Het puntenaantal valt tegen, maar toch is het een interessant seizoen, vindt de trainer-technisch directeur. ‘Maakte ik fouten? Absoluut’, bekent hij. ‘Ik leerde dat je niets kunt forceren.’ Glen De Boeck analyseert zijn bewogen tweede jaar bij Cercle Brugge.

De vereniging wil naar de top. The only way is up. Het was de boodschap die voorzitter Frans Schotte verkondigde op de nieuwjaarsreceptie. Cercle Brugge wil nóg sterker worden, nóg beter presteren en nóg hoger eindigen, luidde het. Edoch, vorig seizoen eindigde het als vierde in de Jupiler Pro League, nu moet het tot op de laatste speeldag strijden voor een plaatsje in de eerste helft van de rangschikking. Dat is zo ongeveer zoals vóór de komst van Glen De Boeck. Hoe komt dat?

“Bij de winterstop stonden we vijfde en waren we goed op weg om het vorige seizoen te evenaren, maar toen kwam de transferperiode, raakten we TomDe Sutter kwijt en moest ik als trainer herbeginnen”, zegt De Boeck.

“Met Kanu en Dominic Foley kreeg ik twee spelers in wie ik enorm geloof, maar die nog niet klaar waren om de rol van Tom over te nemen. Beiden speelden in de heenronde weinig en kwamen hier toe in een conditionele staat die het niet toeliet om constant te presteren. Ook in de terugronde was Cercle Brugge nog een van de best voetballende ploegen, maar we scoorden te weinig.”

Schatte je Kanu en Foley verkeerd in?

“Ik schatte hen niet volledig verkeerd in. Kanu kregen we van Anderlecht ter beschikking gesteld naar aanleiding van de overgang van De Sutter en Foley was eigenlijk een transfer voor volgend seizoen. De spits die ik op dat moment wou, was iemand anders.”

Adnan Custovic?

“Volgens mij had hij wél het verhoopte rendement kunnen brengen. Ik voerde zelf een heel positief gesprek met hem, maar ergens in de onderhandelingen is het fout gelopen. Moeten we ons dat beklagen? Ja, gezien de situatie waarin we in de terugronde verzeild zijn geraakt.”

Waarom is het fout gelopen?

“Wat timing betreft, werd er niet voldoende daadkrachtig opgetreden. Het is simpel: we lieten hem afsnoepen door AA Gent.”

Het gebeurde niet voor het eerst. Zo ging Club Brugge vorige zomer nog met Geert De Vlieger lopen. Hoe kan dat in de toekomst vermeden worden?

“In het voetbal moet je gewoon sneller handelen.”

Is het ook een financiële kwestie?

“De meeste spelers met wie ik sprak, waren klaar om te komen, maar in de financiële onderhandelingen schieten we tekort, denk ik. Dat is ook waar ik hier de meeste discussies over heb.”

Cercle gaat heel spaarzaam om met de 3,1 miljoen euro die de transfer van Tom De Sutter naar Anderlecht opleverde.

“Daar kan ik mij wel eens druk om maken. Maar ik begrijp ook dat we van ver komen en dat de snelheid waarmee ik wil handelen soms niet haalbaar is.”

‘Het enige wat we misten, was scorend vermogen’

Arnar Vidarsson, José Carlos Fernandez, Patrick Lane, Jo Coppens, Thomas Buffel, Dejan Kelhar, Kanu, Dominic Foley: geen van de acht nieuwe spelers stond vast in de basis. Moet de conclusie niet zijn dat het transferbeleid faalde?

“Daar ben ik het niet mee eens. Arnar Vidarsson was bij zijn komst niet klaar om in het systeem van Glen De Boeck te renderen, maar hij is gegroeid en ik ben ervan overtuigd dat hij ons nog veel diensten kan bewijzen. Als je niet met vijf miljoen euro de markt op kunt, is het niet makkelijk om een speler als Besnik Hasi te vervangen. Omdat we naast Geert De Vlieger grepen, wil ik er zeker nog iemand met leiderscapaciteiten bij. Een man die zijn mond opendoet en naar wie iedereen luistert.”

Thomas Buffel loste de hoge verwachtingen niet in.

“Neen, maar voetbal is geen exacte wetenschap. We wisten dat Thomas de laatste twee jaar weinig wedstrijden speelde, maar kozen toch voor de optie om hem naar hier te halen. Het is niet geworden wat we ervan verwachtten. Hij kan veel beter en ik geloof nog altijd in zijn kwaliteiten, maar er was altijd wel een klein fysiek ongemak dat hem belemmerde om optimaal te renderen.”

Welke rol speelde jij in die transfer?

Yvan Vandamme onderhoudt al lang goede contacten met Thomas. Toen zijn naam viel, duwde ik om die transfer erdoor te krijgen omdat ik geloofde dat hij voor ons een toegevoegde waarde kon zijn.”

Op welke positie? Op 10, zijn favoriete plaats, was de voorbije jaren het jeugdtalent Stijn De Smet helemaal doorgebroken.

“Als je wil groeien, is er concurrentie nodig. Ik weet nu dat een aantal jongens daar enorm veel problemen mee kent. Nochtans, in het begin van het seizoen stelde ik hen in individuele gesprekken de vraag: hoe sta je tegenover concurrentie? De antwoorden liggen nog in mijn lade. Niemand zei toen dat hij daar problemen mee kent. Tot de concurrentie zich daadwerkelijk installeerde. Omdat we amper blessures kenden, liet ze zich ook meteen heel sterk voelen. Dat is de grootste progressie die we dit seizoen maakten: de spelers weten nu uit ervaring dat op de bank zitten deel uitmaakt van hun job. Maar natuurlijk zal jij nu zeggen: ‘De resultaten vallen tegen.'”

Inderdaad.

“Het enige wat we misten, was scorend vermogen. Bovendien zaten de omstandigheden enorm tegen. Ik vind het bijvoorbeeld niet normaal dat een aanvallende ploeg als wij niet één strafschop kreeg. Thuis tegen Lokeren alleen al: drie keer begaat Pavlovic handspel in de zestien meter, maar er wordt niet één keer gefloten.”

‘Ook nu zijn er een aantal spelers gegroeid’

Jouw discours was ook anders: vorig seizoen waren het bij wijze van spreken allemaal spelers voor Anderlecht, nu haalden ze hun niveau niet.

“Ook nu zijn er een aantal spelers gegroeid: Boi, Viane, Nyoni en Sergeant bijvoorbeeld. Anderen haalden hun niveau van vorig seizoen niet.”

Waarom niet?

“De vorm van een voetballer hangt soms af van details. Gombami zegt mij dat hij zijn niveau niet haalde omwille van de concurrentie.”

Moet je als trainer geen rekening houden met de gevoeligheden van getalenteerde, maar mentaal wat brozere voetballers?

“Neen, want dan groeien ze niet. Gombami vraagt zekerheid, maar in voetbal bestaat dat niet. Ik wil als trainer elke wedstrijd keuzes kunnen maken op basis van een aantal factoren: hoe wil ik spelen en welk type speler is daarvoor nodig? Het kan gebeuren dat iemand die heel goed presteerde, de volgende wedstrijd op de bank zit omdat de omstandigheden anders zijn. Daar wil ik in groeien.

“Voetballers stellen zich soms te veel vragen, ze moeten gewoon hun job doen. Een speler in wie ik niet geloof, zit niet in mijn vestiaire. Maar moet ik een groep samenstellen van elf man en de rest aanvullen met juniores? Dan zijn die elf op hun gemak en spelen ze elke week. Maar de dag dat er twee geblesseerd raken, moet ik juniores opstellen, daalt het rendement van de ploeg, verliezen we, slinkt het vertrouwen en is ook moeder de vrouw slechtgezind omdat er te weinig geld binnenkomt.”

Wat zou er gebeurd zijn, mocht een trainer destijds zo met jou beginnen leuren zijn als jij dit seizoen met Stijn De Smet deed? Stel dat hij jou, centrale verdediger, plots ook afwisselend als linksback, rechtsback en wisselspeler was gaan gebruiken.

“Dan kan je twee dingen doen: vluchten of vechten. Ik vocht altijd. Zowat elke trainer die bij Anderlecht kwam, dacht: waarom speelt De Boeck altijd, eigenlijk is hij toch maar een gewone speler? Telkens liet ik op het veld zien waaróm ik speelde. Zo stelde ik mezelf op. Ik hoop dat Gombami en De Smet zichzelf in vraag zullen stellen, want er zit nog zoveel meer in hen. Als je elf namen moet invullen, zou die van hen eigenlijk als een van de eerste op het bord moeten staan.”

Is het niet gewoon zo dat je van bij de start van het seizoen plaats zocht voor Thomas Buffel, daardoor bent beginnen te schuiven en zo basiselementen van het succes van vorig seizoen weggooide?

“Oké, vorig seizoen groeiden ze door zekerheid, maar dan komt er een volgende fase in hun carrière.”

‘Tom De Sutter begreep de boodschap wél’

Het leek soms alsof je nu de chemie schaadde die je vorig seizoen zelf met heel veel feeling wist te creëren.

“Nogmaals, mijn bedoeling was ze te laten evolueren en daar was concurrentie voor nodig. Maakte ik niet de juiste keuzes? Ik stel jou de vraag: halen we Thomas Buffel niet, waren ze dan wél doorgegroeid? Die garantie was er niet. Sommigen pikken het op en anderen niet.

“Tom De Sutter is wel gigantisch geëvolueerd, hij begreep de boodschap wél. Toen ik hem op de bank zette, negeerde hij mij. Ik kreeg amper nog een hand. Hij was kwaad, maar waarom deed ik het? Hij rendeerde niet meer, al vier weken was hij een schotelvod. Hij is naar huis vertrokken en is daar tegen zijn vader beginnen te zagen. ‘Die trainer, wat denkt hij wel?! Nooit doe ik nog iets voor hem!’ Waarop zijn vader zei: ‘Wat de trainer doet, is terecht. Hij kon jou al veel vroeger op de bank zetten!’ De dag erna is Tom zich bij mij komen verontschuldigen voor zijn gedrag.

“Stijn De Smet is een ander verhaal: hij wil weg, hij wil al heel het seizoen weg. Ik vind: een voetballer moet spreken met zijn voeten en niet met zijn mond. Wie vlucht, zal heel zijn carrière vluchten. Voorbeelden genoeg van jongens die altijd de schuld bij anderen leggen.

“Met de meeste van mijn spelers onderhoud ik een heel goede relatie, maar ik ben nuchter genoeg om te weten dat er een aantal zijn die niet bij zichzelf te rade gaan en zeggen: ‘De trainer is een klootzak.’ Het is typisch voor jongens die met het verleden leven. Ze vergeten dat wat ze vroeger presteerden, thuishoort bij de statistieken in die dozen in die kast daar. Het enige wat telt, is: wat presteer ik nu?”

Toen je voor de derby zei dat Stijn De Smet volgend seizoen voor Club Brugge zal spelen, was dat ook een strategie om hem te prikkelen?

“Neen, dat was een fout van mij. Ik verontschuldigde mij ervoor voor de hele spelersgroep. Elke mens geniet het recht om fouten te maken, ik dus ook.”

Hoe kon het gebeuren?

“Het werd mij blijkbaar even te veel. In de aanloop naar de wedstrijd werd er over niets anders gepraat en bovendien was er net voor dat interview een intern akkefietje met iemand die daar niet moest rondlopen. Ik was geïrriteerd, de vraag kwam op een slecht moment en ik gaf het foute antwoord. Toen ik er vorige week tegen Stijn over begon, verraadde zijn lichaamstaal dat hij dat nog altijd meedraagt. Ik vraag mij af waarom.”

Omdat je hem kwetste en het tijd vergt om die emotionele blessure te laten helen?

“Als ik hem vraag of hij mijn excuses aanvaardt, zegt hij: ‘Ja.’ Dan vind ik dat hij dat achter zich moet kunnen laten.”

‘Het zwaarste was te moeten leren verliezen’

Ben je het voorbije seizoen zelf gegroeid?

“Het zwaarste was te moeten leren verliezen, maar ik denk dat we er met de staf toch redelijk goed in geslaagd zijn om ontgoochelingen telkens weer in positieve energie om te zetten. Aan de arbeidsvreugde is weinig veranderd. Op dat vlak leerde ik veel bij. Waarin ben ik geslaagd en waarin niet? Die analyse maak ik ook. Maakte ik fouten? Absoluut! Ik leerde dat je mensen wel kunt proberen te laten groeien, maar niets kunt forceren. Het mooiste voorbeeld is nog Igor Gjuzelov. Sinds hij fysiek eindelijk helemaal klaar is voor mijn manier van trainen, is hij week na week top. Ik hoop dat hij blijft.”

Misschien is de analyse heel simpel: toen Tom De Sutter vorig seizoen uitviel met een zware knieblessure pakte Cercle Brugge nog slechts 19 punten op 42 en dit seizoen kwamen er na zijn transfer naar Anderlecht nog slechts 16 op 48 bij. Synthese: zonder Tom De Sutter staat Cercle Brugge zoals voorheen in de tweede helft van de rangschikking.

“Dat is iets te mathematisch bekeken, denk ik. Ik ben er absoluut van overtuigd dat Cercle Brugge volgend seizoen zonder Tom De Sutter keihard zal terugslaan. Ik voel dat de vereniging nog altijd groeit en dat er nog meer mogelijkheden zijn. Tachtig à negentig procent van de spelersgroep zal blijven en ik weet waar ik de ploeg wil versterken. Dit seizoen zit zowat alles tegen, dat blijft niet duren. Ik hoop ook dat het besef gegroeid is dat voetbal de mooiste job ter wereld is en dat de opstelling van zoveel meer afhangt dan van wie de beste was in de vorige wedstrijd. Al dat gedoe over de posities van Buffel en De Smet! Kijk naar Manchester United tegen Barcelona: Wayne Rooney begint op links en verhuist na een vervanging naar rechts; Cristiano Ronaldo start op links en eindigt diep in de spits.”

Nu vergelijk je de beste ploeg ter wereld met de op twee na beste van West-Vlaanderen.

“Voetbal is overal hetzelfde, spelers moeten doen wat de trainer vraagt.”

‘Dit seizoen ging ten koste van mijn privéleven’

Sergiy Serebrennikov zei vorige week in ‘Het Nieuwsblad’ dat hij onlangs beelden zag van toen je twee jaar geleden begon bij Cercle en dat je er toen veel jonger uitzag.

“Dit seizoen vergde veel van mij en dat ging ten koste van mijn privéleven. Pas vorige week ben ik voor het eerst gaan golfen. Het was een hectisch jaar: als het minder goed loopt, wil je nog meer doen en ook de Pro License nam veel tijd in beslag.”

‘Dat moet stress zijn’, concludeert Serebrennikov. ‘Het trainersvak vreet blijkbaar aan een mens.’

“Dat is ook zo. Absoluut. Omdat ik een denker en een perfectionist ben, kan ik soms moeilijk de knop omdraaien. Ik stel mij altijd de vraag: waaróm, wat is er misgelopen? Maar je kunt de dingen ook kapot analyseren. Soms gebeuren dingen gewoon.”

Voor de UEFA Pro Licensetrainersopleiding was je in Marseille en Lissabon en deze week ga je naar Schalke 04. Wat stak je in het buitenland al op?

“Het groepsgevoel bij Sporting Lissabon trof mij enorm. Iedereen kijkt er in dezelfde richting, iedereen spreekt er dezelfde taal, iedereen neemt er deel aan Sporting Lissabon. Dat is wat ik ook hier absoluut van boven tot onder wil installeren. Iedereen die voor Cercle Brugge werkt, moet dat met hart en ziel doen, vind ik. Mijn spelers moeten fier zijn dat ze het shirt van Cercle Brugge dragen, de poetsvrouwen moeten blij zijn dat ze mogen poetsen bij Cercle Brugge, de mensen op het secretariaat moeten verheugd zijn dat ze een brief met de hoofding van Cercle Brugge kunnen versturen. Ik wil niet dat de man die het gras maait een lang gezicht trekt omdat ik wil dat het veld perfect is. Hij moet zelf willen dat het elke dag opnieuw helemaal in orde is. Ik weet dat ik niet de gemakkelijkste ben, maar ik ben moeilijk omdat ik het allerbeste wil voor Cercle Brugge.” S

door christian vandenabeele – beelden: jelle vermeersch

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content