert, spelers meer op hun fouten en hun plichten zal wijzen. Voorlopig bewijst hij zijn waarde vooral op het veld. Dat typeert Bart : nooit veel blabla naast het veld, maar wel erop.”

Samengevat ?

“Twee zaken. Eén : Bart is op sociaal vlak een goeie voor heel de groep. Twee : deze groep is al enkele jaren samen en gunt elkaar iets. Ik gun Wilhelmsson een fantastische transfer, ik gun Jestrovic elk jaar zijn topschutterskroon, ik gun Vincent zijn absolute transfer, ik gun Tihinen een andere cultuur… Ik gun al die mannen iets waar ze beter van worden. Op dat vlak zijn we met iets goeds bezig.”

“Slavia heeft zaken die wij missen, zoals kracht in de duels, vaak zelfs op het randje. Ons talent komt pas optimaal tot zijn recht als wij fysiek even aanwezig zijn als de tegenstander.” (Frank Vercauteren na de 2-1 tegen Slavia Praag)

Goor kán op het randje spelen. Tegen- stander uitdagen, balletje wegtrappen, scheidsrechter bespelen…

Vanderhaeghe : “Bart kan dat, zeker. Tegen La Louvière speelde hij een match in de match, tegen Brahami. Die zocht hem, maar Bart is listig : Brahami pakte geel, hij niet. Tegen Praag tackelde hij ook voet vooruit nadat er vier, vijf fouten op hem waren begaan. Hij speelt dat goed. Meestal gaan wij uit van onze intrinsieke klasse. We maken te weinig subtiele foutjes. Ik denk dat ik het heb, Lorenzo ( Staelens, nvdr) en Glen ( De Boeck, nvdr) waren ook zo. Het is een stuk métier, je moet het aanvoelen. Ook de aanvallers moeten foutjes durven maken om de tegenaanval eruit te halen.

“Bart beseft ook dat je er in mindere momenten je kop voor moet leggen. Andere jongens pikken dat op. Hoe meer je er hebt, hoe beter. In een bepaalde periode hadden we dat, met De Boeck, Staelens, Van Diemen, Goor, Vanderhae-ghe, Koller, Dheedene, De Wilde, Radzinski… Allemaal gasten die aan mekaar klitten. Die wisten dat je elke wedstrijd weer van nul begint. Soms hebben we wat nonchalance in deze groep, maar erg is het niet. Je kunt ons zeker niet verwijten dat er daardoor al iets mis is gelopen.”

Wat is dus het effect-Goor op het veld ?

“Dat we er een slimme speler bij hebben. Iemand die heel goed weet wanneer hij rust in de ploeg moet houden, wanneer hij een bal weg moet schieten. Iemand met volume, met scorend vermogen ook. Een veelzijdige speler, wat de trainer ook al heeft aangehaald : hij kan vlot veranderen van systeem, zoals tegen Slavia Praag. Hij weet ook hoe hij om moet gaan met de pers, wat belangrijk is bij een club als Anderlecht waar elk gelijkspel een crisis is. Bart is altijd positief gestemd. Een grappenmaker ook, altijd in om iemand bij zijn pietje te hebben. Je bent maar beter op je hoede of je trapt in zijn humor.”

En wat is het effect-Vercauteren ?

“Hij heeft geprobeerd vanaf het eerste moment veel te praten en coaching te geven. Het wilde opnieuw uitgaan van zijn spelsysteem : diep spelen en kaatsen. Zoveel nieuwe spelers zijn er niet bijgekomen. We begonnen elkaar gewoon beter te vinden en er waaide een frisse wind. Dan zie je dat je weer meer uitgaat van je eigen spel. Voordien speelden we te vaak op het tempo van de tegenstander. Tegen Slavia kwamen we even in de problemen met het systeem, maar dan zegt hij : oké, mijn probleem, ik zal dat proberen op te lossen.

“Frankie staat voor duidelijkheid. Hij heeft een duidelijk omlijnde stijl van spelen en brengt een welomlijnde boodschap. Zijn trainingen staan meestal in het teken van de herhaling. Altijd maar herhalen wat hij van ons verlangt, niet variëren om te variëren. Ik vind dat heel goed. Hij is heel veeleisend. Zelfs al win je met 5-0 en 6-0, dan nog is niet alles perfect en moet je beter proberen te worden.”

Wat is die ‘duidelijk omlijnde stijl van spelen’ ?

“In een paar woorden : diep spelen, niet lateraal ; niet dribbelen als het niet moet ; bal laten gaan ; snelheid van denken en uitvoering ; man overslaan en kaatsen naar de derde man, de man die in steun komt. Allemaal principes waar ik helemaal achtersta. Het is veel simpeler voor mij om een bal van een voorspeler teruggespeeld te krijgen en het spel voor mij te hebben, dan dat ik de bal in de voet krijg en me nog helemaal moet omdraaien met een tegenstander in mijn rug. Verdediger speelt bal in op aanvaller, middenvelder komt in steun en stuurt bal andere kant op : dat is echt zijn stramien.

“Hij laat ook echt niks aan het toeval over. We hebben al geprobeerd variatie te brengen op de inworpen, en er wordt meer getraind op de vrije trappen. Hij sluit alles uit. Frankie is een controle- freak, heel zeker. Ook in de omgang met de pers. Spelers krijgen een stramien van wat ze mogen zeggen. Ik vind dat goed, want ook dat is een handelsmerk van de club. Wat in de monden van de spelers moest blijven, stond vroeger de volgende dag al in de kranten. Dat kan niet.

“Frankie is honderd procent een voetbalmens. Ik ben ook bezeten van voetbal, maar toch verbaast hij mij. In de bus is het constant voetbal, voetbal, voetbal, samen met Jacky ( Munaron, nvdr) en Glen. Ik denk dat Frankie wat dat betreft het ergste is wat ik al heb meegemaakt.”

“Wilhelmsson is een zwerver. Als hij van flank verandert, doet hij dat spontaan. Het wordt niet van hem gevraagd, maar als hij er plezier in heeft, schuwt hij geen meter. Maar hij mag niet overdrijven. Ik ben alleszins geen voorstander van die positiewissels.” (Yves Vanderhaeghe na Anderlecht û La Louvière)

“Wilhelmsson overdrijft soms.” (Frank Vercauteren na Anderlecht û La Louvière)

Bijna iedereen verwachtte tegen Praag Serhat of Mpenza op de bank. Dat het opnieuw Wilhelmsson werd, heeft jou waarschijnlijk niet verrast.

Vanderhaeghe : “Wilhelmsson is een zwerver. Ik vind : hoe groot je ook bent als speler, je bent nog beter als je het op dezelfde kant kan. Door van kant te veranderen, zaai je misschien verwarring bij de verdedigers, maar Serhat doet het ook door op zijn rechterkant te blijven. Hij blijft niet tegen de lijn staan wachten tot hij de bal krijgt, maar is de hele tijd in beweging : even naar binnen komen en weer naar buiten gaan. Ik vind dat we soms wat meer in positie moeten blijven. Tegen Bakoe mochten Goor en Wilhelmsson van positie wisselen, maar uiteindelijk liepen we te veel door elkaar waardoor we niet wisten : wie valt er nu uit naar rechts en wie naar links ? We hebben daar echt geen goeie partij gespeeld.”

Vercauteren predikt realisme. Op verplaatsing pakt hij het wel eens behoudender aan.

“De enige les die ik trek, is dat we ook op verplaatsing met dezelfde spelers en met dezelfde ingesteldheid op het veld moeten stappen. En dat is : die match winnen. Niet denken : we spelen op verplaatsing, het zal dus moeilijker zijn. Néén : Anderlecht gaat ervoor ! Wij zijn beter. Nu zijn we nog terughoudender op verplaatsing. Bij het uitvoetballen is er meer nervositeit. Bakoe is een slecht voorbeeld – het verschil was thuis al gemaakt – maar ik vind dat Anderlecht uit tegen ploegen als Cercle gewoon op hun helft moet gaan spelen, zoals we dat thuis tegen Slavia Praag ook doen. Kop omhoog, overzicht behouden en de bal bij de vrije man proberen te krijgen.”

Jan Hauspie

‘Frankie is een controlefreak. Hij laat niets aan het toeval over.’

‘We raken geïnteresseerd in elkaar. Daardoor kan je ook elkaars werk appreciëren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content