Cheikhou Kouyaté is net op tijd weer fit om Anderlecht nog belangrijke diensten te bewijzen in play-off 1. Met een half dozijn geblesseerden in het medische kabinet van de titelverdediger komen de loopkracht en het recuperatievermogen van de jonge middenvelder meer dan ooit als geroepen.

Hoewel de dubbele Europese confrontatie met Ajax op een ontgoocheling uitdraaide voor paars-wit, was er toch een lichtpuntje: Cheikhou Kouyaté (21) was zowel thuis als bij zijn invalbeurt in Amsterdam zowat de enige Anderlechtenaar op niveau. Na maanden haast anonieme afwezigheid wegens rugproblemen bewees de Senegalese stofzuiger opnieuw klaar te zijn voor de strijd. Met meer goesting en zelfvertrouwen dan ooit …

Cheikhou Kouyaté: “Het beloven intense play-offs te worden. Ik moet toegeven dat je daar als speler naar uitkijkt, er gaat een bepaalde nervositeit mee gepaard. ( glundert) Het worden tien topmatchen. Volgens mij zal de recuperatie doorslaggevend zijn. Iedereen begint enigszins vermoeid aan deze play-offs, de ploeg die het snelst recupereert, heeft een gigantisch voordeel. Dat was vorig seizoen onze sterkte en ook nu heb ik er veel vertrouwen in. Wij worden kampioen. ( lacht) Neen, schrap dat maar, want anders krijg ik van de coach op mijn donder.”

De situatie is wel helemaal anders dan vorig seizoen, toen begon Anderlecht met een straatlengte voorsprong aan play-off 1. Dat is nu allesbehalve het geval. Is de rest sterker geworden of Anderlecht zwakker?

“De andere ploegen komen alleszins sterker voor de dag. Anderzijds hebben wij niet het geluk aan onze zijde. Vorig seizoen scoorden we dikwijls al in de eerste twintig minuten, waardoor we de wedstrijd naar onze hand konden zetten. Dat lukt ons dit seizoen zelden, ondanks de kansen die we toch telkens bijeen voetballen. Daardoor spelen we dikwijls onder druk. Dat je dan elke wedstrijd opgewacht wordt door een tegenstander die een muur optrekt, maakt het er niet makkelijker op.”

Nog een verschil met vorig seizoen: Anderlecht liet nu vooral punten liggen tegen de zogeheten kleinere ploegen. Westerlo, Eupen, Lierse, Charleroi …

“Dat klopt, dat zijn punten die we vorig jaar niet lieten liggen. Zelfs al speelden we toen ook niet altijd top, toch scoorden we daar. Nu niet. In de topwedstrijden hebben we echter getoond dat dit team nog voldoende kwaliteiten bezit.”

Scheldtirades

Mbark Boussoufa is weg, moet Anderlecht anders leren voetballen?

Bous was iemand die op elk moment een beslissende actie kon maken. Een groot verlies voor onze ploeg. Maar als Matí Suárez en Jonathan Legear weer fit zijn, zal je zien dat dit Anderlecht niet uitgezongen is. Daar heb ik het volste vertrouwen in. Wacht maar af. Wij zijn nog altijd heel hongerig.”

Nochtans is dat net het verwijt dat deze groep krijgt: de honger is verdwenen.

“Niet akkoord. Elke topspeler zal beamen: succes genereert succes. Eens je van een titel geproefd hebt, wil je die euforie nog vaker voelen.”

Wie kan de rol van Boussoufa overnemen?

“De jongens die dat kunnen, weten dat zelf wel. Ik ga daar in de media geen namen op plakken. Weet je, volgens mij zal … ( stopt zijn zin plots) Nee, dat ga ik niet hardop zeggen. Ik wil gewoon zeggen: deze ploeg heeft nog genoeg jongens die het verschil kunnen maken.”

“Dat is zo. Vooral in de wedstrijden dat Lucas (Biglia) er niet bij liep, kwam Bous vaak heel laag de bal opvragen. Met Lucas erbij, bleef Bous makkelijker op zijn positie.”

Zonder Boussoufa heb jij wellicht meer vrijheid om box-to-box te spelen.

“Dat was mét Boussoufa ook het geval, hoor. Je wist dat hij gemakkelijk een bal voor doel bracht. Tegelijkertijd wist Bous dat ik gemakkelijk opdook in het strafschopgebied, dat was een goede wisselwerking.”

Zou je hetzelfde gedaan hebben in zijn plaats en kiezen voor Russische roebels?

“Ik denk het wel. In België had hij niets meer te winnen, als er dan zo’n superbod komt … Bijna elke profvoetballer zou daarop ingaan. Zij die zeggen van niet, doen dat enkel omdat ze nooit in zo’n situatie hebben gezeten.”

Boussoufa sprak veel met jou. Voor de wedstrijd tegen Genk, zijn laatste wedstrijd, nam hij jou tijdens de opwarming apart en voerde een geanimeerde discussie. Waar ging dat over?

“Hetzelfde als altijd. Meestal zei hij gewoon dat ik meteen naar hem moet zoeken als ik de bal veroverd had en dat ik niet moest proberen zelf een assist te geven. ( lacht) Als ik de bal niet aan hem gaf, kreeg ik gegarandeerd enkele scheldtirades naar mijn hoofd. Boussoufa is een echte leider, iemand die graag motiveert en coacht. Dat is een kwaliteit, ik vond dat zeker geen last.”

Yves Vanderhaeghe, ex-Anderlecht en de hulptrainer met wie je bij KV Kortrijk samenwerkte, vertelde dat je het type speler bent dat een leidende figuur naast zich nodig heeft.

“Dat denk ik ook. Lucas naast mij maakt mijn taak makkelijker. Hij drukt me op het hart dat ik altijd eerst in mijn rug moet kijken, zowel met als zonder bal. Wanneer Lucas achter mij staat, coacht hij me en roept hij: vas-y, Cheikhou, tu peux aller! Tom De Sutter is nog zo iemand die veel met me praat. Hij herhaalt dikwijls dat ik meer mijn mond moet opendoen en ploegmaats moet verwittigen wanneer er iemand in hun rug staat.”

Kan Tom De Sutter de revelatie worden van de play-offs?

“Zeker. Op training maakt hij de meest fantastische doelpunten, aannemen met rechts en meteen knallen met links. Ik vind hem een schitterende speler, iemand die een ploeg beter doet draaien. Spijtig genoeg werd hij bij Anderlecht, net als ik, geremd door blessures. Maar ik kan het heel goed vinden met hem: hij werkt hard en denkt eerst aan de ploeg. Het positieve aan de situatie is dat hij nu heel gemotiveerd is om zich te tonen. Hij heeft een reusachtige honger. Net als ik.”

Vermagerd

Laten we eens terugkomen op je rugproblemen. Je bent vier maanden uit roulatie geweest. Op 14 november 2010 speelde je je laatste wedstrijd, 1-2-winst op Gent, en pas drie weken geleden tegen Genk kwam je weer boven water. Wat is er tussenin gebeurd?

“Ik had al enige tijd voordien last van mijn rug. Te wijten aan oververmoeidheid. Onder meer door de ramadan die deze keer in volle voorbereiding viel, was ik te diep in mijn reserves gegaan. Aanvankelijk dacht ik dat die pijn aan mijn rug wel vanzelf voorbij zou gaan, maar op een gegeven moment was voetballen onmogelijk geworden. Onderzoek wees uit dat er een barstje in mijn ruggenwervel zat. De medische staf deed een kleine correctie en nadien moest ik vooral veel rusten. Ik mocht niets doen, zelfs niet lopen.

“Het lastige was dat men absoluut niet kon inschatten hoe lang dat zou duren. Een week, een maand, misschien zelfs een seizoen. De club stuurde me op 18 december naar Senegal, om daar tot rust te komen. Dat heeft me enorm deugd gedaan, ik kon het hoofd helemaal leegmaken. Toen ik een dikke maand later terugkwam, was alle pijn als bij wonder verdwenen en kon ik mee op winterstage naar La Manga.”

Moet je nu aandacht schenken aan je manier van lopen of liggen?

“Neen. Ik zal wel voor de rest van mijn carrière ochtendgymnastiek moeten doen en ook als ik voor de televisie lig, doe ik soms rekoefeningen.”

Welke rol heeft de ramadan gespeeld in het ontstaan van die rugproblemen?

“Het probleem is dat die ramadan in je lichaam blijft zitten, het is niet door een dag voor de wedstrijd wel te eten dat je er ineens staat. Die negentig minuten volmaken bleek toch moeilijk. Je mag ook geen water drinken, eigenlijk kan dat niet voor een topsporter. De ademhaling verloopt moeizamer. Je voelt dat je lichaam nood heeft aan wateropname. Ik ben in die periode vier kilogram vermagerd. Mijn competitiegewicht ligt rond 80 kilo, en in de periode rond Partizan woog ik 76 kilo. Zeker op mijn positie heb je nood aan wat body.”

In La Manga was je weer fit, maar toch hield Ariël Jacobs je in de terugronde op de bank. Een sportieve keuze dus. Had je het daar moeilijk mee?

“Neen. Ik begreep zijn keuze. Pas de laatste weken voel ik me weer de oude. Jacobs kent me, hij wist goed genoeg dat ik nog niet klaar was na La Manga.”

Concurrentie

Vorig seizoen vormde je samen met Jelle Van Damme en Lucas Biglia een sterke driehoek op het middenveld. Dat evenwicht heeft Anderlecht dit seizoen niet meer gevonden.

“Weet je, het draait niet om de spelers, maar om de tactiek en het respecteren van de opdrachten. Alleen zo win je wedstrijden. Het was vooral moeilijk om langs de kant te moeten toekijken. Ik vind op het veld staan veel makkelijker dan in de tribune zitten. Ik leefde volop mee met de ploeg.”

Met jou erbij kan Biglia hoger spelen en komt hij meer tot zijn recht. Akkoord?

“Mijn kwaliteit is dat ik een zuivere recuperateur ben, iemand die veel energie brengt en het balletje inlevert. Ik doe het vuile werk en Lucas kan dan voor de opbouw zorgen. Maar ik kan die rol enkel vervullen als ik honderd procent fit ben.”

Op welke positie kom je het best tot je recht?

“In een driehoek op het middenveld, met mij als rechterpion, zodat ik veel kilometers kan afmalen. Als achterste punt moet je steeds in positie blijven, dat valt me moeilijker.”

Van Damme vertrok, nadien Polák. Biglia vertrekt wellicht deze zomer. Dat betekent dat jij stilaan de lakens naar je toe moet trekken op het middenveld.

( gespeeld verontwaardigd) “Ah, wie zegt dat ik blijf?” ( dubbelzinnig lachje)

Heb je niet net een nieuw contract getekend tot 2014?

“Jawel. Ik voel me ook goed op Anderlecht, maar als er een bod komt waar beide clubs beter van worden … Ik ben ervan overtuigd dat deze club volgend seizoen weer een competitief elftal zal samenstellen. Daarvoor moeten we eerst bekijken wie er overblijft natuurlijk.”

Dit worden belangrijke weken voor jou. Het is nu dat je moet bewijzen dat je een onbetwiste titalaris kan zijn op het middenveld.

“Zoiets begint al op training, tijdens de week. Alleen door ook daar te presteren dwing je respect af bij ploegmaats en trainers. Ik ben niet alleen hè, Sacha Kljestan en Lukás Marecek lopen hier ook nog rond.”

Zou je ontgoocheld zijn, mocht Anderlecht straks een gelijkaardig type als jij binnenhalen?

“Helemaal niet. Concurrentie maakt je beter, daardoor overstijg je jezelf.”

Succes!

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: REPORTERS

“Boussoufa drukte me altijd op het hart dat ik de bal meteen aan hem moest geven en vooral niet zelf proberen een assist te geven.”

“Op training maakt De Sutter de meest fantastische doelpunten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content