De jongeren uit de gevoelige wijken van Molenbeek, gestigmatiseerd door tv-stations uit de hele wereld, vergeten hun problemen als ze een balletje kunnen trappen. Wij doken onder in het voetbalgebeuren van een gemeente die niet is zoals de andere.

Op de daken van de bestelwagens zie je meer paraboolantennes dan zoeklichten en in de straten zijn de microfoons talrijker dan de uniformen. In volle mediastorm is Molenbeek ‘de kweekvijver van het jihadisme’ geworden en dé place to be voor de internationale pers. De uitbater van café Gazo Sport is zelfs niet meer verrast wanneer journalisten zijn deur platlopen.

Daar lijkt de tijd stilgestaan te hebben en maakt de moustache van de Brusseleir onmiskenbaar deel uit van de dresscode. Aan de toog, één oog gefixeerd op de tv-uitzending van TF1 en één hand stevig rond een glas pils, zijn drie mannen in een discussie verwikkeld. Toogpraat, letterlijk. Ondanks het eerder sportieve karakter van het uithangbord, moeten we enigszins aandringen om het onderwerp voetbal in de gesprekken te krijgen. ‘Ik ben supporter van Anderlecht, maar ik ga nooit naar het stadion’, zegt een van de stamgasten, die liever anoniem wil blijven. ‘Voor negen euro per maand krijg je alle wedstrijden thuis op de buis.’ Waarna hij uitweidt over enkele voetbalanekdotes uit zijn eigen jeugd. Over de club die op de velden aan de overkant van de straat speelt, komen we bij hem niet veel te weten: ‘Sinds de teloorgang van RWDM is er hier niks meer te doen, en in het Edmond Machtensstadion trouwens al evenmin. In het weekend spelen hier wat jeugdploegen, maar ik zou eerlijk gezegd niet weten van welke club.’

‘Hier’, dat is het complex Sippelberg. Twee kunstgrasvelden en een grasmat met een atletiekpiste errond, op enkele straten van de basiliek van Koekelberg. Een plaats die verstoken blijft van zon door toedoen van de vijf flatgebouwen met vijftien verdiepingen en honderden appartementen. Een plaats die leeft met het achtergrondrumoer van de metrostellen die zich hier hebben ontdaan van de tunnels.

JEUNESSE MOLENBEEK

De velden zijn ingenomen door de FC Jeunesse Molenbeek Académie. Een club die begin de jaren 2000 op poten werd gezet en waar 85 procent van de 580 aangesloten leden van Maghrebijnse afkomst is. ‘Onze club is een weerspiegeling van de bevolking van de wijk’, zegt technisch directeur Mohamed Tabakkalt tussen twee assalam aleikoems aan ouders die hun kroost naar de training komen brengen. ‘Voor de meeste gezinnen zijn wij de dichtstbijzijnde club. Nu ja, er is ook White Star, maar zij eisen dat de kinderen tests afleggen voor ze zich mogen aansluiten. Wij doen pas tests vanaf dertien jaar. Voor de categorieën lager dan de U15 gaat het alleen om opleiding.’

Naast de gebruikelijke sportieve doelstellingen heeft Jeunesse ook een sociale missie. ‘We spreken met de jongens over discipline, we vertellen hen dat ze voorzichtig moeten zijn: niet op straat of in de metrostations rondhangen, bijvoorbeeld. We proberen ook de ouders daarin mee te krijgen’, legt jeugdcoördinator Omar Tizguine uit. ‘Sommige coaches vragen de kinderen zelfs dat ze hun schoolrapport meebrengen naar de training en laten hen een wedstrijd op de bank als ze onvoldoendes hebben’, voegt Tabakkalt daaraan toe.

‘Als we een speler op straat zien rondhangen of stommiteiten weten uithalen, dan straffen we hem in de club’, zo begint Hicham, de trainer van de U15 en psychotherapeut in het dagelijks leven. ‘We wonen in een moeilijke wijk, waar er veel werkloosheid is. Het is essentieel om die jongeren een andere kant te tonen, om hen via het voetbal positieve ervaringen mee te geven. Zeker omdat ze op een leeftijd zijn waarop rebelleren tegen het gezag een onderdeel is van het opgroeien. Ze hebben nood aan een kader.’

Het voetbalkader dat hen hier geboden wordt, fungeert meteen ook als een school voor het leven. ‘Maar het is hier ook geen kindercrèche. We bieden een kader met goed opgeleide coaches die bepaalde doelen stellen en op die manier proberen de jongeren vooruitgang te doen boeken. We willen hen werkijver en toewijding bijbrengen door middel van het voetbal.’ Met 27 punten uit negen wedstrijden en 71 goals gescoord hebben de jonge voetballers van Hicham de smaak van hard werk blijkbaar goed te pakken.

‘Naast het voetbal is ons doel ook om de jongeren van de straat weg te houden’, gaat Mohamed Tabakkalt verder. ‘Ze zijn zes tot acht uur per week met de sport bezig, dat is extra tijd die ze in een gestructureerde omgeving doorbrengen.’ Die discipline gaat ver, ook op het vlak van de kleding. We hadden verwacht een massa shirts van Messi of Ronaldo te zien, maar het enige dat we in de gaten krijgen zijn enkele broekjes van Barcelona, Real Madrid en Anderlecht. Voor de rest alleen maar de clubkleuren. Nagenoeg iedereen draagt het tenue van de club, ze betalen er ook 350 euro per jaar voor bij hun aansluiting. ‘We hebben geen sponsors, geen kantine… Onze club leeft van de lidgelden. En de kinderen krijgen daarvoor een uitrusting die gemakkelijk 120 euro waard is.’

RWD MOLENBEEK

Met een eerste ploeg die in vierde provinciale speelt – en daar weliswaar meedoet voor de titel – is het plafond van de Sippelberg algauw te laag voor de meest getalenteerde jongeren van de Molenbeekse Académie. Het doel is dus om grootser te dromen, zonder die droom te ver te drijven – letterlijk, in geografisch opzicht – want de meeste gezinnen uit de wijk verplaatsen zich uitsluitend te voet. ‘We zijn ons weldegelijk bewust van dat probleem’, vertelt Tabakkalt. ‘We hebben trouwens net een partnership gesloten met White Star.’ Sinds het White Star van John Bico vertrokken is uit Woluwe, spelen de jeugdploegen inderdaad op de velden van het Machtensstadion. Tabakkalt wijst ons door de bomen de contouren van het stadion aan, dat enkele straten verder ligt. ‘De bedoeling is dat de mensen hun kinderen niet te ver moeten brengen terwijl ze toch een stap hogerop kunnen zetten. De jeugd van White Star speelt in de nationale afdelingen.’

De volgende vraag ligt voor de hand. We zijn hier tenslotte in Molenbeek en op het dak van het Chalet Normand, een soort feestzaal die momenteel dienstdoet als het Club House van de Sippelberg, wappert sinds kort de mythische vlag van RWDM tussen die van de Europese Unie en die van FC Barcelona. RWDM is terug van weggeweest en ‘wil de buurt weer doen heropleven’, legt voorzitter Thierry Dailly uit.

Maar bij Jeunesse Molenbeek leiden de vier beroemdste letters van de gemeente alleen maar tot tandengeknars. ‘RWDM schuift zijn roemruchte verleden en zijn grote aanhang naar voren als argumenten, maar ze zijn nooit eens met ons komen praten’, zegt Tabakkalt een beetje bitter. De reus uit het Machtensstadion vertegenwoordigt helemaal niet de gemeente: ‘De jeugd van Molenbeek droomt er niet van om voor zo’n club te spelen. Voor de Maghrebijnse bevolking van de buurt is dat een andere wereld. Dat wij deze club opgericht hebben is precies omdat de ouders van die jongeren zich afgewezen voelden, hun kinderen werden nooit opgeroepen voor de wedstrijden.’

Het is kritiek die Thierry Dailly niet goed begrijpt: ‘De club is zo Molenbeeks als maar kan zijn, wij zijn allemaal Molenbekenaren. Natuurlijk identificeren de jongeren uit de gemeente zich daar wél mee. Onze wedstrijden zijn de enige evenementen in Molenbeek die 3000 à 4000 aanwezigen lokken. Ik weet zeker dat velen met ongeduld wachten op de lancering van onze academie.’ Het academieproject RWDM liep inderdaad wat vertraging op en zal pas vanaf volgend seizoen de deuren kunnen openen. In afwachting worden de mythische kleuren van Molenbeek gedragen door de jeugd van Wetteren, ver weg van de hoofdstad. En spelers van Maghrebijnse komaf zijn op de tribunes van het Machtensstadion al zo zeldzaam als op het veld.

‘Het klopt dat de grote populariteit van RWDM momenteel nog niet genoeg overslaat op de Maghrebijnse jongeren van de gemeente’, geeft Philippe Housiaux toe. Housiaux is de voorzitter van Panathlon Wallonie-Bruxelles, dat ook betrokken was bij de wederopstanding van RWDM. ‘Nochtans moet de club leren omgaan met de nieuwe multiculturele identiteit van de gemeente wil ze de bevolking van die gemeente blijven vertegenwoordigen.’ Het is een uitdaging waar Hicham, coach van de U15 van Jeunesse amper in gelooft: ‘Wij hebben hier talenten die moeiteloos zouden meekunnen in heel wat grotere ploegen, maar ik denk dat er vooroordelen zijn. Misschien zijn die clubs bang dat er niet genoeg discipline aanwezig is. Aan de andere kant moeten we toegeven dat wij ook wel de neiging hebben om op onszelf terug te plooien. Al worden we door de overheden ook niet bepaald aangespoord tot meer openheid.’

RESPECT CHALLENGE

Die openheid is precies iets waar Philippe Housiaux aan werkt. Dat project dateert niet van gisteren: ‘De opzet van Panathlon is om de waarden van de sport uit te dragen in de maatschappij. In de tijd van FC Brussels dachten we er al over na hoe we de Maghrebijnse families naar het stadion konden krijgen. Zo groeide het idee van de Respect Challenge. We wilden dat de agora’s, de multisportveldjes in de stedelijke zones, niet langer de eigendom zouden blijven van de pestkoppen van de wijk, maar opnieuw plaatsen zouden worden waar gesport werd. Daartoe organiseerden we wedstrijdjes tussen de verschillende wijken, met als afsluiter een toernooi. De deelnemers aan dat toernooi mochten dan het veld van het Machtensstadion op voor een wedstrijd van FC Brussels.’

Helaas viel de climax van de eerste editie van de Respect Challenge samen met… de laatste wedstrijd uit de geschiedenis van FC Brussels. ‘Ondanks het plaatselijke succes en de complimenten van de ouders had de gemeente Molenbeek andere katten te geselen. Maar er komt een nieuwe editie met de terugkeer van RWDM, want de basis van de Molenbeekse piramide omvat ook de terugkeer van de Respect Challenge. In de komende 24 maanden willen we dat allemaal op poten zetten. Dat is belangrijk, want dat initiatief maakte het mogelijk om een link te creëren tussen het buurtleven en het samenkomen in het stadion. We waren er immers van overtuigd dat we daarmee de jongeren opnieuw zin zouden doen krijgen om naar het stadion te komen.’

Een hele uitdaging, want de ‘nieuwe’ Molenbekenaar is niet iemand die vaak buiten de deur komt. Zelfs de wedstrijden van de jeugd trekken niet veel volk. Mohamed Tabakkalt vindt dat erg jammer: ‘Die wedstrijden leven niet echt in de wijk, de mensen hier komen niet naar de eerste ploeg kijken. We voorzien om onze jongeren binnenkort mee te nemen naar de wedstrijden van de eerste ploeg, maar in het begin van het seizoen wilde ik dat nog niet doen omdat er wat spelers rondliepen met gedragsproblemen. Ik wilde onze jongeren geen slecht voorbeeld laten zien.’ Die jongeren worden binnenkort wel meegetroond naar de matchen van White Star, de nieuwe partner, om de schrijnend lege tribunes daar een beetje te bevolken. ‘Ze gaan gratis tickets geven aan onze jeugd. Die kinderen willen namelijk graag naar voetbal kijken, maar daar moet je voor betalen en de ouders geven hen geen zakgeld.’

De technisch directeur denkt nochtans niet dat het een groot succes zal zijn: ‘Weet je, al die Maghrebijnse jongeren willen vooral Barcelona of Real Madrid zien. Nu de nationale ploeg het goed doet hoor ik hen ook wel eens praten over Eden Hazard, maar meestal gaat het toch over Messi en Ronaldo.’

ZAALVOETBAL

Nochtans bestaat er een club in de gemeente die de mensen van de buurt aantrekt. We zijn nog altijd op de Sippelberg, maar we stappen dit keer door een glazen deur om uit te komen op een zaalvoetbalterrein waar de shirtjes van Neymar de trainingspakken van Jeunesse Molenbeek vervangen. Otemane, sportleraar bij de vzw BRAVVO (Bruxelles Avant Brussel Vooruit), vertelt over de hype rond Futsal Molenbeek, een tweedeklasser in de Franstalige zaalvoetballiga: ‘Er komt heel wat volk op af en het is een goed publiek, al zijn ze niet zo talrijk als bij Anneessens, waar het echt leeft in de wijk. De mensen uit de buurt hier komen liever op vrijdagavond naar een wedstrijd zaalvoetbal kijken dan een entreeticketje te betalen bij RWDM of White Star.’

Bij Jeunesse wordt zaalvoetballen afgeraden – volgens Tabakkalt gebeuren er veel ongelukken en is het slecht voor de gewrichten – maar het vormt niettemin nog een extra onderkomen voor de jongeren van de gemeente zodat ze niet op straat rondhangen. Niet alleen voor de meest getalenteerden overigens: ‘Met de vzw BRAVVO is er hier geen competitie’, zegt Otemane. ‘We brengen gewoon jongeren samen om op een gezellige manier aan sport te doen. Iedereen is welkom. Het enige doel is hen omkaderen en hen van de straat weghouden. De sportieve activiteiten vullen het gat op tussen de school en het gezinsleven. Het is een manier om evenwicht te vinden en om ervoor te zorgen dat sommigen gewoon minder tijd hebben om stommiteiten uit te halen.’

Als er in Molenbeek over voetbal gepraat wordt, dan is de sociale dimensie nooit ver weg. Eenzelfde geluid horen we bij RWDM, waarvan de academie nog under construction is: ‘Ons voordeel ten opzichte van White Star is onze ziel. De jongeren die naar ons komen, dromen ervan om aangemoedigd te worden door 4000 supporters in een sfeer die inherent is aan de gemeente Molenbeek. Want het is dankzij het voetbal dat heel het land de naam van onze gemeente kent. In de toekomst hopen we een sportstructuur op poten te zetten met een echt professionele toets: met gediplomeerde trainers, die zeer kwalitatieve trainingen kunnen geven, want dát is de manier waarop men echt vooruitgang kan boeken’, besluit de voorzitter.

En als de jongeren niet van Jeunesse Molenbeek komen, dan wel van elders. Want, zoals Philippe Housiaux zegt: ‘Verschillende studies wijzen uit dat er zowat 5000 tot 7000 plaatsen te kort zijn om de Brusselse kinderen te laten voetballen. De vijver is groot genoeg om zeker 300 jongeren naar RWDM te lokken wanneer het project van start gaat. En als ze uit deze wijken komen, dan is dat alleen nog mooier.’

Het probleem, uiteindelijk, is een gebrek aan ruimte. ‘We hebben nu 580 aangesloten leden. Op basis van de infrastructuur is het onmogelijk om iedereen toe te laten’, bevestigt Mohamed Tabakkalt. ‘Wat betreft de omkadering van de jongeren is er nog veel werk aan de winkel.’

Het is nochtans best mogelijk dat de redding van Molenbeek bestaat uit enkele hectaren grond, wat gras, twee doelen en een bal.

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Als we een speler op straat zien rondhangen of stommiteiten weten uithalen, dan straffen we hem in de club.’ HICHAM, U15-TRAINER VAN JEUNESSE

‘We spreken met de jongens over discipline, we vertellen hen dat ze voorzichtig moeten zijn: niet op straat of in de metrostations rondhangen, bijvoorbeeld.’ OMAR TIZGUINE, JEUGDCOÖRDINATOR JEUNESSE

‘Onze wedstrijden zijn de enige evenementen in Molenbeek die 3000 à 4000 aanwezigen lokken.’ THIERRY DAILLY, VOORZITTER RWDM

Het is best mogelijk dat de redding van Molenbeek bestaat uit enkele hectaren grond, wat gras, twee doelen en een bal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content