Opvallend verschil tussen RC Genk en Club Brugge ? Club trekt al sinds de jaren zeventig zijn supporters niet alleen uit de Brugse regio, maar uit heel Vlaanderen. Van de 62 supportersclubs komt minder dan de helft (27) uit West-Vlaanderen, waaronder één in Brugge. Ook in Oost-Vlaanderen is Club populair met 22 supportersclubs, maar voor thuiswedstrijden is ook een karavaan onderweg uit de provincies Antwerpen (7), Brabant (7) en Limburg (2). Het fenomeen Club, zegt voorzitter Michel D’Hooghe, in 1980 Clubdokter, dateert al van voor de Happel-periode. “Dat begon al met de komst van Carteus en Thio, die extra supporters aantrokken uit Ronse en Roeselare begin jaren zeventig. Het fenomeen zette zich door met andere talentrijke spelers uit verre regio’s. Met de Limburgers kwamen supporters uit Limburg eens kijken, met Kempenaars supporters uit de Kempen. Twee aspecten speelden een rol bij het creëren van die band : die spelers ontplooiden zich tot echte toppers en de nieuwsgierigen kwamen hier zo onder de indruk van de plaatselijke sfeer dat ze bleven komen, ook nadat die spelers gestopt waren. Zo groeide Club uit van een regioploeg naar een club met landelijke aanhang. Daarom haalden we nu ook de band met oud-spelers extra aan, om die verbondenheid met heel Vlaanderen te bewaren.”

Verbondenheid met heel Vlaanderen is waar RC Genk vooralsnog alleen van kan dromen. Oud-Waterscheivoorzitter Albert Bijnens : “Laatst hadden we er nog een vergadering over, hoe het komt dat wij niet verder uitdeinen en nationaal geen uitstraling genoeg hebben. We gaan er nu werk van maken ook bedrijven over de Limburgse grens aan te trekken. Want we hebben de cijfers eens bekeken en supporters van Genk die van buiten de provincie komen, dat is maar een paar procent. Ploegen als Club Brugge of Anderlecht hebben natuurlijk een langer verleden dan Genk. Misschien moeten we dus eerst wat meer Europees spelen. Bovendien heeft Limburg altijd al een groot aantal ploegen in de hoogste afdeling gehad : Winterslag, Waterschei, Beringen, Lommel, Eisden, Tongeren, Sint-Truiden… Je had meer verdeling van supporters, maar Waterschei heeft er altijd veel gehad : tegen Anderlecht 17.000 of 18.000 en tegen PSG zelfs 19.000. Van THOR Waterschei is altijd gezegd dat het Tot Heil Onzer Ribbenkast was, maar eigenlijk was het Tot Herstel Onzer Rechten, omdat de mijnen toen tamelijk Franstalig waren : alle ingenieurs waren Walen, want hier vond je ze niet. Vandaar ook dat de clubkleuren geel en zwart waren. Limburg was een provincie waaruit gerekruteerd werd : onze beste spelers gingen weg. Standard bijvoorbeeld kwam hier in Limburg ook veel spelers rekruteren : Daerden, Gerets, Plessers… Ik heb een schoonzoon die zo supporter van Standard is geworden en die ik nog niet heb kunnen overhalen ( lacht).”