Met Jaime Ruiz (in) en Nabil Dirar (uit) deed Westerlo gouden transferzaken, en met Johan Sotil daalde zelfs de geest van Johan Cruijff neer over het Kuipje. Maar hoe correct gaan de makelaar en de om zijn koopmanskunst geprezen club daarbij te werk?

G ylles Peemans is afkomstig van Jabbeke, maar dat hoor je er niet aan. Frans of Nederlands, het klinkt allebei als zijn moedertaal en zoals hij zijn r laat rollen, kan hij moeiteloos doorgaan voor een rasechte Brusselaar. Wonen doet de flamboyante veertiger in Knokke tegenwoordig, voetballen in het Brusselse zaterdagvoetbal van het ABSSA-verbond. Een gewiekste babbelaar is hij, die zichzelf geen voetbalfanaat noemt, wel een liefhebber.

Sinds oktober 2008 is Peemans een door de wereldvoetbalbond FIFA erkende spelersmakelaar. Zijn licentie verwierf hij in het West-Afrikaanse land Togo. Daar, in de hoofdstad Lomé, deelt hij zijn adres met Sanecom, een textielbedrijf dat onder meer kledij levert aan het leger en waarvan de eigenaar, Auguste Sagbo, in de jaren 1990 vicevoorzitter was van de Togolese voetbalbond.

Peemans’ uitwijkmanoeuvre naar Afrika was er een uit opportunisme, geeft hij zelf toe. Zijn vader, zo vertelt hij, werkte lang geleden in Congo en zijn broer en zussen zijn er geboren. Bovendien heeft hij er zakelijke belangen. Hij kent dus het continent. Maar dat zijn naam nu op de makelaarslijst van een Afrikaanse federatie staat, doet vooral de sollicitaties van jonge Afrikanen met een Europese voetbaldroom toestromen en daar was het hem om te doen, zegt hij: voor Afrikanen is een blanke nog altijd de kortste weg naar Europa.

De eerste transfer waarbij hij vanop een afstand advies zegt te hebben verstrekt, was die van Daniel Chávez naar Club Brugge, precies drie jaar geleden. Dat kwam door ene Carlos Cruz, een Peruaan die Peemans rond de Brusselse voetbalvelden had leren kennen. Cruz belandde in de jaren 1970 als voetballer in België, schopte het niet verder dan derdeklasser Zottegem, maar huwde een Belgische en bleef hier hangen. Hij is een ver familielid van Chávez, maar laat zich voor het gemak voor diens oom doorgaan.

Brusselse veldjes

Diezelfde januarimaand van 2006 doet Peemans naar eigen zeggen ook zijn eerste grote transfer op eigen houtje: die van ErnestNfor van Sable de Batié in Kameroen naar AA Gent. Peemans zit inderdaad mee aan de onderhandelingstafel in Gent, maar zit daar niet alleen: hij is in het gezelschap van advocaat Laurent Denis en Manuel Gigot. Gigot is een lobbyist bij de Europese Unie en is met zijn firma ARCO gevestigd aan de Lambermontlaan in Schaarbeek. Sinds hij in opspraak kwam in het gokschandaal rond Zheyun Ye, houdt ook Denis daar kantoor. ARCO heeft van Jean Fokui, de voorzitter van Sable, een mandaat om Nfor naar een club in Europa te transfereren. Het schakelt Peemans in, maar alleen Denis en Gigot ondertekenen de contracten met AA Gent.

Peemans heeft de smaak snel te pakken. De volgende zomer biedt hij zich aan bij Zulte Waregem, opnieuw met een Peruaan: Juan González-Vigil. Volgens hem het eerste echte resultaat van zijn samenwerking met Carlos Cruz. De transfer wordt afgehandeld door Raúl González, een door de FIFA erkend makelaar uit Peru. Vigil mislukt en keert na enkele maanden terug naar zijn thuisland.

Doordat hij ook zegt samen te werken met de Kameroense FIFA-makelaar Robert Benga Douma, loodst Peemans aanvankelijk vooral voetballers uit Kameroen naar België. Behalve Nfor ook onder anderen Manu Kenmonge (Namen, nu Antwerp) en Hervé Onana (Waasland). “En dat zonder dat ik ook maar één voorzitter of trainer bij naam kende”, pocht hij op 19 oktober 2007 in een interview met Radio Buffalo, een aan AA Gent gewijd programma dat wekelijks op enkele Oost-Vlaamse zenders te beluisteren is.

Peemans heeft de lucratieve kant van de business door en schuimt de Brusselse veldjes af, op zoek naar contacten en onbekend talent. Op 6 december 2005 al heeft hij een convention de service gesloten met Nabil Dirar, met wie hij via een buurtwerker van de gemeente Sint-Agatha-Berchem kennis heeft gemaakt. De jonge Belg met Marokkaanse roots maakt furore bij derdeklasser Diegem en wil hogerop. De ‘dienstverleningsovereenkomst’ met Dirar wordt door Peemans ondertekend namens Polygestion Benelux, de in Kraainem gevestigde vennootschap van hem en zijn vennoot Amaury Helssen, een oude jeugdvriend van Tubekemanager Louis Derwa.

Scouten in Peru

Peemans neemt Dirar mee naar Westerlo. Daar zet de speler op 9 januari 2006 zijn handtekening onder een deeltijdse arbeidsovereenkomst. Het document vermeldt uitdrukkelijk dat Peemans als bemiddelaar is opgetreden en wordt namens Westerlo ondertekend door Herman Wijnants. Diezelfde dag sluiten Westerlo en Polygestion ook een ‘contract van commissie’. De club verbindt zich ertoe Polygestion de wettelijke commissie van 7 procent op Dirars loon te betalen als na één seizoen de optie in zijn contract wordt gelicht, én “op vertoon van inschrijving als makelaar bij de Vlaamse Gemeenschap”. Ook wordt vastgelegd dat Polygestion bij een latere verkoop van Dirar recht heeft op 30 procent van de transfersom. Wijnants en Peemans signeren het document.

Twee jaar later gaat Westerlo een nieuw engagement aan met Peemans. “Ze vroegen mij een speler met het profiel van Dirar te zoeken in Latijns-Amerika”, zegt hij. Peemans brengt Westerlo in contact met Carlos Cruz en die reist met assistent-trainer Frank Dauwen naar Peru om er Johan Sotil te scouten. Cruz is de man van de contacten ter plaatse en de enige die Spaans spreekt. Beide mannen zien Sotil twee keer spelen: één keer is hij outstanding, één keer onbestaande. Cruz besluit van het programma af te wijken en neemt zijn gast mee naar een wedstrijd van Universitario. Bij de tegenstander valt Dauwen dadelijk de ranke spits op: Jaime Ruiz. “Als je dat kan regelen, Gylles, ben je een crack”, hoort Pee-mans hem bij zijn thuiskomst nog zeggen.

Via Cruz komt Peemans in contact met de makelaar van Ruiz: Alvaro Muñoz Castro. Op 17 mei 2008 geeft Muñoz, die over een FIFA-licentie beschikt, een volmacht van zestig dagen aan Peemans om voor Ruiz een contract te versieren in Europa. Een dag later, op 18 mei, gaan Westerlo en Peemans een schriftelijke deal aan over Sotil: de club verbindt zich ertoe Polygestion 70.000 euro te betalen als Sotil dankzij Polygestion naar Westerlo wordt getransfereerd voor een bedrag van 0 euro. In een addendum bij zijn arbeidscontract belooft Westerlo de naar Johan Cruijff genoemde speler 60.000 euro tekengeld als hij gratis komt.

Midden juni is Sotil de eerste aanwinst van Westerlo, dat tegelijk Cruz deeltijds in dienst neemt. Vanaf 10 juli 2008 maken de Belgische kranten ook melding van de aanwerving van Ruiz. Door administratieve beslommeringen landt de Colombiaan pas op 20 juli in België. Zijn contract vermeldt 1 juli 2008 als datum van indiensttreding.

Brieven en faxen

Ondertussen heeft Westerlo Dirar naar Club Brugge laten vertrekken. Peemans herinnert Wijnants aan de 30 procent van de transfersom waarop Polygestion recht meent te hebben, maar de Westerlomanager wil eerst de komst van Sotil helemaal hebben afgerond. “Toen kwam ook Ruiz ertussen”, zegt Peemans, “en was het: ‘Als alles rond is, betalen we u.'”

Op 18 juli 2008, daags nadat ook de transfer van Ruiz in orde is geraakt, ontvangt Polygestion een aangetekende brief van Wijnants. Die schrijft dat “na grondig nazicht [is] gebleken dat u noch over een vergunning beschikt van de Vlaamse Gemeenschap om aan arbeidsbemiddeling te doen voor betaalde sportbeoefenaars noch over een licentie van de voetbalinstanties KBVB, UEFA en FIFA (sic).” Wijnants besluit dat het Westerlo bijgevolg verboden is op Polygestion een beroep te doen “voor het contracteren van spelers”. Hij deelt Peemans mee “alle activiteiten met uw firma stop te zetten” en de aangegane “engagementen en contracten als nietig te beschouwen”.

Wat volgt zijn enkele aangetekende brieven en faxen over en weer, waarbij Westerlo niet ingaat op voorstellen tot compromis of minnelijke schikking. Polygestion heeft ondertussen Laurent Denis als advocaat ingeschakeld en die stuurt op 22 augustus 2008 zijn laatste brief aan Westerlo. Kort daarna komt het tot een breuk tussen Denis en zijn cliënt. Die vermoedt dat de advocaat het voor een habbekrats met Westerlo op een akkoordje tracht te gooien. Ook in de overstap van Dirar naar spelersmakelaar Christophe Henrotay wordt door het bedrijf de hand van Denis vermoed.

“Merkwaardig”, merkt Peemans op, “is dat Westerlo nergens in zijn briefwisseling met één woord rept over Dirar.” De enige verwijzingen zijn inderdaad naar Sotil en Ruiz en eind november stelt Polygestion, met een nieuwe advocaat in de arm, Westerlo in gebreke in het dossier-Dirar. Het eist 544.500 euro, zijnde 30 procent plus btw van de 1,5 miljoen euro die Club Brugge voor de speler zou hebben betaald.

Pact met de duivel

Behalve 544.500 euro voor Dirar claimt Peemans ook 15.000 euro voor zijn aandeel in de transfer van Ruiz. Hij beroept zich daarvoor op een document met briefhoofd van VC Westerlo, waarin dit lijkt te zijn overeengekomen, maar waarop echter een datum of handtekening ontbreekt.

Voor de transfer van Sotil vordert hij de afgesproken 70.000 euro. Peemans: “Eén keer heeft Wijnants mij 10.000 euro aangeboden. Hij verweet mij dat ik Sotil niet goed had uitgelegd dat zijn 60.000 euro tekengeld bruto was. Larie! Uiteindelijk heeft hij het hem toch netto gegeven en dat wilde hij dan zogezegd aftrekken van mijn 70.000. Maar het feit dat hij Sotil zijn 60.000 heeft betaald, is het beste bewijs dat hij transfervrij is gekomen. Dus heb ik recht op mijn 70.000.”

Voor Peemans is het zonneklaar: Westerlo is te kwader trouw. Uit de briefwisseling tussen beide partijen blijkt dat de club de diensten van Polygestion niet eens betwist en zich enkel verschuilt achter het feit dat het bedrijf niet beschikt over een erkenning van de Vlaamse Gemeenschap om aan arbeidsbemiddeling te doen. Volgens Peemans impliceert deze houding dat Westerlo zijn eigen inbreuk op het bewuste decreet toegeeft. Daarmee stelt het zich zelf bloot aan een strafrechtelijke veroordeling.

“Bovendien heb ik niet aan arbeidsbemiddeling gedaan: ik heb gewerkt in opdracht van Westerlo”, aldus de makelaar met een voor discussie vatbare stelling. “Ik heb ervoor gezorgd dat de spelers die zij wilden, zijn gekomen. In hun contracten kom ik nergens voor. De 7 procent op het loon van Dirar heb ik ook nooit opgeëist. Trouwens, ook Muñoz beschikt niet over een Vlaamse erkenning. Door met hem het contract van Ruiz te tekenen, pleegt Westerlo bewust een inbreuk op het Vlaamse decreet.”

“De man die iedereen de les spelt, gaat finaal zelf in de fout”, besluit Peemans, die benadrukt er nu ook alles aan te doen om zijn Vlaamse erkenning te bekomen. “Je kunt je één keer vergissen en zogezegd vergeten na te trekken wie ik ben, maar geen drie keer. Nadat ik Dirar al voor hen had gedaan, was het Westerlo zelf dat contact met mij opnam. Ik bezorgde hen Ruiz en Sotil, zonder dat ze één keer naar een licentie of andere erkenning vroegen (Westerlo betwist dit, zie kaderstuk, nvdr). Maar als alles achter de rug is, zeggen ze: we betalen u niet, want u bent niet erkend.

“Voor mij is het duidelijk: deze clubleiders halen graag uit naar makelaars, maar als het moet, tekenen ze een pact met de duivel. Die hypocrisie moet maar eens stoppen.” S

door jan hauspie – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content