Op drie fronten klonk de voorbije zeven dagen Genks gejuich.

DINSDAG

Spelers rekken hun spieren in de ochtendkou… elf, twaalf… dertien zijn het er. Weinig. De herfst hangt in bruine blaren aan de bomen en het is stil. Na enige tijd gaan de twee doelmannen apart oefenen met Guy Martens. Elf voetballers nog en geen wind om leven in de wolken te blazen. Zeven hebben er gisteren meegespeeld in de uitgestelde reservenwedstrijd op Lierse. Zij gaan met Pierre Denier uitlopen in het bos. Een-vier gewonnen met twee doelpunten en twee beslissende passes van David Paas. Hij heeft geen plaats meer in de A-kern en traint later dan de rest, met de beloften.

Het gevoel van Paas : “De sfeer is meer zoals vroeger : studeren of werken combineren met voetballen. Maar behalve het niveau is er niet zoveel verschil met de eerste ploeg, dus er wordt ook veel plezier beleefd. Qua druk en adrenaline is het natuurlijk heel anders; je hebt niet zo die spanning van de eerste ploeg. Het is een heel andere beleving. Geen situatie die ik jarenlang ga aanhouden. Of studeren of een job erbij doen, dat kan je je in zo’n situatie wel tweeënhalf jaar financieel permitteren, maar voor je eigen moreel en plezier is het niet goed.

“In onderling overleg hebben we de rechtszaak tussen mij en Genk uitgesteld omdat we allebei de intentie hadden naar een oplossing te zoeken. Genk heeft de situatie al verbeterd voor mij : ik moet niet meer alleen trainen, ik zit in de beloftenkern en ik mag wedstrijden met de reserven spelen. Een serieuze verbetering, maar ik blijf wel van mening dat mij onrecht wordt aangedaan omdat ik niet in de A-kern zit. Ik heb een naar Belgische normen ontzettend mooi contract. Ik heb het gevoel dat Genk liever hoopt op een buitenlandse club voor mij, omdat Belgische ploegen meestal van hen willen dat ze een stuk bijleggen. Het gaat hen hoe dan ook geld kosten en de tijd speelt in het nadeel van Genk. Maar ik amuseer mij perfect met wat ik doe.”

Nog vier. Kevin Vanbeuren, Rachid Tibari, Bernd Thijs en Didier Zokora. Zij speelden niet met de reserven en hebben in tegenstelling tot de rest geen griep ( Beslija, Reini, Leenders) of interlandverplichtingen ( Moons, Sonck, Teelen, Daerden, Chatelle, Roumani, Skoko, Dagano).

Sef Vergoossen en Jos Daerden houden de training rustig, maar competitief.

Vraag : hoe voelt het voor Bernd Thijs om al die internationals en belofteninternationals opgeroepen te zien worden en zelf achter te blijven ? Knaagt dat voor iemand met ambitie en kwaliteiten ? Het antwoord van Thijs : “Goh, ik steek dat niet in mijn kop, hoor. Ik beleef altíjd heel veel plezier aan de trainingen en natúúrlijk heb ik ambitie, maar mij maakt het niet uit met hoeveel we trainen. Mijn naam werd veel geciteerd rond de nationale ploeg, maar ik heb daar bewust niet veel op in willen gaan om mijn gedachten bij Genk te kunnen houden. Als ik zo blijf presteren…

“Die wedstrijd tegen Standard is omdat het mijn ex-ploeg is natuurlijk wel iets anders dan een wedstrijd tegen pakweg Aalst of Lokeren. In vergelijking met mijn periode bij Standard vind ik mij nu een constanter niveau halen. Dat was ook mijn betrachting voor het seizoen. Het is wel zo dat er bij Standard wat meer dreiging van mij uitging in vergelijking met Genk. Misschiend dat ik hier wat minder de gelegenheid krijg om van afstand te schieten, dat de tegenstanders mij wat korter dekken op zo’n momenten en ik dan al eens makkelijker de bal doortik naar een ander die vrij staat. Als ’t er moet van komen, zal het er van komen ( grijnst). Want de nationale ploeg, afstandsschoten : jullie beginnen daar altijd over, maar ik steek dat echt niet in mijn kop, hoor ( lachje).”

Ondertussen is het bosloopje afgelopen en gaan de reservenspelers douchen. Terwijl Martens de keepers traint en Vergoossen en assistent Daerden hun kwartet amuseren, houdt assistent Denier de Braziliaan Igor nog even individueel bezig.

Stoute uitspraak : Pierre Denier mag meedoen, maar het is Jos Daerden die zich inlaat met het echte werk. De repliek van Denier : “Neen, neen, Sef kijkt er nauw op toe dat de taken keurig verdeeld zijn. De wedstrijdgroep moet altijd uitlopen en de ene week doe ik dat en de andere week Jos. Hij wil ons alletwee even nauw bij de trainingen betrekken. Mijn taak als hulptrainer bevalt mij prima. Zo heb ik het altijd gewild.”

WOENSDAG

Voor vandaag hebben de beschikbare Genkse spelers vrij gekregen. Een paar van hen kunnen tevreden terugblikken : Teelen, Chatelle en Daerden wonnen gisteren onder leiding van Jean-François de Sart met 2-0 van Zweden (na een 3-2-nederlaag in Zweden) en plaatsten de Belgische beloftenploeg daarmee voor het eerst voor een EK, dat in mei 2002 plaatsvindt.

Vaststelling : Stefan Teelen raakt bij Genk nauwelijks in de ploeg, maar speelde gisteren met de nationale beloften de hele wedstrijd; Thomas Chatelle raakt bij Genk nauwelijks uit de ploeg, maar speelde gisteren met de nationale beloften slechts negen minuten mee; Koen Daerden raakt bij Genk én de nationale beloften nauwelijks uit de ploeg.

De gedachten van Teelen : “Bij Genk heb je natuurlijk de concurrentie van Roumani die heel goed bezig is. Ik kan alleen maar wachten en dat kan, denk ik, geen enkele voetballer lang. Dus ik hou alle mogelijkheden open. Niet dat ik er echt werk van maak om te vertrekken, maar ik kijk wat er op mij afkomt. In het verleden is mij wel eens aangegeven dat ik weg moest, dat is nu niet het geval. Dit seizoen ben ik toch al twee competitiewedstrijden in de basis kunnen beginnen, op Charleroi en op Gent. En in de beloftenwedstrijden halen we ook een aardig niveau. Maar ik weet dat ik de leeftijd heb waarop ik regelmatig moet beginnen te spelen en ik hoop dat ik de kans daartoe krijg.”

De gedachten van Chatelle : “Ik speel al een paar jaar voor de beloften en de wedstrijd van gisteren is eigenlijk de eerste waarin ik niet als titularis start. Een echte verklaring heb ik er niet voor. ’t Was toch wel een verrassing voor mij omdat ik ook in de spits kan spelen. Waarschijnlijk heeft de trainer op rechts de voorkeur willen geven aan Grégory Dufer, die terugkwam uit schorsing. Het belangrijkste was dat we ons plaatsten voor het EK en voor mij persoonlijk komt het er nu vooral op aan matchritme te kunnen houden bij Genk.

“Die beloften vormen geen extra belasting, vind ik. Als profspeler moet je twee wedstrijden per week aankunnen. Nu is het wel het eerste seizoen dat ik volledige wedstrijden speel bij Genk en dat vergt wat aanpassing aan het niveau. Maar ik weet dat ik daar na mijn blessures aan de schouder en de adductoren van de afgelopen maanden fysiek mee kan leren omgaan : ik kon voor het eerst in de voorbereiding honderd procent meetrainen en ik heb het vertrouwen. Je voelt het verschil als je titularis bent. Dat ritme heb ik nu vast, maar ik weet ook dat ik nog wel eens zal terugzakken, daarom bekijk ik het vooral van wedstrijd tot wedstrijd. Nú is wat telt voor mij.”

De gedachten van Daerden : “Het gaat goed voor mij. Mijn derde selectie en mijn tweede wedstrijd met de beloften – de eerste, in Kroatië, zat ik op de bank – en na het EK met de -19 geplaatst voor mijn tweede EK. Ik denk dat er nu nog wel voldoende voorbereidingswedstrijden zullen komen om te kunnen laten zien dat ik erin wil blijven staan. Mijn positie bij de beloften en in Genk is dezelfde : links op het middenveld in een 4-4-2. Bij mijn selectie zal wel de portie geluk meegespeeld hebben dat er niemand was voor de linkerflank, maar ook dat het bij Genk wat beter draait. In het begin ging het niet zo goed bij Genk – ik wou wat meer – maar de laatste tijd begint het er wat meer uit te komen. Ik voelde dat ik niet honderd procent mijn kwaliteiten gebruikte : die laatste pass kwam er niet uit. Maar dat kwam zo niet naar voren omdat het met de ploeg als geheel goed ging. De trainer heeft er mij een paar keer over gesproken en ik had het zelf ook al gevoeld dat er iets niet goed zat, dat ik alles te snel wou doen. Ik moest meer de rust bewaren en het niet te dikwijls willen forceren. Nu gaat het veel beter.

“Belastend is het niet echt om ook voor de beloften te moeten spelen. Door die kwalificatiewedstrijd zijn we sinds vorige week maandag wel een hele week weggeweest en had je anders een vrij weekend, maar dat is geen probleem. Zeker niet als je je voor een EK kan plaatsen. Donderdag, vrijdag en zaterdag zullen we ons volledig kunnen voorbereiden op de wedstrijd van zondag tegen Standard. Gisterenavond hebben we nadien een klein stapke gezet, ja ( lachje). Maar vandaag konden we goed rusten.”

DONDERDAG

Als het middag is en de spelers zich douchen alvorens aan tafel te schuiven, maken Jan Moons en Wesley Sonck hun opwachting in de kleedkamer. Vertrokken als invaller-spits en derde doelman, zijn ze vannacht teruggekeerd uit Praag als twee Genkspelers in de selectie die zich plaatste voor het zesde WK op rij van de nationale ploeg. Het kost de trainer een traktatie op taart – belofte maakt schuld – en levert felicitaties op van de ploegmaats en de hele entourage.

Proficiat Wesley, leest Sonck op een wit blad met een Japanse rode bol op zijn kleedkamerkastje. Om vervolgens daaronder een ploegfoto van Schalke 04 te zien hangen. Schalkemanager Rudi Assauer werd verondersteld tijdens de interland van de Rode Duivels in Praag aanwezig te zijn om Sonck bezig te zien. Maar of de Genkse spits daadwerkelijk het Fenixstadion verruilt voor Auf Schalke als vervanger voor Emile Mpenza is geen uitgemaakte zaak.

Het oordeel van Sonck : “Dat was weer zo’n typisch bericht. Ik weet van niks en zolang ik van niks weet, is er niets geweest. Dus dat waren geen juiste berichten. Ik weet dat Wilmots zei dat Assauer een goeie vriend is van hem en daarom in Praag aanwezig was. Van het een komt dan het ander… Je kent dat, managers die beginnen te bellen van ploegen dit en ploegen dat… Dat is voetbal. Maar ik heb in ieder geval met niemand gepraat. Ik lig hier nog twee jaar onder contract en het belangrijkste is Genk. Je moet voor alles openstaan, maar het belangrijkste doel is dit seizoen met de spelersgroep een goed resultaat halen en voor mezelf dit niveau kunnen aanhouden. Internationaal, merk ik in die interlands, is het niveau toch nog iets anders. Mocht ik meer op dat niveau spelen, ik zou nog sterker worden. Het is toch een niveau of twee hoger, hoor. Nu gaat het nog echt snel voor mij, daarom is Europees voetbal halen met Genk wel een doel. Dan kan je je namelijk direct meten met dat ander niveau. Maar ik besef dat ik wat ik nu haal, geen vierendertig wedstrijden zal kunnen aanhouden. Daarom is die constante vinden het belangrijkste voor mij.”

Jan Moons, door de blessure van Frédéric Herpoel op kousenvoeten international geworden, kwam niet aan spelen toe. Wordt hij als Herpoel hersteld is de derde doelman, of denkt hij onder impuls van zijn nationale selectie aan het eind van het seizoen bij Genk bewezen te hebben verder te staan ?

Het oordeel van Moons : “Ik weet dat De Vlieger en Herpoel normaal een en twee zijn en dat er voor nummer drie een vier-, vijftal zijn die moeten concurreren. Ik maak mij geen illusies, maar het is wel een streven. Niet dat ik door die selectie nu extra gemotiveerd ben. Het is niet anders dan anders : ik ga niet op een andere manier aan wedstrijden beginnen. Maar ik weet dat het vooral van het einde van het seizoen zal afhangen, wie goed is en wie niet. Bovendien heb ik hier in Genk ook concurrentie en speelt natuurlijk ook mee of ik hier titularis blijf, of Genk bovenaan blijft meedoen… Het komt erop aan te blijven presteren. Dus er is voor mij eigenlijk niets dat verandert.”

Met ook de andere internationals die zijn teruggekeerd, kan de build-up naar de zestiende finale van de beker van België, die zondagavond thuis tegen Standard wordt gespeeld, beginnen. Na de taart, uiteraard.

ZONDAG

Ook al is de ploeg al lang dezelfde niet meer als toen ze onder Aimé Anthuenis voor het eerst in haar geschiedenis de beker van België won, een bekerreputatie heeft KRC nog altijd. Met een tegenstander als Standard belooft dat wat, zelfs al moeten de Limburgers met Leenders als vervanger voor Reini en De Oliveira (eerste helft) en Wamfor (tweede helft) als remplacanten voor Skoko spelen. Genk-Standard wordt dan ook een allesbehalve saaie wedstrijd, met kansen over en weer en een 1-1-eindstand na negentig minuten dankzij doelpunten van Roumani en Moreira, op wiens gedribbel de Genkse verdediging maar moeilijk greep krijgt.

Zes minuten ver is de verlenging als Thijs met een vrije trap Dagano bedient en de Burkinabees hard de 2-1 binnen kan koppen. Waarna de partij lijdt onder wat een bekerwedstrijd met rechtstreekse uitschakeling altijd in zich draagt : zenuwen. Met rode kaarten voor Zokora en Årst na een handgemeen achter de hoekschoplijn en Michel Preud’homme die in de tribune moet plaatsnemen. Nadat Beslija er in de tweede verlenging 3-1 van heeft gemaakt en Lukunku de spanning terugbrengt met 3-2, is de slotscore duidelijk : Genk plaatst zich voor de achtste finales en heeft alweer een reden tot feesten.

De conclusie van Vergoossen : “Aanvankelijk was het ongeveer dezelfde wedstrijd als veertien dagen geleden in de competitie tegen Standard : we waren veel aan de bal en op de helft van de tegenstander, maar het was moeilijk om er kansen uit te puren. In feite speelden we, als je de leeftijd bekijkt, met een bende pubers, maar ik moet hen een compliment geven omdat ze in de tweede helft op mentaliteit overeind bleven en bewezen ook strijd te kunnen leveren. Fysiek had ik de indruk dat we er bij het begin van de verlengingen beter voorstonden waardoor we verdiend wonnen.”

door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content