De strijd om de macht in de F1 laait serieus op.

door Jo Bossuyt

In de jaren 80 ging de strijd tussen voorzitter Jean-Marie Balestre en zijn Internationale Autosportfederatie FISA (nu FIA) samen met constructeurs Ferrari en Renault langs de ene kant, en Bernie Ecclestone met wat toen de privéteams werden genoemd langs de andere kant. Bernie won moeiteloos en zette zijn vriend Max Mosley op de troon in plaats van Balestre. In de jaren 90 ging het dan tussen Bernie en Max in het ene kamp en de grote constructeurs in het andere. Twee grote oorlogen die het voortbestaan van de formule 1 in gevaar brachten.

Terwijl iedereen dacht dat er een periode van rust en continuïteit was aangebroken toen in het begin van dit decennium de vredespijp opdook, is het alweer prijs: de oorlog om de macht woedt opnieuw in alle hevigheid. Officieel draait het allemaal om de beperking van het teambudget tot 45 miljoen euro, die FIA-voorzitter Mosley wil doorvoeren. Daar willen de teams niets van horen omdat het tot een F1 met twee snelheden zou leiden. De topteams raken immers onmogelijk rond met 45 miljoen euro, maar kunnen het zich ook niet permitteren om voorbij te gaan aan de technische voordelen die de budgetbeperking meebrengt. Met andere woorden: patstelling. En toch ligt de essentie elders.

De F1 wordt al decennialang bestuurd door Bernie Ecclestone en Max Mosley. De eerste is de commerciële baas, Mosley de sportieve. Al bijna dertig jaar lang regelen ze samen hun zaakjes en kunnen ze alles zonder grote problemen verdelen. Af en toe gingen de teams en constructeurs wel eens dwars liggen om een groter aandeel van de inkomsten te krijgen, maar ze leefden al die tijd in grote verdeeldheid. Een kwestie die volgens kwatongen goed werd gevoed door Bernie en Max. Zo slaagde Ecclestone er altijd wel in om de beruchte Concordeakkoorden (het huwelijkscontract tussen alle partijen, dat vooral de financiën regelt) te laten verlengen. Wilde de ene niet tekenen, dan deed de andere dat wel (Bernie gaf Ferrari ooit meer geld om de Italianen te lijmen) en moest uiteindelijk iedereen volgen. Maar dat verhaal is voorbij: voor het eerst in de geschiedenis beseffen de teams dat ze alleen een derde macht kunnen worden als ze de neuzen gelijk zetten. Streep door de rekening van Bernie en Max is dat. Sommige waarnemers zien in de krappe budgetbeperking van Mosley dan ook vooral een poging om de eenheid tussen de teams te doorbreken. Wat voorlopig dus niet lukt: Toyota, Toro Rosso, Red Bull, Ferrari en Renault meldden officieel dat ze stoppen met F1 als Mosley geen bakzeil haalt. Dat kan Ecclestone zich nooit permitteren: een vertrek van Ferrari zou een spiraal van minder uitstraling en aandacht, kleinere kijkcijfers, minder sponsors etc… uitlokken. Wat vernietigend zou zijn voor de commerciële constructie waarop de huidige F1 gebouwd is.

Wereldoorlog III is dus volop bezig in de F1. De strijd zal kort maar hevig zijn: op 29 mei sluiten immers de inschrijvingen voor volgend seizoen. S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content