Welkom thuis

© BELGAIMAGE

Hij debuteerde bij KRC Genk, werd kampioen met AZ, trok naar Hannover 96 en proefde van de Premier League, maar nu is hij weer op het oude nest. Sébastien Pocognoli moet Standard opnieuw de Luikse mentaliteit bezorgen.

Het is een van zijn laatste wapenfeiten op de Belgische voetbalvelden: op 12 augustus 2012 heeft Standard Charleroi op eigen terrein (2-6) vernederd wanneer Sébastien Pocognoli een vlag van de Ultras-Inferno ’96, de fervente Luikse supporters, op de middenstip plant. Moraalridders zien het gebaar als pure provocatie. Poco krijgt een boete van 650 euro, maar de Standardfans nemen hem nog wat meer in hun hart op.

Enkele maanden later neemt het kind des huizes echter voor de tweede keer afscheid van de Rouches. Hij tekent bij Hannover 96 en komt voor het eerst in een grote Europese competitie terecht, nadat hij in 2009 al een keer Nederlands kampioen werd met AZ. Een succes wordt het niet. Pocognoli wisselt in de Bundesliga enkele hoogtes af met al te veel laagtes. Toch versiert hij in de zomer van 2014 een droomtransfer naar de Premier League. Na een geslaagd debuut zorgt de komst van manager Tony Pulis ervoor dat hij nooit doorbreekt. ‘Pulis zag graag grote, potige kerels op de flanken, mannen die in de eerste plaats dachten aan verdedigen. Tijdens ons eerste gesprek zei hij me letterlijk dat ik te offensief was voor zijn tactisch systeem.’

Pocognoli lijkt in Engeland van de radar verdwenen tot hij wordt uitgeleend aan Brighton. ‘Ik moest mijn carrière opnieuw op de rails zetten. De laatste maanden heb ik bewezen dat ik weer mijn beste niveau haal.’ Samen met onder meer een uitstekende Anthony Knockaert helpt Pocognoli Brighton aan de promotie naar de Premier League. Een parade door de straten van de badplaats voor 100.000 enthousiaste fans betekent het einde van zijn avontuur aan de andere kant van het kanaal.

De brave en verstandige

Dertien selecties voor de nationale ploeg behaalde Sébastien Pocognoli tot op heden. Veel te weinig voor iemand die een stralende toekomst werd voorspeld toen hij op zijn zestiende debuteerde in de Belgische eerste klasse en zich op zijn negentiende al ontpopte tot een vaste waarde op de linkerflank van KRC Genk. De weg naar een lange carrière bij de Rode Duivels lag open, want het gebrek aan goeie flankverdedigers dateert er niet van gisteren.

Poco speelt zijn eerste interland op 30 mei 2008 in Italië, maar tot de verwachte lange reeks komt het nooit. Bijna drie jaar na zijn laatste selectie neemt Roberto Martínez hem, door het forfait van Jordan Lukaku, tegen alle verwachtingen in op in zijn kern voor de wedstrijd in Gibraltar. Maar een jaar voor het volgende WK lijkt de Russische horizon nog veraf.

‘Nochtans was hij een enorm talent’, vertelt Thomas Chatelle, een van Pocognoli’s weinige echte vrienden in het voetbal en oud-ploegmaat bij KRC Genk. ‘Waarom hij dan niet de vaste linksachter van de Rode Duivels werd? Misschien was zijn keuze voor de Bundesliga wel de verkeerde. Om echt door te breken had hij zich in een grote competitie voor een langere periode moeten doorzetten als onbetwistbare basisspeler.’ Pocognoli beseft het zelf. ‘Ik heb van één zaak spijt: dat ik geen structuur kreeg in mijn carrière. Ik had graag vijf jaar in dezelfde omgeving vertoefd, met dezelfde trainer. Dat gebrek heeft me veel caps gekost.’

Jordan Remacle, nu bij Charleroi, kent Pocognoli al sinds ze beiden dertien waren. ‘Bij de jeugd van Standard maakten we deel uit van een heel sterke generatie met onder meer ook Jonathan Legear, Kevin Mirallas, Réginal Goreux en Logan Bailly. Poco was de brave en de verstandige van de bende. Hij was een van de weinigen die zijn middelbare studies afmaakte.’ Op zijn vijftiende vertrok Pocognoli uit Sclessin naar KRC Genk. ‘Was ik bij Standard gebleven,’ zegt hij daar zelf over, ‘dan had ik de combinatie voetbal en studies niet kunnen volhouden. ‘Bovendien was het er voor een jeugdspeler heel moeilijk om door te stoten. Bij Genk beloofden ze me een kans te geven.’

Het bleek de juiste keuze voor Pocognoli. Bij de Limburgers groeide hij uit tot een sterkhouder. Chatelle herinnert zich dat hij het destijds meteen goed kon vinden met Poco. ‘Toen hij prof werd, was ik kapitein van de ploeg. We konden ook over andere dingen praten dan alleen maar over voetbal. Hij is geen oppervlakkige kerel, een atypisch persoon in de voetbalwereld. Hij is bescheiden en altijd zichzelf gebleven.’

Vurige rital

Hoewel hij technisch verzorgd voetbalt voor een verdediger, is Sébastien Pocognoli toch vooral bekend voor zijn loopvermogen en vooral zijn tackles. ‘Toen ik als kind bij Seraing speelde, hielden de grindterreinen me niet tegen. Geregeld stapte ik na de wedstrijd met een bebloed been de kleedkamer binnen omdat ik me met alle geweld naar de bal had gegooid.’ De vastberadenheid van iemand die niet afgeeft, past perfect bij de befaamde spirit van Standard, waarvan je je kan afvragen of die nog bestaat.

‘De terugkeer van de echte Standardmentaliteit, dat is wat de supporters nu in de eerste plaats willen zien en op dat vlak is de komst van Poco een heel goede zaak’, verzekert zijn kameraad Laurent Ciman. ‘Toen ik tijdens de onderbreking van de MLS enkele dagen kwam trainen bij Standard, zag ik er vreemde dingen, maar volgens mij zal het met iemand als Ricardo Sá Pinto als trainer alleen maar beter gaan. Met jongens als Poco, Réginal Goreux en Jean-François Gillet zullen ze weer de juiste ingesteldheid terugvinden.’

Pocognoli zal zeggen waar het op staat, gaat Ciman verder. ‘Hij liegt nooit, niet op het terrein en niet daarbuiten. Bovendien heeft hij een hekel aan verliezen. Hij zal weer orde scheppen in de Standardkleedkamer. Je moet hem niet in het ootje nemen. Hij blijft een rital (iemand van Italiaanse afkomst, nvdr) met een redelijk vurig karakter.’ (lacht)

De terugkeer van Pocognoli is voor weinig mensen een verrassing. ‘Ik heb er nooit met hem over gepraat, maar ik verwachtte dat hij weer naar Standard zou komen’, zegt Chatelle. ‘Interviews die ik las of hoorde, gaven mij het gevoel dat hij daar echt zin in had. Maar hij staat voor een uitdaging. Alles moet weer opgebouwd worden en de harten van de supporters moeten weer gewonnen worden. Dat begint bij je volledige ziel te geven voor de club en het team.’

De weldra 30-jarige Pocognoli weet waaraan hij zich mag verwachten. Tijdens een interview dat hij ons gaf in mei, sprak hij al over de moeilijkheden waarmee het huidige Standard kampt. ‘Bruno Venanzi heeft een uiterst moeilijk werk geërfd: te veel spelers onder contract en een gat in de kas. Hij moest snoeien in de kern en alles weer op poten zetten. Ik denk dat Standard vijf jaar zal nodig hebben om weer op niveau te geraken.’

DOOR THOMAS BRICMONT – FOTO BELGAIMAGE

‘Pocognoli heeft een hekel aan verliezen. Hij zal weer orde scheppen in de Standardkleedkamer.’ Laurent Ciman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content