Op het veld lonkte David Paas al geboeid naar de reclameborden langs de zijlijn. Als commercieel manager van Westerlo vallen die panelen nu onder zijn verantwoordelijkheid. ‘Ik kom handen, voeten én armen tekort.’

In de stralende ochtendzon blaast een zomerwind de geel-blauwe vlaggen strak aan beide zijden van de oprijlaan naar ’t Kuipje. Op de wimpels prijken de foto’s van alle Westerlospelers waardoor bezoekers zich tussen een erehaag wanen. De welkome opfleuring op het zielloze voorplein is het werk van David Paas (34), de man die zich sinds twee maanden commercieel manager van Westerlo mag noemen.

Terwijl de spelers in sportoutfit het stadion binnensijpelen om te beginnen aan de training, doet Paas – in keurig hemd en dito broek – uit de doeken hoe hij de hele ingang in een nieuw kleedje wil steken. De opgewektheid die in zijn uitleg weerklinkt, verraadt de gedrevenheid van de commercieel manager. Of deze functie binnen de ploeg de job van zijn leven is ? “Na twee maanden zeg je ook niet : ‘Dit is de vrouw van mijn leven’, maar ik heb hier een ontzettend goed gevoel bij.”

Tot het einde van vorig seizoen viel de huidige baan van Paas binnen het takenpakket van manager Herman Wijnants. “Maar hij kwam in tijdsnood”, legt Paas uit. “Als lid van het uitvoerend comité van de voetbalbond zit onze manager ook vaak in Brussel. In dit negende seizoen in eerste klasse wilde Westerlo een stap vooruitzetten, onder meer met de aanstelling van een commercieel manager. De club besefte dat iemand in de thuisbasis dagelijks moest bezig zijn met het commerciële aspect.

“Ik had al een aantal keer aangegeven dat die commerciële taak iets is wat me moest liggen. In avondonderwijs heb ik drie jaar management in de KMO gestudeerd. Daar is mijn interesse in het zakelijke gegroeid. Mijn ouders hebben ook altijd een cateringzaak gehad. Ik ben opgegroeid in het zakendoen. Het trok mij aan. Voor mij leek het ideaal om die commerciële functie daar te kunnen uitoefenen waar ik het grootste aantal mensen ken en waar ik me het best thuis voel, in de voetbalwereld.”

Paas maakte zich klaar om een overgangsperiode in te gaan. “Met Wijnants had ik vorig jaar afgesproken dat ik dit seizoen een combinatiefunctie zou invullen. Ik zou mij beschikbaar houden als voetballer en ondertussen al aan deze commerciële taak beginnen. Maar dat was niet naar de zin van de trainer. Die zei : ‘Wij zijn geen amateurploeg. Ik wil met allemaal profs werken. ‘ Dit seizoen puur als voetballer bij Westerlo afwerken was geen optie. De mensen hier hadden me daarenboven duidelijk gemaakt dat iemand anders de functie zou opnemen als ik het dit seizoen niet deed. Daardoor moest ik heel snel beslissen over mijn toekomst. Ja, ik ben een beetje onder druk gezet.”

Op vakantie besliste Paas om alle alternatieven aan zich te laten voorbijgaan. “Er was interesse uit Duitsland, Nederland en enkele meer avontuurlijke landen. Op je 34ste kan je nog wel eens op avontuur gaan. Maar het is anders vanaf het moment waarop je twee kinderen hebt. Voor mijn vrouw was het uitgesloten om over de grens te trekken. Op een gegeven moment was ook Sint-Truiden in beeld. Ik heb toen de knoop doorgehakt. Ik had hier de afgelopen drie jaar gespeeld. Dan heb je toch het gevoel dat het voor een deel ook jouw club is. Ik had hier ook al behoorlijk wat contacten. Het is een plezant en gezellig team. Bovendien is het op financieel vlak een stabiele ploeg met een aangename sfeer. Ik denk dat het belangrijkste bij deze club is dat iedereen zich amuseert met wat hij doet.”

Door de commerciële weg in te slaan, moest Paas vrij abrupt een punt zetten achter zijn voetbalcarrière. “Je gaat er altijd van uit dat je op een fatsoenlijke manier afscheid neemt. Je wil daar een beetje op voorbereid zijn en eigenlijk kwam het bij mij van vandaag op morgen. Dat wrong een beetje omdat je je hele leven met sporten bezig geweest bent. Maar als je voor jezelf kan uitmaken hoe je toekomst er zal uitzien, valt het nog mee. Vanaf je dertigste begin je jezelf er wat op voor te bereiden dat er een ander leven zal komen dan het leven als voetballer. Je kan niet blijven voetballen.”

Paas nipt even van zijn koffie en plaatst het kopje weer naast zijn agenda, die ostentatief dik ligt te wezen op de tafel. Het leven van wedstrijd naar wedstrijd heeft plaats geruimd voor een leven van afspraak naar afspraak. “Rond acht uur begint mijn werkdag. Dan doe ik thuis een klein uurtje wat secretariaatstaken. Ik werk op de computer en stuur wat brieven. Rond kwart voor negen vertrek ik naar mijn eerste afspraak. Soms ontmoet ik de mensen op de club. Soms rijd ik zelf naar de bedrijven. Ik ga heel graag bij de mensen op bezoek. Het boeit me om een blik te kunnen werpen op hun bezigheden.”

Omdat niemand deze functie als aparte dagtaak had, is Paas heel vrij bij de invulling van de job. “De eerste weken was het zoeken en tasten. Op dit moment heb ik daar perfect mijn organisatie in gevonden. Ik ben begonnen door in een cirkel te kijken welke bedrijven onze buren zijn. Daar ga ik langs. Ik probeer hen ervan te overtuigen dat wij als Westerlo een ondersteuning kunnen zijn naar hun activiteiten toe. Wat kunnen wij voor hen doen ? Dat is mijn uitgangspunt voor zulke gesprekken. Ik promoot onze club als een interessante partner met het oog op onder meer contacten en publiciteit. Wij willen die bedrijven een surplus bieden.

“Als ik in die eerste cirkel klaar ben, maak ik mijn cirkel groter. Ik ben twee maanden bezig. Ik heb het nog lang niet allemaal gedaan en gezien. Ik kom handen, voeten én armen te kort om overal gelijktijdig te zijn. Tot nu toe heb ik nog geen seconde spijt van mijn keuze voor deze functie. Ik kom elke dag met veel plezier werken. Eigenlijk is ‘werken’ een groot woord. Werken noem ik dit niet. Daarvoor doe ik het te graag.”

Dat Paas zich goed in zijn vel voelt, druipt van de nieuwe commercieel manager af. Telkens iemand ons tafeltje in de cafetaria voorbij wandelt, onderbreekt Paas zijn uitleg om de passant een montere goedemorgen toe te wensen. De mensen groeten vriendelijk terug. De manier waarop zakenmensen reageren op zijn komst, hangt af van het bedrijf. “Je hebt drie soorten bedrijven. De eerste zijn voetbalminded, de tweede staan sceptisch tegenover de voetbalwereld en bij de laatste is er totaal geen interesse. Bij de eerste categorie vinden de mensen het leuk dat een ex-voetballer over de vloer komt. Dan praten we ook heel veel over voetbal. Bij bedrijven die het voetbal iets minder hoog in het vaandel dragen, probeer ik de puur zakelijke dingen meer te benadrukken. Ik vraag de mensen of het nuttig kan zijn om hun activiteiten te integreren in het voetbalverhaal. Als je op een gepassioneerde manier over voetbal vertelt, trek je de aandacht. Ik zeg niet dat ze dan al overtuigd zijn, maar ze gaan de zaken wel sneller in overweging nemen. Het spreekt voor zich dat deze functie heel nauw samenhangt met de prestaties op het veld. We zijn de competitie nu knap gestart. Dan kan je met een heel aangename uitleg op stap. Je vertelt dat wij het als klein Westerlo toch maar weer doen. Stel dat we onderaan zouden staan met financiële problemen, dan zit je met een heel moeilijk commercieel verhaal.”

Vroeger vertoefde Paas een uur voor de wedstrijd in de kleedkamer. Nu mag hij op dat moment de benen onder tafel schuiven. “Op de avond van de wedstrijd begeef ik me tussen de zakenmensen in de business-seats. We eten samen en bekijken dan de wedstrijd. Het is mijn bedoeling om bij die mensen te polsen of iedereen het naar wens heeft. Ik vraag hen of er punten zijn waarop wij als Westerlo meer kunnen doen. En ik stel de mensen die met elkaar in contact moeten komen, aan elkaar voor. In de business-seats is het sociale contact primordiaal.”

Met de business-seats heeft de commercieel manager trouwens plannen. Maar met zichtbaar innerlijk plezier houdt hij de lippen stevig op elkaar. “Iets wat al in de pijplijn zit, daar kan je al mee naar buiten komen. Maar iets dat er nog moet worden doorgeduwd, blijft interne keuken.”

Als hij terugblikt op zijn voetbalcarrière, bedenkt Paas dat hij de afgelopen jaren een totaal ander leven had. “Voetballen was een veel intensere job. Als ik nu op vrijdagavond wordt uitgenodigd voor een feestje, kan ik daar naartoe gaan. Als ik de volgende dag een afspraak heb, zorg ik ervoor dat ik niet van de wereld ben geweest. Maar ik kan wel een paar pinten drinken, om twee uur naar huis gaan en de volgende dag perfect functioneren. Als voetballer was zoiets ondenkbaar. Ik merk soms dat mensen denken dat voetballers enkel met hun job bezig zijn tijdens de uren die ze op de club doorbrengen. Maar voetbal is een levensstijl. Dat leef je elke minuut van de week. Er komt veel meer bij kijken dan enkel de trainingen en de wedstrijden.”

Paas onderhoudt uiteraard nog goede contacten met de spelers van Westerlo. “Met de meesten heb ik samen gevoetbald. Ik heb er drie jaar plezier mee gemaakt. Ik heb geen reden om nu uit de hoogte te doen. Af en toe gaan we samen iets drinken. Dan wijzen ze me soms op dingen die ik moet in het oog houden. Soms vraag ik een geste van hen. Dat loopt perfect. Onze spelers weten welke marketingwaarde ze hebben naar ons publiek en naar de uitstraling van de club toe. Ze houden daar goed rekening mee.”

Een beetje heimwee naar het hart van het voetbal kan de nieuwe commercieel manager uiteindelijk toch niet onder stoelen of banken blijven steken. “Het enige waar ik momenteel een beetje mee zit is dat ik het gevoel met het sportieve een beetje mis. Ik doe het commerciële heel graag, maar als je me vraagt hoe ik mijn functie op heel lange termijn zie, zou ik toch een beetje willen opschuiven naar het sportieve. Ik zou daar graag mee over discussiëren, daar korter bijzitten. Je hoort me niet zeggen dat ik trainer wil worden, maar het zou leuk zijn als ik er zou kunnen bij zijn als de koppen worden bijeengestoken om bijvoorbeeld spelers te evalueren.

“Maar ik wil nu nog niet te hoog van de toren blazen door mijn verlanglijstje in de verf te zetten. Ik tracht in de eerste plaats een meerwaarde te bieden in vergelijking met vroeger. Anders is het zinloos geweest om iemand voltijds op deze functie te zetten. Mijn streefdoel is nu om de mensen bij Westerlo te laten bedenken dat ze er goed aan gedaan hebben om mij in huis te halen.”

Kristof De Ryck

‘Ik moest snel beslissen. Ja, ik ben een beetje onder druk gezet.’

‘Na twee maanden zeg je ook niet : ‘Dit is de vrouw van mijn leven’, maar ik heb hier een ontzettend goed gevoel bij.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content