Steven Defour laat zich door niets van de wijs brengen. Zijn streefdoel: op 17 januari 2010 – tegen Anderlecht – opnieuw op het veld staan. ‘Je moet vooral willen genezen en niet toegeven aan de pijn.’

De Waalse zangeres Mauranne is in Vlaanderen niet zo bekend, maar ze heeft enkele fantastische nummers. Van een ervan is de titel L’un pour l’autre en het draait rond mensen die echt voor elkaar gemaakt zijn. Een liedje dat heel toepasselijk is voor Standard en zijn kapitein Steven Defour, die steeds meer met elkaar vergroeid lijken. Sinds hij in de wedstrijd tegen KV Mechelen op vier dagen voor de start van de Cham-pions League met een breuk in het middenvoetsbeentje het veld moest verlaten, hebben de Rouches het ondanks de doorbraak van Eliaquim Mangala en Mehdi Carcela-Gonzalez knap lastig. Tegen Westerlo leidde dat vorige zaterdag zelfs tot de eerste nederlaag van het seizoen.

Hoe beleef je die lange onbeschikbaarheid die ook je droom om Champions League te spelen deed uiteenspatten?

Steven Defour: “In het begin kon ik niet eens mijn zetel uit. Ik werd er gek van, ik ben namelijk niet gewoon om stil te zitten. Nu heeft dokter Daniel me toestemming gegeven om elke dag in de fitness van de Académie Robert Louis-Dreyfus aan de slag te gaan voor kleine spieroefeningen voor het bovenlichaam. Het einde van de tunnel komt in zicht.

“Het gerucht doet de ronde dat mijn seizoen helemaal voorbij zou zijn, maar ik weet ook hoe dat gerucht ontstaan is. Vorig jaar kon ik na één week al terugkeren na een enkelblessure waarvan men aanvankelijk dacht dat ze me vijftien weken van de velden zou houden. Nu ben ik twee keer geopereerd. En terwijl eerst was gezegd dat ik zes weken niet zou kunnen spelen, werden dat plots drie maanden.

“Maar ik wist beter dan wie ook hoe de vork aan de steel zat. Sommigen hebben er een handje van weg om veel te snel te dramatiseren. Er is zelfs al gezegd dat dit het einde van mijn carrière zou betekenen, maar ik heb daar nooit voor gevreesd. Kaká en Steven Gerrard zijn ook ooit verloren verklaard voor het voetbal; zij kwamen sterker dan ooit terug. Wilfried Van Moer haalde na verschillende beenbreuken ook altijd weer het hoogste niveau.”

2013

Dat Alex Ferguson je via Standard een brief stuurde om je succes te wensen met je herstel, is iets hoogst uitzonderlijk.

“Absoluut. Teammanager Jean-Christophe Bury legde die brief vorige woensdag in mijn kastje op de Académie. Hij was in september verstuurd aan het adres van algemeen directeur Pierre François, maar er zat een kaartje in de envelop dat hij voor mij was bestemd. Ik herkende het logo van Manchester United meteen. Wensen voor een spoedig herstel krijgen van niemand minder dan sirAlex Ferguson is natuurlijk niet niets. Temeer omdat hij erbij vermeldde dat hij de evolutie van mijn carrière wil volgen. Ik vertaalde alles voor Cédric Collet en die moest toch ook even slikken. Uiteraard zal ik die brief goed bewaren.”

En wanneer stap je over naar Manchester United?

“Ik besef dat dit nu een logische vraag is, maar het een heeft niets met het ander te maken. Men heeft me dit jaar al genoemd bij Arsenal, Everton en goede teams die in de Europa League spelen. Maar ik ben tevreden bij Standard. Ik sta hier nog onder contract tot 2013 en ik heb een akkoord met Luciano D’Onofrio. Hij zal me enkel laten gaan als het de club echt veel geld opbrengt. Het is wachten op het goede moment om een lucratieve transfer te realiseren en ik moet nog vooruitgang boeken.”

Hoe zit het ondertussen met de interesse van Real?

“Dat was een leuke periode. Sportief directeur Jorge Valdano citeerde mijn naam en er kwam zelfs een Spaanse journaliste naar Luik om met mij te praten. Ik liet me niet van de wijs brengen, want ik besefte heel goed dat Xabi Alonso de eerste keuze was voor Real. Maar het is natuurlijk wel leuk dat mijn naam even in Spanje circuleerde.”

Bemoedigend

Wat zijn nu de volgende stappen in je revalidatieproces?

“De operatie is al bij al een heel delicate zaak geweest, met onder meer een beendertransplantatie, maar de chirurg heeft alles goed uitgelegd. Ik ben er nooit moedeloos van geworden. De steun van mijn familie en vrienden en van de ploegmaats was hartverwarmend en hun opmerkingen dat ik nog veel kansen zou krijgen om de Champions League te spelen waren goedbedoeld, maar ik heb daar niet te veel naar geluisterd. Ik ben er heilig van overtuigd dat ook bij blessures mentale kracht enorm belangrijk is. Je moet vooral willen genezen en niet toegeven aan de pijn. Maar daar heb ik geen moeite mee. Het zit in mijn genen. En bovendien besef ik maar al te goed dat er mensen zijn die in het leven veel meer te lijden hebben dan ik.”

Je herstel kan vanaf nu snel verlopen?

“Ik mag straks uit het gips en vanaf 1 december mag ik weer stappen met een aangepaste schoen. Daarna mag ik beginnen te lopen en tegen de bal te trappen. De dokters hebben me al gezegd dat ik in het begin pijn zal hebben, maar het is aan mij om me daarover te zetten. Het is ook de vraag of ik nog even spontaan zal trappen en of ik meteen ook weer de duels zal aangaan zoals voorheen. Misschien duurt het wel een week of twee eer ik weer kan spelen zoals ik gewoon ben. Hoewel de dokters voorzichtiger zijn en geen precieze datum naar voren schuiven voor mijn wederoptreden, hoop ik op 17 januari in de topper tegen Anderlecht van de partij te kunnen zijn.”

Zou dat het missen van de Cham-pions League compenseren?

“Of het nu tegen Anderlecht is of tegen een andere ploeg, het belangrijkste is dat ik opnieuw kan spelen. Maar dat kan de Champions League, waarvan ik drie jaar gedroomd heb, natuurlijk niet vervangen. Het kampioenenbal is het summum in het voetbal. Dat moeten missen doet natuurlijk pijn. Maar als alles te herdoen was, zou ik tegen Mechelen in die bewuste fase precies hetzelfde gedaan hebben. Ik neem Koen Persoons ook niets kwalijk. Het was een dom ongeluk.”

Heeft de coach tot nu toe geen wonderen verricht met een team dat niet echt is versterkt?

“Ja. In de competitie verloren we tot de wedstrijd tegen Westerlo niet, hoewel we niet echt goed speelden. Tegen Arsenal zat er meer in. Ik zeg niet dat Standard de poulewedstrijden niet zal overleven, maar met Axel en mij in de ploeg hadden we een mooie kans gehad om ons te kwalificeren voor de achtste finales. Zonder de problemen die de club heeft gekend, zouden Felipe, Ricardo en Victor Ramos zich gemakkelijker hebben kunnen integreren. Kortom, het team draait niet zoals het hoort, maar al bij al hebben we nog niet zo veel late n liggen. Ik vind dat behoorlijk bemoedigend voor wat nog komen moet.”

Vandenbroucke

Pakt Standard het niet te defensief aan? Hadden jullie tegen AZ bijvoorbeeld niet kunnen winnen met een iets offensievere instelling?

“Als een aantal steunpilaren ontbreekt, neemt een ploeg automatisch zijn voorzorgen. Standard wilde echt wel iets meepakken op AZ en dat is uiteindelijk ook gelukt. Maar ik weet dat Laszlo Bölöni enorm gefrustreerd is door de problemen die we momenteel hebben en die zijn keuzes bemoeilijken. Hij is ervan overtuigd dat hij met de ploeg die hij in zijn hoofd heeft, zou kunnen stunten in de Champions League, maar door allerlei omstandigheden kan hij dat team niet opstellen. Daarnaast wil hij ook blijven waken over het imago van Standard als collectief ingestelde ploeg.”

Heb je als aanvoerder Witsel kunnen helpen na de dramatische gebeurtenissen op Anderlecht?

“Dat was niet gemakkelijk, maar ik heb toch geprobeerd hem wat raad te geven, uitgaande van twee vaststellingen: hij is heel sterk en hij heeft die fout tegen Marcin Wasilewski natuurlijk niet opzettelijk begaan. Ik ben er zeker van dat Axel hier sterker zal uitkomen. Hoewel het van een enigszins andere orde is, heb ik toch iets vergelijkbaars meegemaakt bij mijn overstap van Genk naar Standard. Toen kreeg ik ook van alles over me heen.”

Misschien laat dit bij Standard wel meer sporen na dan men wil toegeven. Is het niet zo dat Axel kwaad is op Jova-novic omdat die gezegd heeft dat hij het allemaal wansmakelijk vond?

“We weten allemaal dat Milan het hart op de tong heeft. Die uitspraken van hem gaan soms een eigen leven leiden, maar ik d,enk niet dat een en ander een negatieve impact zal hebben op het veld. Je hoeft niet met elkaar op vakantie te gaan om goed samen te kunnen spelen. Bovendien hangt onze groep goed aan elkaar. Er zijn heel wat jongens die echte vrienden zijn.”

Wat denk je van de verzoening tussen Luciano D’Onofrio en Roger Vanden Stock? Een goede zaak?

“Absoluut. Het is tijd dat we weer vooral aan voetbal gaan denken. Ik ben er ook zeker van dat de terugwedstrijd tegen Anderlecht een feest wordt voor het voetbal. De testwedstrijden en het vorige duel waren een zwarte bladzijde, die we nu omdraaien. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat Standard langzamerhand zijn spelniveau zal opkrikken en een nieuwe titel zal pakken.”

Met een Steven Defour die er weer gretig in vliegt?

“Natuurlijk. Ik heb het ongelooflijke geluk dat ik van mijn hobby mijn beroep kan maken. Profsporter zijn is het mooiste wat er is, maar er zijn ook gevaren aan verbonden. Kijk maar naar wat Frank Vandenbroucke is overkomen. Je moet wel beseffen dat je elke dag enorm hard moet werken. Op mijn dertiende heb ik samen gespeeld met jongens die veel meer talent hadden dan ik, maar nu in derde klasse of in provinciale voetballen. Ik heb hard gewerkt om te raken waar ik nu ben, maar ik besef goed dat ik mezelf elke dag opnieuw in vraag moet stellen. Ik leer ook nog elke dag bij. Ik ben al een veel completere voetballer dan in mijn periode bij Genk. Dat heeft ook geholpen om het vertrek van Marouane Fellaini goed op te vangen. Ik ben er zeker van dat ik bij mijn terugkeer mijn steentje zal kunnen bijdragen om Standard naar een nieuwe titel te leiden.”

door pierre bilic – beeld: michel gouverneur (reporters)

Luciano D’Onofrio zal me slechts laten gaan als het de club heel veel geld oplevert.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content