Met 24 punten uit 12 wedstrijden manifesteert Westerlo zich nadrukkelijk aan de kop van de rangschikking. Het Westelse elftal koppelt technisch vermogen, snelheid en doeltreffendheid aan een betrouwbare defensie. Na de overwinning tegen Gent en drie dagen voor de wedstrijd tegen Anderlecht, blaakt het team van Jan Ceulemans van vertrouwen.

Voor het seizoen werd geschreven dat het vertrek van Evens en Dirar zwaar ging wegen. Had je verwacht dat je hen zo makkelijk kon vervangen?

“Toch wel, Dirar speelde door blessures amper 20 van de 34 wedstrijden. Ik heb in heel wat matchen geëxperimenteerd zonder hem. Van Bernt wisten we reeds met Nieuwjaar dat hij zou vertrekken, we hebben ruim de tijd gehad om te anticiperen. Jef Delen bleek een waardig alternatief op de linksachter. Ons team is versterkt uit het tussenseizoen gekomen. Een speler zoals Farssi, die afgelopen seizoen zijn overstap van tweede ( Eupen, nvdr) naar eerste klasse nog aan het verteren was, groeit naar zijn beste niveau. Ook voor Moses zie je iets gelijkaardigs: hij kwam vorig jaar op de club na een slopend WK met de Nigeriaanse beloften, miste een deftige voorbereiding en zag zijn seizoen deels de mist in gaan. Nu liggen zijn kaarten anders. Voor Modubi gaat eenzelfde verhaal op.”

Je krijgt steeds positievere reacties op je aanpak. Wat vind je je sterkste kant als trainer?

“We proberen elke speler individueel te benaderen: de ene gast heeft een andere aanpak nodig dan de andere. Ik wil elk karakter kennen, alleen zo kan je iemand gepast benaderen. Verder probeer ik jongens vijf à zes weken vertrouwen te geven, ik switch niet om de wedstrijd van basiself.”

Westerlo begon moeizaam aan het seizoen, maar herpakte zich met brio. Wat betekende de déclic ?

“Vanaf de wedstrijd tegen Club Brugge ( 2-0-verlies, nvdr) is heel de ploeg beter gaan voetballen, we creëerden kansen en ontplooiden ons eigen spel. Sindsdien lieten we alleen maar punten liggen door het gelijkspel op Dender. Thuis tegen Genk, Tubeke en Gent hebben we overtuigende prestaties op de mat gelegd. Het geheel zit goed in mekaar: terwijl ons elftal vorig seizoen op Dirar en Sarki gefocust was, hebben we nu een collectief.”

Het aanvallende duo Tomou-Ruiz oogst lof, hoe belangrijk zijn zij?

“Tomou staat op vijf goals, terwijl Ruiz al zes treffers aantekende. Dat maakt dat ze zich louter door hun doelpunten belangrijk maken. Ze passen qua trefzekerheid in het rijtje Brogno, Vandenbergh, Dosunmu, Ogunsoto. Toch doen ze meer dan scoren, ze betekenen balvastheid en wegen op een verdediging. Omdat ze druk wegnemen voor ons middenveld, komt een speler zoals Gunther Vanaudenaerde, die vorig jaar louter verdedigend moest denken, nu ook geregeld aanvallend in beeld. De positiewissels lopen veel vlotter.”

Manager Wijnants bekloeg zich onlangs over het gebrek aan media-aandacht. Deel je zijn mening?

“Enigszins wel, het succes van Westerlo is niet eeuwigdurend. Het is dus tijd voor ons om er voordeel uit te puren. Als je aan de top staat, heb je recht op live wedstrijdverslagen. Cercle kreeg afgelopen seizoen, volledig terecht, de nodige aandacht. Ook wij hebben daar recht op, Westerlo verdient meer respect.”

Zaterdag trekken jullie naar het Constant Vanden Stockstadion. Wat verwacht je van de wedstrijd tegen Anderlecht?

“Bij Anderlecht speelt nog steeds de uitschakeling voor de Champions League in de achterhoofden, het is een ploeg zonder vertrouwen. Ik blijf realist, maar op dit moment kunnen we elke ploeg aan.”

BERT BOONEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content