Nadat Emilio Ferrera eerst de defensieve organisatie van Lierse op punt stelde, moest het huidige seizoen dat van de offensieve ontbolstering worden. Dat is het niet.

Een jaar geleden stond Lierse tweede in de rangschikking. Het was toen de voornaamste challenger van leider Club Brugge, de enige ploeg die op dat moment minder tegengoals had geïncasseerd. Lierse zakte nadien nog terug, maar het voornemen was gemaakt : dit seizoen zou de ploeg van trainer Emilio Ferrera een stap vooruit zetten.

Dat lijkt niet te lukken. Elfde stond Lierse in het bekerweekend, met net iets meer dan de helft van de punten die het twaalf maanden geleden totaliseerde en een defensie die niet meer bij de tien minst gepasseerde hoort. Het volk op de tribunes mort, want Lierse zette een stap áchteruit. Toch, zeggen de sterkhouders, zal dit niet blijven duren.

“Met deze ploeg moeten wij voor een plaats in de topzes gaan”, meent Jonas De Roeck. “Na elke niet gewonnen wedstrijd zeggen we zuchtend tegen elkaar : hier zat meer in. Geen enkele keer was de tegenstander beter.” Waar de terugval dan wel aan ligt ? De Roeck zucht : “Alles wat tegen kan slaan, slaat tegen. Het geluk dat we vorig jaar soms hadden, laat ons nu in de steek.” Hij had het niet zien aankomen. “Integendeel : toen de competitie begon, had ik de indruk dat we verder stonden dan vorig jaar op hetzelfde tijdstip. Uit tegen Bergen (op de 5de speeldag, nvdr) zat alles ons voor het laatst mee, daarna was het afgelopen.”

Vorig jaar vertelde De Roeck nog enthousiast over de elf geboden van Emilio Ferrera om een tegendoelpunt te vermijden. Zijn de spelers ze inmiddels vergeten ? “Helemaal niet,” antwoordt de verdediger, “iedereen kent ze nog van buiten. Dat we verdedigend minder sterk zijn, heeft met concentratie te maken. We kunnen niet meer negentig minuten geconcentreerd verdedigen.”

Voor De Roeck is het dubbel balen. Met sterke prestaties speelde hij zich vorig seizoen ook persoonlijk in de kijker. Nu deemstert hij weg samen met de ploeg. Riep zijn manager toen nog dat hij rijp was voor een stapje hoger, dan kijkt nu niemand naar Lierse – en DeRoeck – om. “Ik heb wel de ambitie om elk jaar een stap hoger te zetten en ik vind van mezelf dat ik niet slechter speel dan vorig jaar”, aldus de speler. “Maar het valt minder op omdat de ploeg het laat afweten. Voetbal blijft een teamsport. We moeten hier samen uitkomen. Ik hoop dat ik even goed bezig blijf als nu.”

Doelman Yves Van der Straeten moet zich tegenwoordig vaker omdraaien om de bal uit het net te halen dan hij gewend was. “Ons grootste probleem is dat we meer kansen creëren dan vorig jaar, maar minder efficiënt afwerken.”

Hij haalt het voorbeeld aan van de uitwedstrijd op Gent vorig jaar. “In de eerste helft waren we vier keer gevaarlijk geweest, maar bij de rust stond het 0-3. We voetbalden toen ongelooflijk efficiënt. We kwamen altijd op voorsprong, nu is het dikwijls omgekeerd. Omdat we heel anders voetballen. Vorig jaar hadden we minder balbezit, terwijl we nu meer op de helft van de tegenstander voetballen. Dus worden wíj nu gepakt op de counter. Op Sint-Truiden overkwam het ons drie keer. Het is moeilijk verdedigen, want bij balverlies houden we vaak maar drie verdedigers over. Vorig jaar waren dat altijd minstens vier verdedigers én de twee verdedigende middenvelders, omdat er maar een paar jongens vóór de bal speelden.”

Het is niet, denkt Van der Straeten, dat Lierse er na de kritiek op de verdedigende ingesteldheid vorig jaar uitdrukkelijk voor kiest om hoger te gaan spelen. Nee, het is de status van Lierse die is veranderd. “Wij zijn nu een ploeg die vorig jaar mee streed voor de tweede plaats. De tegenstanders wachten ons op en slaan toe zodra ze de kans krijgen. Eenmaal op achterstand gaan wij vaak forceren. Wij worden nu bestreden met onze eigen wapens.”

De oplossing ligt voor de hand : Lierse moet zelf eerst scoren. “Doorgaans krijgen wij de eerste drie, vier kansen van de wedstrijd. Gaan die er niet in, dan weten we al wat er ons te wachten staat. De tegenstander krijgt niet méér kansen dan vorig jaar, hij benut ze wel tegen een hoger percentage.”

M arc Schaessens kent het probleem. Een jaar geleden was Stein Huysegems met negen treffers de topschutter van de club, gevolgd door Schaessens en Marius Mitu, die drie keer scoorden. En wie is de beste vandaag ? Schaessens : “Ik en Marius, met elk drie goals. Dat zegt veel over de problemen van Lierse. Ik had liever gezien dat één of twee van onze spitsen ver vóór ons stonden. Bepaalde spelers hebben het mentaal moeilijk en kampen met een vormcrisis. Maar ik ben geen voorstander om constant spelers te wisselen. Ook de trainer probeert ze vertrouwen te geven door ze te laten staan. We spelen immers niet slecht, creëren telkens voldoende kansen om een wedstrijd naar onze hand te zetten. Maar wie kansen mist, krijgt slaag : dat is een wet in het voetbal.”

Laurent Delorge is niet echt een diepe spits, vindt Schaessens, Archie Thompson evenmin een afwerker en Geir Frigard mag weg. ” Björn Dewilde heeft de kwaliteiten wel, maar net toen hij kwam kijken, pakte hij die twee rode kaarten.”

Gaat Lierse niet beter opnieuw vanuit een gesloten organisatie voetballen, zoals vorig jaar ? Niet evident met het huidige spelerspotentieel, denkt Schaessens. “Stein en Arouna Kone kon je diep sturen, maar Björn en Archie niet. Zij vragen de bal in de voet. Daardoor ga je automatisch hoger spelen.”

Ook Jonas De Roeck mist Huysegems en Kone. “Zij konden een actie maken, één tegen één het duel aangaan en er als winnaar uitkomen. Spelers die acties maken, hebben we niet meer. Ook mentaal zijn we niet zo sterk als zou moeten.”

Omdat de directie van de zomer de financiële gezondheid van Lierse vooropzette, valt het wel mee met de druk van bovenaf, vindt De Roeck. “Die keuze van de club moet je respecteren, maar de spelers leggen zich er niet zomaar bij neer. Bij ons leeft het wél om vooruit te gaan.” Of de spelers dan ambitieuzer zijn dan de club ? “Misschien wel. Dat is toch niet zo slecht ?”

door Geert Foutré

‘We worden nu bestreden met onze eigen wapens.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content