Sebastian Vettel wordt wereldkampioen. Makkelijk. Maar hij moet in de tweede seizoenshelft ook nog eens bewijzen dat hij dat verdient. Zondag krijgt hij een eerste kans in de Grote Prijs van België.

De grand prix van Duitsland op de Nürburgring is veertien minuten voorbij de finish. Fernando Alonso schuift aan voor de persconferentie. “Het seizoen is nog niet gedaan”, zegt de Spanjaard. “Amper halverwege, het kan nog alle kanten uit…”

Hallucineert de Spanjaard? Sebastian Vettel wordt dit jaar wereldkampioen, punt andere regel. Of probeert hij druk te zetten? Natuurlijk. Alonso heeft gezien dat Vettel kwetsbaar is en grijpt zijn laatste strohalm. “Ja, als je op pole staat met de snelste auto en als eerste door de bocht gaat, dan is het makkelijk om te winnen”, zegt hij. “Maar als je wat meer weerwerk krijgt, dan mag je geen steken laten vallen, hé…” Lewis Hamilton zit ernaast en knikt even, hij weet over wie het gaat, en doet er nog een schepje bovenop: “Vettel mag gerust zijn, ik zal iedere kans grijpen om te winnen.”

Het typeert het seizoen zoals het tot halverwege is verlopen: Sebastian Vettel heeft wel de meeste koersen gewonnen, maar is niet onklopbaar. Dat heeft hij bewezen in de Grote Prijzen van China, Engeland, Duitsland en Hongarije. Hij verloor er telkens omdat hij te zuinig reed met een snellere machine (China), tijd verloor met een foutgelopen pitstop en daarna problemen met de remmen kreeg (Engeland) of een stuurfout maakte (Duitsland en Hongarije).

Objectief bekeken: ach ja, wat dan nog. Vettel, amper 24 en al een keertje wereldkampioen, heeft 85 punten voorsprong op de tweede in het klassement. Dat is dan ook nog eens zijn teamgenoot Mark Webber, wiens teamradio meteen gaat rinkelen zodra hij te dicht in de buurt van de wereldkampioen komt. En subjectief bekeken? We tikken even Niki Lauda op de rug. “Vettel is top. Maar Alonso is misschien wel de compleetste van het moment”, oordeelt Lauda. “Fietsen kunnen ze allemaal. We hebben zelfs de beste generatie ooit. Nooit eerder stonden zoveel toprijders op dezelfde startgrid. Vettel hoort daarbij. Maar de beste? Hij wordt dit jaar wereldkampioen, ja. Red Bull heeft immers met mijlen voorsprong de beste machine. Maar de tweede seizoenshelft brengt een grotere uitdaging mee voor Vettel. Hij moet nu immers ook nog bewijzen dat hij de beste is. En dat is tot nu toe nog niet echt gelukt, neen.” Lauda blijft doceren. “Het koren van het kaf scheiden in de Formule 1, dat doe je in regenraces. Ga dus maar eens na hoe Vettel het tot nu toe gedaan heeft in die regenraces…”

We stellen inderdaad vast dat de 24-jarige Duitser steevast op zijn donder kreeg, zodra regenweer een normaal raceverloop verhinderde. Zoals: stuurfouten in Canada en Duitsland. Vooral Canada was pijnlijk, helemaal in de laatste ronde, en hij verloor er de koers mee. Zelfs Alonso krijgt een beetje gelijk met de essentie van zijn psychologische steekspel: Vettel is superieur als hij aan de leiding kan vertrekken, kwetsbaar als hij moet achtervolgen. Lauda weer: “Hij heeft nog een half seizoen om het tegendeel te bewijzen. Of ook: te laten zien dat hij die wereldtitel echt verdient.”

Dikke huid

Eigenlijk heeft seizoen 2011 veel gemeen met 2009. Toen won Jenson Button ook alles in het begin van het jaar, met zijn superieure Brawn GP. Maar het seizoen kantelde in Silverstone. De concurrentie, en dan vooral Vettel en Red Bull, hadden de technologische kloof gedicht en begon koersen te winnen. Button raakte onder druk en liet almaar meer steken vallen. Zoals Vettel nu? Tegelijk wel maar ook niet. Vettel maakt weliswaar foutjes als hij onder druk komt, maar het grote verschil is dat het niet door zijn dikke huid lijkt te prikken. De jonge Duitser wekt de indruk dat het normaalste zaak van de wereld is dat hij af en toe in de fout gaat. We kunnen ons geen enkele topcoureur in de Formule 1 herinneren die daar zo gemakkelijk mee omging. Michael Schumacher was er als de dood voor om toe te geven dat hij een fout had gemaakt. Dat ging immers vreten aan de aureool van onoverwinnelijkheid dat hij zichzelf opzette.

En zo zijn er tal van voorbeelden. Damon Hill die in Monza 1996 soeverein aan de leiding rijdt, maar knullig in de bandenstapel gaat: hij bleef minuten lang, hoofd in de handen, langs de kant staan en ging zich toen verstoppen in de garage. Of Mika Häkkinen op datzelfde Monza, vier jaar later: stuurfout in de chicane en leidersplaats verruild voor een knal in de vangrail. Er waren drie baancommissarissen nodig om hem te troosten, toen hij een kwartier lang op de vangrail zat te huilen. “Dat is de mentale kracht van Vettel”, zegt David Coulthard, nu co-commentator bij BBC maar nog altijd heel close met Red Bull, zijn vroegere team. “Hij kan het allemaal de juiste plaats geven.” Misschien meent Vettel het ook als hij telkens opnieuw, voor en na iedere grand prix, tegen de verzamelde pers zegt dat de titel nog lang niet binnen is. “Kijk naar 2010, Alonso ontfutselde ons ei zo na de kroon, terwijl hij halverwege het seizoen niet in het stuk voorkwam. Daarom bekijk ik iedere koers als een nieuw begin. En ik zit ook niet te rekenen, ik probeer gewoon iedere race te winnen.”

Alleen wordt dat almaar moeilijker, die races winnen. Omdat Ferrari en McLaren terrein hebben goedgemaakt, maar ook omdat het met die banden van Pirelli helemaal anders racen is dan een jaar geleden. Er zijn iedere race twee bandentypes die erg van elkaar verschillen, zacht en harder. En iedere coureur moet in de koers beide bandentypes minstens een keertje gebruiken, en soms gaat het zachtste type heel snel slijten. Daarom is het veel meer dan vroeger belangrijk geworden om de banden op de juiste manier te gebruiken: net snel genoeg rijden om niet te worden teruggeslagen, net traag genoeg om het rubber niet meteen aan flarden te scheuren. Grands prix zijn weer races waarin de man achter het stuur rekening moet houden met het gedrag van de auto, en moet kunnen doseren. En precies dat laatste is, paradoxaal genoeg, nog moeilijker voor de man met de beste auto. De race in China onderstreepte dat: op een bepaald moment zag het er zo goed uit voor Vettel dat hij te hard aan zijn banden dacht en met te veel reserve ging rijden. Zo zette hij de deur open voor Lewis Hamilton, die niet nadacht maar bleef pezen, en kon toeslaan op het moment dat Vettels laatste bandensetje minder goed presteerde dan dat van de Brit. “Iemand als Jenson Button kon dat in de eerste seizoenshelft veel beter dan Vettel, die banden juist gebruiken”, meent Niki Lauda.

Zeldzame maturiteit

Laat Vettel zich achter het stuur op foutjes betrappen, dan profileert hij zich naast de auto almaar meer als een echte toprijder. Of toch een coureur die het team wil en kan dragen. Toen hij er in Silverstone en op de Nürburgring niet in slaagde om de Red Bull op poleposition te parkeren, en zelfs teamgenoot Mark Webber moest laten voorgaan, trok hij aan de alarmbel. “We hebben ons in slaap laten wiegen, we moeten ons dringend herpakken. De anderen gaan sneller vooruit dan wij.” Een week later, toen de Formule 1 neerstreek in Boedapest, liep het alweer voor geen meter. “Ik herken de auto niet meer”, zei Vettel na de vrijdagtraining. “Zo kan het niet voort.” Hij organiseerde crisisberaad met teambaas Christian Horner en hoofdingenieur Adrian Newey, en het resultaat was een eerste uitzondering op de avondklok. Het reglement stelt immers dat de mecaniciens tussen 20 uur ’s avonds en 8 uur ’s ochtends in hun bed moeten liggen, of tenminste toch niet in de garage mogen toeven. Ieder team heeft recht op vier uitzonderingen, en in Boedapest pikte Red Bull er dus een eerste van op. Vettels mecaniciens sleutelden een hele vrijdagnacht aan de auto, en het resultaat was een herboren Red Bull op zaterdag. Vettel kon nog eens de poleposition pakken. Maar belangrijker: de manier waarop hij de neuzen weer in dezelfde richting zette, doet denken aan coureurs uit het verleden die niet alleen achter het stuur heersten, maar ook naast de auto het hele team konden dragen met hun autoriteit. Zoals Niki Lauda en Michael Schumacher elk in hun tijd bij Ferrari, of Fernando Alonso bij Renault en nu Ferrari.

Ook de serene manier waarop Sebastian Vettel nederlagen van zich af laat glijden, getuigt van een zeldzame maturiteit voor een jongeman van 24 jaar. Het zou wel eens te maken kunnen hebben met zijn relatief bescheiden afkomst. Vettel groeide op als zoon van een kleine zelfstandige meubelmaker, en stipt in interviews steevast “gezondheid, familie, vrienden, bescheidenheid en werkvreugde” aan als grote deugden in het leven. Het soort discours dat je wel vaker van F1-coureurs hoort, alleen wekt Vettel nooit de indruk dat het om een ingestudeerd nummertje gaat. Ter illustratie: woensdagnamiddag voor de grand prix van Canada doken we het centrum van Montréal in voor een afspraak met een collega toen een stevig onweer ons deed schuilen in de lokale Apple Store. Na wat gesnuffel tussen de iPads en andere iPhones stond uw dienaar door de grote glazen wand naar buiten te kijken, wachtend op beter weer. En zagen we daar in de weerspiegeling achter ons plots vader Norbert Vettel niet staan? Inderdaad, met zijn echtgenote, dochter en jongste zoon. Tot we plots ook de oudste zoon der Vettels bij het groepje zagen aansluiten. De regerende wereldkampioen van de Formule 1, sport die door 300 miljoen mensen over de hele wereld wordt gevolgd, in basketsloffen, T-shirt en short zoals leerlingen van de middelbare school die tegenwoordig dragen. Helemaal onherkenbaar voor het grote publiek, als een opgeschoten puber, shoppend met het gezin, en klein broertje – razend enthousiast tussen al die iPhones – rustig uitleggend wat al dat technologisch vernuft mag voorstellen. In gedachten maakten we al de vergelijking met collega’s van hem. Lewis Hamilton met zijn oorpiercings en opvallende zonnebrillen, of zelfs maar Fernando Alonso die op een drukke woensdagnamiddag gaat shoppen in hartje Montréal, het zou een uitrukken van de oproerpolitie noodzakelijk maken.

Voorkeursbehandeling

De affiches met Vettels kop sieren het straatbeeld in heel wat wereldsteden. Sebastian Vettel is het epicentrum van alle campagnes die zowel Red Bull als sponsors Casio of Infiniti rond het F1-gebeuren opvoeren. Daarom is Vettel ook de onbetwiste nummer één in het team, zoals Mark Webber in de grand prix van Silverstone mocht ondervinden. Toen Vettel na een verkeerd gelopen pitstop en problemen met de remmen was teruggevallen, kwam Webber in een positie om hem voorbij te gaan. Maar de eerste aarzelende poging van de Australiër was niet eens ingezet, toen hij langs de boordradio al werd opgeroepen: hij moest Vettel met rust laten. Gehoon en kritiek was het deel van Red Bull. Het publiek spenen van een boeiend duel, en dat voor een verschil van amper drie punten tussen een tweede en derde plaats, hoe durfden ze? “Maar het was de enige juiste beslissing”, zegt David Coulthard. “Natuurlijk had het publiek het liever tot een duel tussen Webber en Vettel zien komen, maar een manager moet geen beslissingen nemen die het publiek of de journalisten leuk vinden. Bekijk het zo: Vettel had op dat moment al zes koersen gewonnen, Webber nog geen enkele. Geef je dan voorrang aan die kerel met de meeste punten of neem je het risico dat ze elkaar van de piste rijden?”

Een rationele en plausibele uitleg, maar de felbesproken ingreep van teambaas Christian Horner was een verkeerd signaal naar de concurrentie. Ze verklapte immers de angst in het team om een gewonnen positie nog uit handen te geven, zoals vorig jaar bijna gebeurde toen Webber behoorlijk wat punten afsnoepte van Vettel. Angst waar Hamilton en Alonso meteen op inspelen, met hun psychologische speldenprikken. Maar ook na de paniekreactie in Silverstone bleef Vettel zijn serene zelve. “Webber en ik zijn werknemers in een team, en we moeten er alles aan doen om het team de wereldtitel te schenken.” Lees: nogal wiedes dat ik met die voorsprong in het klassement een voorkeursbehandeling krijg.

Natuurlijk wordt Sebastian Vettel eind november wereldkampioen, voor de tweede keer op rij. Enige vraag is hoeveel glans hij er de komende maanden nog op zet. Of nodig vindt om er op te zetten…

DOOR JO BOSSUYT

“Ik zit niet te rekenen, ik probeer gewoon iedere race te winnen.” Sebastian Vettel

Vettel is superieur als hij aan de leiding kan vertrekken, kwetsbaar als hij moet achtervolgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content