Op de vooravond van een historische finale van de Champions League openden Bayern München en Borussia Dortmund vorige week hun deuren voor de internationale pers en deden dat ieder op hun manier. Tussen beide clubs liggen er dan ook werelden van verschil. Een reportage.

Ik hoop dat iedereen zich bij ons heel goed voelt”, zegt Markus Hörwick, de perschef van Bayern München bij het begin van de Open Media Day, die iedere finalist van de Champions League op gezag van de UEFA verplicht moet organiseren. De internationale persmeute, 190 journalisten uit zestien landen, heeft op dat moment al een uitgebreid ontbijt achter de kiezen, inclusief de typisch Beierse Weisswurst. Hörwick vertelt rustig wat er nog te gebeuren staat: het bijwonen van een open training van Bayern in de Allianz Arena, een persconferentie met eerst trainer Jupp Heynckes en dan Philipp Lahm, Bastian Schweinsteiger, Thomas Müller en Arjen Robben. Als Müller twee minuten te laat op de afspraak verschijnt en Lahm zijn plaats al heeft ingenomen, wijst Hörwick de jonge middenvelder vriendelijk maar kordaat terecht: hij moet zeer tegen zijn zin zijn beurt afwachten. “Ich bin stinksauer“, moppert hij, maar het helpt niet.

Onder milde temperaturen trainen de sterren van Bayern München. Het kampioensfeest na het binnenhalen van de 23e titel is achter de rug, de sfeer is uitstekend. Er staan acht mensen van de technische staf op het veld, Jupp Heynckes beperkt zich lang tot observeren. Pas na een uur laat hij zich voor het eerst horen als Daniel Van Buyten in een onderling trainingspartijtje dom balverlies leidt. De Rode Duivel staat in de B-ploeg, Heynckes laat zijn type-elftal samenspelen. Op anderhalve week van de CL-finale zijn er geen geheimen. Bayern straat ambitie uit, soms neigt het naar arrogantie, gezonde arrogantie, niemand die twijfelt aan de goede afloop van de wedstrijd tegen Borussia Dortmund.

Rustig neemt Jupp Heynckes na de trainingssessie de tijd voor de persconferentie. Buiten glinstert de Allianz Arena inmiddels in de zon, een paar dagen eerder speelde Bayern daar tegen FC Augsburg zijn 216e officiële thuiswedstrijd sinds deze voetbaltempel in 2005 werd geopend. Niet één keer bleef er een plaats onbezet. Het past bij de welstand die de Duitse kampioen in alle geledingen uitademt.

Meer detailwerk

Jupp Heynckes heeft de afgelopen maanden in München een kunstwerk neergezet en is sindsdien veelvuldig geroemd als ein ganz grossartiger Trainer,maar dat soort kreten gaat aan deze ex-aanvaller voorbij. Hij houdt er niet van geïdealiseerd te worden en geeft in de manier waarop hij door het leven stapt blijk van een grote stabiliteit. Tenzij die ene keer toen iemand hem voor de wedstrijd tegen FC Barcelona vroeg of hij tips zou vragen aan zijn opvolger Pep Guardiola. Heynckes, al 34 jaar trainer, reageerde als door een adder gebeten, hij vond dat getuigen van een gebrek aan respect.

Nu zit hij in het naast de perszaal gelegen auditorium (met 180 plaatsen) voor een internationaal persleger en twintig televisiestations. Zakelijk antwoordt hij op de vragen van de journalisten. Dat het grote verschil met vroeger de defensieve balans is die inmiddels werd gevonden. En de grotere selectiegroep. “Vorig seizoen kon ik veertien, vijftien gelijkwaardige spelers opstellen, nu zijn dat er minstens twintig”, zegt Heynckes. Of hij een andere trainer is dan vorig seizoen, wil iemand weten. Heynckes antwoordt dat hij nog meer bezig is met detailwerk, met standaardsituaties, hij noemt Bastian Schweinsteiger tussendoor de beste middenvelder ter wereld, vertelt dat Borussia Dortmund hem op tactisch vlak niet kan verrassen en voegt eraan toe dat Bayern altijd uitgaat van zijn eigen kracht. “Want”, debiteert hij, “deze club is gewoon op succes geprogrammeerd.” Het klinkt uit zijn mond niet eens verwaand.

Markus Hörwick structureert het gesprek, er is voor een simultane vertaling in het Engels gezorgd, de perschef komt één keer zelf tussen als een Britse journalist vraagt of het klopt dat de Braziliaan Neymar naar Bayern komt en zelfs al een voorcontract tekende. “We zijn hier om over de finale van de Champions League te praten en niet om het over kwakkels te hebben”, spreekt hij gedecideerd.

Maar die toekomst zal Jupp Heynckes een zorg wezen. Een paar weken nog en hij houdt ermee op. Of beter: hij mag zijn werk bij Bayern niet verderzetten nadat in het begin van dit jaar de 25 jaar jongere Pep Guardiolawerd gecontracteerd. Een ontslag is het niet, maar opzijgeschoven wordt hij wel, al is dat een thema dat juist in deze periode onder de mat wordt geveegd.

Ook Heynckes zelf zal er zich niet over uitlaten. Hij heeft zichzelf nog nooit opgeblazen. Net zoals hij in nog geen enkel interview openlijk zijn aandeel in de triomfen van Bayern heeft geaccentueerd. Terwijl Heynckes wel degelijk de architect is van het succes, de man die erin slaagde een collectief te scheppen uit offensief briljante spelers die hij tot de totale uitputting ook defensief voor elkaar laat werken. Dezelfde Heynckes die vorig seizoen te horen kreeg dat hij ’te tam’is en dat hij naar de spelers toe ’te weinig autoriteit’ toonde. Waarop Heynckes zich maniakaler dan ooit op zijn job stortte. Of een man met zo’n bezetenheid straks echt een punt kan zetten achter zijn carrière, wil iemand weten. Heynckes reageert sereen: “In de Bundesliga kan ik niet meer werken, er valt voor mij niets meer te bereiken dan met Bayern. En in het buitenland hoor ik vele clubs praten over een generatiewissel, in die plannen past een man van 68 toch niet?”

Hoe ouder, hoe moderner

Er zit wat cynisme in die uitspraak. “Want”, zegt een kenner van het huis, “hoe ouder Jupp Heynckes wordt, hoe moderner hij werkt.” Hij vertelt dat er voor Heynckes veel is veranderd sinds de dag dat hij te horen kreeg dat hij niet meer voor Bayern mag werken. Hij heeft niet langer een hartelijke relatie met Karl-Heinz Rummenigge,wiens aanbod om raadgever te worden hij gepikeerd afwees. Heynckes houdt niet van de giftige en directe stijl van sportdirecteur Matthias Sammer en zwaar bekoeld zijn de vriendschapsbanden met voorzitter Uli Hoeness, de na belastingontduiking van zijn voetstuk getuimelde patriarch.

Maar op de internationale mediadag wordt het allemaal niet verteld. Veeleer wordt er een ode gebracht aan het instituut Bayern München. Ook uit de mond van de vier spelers die later op het podium plaatsnemen. Ze houden een lofzang op de kracht van Bayern München. En over het werk van Jupp Heynckes. “Toen we vorige zomer met de trainingen herbegonnen, zag je de ambitie branden in zijn ogen”, zegt Bastian Schweinsteiger. En Philipp Lahm, de intelligente aanvoerder, vertelt dat Heynckes het al te zeer op balbezit afgestemde spel van zijn voorganger Louis van Gaal met dynamische componenten als pressing en een snelle omschakeling overgoot. Lahm: “Je kunt rustig zeggen dat hij elk tactisch detail verfijnde.” En de rechtsachter voegt er snel aan toe: “Die ontwikkeling is nog niet ten einde. Nog altijd zijn we bezig met de vraag: wanneer vallen we aan en in welk tempo doen we dat?”

Bij Bastian Schweinsteiger wordt geïnformeerd wat hij ervan vindt dat Heynckes hem de beste middenvelder ter wereld noemt. De regisseur zegt onbewogen dat hij meer van prestaties houdt dan van uitspraken. En zo kabbelt iedere vragenronde verder. Tot Markus Hörwick de media bedankt voor de interesse, hen een middagmaal aanbiedt en zegt dat iedereen nog een geschenk zal krijgen. Dat blijkt een T-shirt, een USB-stick met foto’s en een ballpoint te zijn. In een hoekje van de perszaal vraagt iemand de lachgrage Thomas Müller of er iets is dat hem bij Bayern heeft ontgoocheld. Müller antwoordt meteen: “Ja, de zeer ingetogen manier waarop we de overwinningen tegen Barcelona hebben gevierd.” Ook dat hoort bij Bayern München: er wordt bij momenten perfect gevoetbald, maar perfectie moet er ook zijn in de manier waarop de spelers zichzelf controleren.

Een goed gevoel

Eén dag later en 600 kilometer noordwestwaarts: Borussia Dortmund organiseert zijn Media Day. “Ik hoop dat iedereen zich bij ons sehr wohl voelt”, zegt de jonge perschef Sascha Fligge. Beleefd zijn ze wel bij de twee Duitse topclubs. Borussia ademt wel minder grandeur uit dan Bayern, de organisatie is minder. Er is niet voor een simultane vertaling gezorgd, wel voor een tolk, hetgeen op een in tijd al beperkte persconferentie veel vertraagt. In de perszaal loopt iedereen door elkaar, er is geen auditorium en een mager ontbijt, later gevolgd door een bescheiden middagmaal. De journalisten krijgen na afloop geen geschenk.

Maar een sfeer van hartelijkheid hangt er wel als Jürgen Klopp de perszaal betreedt. De trainer van Borussia heeft bij momenten veel weg van een entertainer. Hij zit goed in zijn vel, lacht vaak en laat zijn spelers al weken zwarte shirts dragen met daarop het opschrift Wembley calling. Hij weet dat Borussia tegen Bayern niet als favoriet aan de wedstrijd zal beginnen en zegt dan verrassend: “Wissen sie welke match mij het meest heeft gevormd? De WK-finale van 1954 tussen Hongarije en West-Duitsland, ook al zag ik van die wedstrijd alleen flarden op televisie. Omdat iedereen ervan overtuigd was dat Duitsland geen enkele kans had en toch met 3-2 won.” Hij grijnst en zegt: “Alles wat ons een goed gevoel geeft, gebruiken we.”

Desgevraagd ontvouwt Klopp ook zijn voetbalfilosofie: “Als de tegenstander de bal heeft, dan verdedigen wij met zijn allen, alsof ons leven ervan afhangt. En als wij de bal hebben, dan vallen we samen aan, met moed en met lef.” Hij lacht en kijkt hoe iedereen zijn woorden noteert. Vervolgens roemt hij de intelligentie van zijn groep: “Zij weten dat je in voetbal alleen tot resultaat komt als je samen één weg bewandelt. En zij weten ook dat het de trainer is die deze weg aangeeft.” Hij vertelt welke weg hij met de groep is gegaan sinds hij medio 2008 trainer werd van Borussia Dortmund: “Ik heb eerst voor defensieve zekerheid gezorgd en vervolgens gezien hoe spelers die toen 19 jaar waren telkens weer zijn gegroeid. Ze zijn nu 24 jaar en hebben een route afgelegd van talent tot voetballer met potentieel. En het belangrijkste is dat ze altijd even eergierig zijn gebleven. Zo gaat deze ploeg verder haar grenzen verleggen, ook na het vertrek van Mario Götze.Nog meer stabiliteit achteraan is iets waar ik volgend seizoen aan wil werken. Zonder een goeie defensie kun je geen modern voetbal spelen.”

Engagement en passie zijn de sleutelwoorden van Jürgen Klopp en ze lopen als een rode draad door de geschiedenis van de club. Alle spelers moeten bewegen. Dat dit gebeurt, tonen de cijfers aan. Gemiddeld liep de ploeg in een wedstrijd van de Champions League in totaal 121,468 kilometer. Dat is 7 kilometer meer dan Bayern München en 11 kilometer meer dan Barcelona. Dat de aanvallers de eerste verdedigers zijn toont de Poolse topschutter Robert Lewandowski in iedere wedstrijd weer: tot in het eigen strafschopgebied plooit hij mee terug om zijn verdedigende arbeid te verrichten.

Lust auf Füssball

Robert Lewandowski is er niet op de mediadag van Borussia Dortmund. Wel Hans-Joachim Watzke, de voorzitter van de raad van bestuur, die de marsroute van de club aangeeft: “Wij mogen bij wijze van spreken zoveel geld uitgeven als we willen, op voorwaarde dat we dit geld zelf hebben verdiend. Anders doen we dat niet. Wij stappen niet naar de bank om geld te lenen.” Het trauma van het verleden leeft nog in Dortmund, de club danste acht jaar geleden op de koord van het faillissement. Sindsdien werd de filosofie bijgestuurd: jonge spelers aantrekken en ze de tijd geven om te rijpen. Of beter nog: het talent sneller erkennen. “Maar”, vervolgt Watzke, “essentieel voor ons is dat alle voetballers passen in de mentaliteit van de streek. Wij moeten spelvreugde uitstralen, Lust auf Fussball. Wij kunnen verliezen en moeilijke tijden doormaken, maar altijd zal iedereen zich tot het uiterste hebben gegeven voor deze club.”

Zo vertellen ook de vier spelers het die zich later aan de vragen van de pers moeten onderwerpen. Aanvoerder Sebastian Kehl, verdediger Mats Hummels, middenvelder IlkayGündogan en vooral de op een onthutsende manier in clichés grossierende doelman Roman Weidenfeller werken hun taak plichtmatig af. Dat Borussia underdog is, dat iedereen naar Wembley verlangt, dat ze trots zijn voor deze club te mogen spelen, dat ze hopen dat de geblesseerde Mario Götzezal kunnen spelen en nog meer van dat soort dooddoeners.

Veel liever hadden de media geluisterd naar de vedette van de ploeg, Robert Lewandowski. Die, zo valt te horen, is eerzuchtiger dan ooit. Dat past in zijn levensstory. Het verhaal wil dat hij op de dag van zijn eerste communie een voetbalwedstrijd moest spelen en dat zijn vader de priester verzocht de eucharistieviering snel af te handelen. Een ander verhaal vertelt dat zijn vader, een zwarte gordel judo, hem leerde vallen zonder zich pijn te doen en dat zijn moeder, een ex-volleybalspeelster, een bal onder tafel legde als Robert moest eten, want hij wilde met zijn voeten op die bal steunen. Dat Robert Lewandowski medio 2010 voor 4,75 miljoen euro van Lech Poznan naar Borusia Dortmund overstapte, is tegen het licht van zijn evolutie onwaarschijnlijk. Nu verpersoonlijkt de 1,84 meter grote Pool de ideale aanvaller: hij is beweeglijk, robuust, technisch sterk en hij klopt in een wedstrijd afstanden die eerder voorbestemd zijn voor middenvelders. En hij scoort: dit seizoen 36 goals in 46 officiële matchen. Of hij volgend seizoen nog in Dortmund speelt, dat is een vraag waarop ze bij Borussia aan de vooravond van de finale niet willen antwoorden.

De moed om te verjongen

Een historische finale wordt het dus op Wembley tussen Bayern München en Borussia Dortmund. Die kadert in de opgang van het Duitse voetbal. Natuurlijk ging het zowel in München als in Dortmund ook daarover: hoe het komt dat het Duitse voetbal zo veel talent produceert? En uiteraard werd er daarbij weer gesproken over de multiculturele invloeden en over de zware investeringen in de jeugdwerking. Terwijl Jupp Heynckes het vanuit nog een ander perspectief ziet: “Ik vind het zeer goed dat sommige clubs jeugdtrainers de kans geven om tot hoofdtrainer te promoveren. Zoals Christian Streich bij Freiburg en Jens Keller bij Schalke 04. Zij kennen het talent dat hun club bezit. Maar vooral: ze hebben de moed om te verjongen. Dat is de weg die we met zijn allen moeten blijven gaan.”

En talent, zo vertelt Jürgen Klopp, moet de kans krijgen om te rijpen. “Soms”, vindt de trainer van Borussia Dortmund, “kan het te snel gaan. Hier zijn wij twee jaar geleden eigenlijk te vroeg kampioen geworden, hebben we vorig seizoen te vroeg de dubbel gepakt en staan we nu eigenlijk te vroeg in de finale van de Champions League. Dan moet je als trainer extra waakzaam zijn.”

Maar over de mentaliteit van de spelers moeten ze zowel bij Bayern München als Borussia Dortmund niet klagen. De ambitie valt in alle geledingen te bespeuren, zij het op een totaal verschillende manier. Bayern is een aristocratische vereniging, de vaandeldrager van een rijke stad, elitair en soms pedant. Borussia Dortmund is het uithangbord van het Ruhrgebied, de trots van een echte arbeidersstad, spontaner, menselijker en toegankelijker. Als dusdanig krijgt Borussia ook de sympathie van voetbalminnend Duitsland: uit een rondvraag bleek dat 75 procent van de bevolking wil dat de ploeg van Jürgen Klopp de Champions Leaguefinale wint. Maar die relativeert dat: “De mensen hebben altijd een zwak voor de underdog, ze weten dat wij qua financiën niet op kunnen tegen Bayern.”

De verschillen blijken niet alleen naast, maar ook op het veld: de waarde van de spelers van Bayern München wordt geraamd op 421 miljoen euro, die van Borussia Dortmund op 255 miljoen. En Bayern trekt 120 miljoen euro uit voor de salarissen van de spelers, Borussia Dortmund 50 miljoen. “Maar”, lacht Klopp zijn tanden bloot, “op het veld zal het verschil niet zo groot zijn.”

door Jacques Sys in München en Dortmund

“Bayern München

is op succes geprogrammeerd.” Jupp Heynckes

“Eigenlijk werd Borussia Dortmund te vroeg kampioen. En staan we te vroeg in de finale van de Champions League.” Jürgen Klopp

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content