De regenboogtrui is niet alleen weggelegd voor de sterren in het peloton. In Varese reed de Italiaan Alessandro Ballan (28) bij de profs als eerste over de meet. Een halve Vlaming, maar bovenal de eenvoud zelve.

Moeder Natuur heeft mij jammer genoeg minder rijkelijk bedeeld dan pakweg jullie Tom Boonen.” Het is een uitspraak die de bescheiden Alessandro Ballan typeert. Een magere spriet van 1,90 m met het imago van de ideale schoonzoon, een ietwat slungelachtig voorkomen, een uitgesproken gebit en een onderlip die iets buiten proportie is: Alessandro Ballan is zeker niet de grootste ster uit het wielerpeloton. Niet qua looks, niet qua uitstraling. Maar hoeft dat dan? Tuurlijk niet. Want om wereldkampioen te worden telt vooral de inhoud, niet de verpakking. En dat hij die inhoud heeft, etaleerde Ballan in Varese. Het was commentator Michel Wuyts die zich in de rechtstreekse, bij de laatste beklimming van de Ronchi, liet ontvallen: “Ballan op kop. Maar die cartouche die hij vorig jaar nog had, is er vandaag niet.” Wuyts moest zijn woorden inslikken toen Ballan ettelijke kilometers verderop uitpakte met een splijtende uitval in de straten van Varese. Cunego en Rebellin deden de boeken toe in het achtervolgende groepje en Ballan werd campione del mondo. Oververdiend, na een koersverloop waarin hij zich allesbehalve onbetuigd liet. Al in de dertiende ronde maakte hij deel uit van een elitegroepje met onder andere Bettini, Valverde, Wegmann en Kolobnev. Dat groepje werd evenwel gegrepen onder impuls van de Belgen. In de voorlaatste ronde achtte Ballan opnieuw zijn moment gekomen op de lange Ronchi, de scherprechter van de WK-omloop, en legde op die manier het WK in de juiste plooi. De locomotief uit Castelfranco Veneto, een plaatsje op een steenworp van het Noord-Italiaanse Treviso, heeft in Varese de wereldtitel dus allesbehalve gestolen. Maar: wie is Alessandro Ballan eigenlijk?

Onopvallend bij de jeugd

Alessandro Ballan werd op 6 november 1979 geboren in Castelfranco Veneto, waar hij nu nog altijd woont samen met zijn echtgenote Daniela, een kapster, en dochtertjes Stella en Azzurra. Niet in een protserige villa maar in een bescheiden huis zonder veel poespas. “Een kasteel hoef ik niet te hebben. Ik ben geen Cipollini, Cunego of Pantani. Beide voetjes op de grond: da’s mijn motto”, liet Ballan in 2007 optekenen. De koersmicrobe kreeg hij via zijn broer Andrea, die nota bene zijn buurman is. Volgens Alessandro had Andrea meer talent dan hij, maar feit is: Andrea is nu buschauffeur en Alessandro wereldkampioen. Dat Alessandro het ooit zo ver zou schoppen, hadden weinig Italiaans ‘koerskenners’ ooit durven vermoeden. De weelde is natuurlijk groot bij de azzurri, ook bij de jeugd, maar toch is het opvallend dat Ballan als jeugdrenner zelfs nooit een WK-ticket kon verzilveren. Enkel een EK-selectie kon hij eruit puren. Ballan koerste bij de bekende streekploeg Trevigiani, waarbij onder meer ook Pellizotti reed. Hij had doorgaans een knechtenrol en was dus zelden in beeld wanneer de prijzen werden verdeeld. Het probleem van Ballan was (en is) zijn sprintsnelheid: die had (en heeft) hij niet. Elk jaar zette hij her en der wel een paar koersjes op zijn conto maar een veelwinnaar was hij niet. En zou hij ook nooit worden. Maar in 2004 oordeelde Lampre dat zijn gedrevenheid, werklust en klasse volstonden om hem als neoprof in te lijven. Gensters sloeg hij in zijn debuutjaar bij de grote jongens niet. Pas in 2005 zou hij zichzelf ontdekken … in Vlaanderen.

Halve Vlaming

Alessandro Ballan is helemaal weg van Fiandre. “De sfeer op de koersen, de massa mensen, de kasseien, de heuvels. Ik ben er wild van”, liet hij al meerdere keren verstaan. Nochtans was de eerste confrontatie met onze contreien geen liefde op het eerste gezicht. In 2004 was Ballan, toen neo-prof bij Lampre, present op het openingsweekend van het Belgische wielerseizoen. Maar de Omloop Het Volk werd een afknapper. Ballan hobbelde en denderde van de ene naar de andere kassei. ” Miseria! Miseria! Ik raakte gewoon niet vooruit. Binnen de kortste keren hing ik helemaal vanachter in het peloton te spartelen”, herinnert Ballan zich de pijnlijke confrontatie. Het was zijn ploegmaat/kopman Gianluca Bortolami, in 2001 winnaar van de Ronde van Vlaanderen, die hem aanporde door te zetten. Ballan knoopte het in zijn oren en eindigde in zijn eerste Ronde van Vlaanderen als 53ste. Zonder de minste ervaring. “In de aanloop naar de Oude Kwaremont zat ik achterin het peloton. Wist ik veel wat er zat aan te komen!”, aldus Ballan smalend. Het zou niet lang duren alvorens ook Vlaanderen de klasse van Ballan leerde kennen. Hij won in 2005 de eerste rit van de Driedaagse De Panne-Koksijde in Zottegem, was mee in de beslissende vlucht van de Ronde van Vlaanderen en finishte als zesde in Meerbeke. Het visitekaartje was afgeleverd. Een jaar later volgde de bevestiging toen hij in Harelbeke een titanenstrijd uitvocht met Tom Boonen. Na een koppeltijdritje met de wereldkampioen werd een tweede plek logischerwijze zijn deel. Een week later werd hij vijfde in de Ronde en nog een week later derde in Parijs-Roubaix. Vooral die laatste prestatie deed Ballan wegdromen: derde in de Hel, achter een weliswaar ongenaakbare Cancellara, achter wereldkampioen Boonen en na het befaamde spoorwegincident. Ballan wist het nu in elk geval met zekerheid: hij was een kasseicoureur, hij kon deze monumenten ooit winnen. Vlaanderen had hij intussen al lang in zijn hart gesloten. Zijn gedroomde oprit in kasseien voor zijn woning is er dan wel niet gekomen, een karikatuur van Nesten hangt wél al in zijn woonkamer en er is in Brugge ook een fanclub voor hem in de maak. “In Italië kan ik nog in alle rust op straat wandelen. Dat is in Vlaanderen niet het geval. De passie voor het wielrennen zit er bij jullie ingebakken. Dat spreekt me aan.”

Toch een winnaar

Aan de vooravond van de nieuwe wielerlente in 2007 had Alessandro Ballan, op basis van zijn talrijke ereplaatsen in grote koersen intussen gepromoveerd tot speerpunt bij Lampre, slechts drie overwinningen op zijn palmares staan. Nogmaals, ereplaatsen genoeg. Hier het lijstje uit 2006: derde in Tirreno-Adriatico, achtste in Milaan-Sanremo, tweede in de E3 Prijs Harelbeke, vijfde in de Ronde van Vlaanderen, derde in Parijs-Roubaix, vierde in het Italiaanse wegkampioenschap, achtste in de Eneco Tour, derde in de Ronde van Polen en zesde in de eindstand van de ProTour. Indrukwekkend, zonder meer. Maar een kopman die niet wint: je krijgt het moeilijk verkocht.

In 2007 toonde Ballan zich plots wél een winnaar. Het begon met eindwinst in de Driedaagse De Panne-Koksijde. Het was voor iedereen duidelijk: deze Ballan zou weer een rol van betekenis gaan spelen in de Ronde van Vlaanderen. En wat voor één. Op de Muur van Geraardsbergen kon alleen Leif Hoste zijn demarrage beantwoorden. Ballan was als een schicht, Boonen en co moesten het hoofd buigen. Maar Vlaanderen was er gerust op. Na twee keer Boonen zou Hoste het nu wel afmaken in Meerbeke. De West-Vlaming zou die smalle Italiaan er wel even opleggen in een spurtje met twee op de Hallebaan. Niet dus. Met een ultieme kattensprong gooide Ballan zich voorbij de onfortuinlijke Hoste. Het zijn beelden die op ieders netvlies zijn gebrand. “Ik heb Ballan achteraf meermaals vervloekt”, bekende Hoste al een paar keer. De repliek van Ballan: “Ik begrijp Hostes reactie volkomen.” De kampioen van de minzaamheid, daar heb je het weer.

Op de koop toe is Ballan een man van zijn woord. Een Lampreverzorger had vóór de Ronde van Vlaanderen gezworen dat Ballan zou winnen. Die wuifde dat weg en beloofde de soigneur een crossmotor als hij het bij het rechte eind zou hebben. Ballan verloor de weddenschap en de verzorger kon voortaan rondscheuren op zijn crossmotor! Ook nog in 2007 won Ballan tot ieders verbazing de Vattenfall Cyclassics in Hamburg. Een koers met ProTourlabel waar doorgaans sprinters het voor het zeggen hebben. Met een late raid in de straten van Hamburg had Ballan echter genoeg om Oscar Freire achter zich te houden. 2007 had de buitenwereld dus één ding geleerd: met deze Ballan moet voortaan rekening worden gehouden, deze jongen kan ook winnen. Niet met een splijtende eindsprint, wel door al zijn grinta en power in de weegschaal te leggen. Iets wat hij zondag in Varese opnieuw deed.

Dromen van de Hel

Allesandro Ballan is een werker, een flandrien op de fiets, een atypische Italiaan ook. Striemende regen? Een gure, ijskoude wind? Laat maar komen! Dat bewees hij in de voorbije Ronde van Spanje nog toen hij in barre omstandigheden de eerste Pyreneeënrit naar Andorra won. “Tegen de koude kun je je kleden. Overigens doet een beetje hero-iek de koers nooit kwaad.” Ballan is een man naar het hart van de koersliefhebber. Nooit is hij te benauwd te werken voor een ander: de Italiaanse bondscoach Franco Ballerini weet waarom hij Ballan de voorbije jaren in zijn WK-selecties opnam.

Kortom, Alessandro Ballan mag dan wel een hoge aaibaarheidsfactor hebben en niet de meest flashy wereldkampioen zijn, maar hij is tenminste een wereldkampioen zoals we ze graag hebben: onbesproken, bescheiden maar tegelijk vol ambitie. Parijs-Roubaix winnen in de regenboogtrui wordt zijn volgende doel. “Winnen in de Hel met die trui: dat moet het maximum zijn”, blikte Ballan zondag al even vooruit naar april 2009. Een heel jaar mag hij in die hagelwitte regenboogtrui rondrijden, allicht met aangepaste fiets, helm en schoentjes. Wordt hij dan toch de vedette die hij niet is? Het valt te bezien. Een extra dosis zelfvertrouwen zal die trui hem zeker bezorgen. Maar zweven zien we hem nog niet gauw doen. Als het van de brave Italiaan zelf afhangt, dan heeft Varese 2008 geen sikkepit veranderd. S

door frederik backelandt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content