Didier Mbenga, een Kongolese reus van 2m15, droomt van de NBA en zowat elke insider voorspelt hem een gouden toekomst. Voorlopig zien we hem nog met Charleroi aan het werk in de Belgische play-offs.

Net geen twee jaar geleden, in juni 2002, zei Didier Mbenga Ilunga (23) tijdens een interview met Sport/Voetbal Magazine het volgende : “Ik heb een mooi plan : bij Charleroi uitgroeien tot een topspeler in Europa en dan naar de NBA vertrekken. Het basketbal is een medium dat mij moet helpen mijn droom te verwezenlijken. The American Dream. Als ik die gasten in de NBA bezig zie, denk ik vaak : die kunnen niets meer dan ik. Het verschil zit hem in de ervaring.”

We zijn nu mei 2004. Didier deed ondertussen ‘ervaring’ op bij tweedeklasser Gilly en eersteklasser Leuven. Dit seizoen mocht hij met Spirou Charleroi proeven van het basketballeven aan de top. Momenteel werkt hij met Charleroi een spannende play-off finale tegen Luik af. Bij het ter perse gaan was de stand in een best of five 2 – 1 voor titelverdediger Charleroi.

Twee jaar na het laatste gesprek blijven Mbenga’s visie en droom onveranderd. Hij herhaalt de boude uitspraken van toen, zonder verpinken. Meer zelfs. “Ik heb dit jaar voor het eerst Europees gespeeld en die ervaringen hebben me er nog meer van overtuigd dat ik ver kan geraken,” bluft de jonge Kongolees. “Akkoord, Europees zijn de tegenstanders sterker en even groot als ik, maar de scheidsrechters laten veel meer fysiek spel toe. In de Belgische competitie loopt er niemand rond die zo groot en atletisch is als ik, ik kom hier voortdurend tegen kleinere en mobiele centers te staan. Ik kan met die mannen niet in duel gaan, want dan krijg ik steevast een fout tegen.”

De natuurlijke kracht van deze zwarte jongeman is de NBA-scouts niet ontgaan, bij elke wedstrijd zijn er wel een paar gegadigden die het gerucht over the next best thing met hun eigen ogen komen controleren. Mbenga beseft dat hij gegeerd wild is : “Ik heb veel contact met het NBA-milieu, kreeg zelfs al heel concrete aanbiedingen. Deze zomer ga ik naar de VS, op verzoek van enkele clubs, zoals Dallas, New York, Houston en Denver. Misschien neem ik deel aan een zomerkamp van een NBA-team, ik zie wel. In ieder geval is Dallas het meest concreet, de coach Don Nelson belde me al persoonlijk op en hun Europese scout hangt elke week aan de lijn. Ik denk dat de NBA mij ook beter zal liggen dan het Europese basketbal. Ginds werkt men vooral op basis van talent, in Europa wordt er in de eerste plaats gekeken naar de fundamentals en tactische rijpheid.”

Mbenga wordt geciteerd als de opvolger van Dikembe Mutombo, net als hij opgegroeid in Kinshasa en de eerste Kongolees die de NBA haalde. “In Kongo is hij een legende,” weet Mbenga. “Mutombo heeft de Afrikaanse sportlui vertrouwen gegeven, hij creëerde een opening voor ons. Vroeger maakten alleen de voetballers een kans om ooit in het buitenland te slagen. Maar je merkt dat Europa en Amerika hebben ingezien dat er in Afrika nog ander talent rondloopt. De universiteiten speuren steeds meer op de Afrikaanse markt. Wist je trouwens dat het damesbasketbal in Kongo bijzonder populair is ? Er speelt zelfs al enkele jaren (sinds 1997, nvdr.) een Kongolese in de WNBA bij de LA Sparks, Mwadi Mabika. Ze is een goede vriendin van me.”

Er zijn wel meer landgenoten waar Didier een goed contact mee heeft. De gebroeders Mpenza bijvoorbeeld. Of Vincent Kompany. Mbenga : “Kompany vertelde mij onlangs dat hij eens een wedstrijd van mij heeft bijgewoond toen ik nog voor Leuven speelde, al kende ik hem toen nog niet. Maar zo zijn de Afrikanen, buiten Afrika zijn wij allemaal broers van elkaar.”

“Ik doe dat wel graag,” voegt de Charleroi-speler daar meteen aan toe. “Mensen als Mutombo en ik hebben een maatschappelijke rol te vervullen. Wij geven de mensen hoop. Een tijdje geleden vroeg de Uno mijn medewerking voor een inzamelactie voor Afrikaanse kinderen : daar werk ik met plezier aan mee. Sport is belangrijk voor ons omdat we op die manier een boodschap doorgeven. Ik zou graag eens terugkeren naar Kongo, maar daarvoor wil ik eerst hier in Europa iets bewezen hebben, zodat ze ginds fier kunnen zijn op mij.”

Vier jaar geleden ontvluchtte Didier Mbenga Ilunga zijn land. Zijn verhaal is ondertussen bekend. In Kinshasa zag het militaire bewind hem als een bedreiging (Didiers oudere broer was een politieke revolutionair) en smeet hem achter de tralies. Daar werd de imposante tiener gefolterd en vernederd. Een oom van hem kwam net op tijd te weten waar hij vastzat en kocht één van de cipiers om. Didier kreeg een vals paspoort in de handen geduwd en werd op het eerste vliegtuig richting Europa gezet, gare terminus België. Hij belandde in een asielcentrum in Kapellen. Op een ochtend werd hij – wachtend in een bushokje – ‘ontdekt’ door een goede vriend van basketlegende Willy Steveniers, die zich ontfermde over zijn nieuwe poulain.

De eerste bladzijde van het verhaal opnieuw oprakelen, maakt de vriendelijke reus opeens behoorlijk geïrriteerd. “Ik probeer die hele episode al vier jaar van mij af te zetten, je mag mij niet vragen om daarop terug te blikken, het is zo al moeilijk genoeg. Ik praat bijna nooit over mijn ervaring in de gevangenis van Kinshasa. ( windt zich op) Je ne l’aime pas du tout, pas du tout, pas du tout ! Telkens wanneer ik alleen ben, doemen die spookbeelden weer op. Ik word er gek van. Beeld jij je eens in dat je volgende week ineens ergens anders zou leven, zonder familie, zonder houvast, zonder voorbereiding. Weet je hoe moeilijk het is om dat te verwerken ? Ik denk dat veel mensen zelfmoord zouden plegen in mijn situatie. Daarom probeer ik ervoor te zorgen dat ik altijd bezig ben. In Kongo gooide ik de frustraties van me af op de tatami, in België door te basketten. Het maken als basketballer is mijn enige stimulans om die affaire te verwerken.”

Ondanks de ruime aandacht vanuit Amerikaanse hoek voor de centimeters van Didier Mbenga, heeft de center het knap lastig om zijn carrièreplanning te verwezenlijken. Bij Charleroi kan hij niet rekenen op een basisplaats en moet hij in de hiërarchie Andre Riddick laten voorgaan als breker onder de ring. Ook met coach Savo Vucevic botert het niet altijd. Een pak Servische vloeken zijn dan ook Mbenga’s deel. “Soms is een blik al voldoende om te weten dat ik iets mispeuterd heb,” glimlacht de Kongolees, “maar ik weet dat hij mij probeert te helpen. Na een tijdje word je het geroep trouwens gewoon ( lachje). Vucevic wil dat ik in de aanval geduldiger ben. Ik moet leren wachten tot er een systeem voor de grote mannen wordt gespeeld, omdat een stomme beslissing van mij kan leiden tot een snelle tegenaanval en daar is onze coach als de dood voor. Maar ik kan die zaken alleen leren door veel te spelen. Mijn probleem is echter dat ik geen recht heb op fouten, vanaf het moment dat ik het terrein op stap houdt iedereen mij in het oog. Men verwacht veel en ik kan mij, met mijn lengte en postuur, moeilijk verstoppen. Op mijn positie heb ik bovendien een sterke Riddick als concurrent. Op basis van talent vind ik Andre zeker niet beter dan mezelf, maar hij heeft de ervaring die ik nog mis. Het is goed dat ik veel tegen hem kan trainen, door te kijken naar zijn positiespel en beweging kan ik alleen maar beter worden.” Misschien wel ooit voldoende voor de NBA…

door Matthias Stockmans

‘Ik denk dat de NBA mij beter zal liggen dan het Europese basketbal’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content