In het verleden was hij de verzorger van Frank Vandenbroucke, Lance Armstrong en Jan Ullrich, nu kneedt hij de dijen van Mark Cavendish. Bart Brackez mag zich ontdekker en mentor noemen van de Britse spurtsensatie.

De woonkamer van hun huis in het West-Vlaamse Kortemark verraadt de wielermoleculen in het DNA van Brackez. Op het tv-scherm staat een teletekstpagina open over Columbia, het Amerikaanse team waarvoor Bart als verzorger werkt. Een foto aan de muur toont zijn in rennerspak gehulde tienerzonen Gianni en Massimo, een tweeling genoemd naar de Italiaanse ex-renners Bugno en Ghirotto. Op een ladekast staan tijdritfietsen in miniatuurmodel. Er ligt ook een medaille van de Tour de France. “Dit jaar trek ik voor de tiende keer naar de Tour”, zegt Brackez. “Ik voeg me bij de ploeg tegen de derde week om mee voor de bevoorrading te zorgen langs de bergflanken en bij te springen tijdens de tijdrit.”

Twee andere foto’s vertellen de metamorfose die zijn ploeg de voorbije jaren heeft ondergaan. Op de ene poseert Brackez bij zijn massagetafel waar Jan Ullrich op ligt, op de andere pronkt hij aan de zijde van een nog piepjonge Cavendish tijdens de zesdaagse van Gent. T-Mobile werd omgebouwd tot Team Columbia. De gedopeerde Duitser maakte plaats voor een Britse kopman, die zich vurig tegen doping kant.

Brackez, die via zijn jeugdvrienden Vandenbroucke en Mattan in de wielersport belandde, juicht het toe dat de tijden veranderd zijn. “Bij ons wordt geen doping meer getolereerd. Zo willen we de wielersport redden.” Hoewel hij vindt dat Cavendish nog te jong is voor een autobiografie, is Brackez als vertrouwenspersoon toch met veel interesse diens boek Boy Racer aan het lezen.

Wat heeft er je in die eerste hoofdstukken het meest getroffen?

Bart Brackez: “Hoe hard hij wel heeft moeten knokken om het als renner waar te maken. Ik herken in Cavendish de vechtlust van Armstrong. Mark is van het eiland Man naar België gekomen met heel weinig geld op zak. Hij had in een bank gewerkt, moest er muntstukken in rolletjes steken, en met zijn duur verdiende spaarcenten maakte hij de oversteek. Hij vond onderdak in Tielt-Winge, in een huis van TimHarris, de voormalige Britse kampioen die zich ontfermt over wielertalenten uit zijn land. Via hem heb ik Mark ook leren kennen.”

Zabels advies

Wanneer besefte je dat je met een goudhaantje te doen had?

“In 2005 en 2006 liet hij als belofte een paar keer van zich spreken in Duitse wedstrijden. Hij was ook wereldkampioen ploegkoers geworden op de piste. Ik heb er toen bij T-Mobile op aangedrongen om hem een stagecontract te geven. Zijn eerste trainingskamp in Badenweiler werd echter geen groot succes. Hij was wat ziek. Hij is dan meegegaan als stagiair naar de Ronde van Groot-Brittannië. In de slotrit versloeg hij bijna Boonen in de sprint. Waarop Boonen mij achteraf kwam vragen wie die jongen was. ‘Wat kwam die vlug terug’, zei Tom verbaasd. Vanaf dan stond de ploegleiding helemaal achter Cavendish. Hij kreeg zijn eerste profcontract.”

De doorbraak liet niet lang op zich wachten. Als neoprof mocht hij elf keer juichen.

“Toch liep het die eerste maanden helemaal niet van een leien dakje. De andere sprinters in de ploeg zagen hem niet graag komen. Mark lag slecht in de groep en had veel conflicten met Greipel. Hij was ook te zwaar uit de winter gekomen. Tot februari had hij op de piste gereden. Dit tastte zijn bioritme aan: tijdens de zesdaagsen moest hij ’s nachts eten. In zijn eerste wegwedstrijd, de Ster van Bessèges, kwam hij bergop geen meter vooruit. De derde dag stapte hij af. Hij was depressief. Dat had hij toen wel, dat hij vlug het hoofd liet hangen. Als het slecht liep, moest je erg op hem inpraten. In de Driedaagse van De Panne werd hij vervolgens in een rit voor sprinters op bijna tien minuten gereden. Na afloop stond hij te huilen onder de douche. ‘Ik ga stoppen met koersen’, waren letterlijk zijn woorden. Hadden we hem toen naar huis laten gaan, was hij nu geen renner meer.”

Precies twee weken later won hij dan de Scheldeprijs.

“Op een kilometer van de finish zat hij nog in 50e positie. Iedereen dacht dat Eisel had gewonnen. De ontlading bij Cavendish was enorm. Hij kwam recht in mijn armen gereden. Alsof hij wilde zeggen: we hebben moeten vallen en opstaan, maar onze arbeid is niet voor niets geweest. Hij wint daar niet tegen een kleine garnaal, maar tegen McEwen. Vanaf dan werd hij bij T-Mobile beter aanvaard en beetje bij beetje hebben we dan een ploeg rond hem gebouwd.”

Vorig jaar was hij de grote slokop in de Tour met vier ritzeges. Doet hij dit jaar even goed?

“In principe is voor een renner die één rit wint, de Tour al geslaagd. Maar natuurlijk, er worden vergelijkingen gemaakt met vorig jaar. Na het successeizoen 2008 staat de hele ploeg al van in januari onder druk. De prestaties lijden er niet onder: we rijgen ook dit jaar de overwinningen aaneen. Als je Cavendish meeneemt naar de finish, heb je 95 procent kans dat hij wint. Al zijn ploegmaats zijn ingespeeld op elkaar, hij kan haast niet verliezen. De ploeg hoopt wel op drie ritoverwinningen van Cavendish in de Tour.

“Het probleem is echter dat er maar weinig ploegen voor een massaspurt zullen willen rijden, omdat Cavendish zo snel is. Dat hebben we al gemerkt: we moeten soms vergeefs om hulp van andere ploegen vragen. Zij schuiven de hete aardappel naar ons door. Dat zal onze ploeg veel krachten kosten in de eerste week. Ook Kirchen en Rogers zullen hun duit in het zakje moeten doen. Cavendish is een sprinter die eigenlijk geen treintje nodig heeft om te kunnen winnen, maar doordat hij zo veel wint, is het sowieso aan onze ploeg om de achtervolging op de vluchters te leiden. Dat is het grote verschil met vroeger. Daarom is het eens niet slecht dat hij een spurt verliest, zoals tegen Petacchi in het begin van de Giro, zodat andere spurters meer in hun kansen geloven en hun team laten werken. Anderzijds blijft een vroege ritzege belangrijk voor de sfeer in een ploeg.”

Iedereen gaat ervan uit dat Cavendish al vlug de groene trui om zijn schouders zal hebben.

“De groene trui in Parijs is het doel. Cav gaat dit jaar niet alleen voor ritoverwinningen. Net als voor Milaan-Sanremo krijgt hij ook nu advies van Erik Zabel, die zes keer het puntenklassement won. Erik heeft Mark bijvoorbeeld aangeraden om in de eerste week niet mee te doen aan de tussenspurten en zijn krachten te sparen voor aan de aankomst. Zijn belangrijkste tegenstanders worden vooral Hushovd, die geleidelijk aan zijn conditie heeft aangescherpt en Freire, die ook vlot de bergen over komt. Dat laatste geldt ook voor Bennati, maar hij loopt achter zijn vorm aan.”

Freddy Maertens

Het lijkt onmogelijk, maar kan Cavendish als sprinter nog verbeteren?

“Hij haalt nu al snelheden tot 75 km/u. Vlugger kan niet meer. Zijn behendigheid is ook onovertroffen. Vorige week heb ik nog de dvd bekeken van Milaan-Sanremo. Mark laat zich nooit wegdrukken. Hij kan tot op een halve centimeter plakken tegen het achterwiel van de renner voor hem. Daar speelt zijn ervaring van zijn periode als BMX’er en pistier. Zelf vertelt hij ook graag over zijn overwinning vorig jaar in De Panne. Hoe hij daar tegen de dranghekken een kleine opening vond en iedereen te snel af was, dat doet niemand hem na.

“Ik zie hem wel nog sterker worden. Over een jaar of drie zullen zijn spieren tot volle ontwikkeling zijn gekomen. Dat zal hem in de sprint helpen als de wind in het nadeel of zijwaarts blaast. Dan wordt het nog moeilijker om hem te verslaan. Cavendish doet me hoe langer hoe meer denken aan Freddy Maertens. De meeste spurters trekken zich in gang, Cavendish duwt eerst keihard op de trappers terwijl hij nog in het zadel zit, zoals Maertens destijds. Dan gaat Cav over zijn stuur voorover leunen. Heel aerodynamisch, hij vangt nauwelijks wind.”

Maertens zag zwarte sneeuw en betaalde de tol van de roem. Hoe gaat Cavendish met zijn nieuwe status om?

“Hij behoort nu tot de beter betaalde renners van de wereld. Hij heeft ook een dik contract met Nike. Geld verandert het leven. Dat zie ik ook bij hem. Tijdens de klassiekers was hij van plan om een Porsche te kopen in een garage in Sint-Martens-Latem, al is hij daar uiteindelijk van afgestapt. Hij is een mediafiguur geworden en meer begaan met zijn imago dan vroeger. Zijn schoenen moeten perfect wit gepoetst zijn. Hij vraagt al eens massageolie die zijn benen een gebruinde glans geeft. Maar alles bij elkaar houdt hij het toch redelijk bescheiden en blijft hij zich focussen op zijn sport.”

Zal Cavendish kunnen weerstaan aan de ponden van het Britse wielerteam Sky dat in de steigers staat?

“Hij ligt nog onder contract bij Columbia tot eind volgend seizoen. Hij heeft de ploegleiding beloofd dat hij dit zal respecteren. Mark is een man van zijn woord en is dankbaar voor de kans die hij bij ons gekregen heeft. Hij is niet vergeten dat er een ploeg rond hem werd gebouwd. Hij heeft veel respect voor zijn ploegmakkers. Zo bedankt hij hen wel eens met een duur horloge of trakteert hij hen op een rijkelijk etentje.”

Rijsttaartjes

Team Columbia nadert alweer de vijftig overwinningen, dubbel zoveel als het tweede ProTourteam. Wat is het geheim?

“Wij hebben het recept gevonden dat de doping vervangt. Onder het management van Bob Stapleton is alles nog professioneler geworden. Via Jenson Button konden de renners een paar keer trainen in het windkanaal van het F1-circuit in Silverstone. Voor een uur betaal je al gauw 1250 euro huur, maar de training werpt haar vruchten af in de tijdritten. Ook de voeding is enorm geëvolueerd. Zo is Cavendish een aanhanger van de proteïneshakes die we klaarmaken voor na de wedstrijd. Nieuwe verzorgingstechnieken deden hun intrede. Zo rijden we naar de Tour met een vrachtwagen waarin drie baden staan. Na de rit kunnen de renners er twintig minuten in water van 10° C relaxen om de vermoeidheid uit hun spieren te halen.”

En wij die dachten dat Cavendish onklopbaar is dankzij de rijsttaartjes van bakkerij Kimpe hier twee straten verderop.

( lacht) “Armstrong was er indertijd al verlekkerd op en sindsdien neem ik er nog altijd mee naar de wedstrijd. Ja, Cavendish kan de taartjes ook erg appreciëren.”

door benedict vanclooster

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content