‘WHATSAPP HOUDT DE GROEP SAMEN’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Een elftal kent maar één kapitein. De man die de band draagt, het team leidt en het volk groet. Een type Franz Beckenbauer, Franco Baresi of Carles Puyol. Ook in eigen land rijpt de legende. Deel 3 in deze reeks ‘De Kapitein’: Mbaye Leye, de voorman van SV Zulte Waregem.

Je kan niet om hem heen. En al helemaal niet om zijn ongelofelijke levensverhaal. Mbaye Leye reisde ruim vijftien jaar geleden zijn zus achterna van Senegal naar Frankrijk. Daar studeerde hij eerst literatuur, nadien lichamelijke opvoeding, en ondertussen was hij ook nog schoonmaker in een pizzeria en lakspuiter in een garage van Citroën. Hij stond om zes uur ’s morgens op en zweette zich kapot in de dampende fabriek.

Voetballen, ja, dat zou de integratie vergemakkelijken. Voetbal. Bleek hij beter dan gelijk wie in de Franse zesde klasse. Jaar na jaar zette hij stappen voorwaarts, klom op de ladder en streek in 2007 neer op een plek waar de Leye een rivier is. Daar woont hij nu nog altijd, meer nog: de Franse Senegalees is de voorman van een West-Vlaamse voetbalclub. Kapitein van zo’n provinciale ploeg die met beide voeten op de grond staat. Boeren zweven niet. ‘Ik voel me bijzonder goed bij deze club’, zegt Leye. Hij ontvangt ons thuis, zet een fles water op tafel en gebiedt zijn kinderen gedag te zeggen. ‘Maar ook de streek is belangrijk. Ik houd echt van West-Vlaanderen.’

Mbaye Leye is een ancien in de Belgische eerste klasse. Drie keer al tekende hij bij Zulte Waregem, tussendoor passeerde hij bij AA Gent, Standard en Lokeren. Altijd keerde hij terug. ‘Ik kon vroeger ook naar het Midden-Oosten, om er meer te verdienen, maar ik vertrouwde het niet. Het zou fijn zijn om mijn carrière hier in Waregem af te sluiten, maar in het voetbal weet je nooit.’

Een extra reden om in Waregem te blijven: Leye is er sinds vorig jaar kapitein. Toen hij na zijn eerste passage bij Zulte Waregem naar AA Gent trok, was coach Francky Dury not amused. In 2015, zoveel jaar later, gaf diezelfde coach hem de kapiteinsband. Leye is ook iemand die de controverse niet schuwt. Hij spreekt vrijuit, twijfelt niet om een andere speler te kapittelen. Nu niet, nu hoeft dat niet, nu staat Zulte Waregem eerste in de rangschikking, en glimt de kapitein als een kerstbal.

Geef het maar meteen toe. Je droomt van de titel. Toch?

MBAYE LEYE: ‘Neen, neen. Dat is niet zo. Het zijn vooral de journalisten die over de titel praten, ikzelf niet. Ik ben tenslotte al drie keer als tweede geëindigd in de Belgische competitie. Een keer met AA Gent, Standard en drie jaar geleden nog met Zulte Waregem. Ik heb geen zin om weer in het stof te bijten, maar zover is het nog lang niet.

‘Niemand die indertijd in een titel geloofde hier in Waregem. Ook niet toen ik al vrij vroeg in de play-offs de titelambitie uitsprak. Nu liggen de kaarten anders. De competitie is amper begonnen, dus het is te vroeg om voorspellingen te doen. Je kunt als kapitein wel dromen van een scenario à la Leicester, maar dat is vooralsnog een utopie. Ik zeg niet dat we geen kampioen kunnen worden, maar realisme is nu aangewezen, geen utopisme.’

De ploeg is nochtans beter uitgebalanceerd dan drie jaar geleden.

LEYE: ‘Dat klopt. Op collectief vlak zijn we sterker, de ploeg heeft een bredere basis en het gevaar komt bij ons van overal. In 2013 was dat niet zo. Toen was Thorgan Hazard onze draaischijf, en werkte de ploeg voor hem.’

Dus…?

LEYE: ‘Dus blijven we rustig.’ (lacht)

RESPECT VOOR PAOLO MALDINI

Ben jij het verlengstuk van Francky Dury in de kleedkamer?

LEYE: ‘Ja, in zekere zin wel. Onze coach komt eigenlijk zelden in de kleedkamer. Het is niet zo dat hij na een verliespartij de kleedkamer binnenkomt en ons meteen duidelijk maakt waar het fout liep. Dat gebeurt pas daags nadien. Intussen heb ik als kapitein wel de kans om met sommigen te praten, om een analyse te maken van dat verlies. Jongens die minder goed geplaatst zijn om opmerkingen te geven aan de coach, geven die aan mij door. Op die manier kan ik de coach inlichten over zaken die leven in de groep. Ik zoek naar een evenwicht.’

Wie is jouw ultieme kapitein?

LEYE: ‘Er is niemand aan wie ik me rechtstreeks spiegel, maar voor een ex-kapitein als Paolo Maldini van het grote AC Milan heb ik wel veel ontzag. Dat is het soort speler die vooropgaat op het veld, maar ook iemand die de tegenstrever respecteert en tegelijk ook de lijm is van zijn eigen ploeg.’

Hoe trots ben je op die aanvoerdersband?

LEYE: ‘Het is een teken van respect dat ik die mag dragen. Toen ik vorig jaar terugkeerde naar Zulte Waregem, was dat op vraag van coach Francky Dury. Hij kon me overtuigen en gaf me een cruciale rol in het team. Dat ik ook de kapiteinsband kreeg, was een mooie geste, maar dat was geen extra motivatie om terug te keren.

‘Ik ben er trots op, maar die band verandert mij niet als mens. Het is niet zo dat ik een kapitein word, zodra ik de band aantrek. Neen, ook toen Davy De fauw hier de band droeg, had ik een grote rol in de kleedkamer. Nu probeer ik vooral te presteren op het veld. Pas dan heb je de autoriteit om anderen te wijzen op bepaalde fouten. Maar eerlijk? Ik zou de band nu gewoon aan Davy kunnen teruggeven, en verder blijven presteren.’

Echt? Jij bent een trotse kerel. Zou je die band zomaar afstaan?

LEYE: ‘Ja, best wel.’

TEGEN HAZARD ALS KAPITEIN

Aan de hoofdtribune van Zulte Waregem hangt een groot portret van een speler. Eerst was dat ex-kapitein Karel D’Haene. Jij bent D’Haene opgevolgd als kapitein, maar het is een grote affiche van Sammy Bossut die nu aan de tribune hangt. Waarom hangt jouw foto daar niet? Jij bent toch kapitein?

LEYE: ‘Misschien omdat Sammy Bossut onze sponsor, Record Bank, beter vertegenwoordigt dan ik.’

Het zou wel een krachtig beeld zijn, een affiche van de Afrikaanse kapitein van een blanke club. Een zeldzaam beeld ook, want er zijn weinig Afrikaanse kapiteins. Ibrahima Seck is dat wel, bij Waasland-Beveren.

LEYE: ‘Dat is mij ook al opgevallen. Heel vaak zijn het blanke kapiteins, ook als er spelbepalende zwarten in het team spelen. Maar goed, iedere situatie moet je afzonderlijk bekijken. Je kunt hier geen grote conclusies uit trekken.’

De band afstaan is in Waregem ook niet simpel. Herinner je het dispuut met makelaar John Bico. Thorgan Hazard moest en zou de band krijgen.

LEYE: ‘Hij heeft die band uiteindelijk gekregen maar heeft die zelf meteen teruggegeven aan De fauw. Dat was een onfrisse zaak. Thorgan wilde de band zelf niet, en de rest van de spelergroep stond achter het kapiteinschap van Davy.’

Jij was toen al een schaduwkapitein en sprak je duidelijk uit tégen kapitein Hazard.

LEYE: ‘Ik zei tegen toenmalig voorzitter Patrick Decuyper: ‘Hazard wordt geen kapitein. Dat verbied ik.’ En pas op: ik had en heb absoluut geen probleem met Thorgan. Hij is een van mijn vrienden. Op speltechnisch vlak was Thorgan toen de leider van de groep, hij deed de boel draaien. Maar daarom moest hij de band niet dragen.’

Die zaak toonde wel aan dat je als kapitein maar beter een paar goede luitenanten hebt en stevig in je schoenen staat.

LEYE: ‘Ja, dat klopt. Dat is ook nu het geval. Spelers als De fauw en Bossut zijn heel belangrijk in de kleedkamer. Ik ben zeker niet de enige die het schip bestuurt. Als er discussies zijn over wedstrijdpremies of andere praktische, dan wel financiële zaken, zitten zij er ook telkens bij.’

Is dat moeilijk, onderhandelen met het bestuur?

LEYE: ‘Dat moet je leren. Simpel is dat niet. Als kapitein probeer je de groep zo goed mogelijk te vertegenwoordigen bij het bestuur. Tegelijk moet je ook begrip opbrengen voor de financiële situatie van de club. Dat lijkt me bij Anderlecht makkelijker dan bij Zulte Waregem. Als de club beslist om een volledig nieuw trainingscomplex aan te leggen, of een nieuwe tribune te bouwen, dan moet je geen bijzonder hoge premies verwachten. Dat is logisch ook. Onlangs nog zat ik samen met Eddy Cordier, de algemeen manager van de club, en Hendrik Deruyck, de afgevaardigde van de raad van bestuur. Het is interessant om te horen waar de club naartoe wil. Als kapitein zoek je dus een evenwicht, maar niet iedere speler is daar tevreden mee. Je probeert ook iedereen een gelijk gewicht te geven in de discussie, of het nu gaat om Davy De fauw of om een jongere als Azzedine Zaidi. Maar ik ga wel tot het uiterste in die onderhandelingen. Als ik iets doe, dan doe ik het goed.’

PLAN B

Als Maldini de lijm was van AC Milan, wat doe jij dan bij Zulte Waregem om de groep samen te houden?

LEYE: ‘Simpel: ik heb een WhatsAppgroep opgestart en heb alle spelers van de A-kern aan die groep toegevoegd. ‘TEAM ESSEVEE’ heet die groep en die zorgt ervoor dat iedereen zich toch betrokken voelt bij alles wat er gebeurt. Ik zocht het gepaste middel om alle kleine groepjes die je in iedere kleedkamer hebt, samen te brengen. Die groepjes heb je altijd. De éne speler heeft meer affiniteit met de andere. Soms loopt er een cultuurkloof door de kleedkamer, soms ook een religieuze kloof. Die WhatsAppgroep overstijgt die verschillen.

‘Zelfs tijdens de zomermaanden, als spelers op reis zijn, zie je daar foto’s verschijnen van een speler in Italië of eentje van mezelf in Senegal. Anderen posten een foto van een bord eten, of van hun kinderen. Er verschijnen de meest onnozele dingen in die TEAM ESSEVEE-groep, iedereen wordt er al eens op zijn nummer gezet, ludiek uiteraard, maar hoe onnozel die groep ook mag zijn, er is op die manier wel een verbondenheid ontstaan. En die is blijvend. Anderzijds is WhatsApp ook de ideale manier om snel te communiceren, om snel te zeggen dat iedereen een korte broek moet dragen.’ (lacht)

Jij stond als tiener nog te poetsen in een pizzeria en weet hoe het leven in elkaar steekt. Is dat een voordeel als leider van een groep?

LEYE: ‘Het is vooral een voordeel als speler. Een voordeel omdat ik besef hoe snel mijn leven als voetballer gedaan kan zijn. Daarom geniet ik er ook zo van: omdat ik kan vergelijken met pizzeria’s en autogarages. Ik woonde toen bij mijn zus in Frankrijk, op haar kosten, maar wilde zelf ook geld binnenbrengen. Dus ging ik werken als schoonmaker in zo’n pizzarestaurant. Nadien ook als lakspuiter bij Citroën. Mijn god, dat was zwaar werk. Anderzijds helpt dat ook om een groep te sturen. Je kunt jongens aanvuren door hen te vertellen over fabrieken. Hen doen inzien dat het leven van een voetballer behoorlijk goed in elkaar steekt.’

Denk je al aan het einde van je carrière?

LEYE: ‘Ja, heel vaak zelfs. Dat is al jaren het geval. Eén zware blessure, één zware tackle, één vingerknip en het is over. Als voetballer moet je te allen tijde over een plan B beschikken. Zij die dat niet hebben, vallen soms in het zwarte gat.’

Wat is jouw plan B? Trainer worden?

LEYE: ‘Daar denk ik aan, inderdaad. Ik heb al een UEFA B-diploma. De cursussen voor UEFA A heb ik eventjes stopgezet. Het is moeilijk te combineren met mijn job als speler en mijn job als analist bij RTL. Maar ik ga die cursussen hervatten als ik de nodige tijd vind.’

Wat als Francky Dury je binnen een paar jaar als assistent wil aanwerven. Wat doe je dan?

LEYE: (twijfelt) ‘Ik zou die kans met beide handen grijpen. Als coach in opleiding kun je wel dromen van een leven op de bank, maar erg veel kansen krijg je niet. Als Dury me dat ooit zou vragen, dan ga ik daarop in.’

DOOR MATTHIAS M.R. DECLERCQ – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Ik ga tot het uiterste in onderhandelingen met het bestuur. Als ik iets doe, dan doe ik het goed.’ – MBAYE LEYE

‘Soms loopt er een cultuurkloof door de kleedkamer, soms ook een religieuze kloof. Een WhatsAppgroep overstijgt die verschillen.’ – MBAYE LEYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content