Vorig seizoen een lange overlevingsstrijd met Cercle Brugge, na zijn transfer naar Oud-Heverlee Leuven wéér play-off 3. Lukas Van Eenoo over het leven in de kelder van de Jupiler Pro League.

Ervaringsdeskundige in play-off 3, ik heb dat al een paar keer gehoord. Ik zou liever specialist van play-off 1 worden. (lacht) Vorig seizoen pakten we met Cercle Brugge amper 14 punten, dan moet je bijna blij zijn dat je je via de eindronde nog kunt redden, maar degraderen met 27 punten zou uitzonderlijk zijn. Het was geen goed seizoen, neen, maar uiteindelijk pakten we met OHL toch redelijk wat punten, zeker in de thuiswedstrijden. Alleen: drie puntjes op vijftien verplaatsingen, véél te weinig. En toch: dit is geen ploeg om te zakken. Brede kern, veel concurrentie, spelers met ervaring. Meer kwaliteit dan vorig seizoen bij Cercle. Denk ik.

“Er zijn wel wat gelijkenissen met vorig jaar. Na de openingsspeeldag in play-off 3, toen we in Beerschot verloren en we zes punten achterstonden, werd Foeke Booy door Lorenzo Staelens vervangen. Ik vond Booy een goede trainer, van wie ik veel bijgeleerd heb, maar ik denk niet dat we met hem in eerste gebleven zouden zijn. Met bepaalde spelers klikte het gewoon niet, terwijl je in zulke omstandigheden iedereen nodig hebt. Voor Cercle was het op dat moment een meer dan noodzakelijke ingreep. En: een geslaagde. Uiteindelijk kwamen we onder Staelens vanuit een verloren positie terug. Drie keer op een rij van Beerschot gewonnen, twaalf op twaalf in de eindronde… Met dezelfde groep lukte het plots wél en zag je dat bepaalde spelers – WilliamCarvalho bijvoorbeeld – helemaal openbloeiden. Maar: Lorenzo voetbalde minder ‘open’ dan Booy en zette in de eerste plaats een organisatie neer.

“Eerst verdedigende accenten leggen, pas daarna aan de opbouw beginnen te denken. Ik zie dat nu ook terug bij Ivan Leko. Hij wil dat we vooruit voetballen, maar hij bouwde tegelijkertijd meer zekerheid in. Inzakken, lager spelen en compacter voetballen, met een 4-3-3 die in balverlies 4-5-1 wordt. Een groot verschil: Lorenzo Staelens was al assistent, Leko was compleet nieuw. Geen ervaring als hoofdtrainer, neen, maar daar hebben we niets van gemerkt. Communicatief goed en heel duidelijk: iedereen weet perfect wat van hem verwacht wordt, zowel in balbezit als balverlies.

“Zonder een steen naar Herman Vermeulen te werpen, maar hij gaf de groep zowel op als naast het veld misschien te veel vrijheid, terwijl spelers in deze situatie precies een houvast nodig hebben. Door herhaling worden patronen in de groep geslepen, waardoor iedereen met een goed gevoel op het veld staat. Proberen te genieten, je taken uitvoeren en zéker niet wegsteken. In een ploeg die wint, zie je dat spelers veel meer durven.

“Ook daarom werkten we vorig jaar vanaf play-off 3 nauw samen met een sportpsycholoog, Johan Desmadryl, want na zo’n seizoen zat iedereen met vragen. ‘Ligt het aan mij?’ Een bende losers… (lacht) In Leuven gebeurt dat niet, maar dat zijn keuzes die je maakt. Even binnenlopen om wat te praten, ik had er wel iets aan, ja. En hij zat veel samen met de trainers en de assistenten.”

Niet nadenken

“De belangrijkste les van vorig seizoen: nooit opgeven. Vorig jaar waren we, nog voor de start van play-off 3 en zeker na onze eerste match op Beerschot, al afgeschreven, nu gebeurde net hetzelfde. ‘Bergen zal zich wel redden’, was de teneur, zeker toen we net voor de start van de play-offs een oefenwedstrijd op Antwerp verloren. Het resultaat was slecht, 1-0, maar we hebben genoeg kansen gecreëerd om vier, vijf keer te scoren. Goed gevoetbald, wat thuis tegen Bergen bevestigd werd.

“In deze situatie moet je vooral proberen niet te veel na te denken, iets waar de trainer bijna elke dag op hamert. Je voelt wel dat de groep gespannen is. Matchen in play-off 3 zijn echt niet leuk, het resultaat is nog meer dan anders het belangrijkste. Alles of niets… Je voelde het natuurlijk al een tijdje aankomen, maar toch… En toen we op de voorlaatste speeldag thuis met 1-0 wonnen van Anderlecht, hadden we plots nog een kans. Win je zo’n match op pakweg speeldag zeven, dan is het natuurlijk feest, terwijl het nu totaal ongepast zou zijn om met z’n allen naar een discotheek te trekken. Een drankje op het stadion, meer niet. We geloofden er écht nog in, maar het mocht niet zijn, al konden we ons nog altijd optrekken aan die goede wedstrijd tegen Anderlecht. ‘We kunnen toch nog voetballen.’

“Er zijn veertien spelers einde contract, maar in deze situatie moet iedereen zijn ego aan de kant schuiven. Want als OHL zich redt, dan kunnen zij misschien ook in eerste blijven. Ik zit elke dag in de auto met Günther Vanaudenaerde en Karel Geraerts, die ook van deze situatie balen. En als we het halen van Bergen, dan nog een eindronde met de tweedeklassers, die wellicht zwaarder wordt dan vorig jaar, toen Woluwe er ook bij was. Maar straks: Eupen, Moeskroen, Westerlo of Sint-Truiden, allemaal clubs met een verleden in eerste klasse.

“Het klinkt als een cliché, maar we zijn er allemaal van overtuigd dat OHL zich zal redden. Onder de supporters was er wat commotie, maar alleen omdat Bjorn Ruytinx volgend seizoen naar Oostende vertrekt. Ze hebben de ploeg, net zoals de fans van Cercle vorig jaar, fantastisch gesteund. In mijn eerste thuismatch in Leuven ben ik geschrokken van de ambiance, ook al stonden we toen al niet goed in het klassement.

“We werden door het bestuur, dat een premie voor het behoud beloofde, even op onze plichten gewezen. Moet kunnen, vind ik, het geeft de groep zelfs extra motivatie. Dat ze daardoor meer druk op onze schouders leggen, is onzin. Als je daar niet kunt mee omgaan, dan zoek je beter een andere job. Of zoek een caféploegje om mee te sjotten.” (lacht).

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Er zijn veertien spelers einde contract, maar in deze situatie moet iedereen zijn ego aan de kant schuiven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content