Wij deden de Clásico nog eens over, met Michy en Aaron. De grote broer maakt het mooie weer bij Standard, terwijl de 16-jarige youngster te boek staat als het grootste talent van de Anderlechtjeugd. Een gesprek in het gezelschap van moeder en vader Batshuayi.

Batshuayi-Leya: de naam op de bel van het appartement, dat op wandelafstand van het RWDM-stadion ligt, doet vermoeden dat we op het juiste adres zijn aanbeland. We nemen de trap tot op de eerste verdieping, waar de Afrikaanse klanken en ritmes ons tegemoetkomen door de openstaande deur van het appartement. Een gouden schoen, tentoongesteld vlak naast de kerstboom, springt meteen in het oog. Het blijkt de trofee voor de topschutter van de prestigieuze AEGON Future Cup U17. Iets verderop prijken ook nog twee VOO-trofeeën voor Speler van de Maand en er hangt een ingekaderd Standardshirt aan de muur. Op de salontafel ligt dan weer de laatste versie van het Standard Magazine.

Welkom bij de goudklompjes. In het ouderlijk huis van Michy Batshauyi (20) en van zijn broer AaronLeya Iseka (16). De broers hebben dezelfde roots, dezelfde moeder, dezelfde vader en toch een verschillende achternaam. Mama Viviane en papa Pino leggen ons zo meteen uit hoe dat komt. De VOO-trofeeën behoren Michy toe, terwijl de gouden schoen van Aaron (net onder profcontract bij Anderlecht) is. Viviane in een paar woorden? Een dame die met vreugde in het leven staat, ook al heeft ze haar carrière als kapster moeten opgeven omdat het niet meer te combineren viel met het wegbrengen en ophalen van beide voetballende zoons. “Ik moest soms klanten op straat laten wachten, dus dat was echt niet langer houdbaar.” Nu heeft Viviane samen met haar dochter een kledingzaak met merkkledij in de buurt van de Brusselse Louizalaan.

We bladeren even door het Standard Magazine, met Michy op de cover. De titel is even kort als krachtig: ‘Een fenomeen!’ In het artikel zelf vinden we enkele stevige uitspraken die Michy’s leven, opmars en ambitie samenvatten:

“Scoren is mijn drug. Het is moeilijk om uit te leggen wat je juist voelt als je net hebt gescoord, maar ik lijk wel te zweven dan.”

“Ik zou een grote leugenaar zijn als ik zou zeggen dat ik niet van Brazilië droom.”

“Ik, de MarioBalotelli van België? Waarom niet? Ik apprecieer Balotelli, alleen al omdat hij een spektakel op zich is. Met zijn verhaal in mijn achterhoofd kan ik me amper voorstellen dat er iemand is die meer druk op zijn schouders krijgt.”

“Ik wil kampioen spelen met Standard en topschutter van de Jupiler Pro League worden.”

“Ik ga altijd even langs bij mijn ouders. Ik hou van de familiale cocon. Mijn ouders hebben me zien lachen, huilen en veranderen in de man die ik vandaag ben.”

“Een van mijn vorige coaches zei altijd dat je tot bloedens toe moest trainen.”

Te gevaarlijk Matonge

Het is de eerste keer dat de broers en hun ouders samen een interview geven. Ze beginnen met ons inzicht te bieden in hun gezinsverhaal, dat als een kerstsprookje leest. De eerste en grootste ommekeer in het leven van Pino en Viviane was hun verhuis van Kinshasa naar België, nu zo’n 25 jaar geleden. “Ik had maar één doel voor ogen”, zegt papa Pino. “Ik wilde profvoetballer worden in Europa. Ik stond op een zucht van een profcontract in Congo, maar ik mikte hoger, dus pakten we onze spullen in en namen we het vliegtuig.” Pino moest evenwel een zware knieoperatie ondergaan in België en dat was meteen ook het einde van zijn voetbalcarrière. “Een gigantische teleurstelling”, aldus Viviane. “En dat was niet ons enige probleem. Een visum krijgen om naar België te komen, was niet zo moeilijk, maar de juiste papieren krijgen om hier definitief te mogen blijven, was een ander paar mouwen. Dat heeft toch zo’n zes à zeven jaar geduurd. Een helse periode waarin we van advocaat naar advocaat werden gestuurd. Die hele affaire heeft ons bovendien aardig wat geld gekost.”

Bij gebrek aan voetbal stortte Pino zich dan maar op de import en export van tweedehands wagens. Hij blijft dromen van een voetbalcarrière, maar die zal hij dan toch via een van zijn zoons moeten beleven. Michy Batshuayi en Aaron Leya Iseka dus. “Twee echte broers die niet dezelfde achternaam hebben, dat hebben mensen hier altijd al verrassend gevonden”, legt Viviane uit. “In Congo werd dat nochtans vaak gedaan. Daar kon je vijf broers en zussen met elk een andere naam hebben. Tegenwoordig komt het ook in Congo minder vaak voor, maar vroeger kon je een kind de naam geven van zijn vader, moeder, grootvader, grootmoeder… van eender wie eigenlijk. Toen onze oudste dochter geboren werd, heeft die mijn naam als achternaam gekregen. Nadien kregen we een tweeling (een jongen en een meisje) die elk Batshuayi als achternaam kregen. Dus beloofde Pino me dat ons vierde kind weer mijn achternaam mocht dragen. Vandaar dat Aaron mijn naam heeft.” Pino voegt nog toe: “Nu is het dus 2-2.”

Hun verhaal doet denken aan dat van de broers Emile en Mbo Mpenza, wier ouders ook van Congo naar België verhuisden om hun zoons vervolgens te zien schitteren op de Belgische voetbalvelden. De Batshuayi’s kennen de Mpenza’s alleen van naam. “Onze kinderen zijn honderd procent Belgisch”, aldus Viviane. “Ze hebben ook niet speciaal veel Afrikaanse vrienden.” Mama Viviane geeft toe dat zij daar voor iets tussen zit: “We hebben er altijd alles aan gedaan om hen uit de buurt van de Matongewijk te houden omdat we het daar te gevaarlijk vonden.” De Congolese voetbalbond heeft ooit een voorzichtige toenaderingspoging gewaagd. “Ik heb meteen geweigerd”, zegt Pino. Niet geheel onlogisch als je weet dat Aaron en Michy nog nooit in Congo zijn geweest.

Anderlecht geen optie

Wat beide broertjes naast hun explosieve aanvallende stijl nog gemeen hebben, is hun parcours. Tot op een zeker punt dan toch. Dat parcours liep van Evere via FC Brussels richting Anderlecht. Altijd maar voetbal, voetbal, voetbal. “Zinédine Zidane, Karim Benzema en Thierry Henry staarden ons aan van op de muren van de wc”, lacht papa Pino. Anno 2013 is Aaron een van de grootste talenten van Anderlecht, maar van liefde tussen paars-wit en Aarons broer is bepaald geen sprake meer. “Ik ga niet rond de pot draaien”, zegt Michy. “Ze hebben me bij Anderlecht simpelweg buitengegooid.” Mama komt tussen om haar zoon te verdedigen. “Dat jaar zijn er wel een heleboel spelers aan de deur gezet. Een stuk of tien, denk ik. Niemand voldeed aan de eisen.”

Het moge duidelijk zijn dat Anderlecht zich die actie al meermaals beklaagd heeft. Michy en Viviane lachen. Ze voegt nog toe: “Anderlecht heeft me nooit gevraagd om eens langs te komen op de club om Michy’s gedrag te bespreken, dus dat ze me nu niet komen vertellen dat Michy allerlei kattenkwaad heeft uitgehaald. Toen men me zei dat mijn Michy stout was geweest, maakte me dat enorm kwaad. Michy is de liefste van al mijn kinderen! Dat moment waarop ze hem zeiden dat hij moest vertrekken, was gewoonweg vreselijk. Twee dagen lang heeft hij liggen huilen in de zetel. Hij wilde zelfs niet meer gaan slapen in zijn kamer.” Michy: “En dat alles voor een paar onbenulligheden zoals te laat komen op training. Ze hebben me duidelijk gemaakt dat ik werd doorgestuurd om mijn gedrag, niet door een gebrek aan talent. Het probleem was dat de druk dat seizoen enorm hoog was door onze slechte prestaties. Ik heb op dat moment een imago gekregen dat me sindsdien is blijven achtervolgen. Mij is het allemaal eender. Ik hou me daar niet mee bezig.”

Na een tussenstap bij FC Brussels begint Michy’s grote Luikse avontuur. “Luik is echt op tal van vlakken een compleet andere wereld. Vooral op het vlak van discipline eigenlijk. Bij Anderlecht moet je je plooien naar de huisstijl en word je geacht elke richtlijn nauwgezet te volgen. Ik werd er soms als flankspeler uitgespeeld… Wel, dan was het uitgesloten dat ik ook maar een meter van die lijn afweek. Maakte ik toch een actie naar binnen toe dan werd ik tot de orde geroepen. Bij Standard laat men de nodige ruimte zodat je je persoonlijkheid kunt tonen. Bij Standard doe je wat je wilt, zolang het maar efficiënt is.” Michy draait een beetje rond de pot wanneer we hem vragen naar de pogingen van Anderlecht om hem afgelopen zomer terug te halen. John van den Brom had er zelfs zijn hoofddoel van gemaakt. “Dat weet ik”, zegt Michy. Maar ook: “Ik heb alles gehoord en gelezen wat men op het internet over die kwestie heeft gezegd, maar Anderlecht was echt geen optie voor mij. Ik wil afmaken wat ik bij Standard ben begonnen. Ik wil een prijs pakken bij de Rouches alvorens andere oorden op te zoeken.” Volgens Michy heeft Standard op één vlak alvast een gigantisch groot voordeel op Anderlecht: het publiek. “Op Anderlecht hoor je de fans niet, terwijl die van Standard echt leven voor hun club.” Papa Pino gaat nog verder: “In het Astridpark vind je gewoon geen supporters. De fans van Standard staan er altijd. De Standardsupporters zijn simpelweg de beste, ook al zijn het soms echte zeveraars.” “Als het minder goed draait, vergeten ze weleens wat supporters moeten doen”, bevestigt Michy. “Het is exact daarom dat ik op verplaatsing niet meer mee ga kijken”, vervolgt Viviane.

De tong van Michy

Voor Aaron is er van een overgang naar de aartsvijand evenmin sprake. Voor Standard spelen? Nooit! Enkele maanden geleden – hij was toen net zestien – werd hij opgeroepen voor een paar trainingen bij de A-kern van Anderlecht, maar nu traint hij weer met de beloftekern. Wat hij van die trainingen met de A-kern vond? “Niet zo indrukwekkend…” Wat zijn doelen op korte termijn zijn? “Het zou goed zijn als ik dit seizoen nog een kans zou krijgen bij de eerste ploeg. Maar goed, echt dringend is het nu ook weer niet.” En wat dan met Standard? “Ik zeg niet dat ik die club niet graag heb, ik heb gewoon geen zin om ernaartoe te gaan.”

Anderlecht probeerde Michy over te nemen, maar Standard heeft ook al geprobeerd om Aaron los te weken bij paars-wit. “Daar ben ik niet van op de hoogte”, aldus een ietwat raadselachtige Aaron. Viviane: “Maar je hebt er toch van gehoord!” Michy: “Wij lezen geen kranten, mama. Jij wel. Ik denk in ieder geval dat een speler van Anderlecht niet zomaar naar Standard kan gaan. Dat is tegennatuurlijk. De omgekeerde beweging zou ik dan wel weer begrijpen. Anderlecht draagt nog steeds de reputatie van de beste club van België met zich mee. De meest prestigieuze club ook. Standard is eerder het buitenbeentje. Standard staat bekend als de club waar je er flink tegenaan moet gaan. Mensen hebben ons ook niet zo graag. Dat merk ik vaak genoeg. Mensen hebben liever dat de titel naar Anderlecht of Genk of Club Brugge gaat.” Of dat iets te maken heeft met de typische geste – zijn tong uitsteken – die hij na elk doelpunt maakt? Waarom doet hij dat? “Het is niet iets wat ik op voorhand heb bedacht. Het gebeurt gewoon. Ik denk dat ik op zo’n moment onbewust ‘Hou jullie mond!’tegen de mensen wil zeggen. Er zijn spelers die hun handen achter hun oren houden nadat ze een doelpunt hebben gescoord. Wel, bij mij is het mijn tong die dat werk doet.

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content