Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Zonder crisis in voetballand zouden Willy Hox en Guy Bonny nu met Wesley Sonck en Timmy Simons goud in hun handen hebben gehad. ‘Het zijn niet de makelaars die het voetbal kapot maken. Vérre van.’

“Onze spelers,” zegt Guy Bonny (55) hen altijd te zeggen, “hebben dríé makelaars.” Bonny, een door zijn huwelijk met een Luikse naar Limburg uitgeweken Bruggeling, vormt samen met Willy Hox (ook 55) en Yves Baré (64) een naar die laatste, een 21-voudig international, genoemde makelaarsassociatie. Hox voetbalde als libero van Hasselt één jaar in eerste klasse, Bonny haakte af als scholier van Club Brugge. Vandaag zijn het twee succesvolle en gerespecteerde makelaars, elkaars tegenpolen, maar toch vrienden, met vooral een voet tussen de deur in Brugge. “Ik moet dat niet wegsteken”, geeft Bonny toe. “Ik ken Antoine Vanhove al heel lang, maar Baré deed er al transfers lang voor ik bij de compagnie was. Doordat ik ook vijf jaar lang heb gescout voor Brugge, ontstaat er natuurlijk wel een bevoorrechte relatie.”

Heeft die op het spel gestaan in de affaire-Simons ?

Guy Bonny : ( glimlacht) Da’s een hele moeilijke. ( denkt na) Op het spel gestaan, niet echt, verstoord geweest, dat wél. Er zíjn strubbelingen geweest, maar het belang van de speler stond voorop. Dat weten ze in Brugge ook. Bovendien weet Vanhove ook goed met wie hij te maken heeft. Wij hebben al veel goede spelers naar Brugge gebracht, die hetzij sportief, hetzij financieel een meerwaarde betekend hebben. Altijd is alles correct afgehandeld, van beide kanten.

Doordat Schalke maar niet over de brug kwam, werd Timmy zenuwachtig. Hij wilde weten waar hij aan toe was en heeft dan gezegd wat er moest gebeuren. Nu is hij een gelukkige jongen, denk ik, alles is uit zijn kop. Maar hij heeft zélf de keuze gemaakt.

Wesley Sonck nog niet. Glasgow Rangers heeft zich gemeld, konden we lezen. Schotland. Spannend kampioenschap.

Willy Hox : ( glimlacht) Er is nog niets concreet. Wel interesse, maar niet in die mate dat ze al actie ondernemen.

Valt jullie dat tegen ?

Bonny : Ik sta er verwonderd van.

Hox : De markt is niet goed. Als je ’t dan over Wesley Sonck of Timmy Simons hebt, gaat het toch over redelijke prijzen. Twee-, driehonderd miljoen ( frank, nvdr), dan lopen de kandidaten niet dik.

Bonny : De situatie is niet briljant. Niet alleen Lommel en KV Mechelen, ook de grote namen elders in Europa hebben problemen. Dan kun je er een beetje begrip voor opbrengen. Ik twijfel er niet aan dat er zich een heel degelijke club voor Wesley zal aandienen, alleen duurt het veel langer. Vroeger kon je bij manier van spreken achter je kachel blijven zitten en wachten tot de telefoon overging. Vandaag moet je er zelf op uit.

Wesley Sonck is al een jaar langer in België gebleven en Genk heeft, net als veel andere clubs, geld nodig. Die is straks zeker weg.

Hox : ( knikt bevestigend).

Bonny : Of ze geld nodig hebben, weet ik niet, maar ik denk niet dat ze bezwaar maken tegen een transfer.

Hox : Ik heb een gesprek gehad met de mensen van Genk. Met de speler ook. Hij wil weg en Genk is daarvan op de hoogte. Het is een kwestie van alle partijen tevreden te stellen. Vandaag is het nog zoeken en tasten. Clubs moeten eerst een speler verkopen, dat speelt meer dan vroeger. Ik was onlangs toevallig op PSV, daar hoorde ik hetzelfde.

Bonny : We moeten het zeggen zoals het is, Willy : er zijn ploegen die nauwelijks kunnen bougeren. Die het hoofd boven water houden, maar niet meer dan dat.

Om te verkopen heb je kopers nodig. Maar er is geen geld en zo blijft het stil.

Hox : Géén geld ? Laat ons zeggen : niet veel geld. Er zijn nog altijd clubs die zulke bedragen kunnen leggen, maar ze lopen niet dik.

Schalke 04 is er zo een, maar als dat zich dan meldt, blijft alles uiteindelijk toch ook bij het oude.

Bonny : Als Schalke Timmy Simons echt had gewild, had het er meer kracht achter moeten zetten, vind ik. Dat wil zeggen : Brugge iets fatsoenlijks aanbieden, maar dat is niet gebeurd. De partijen waren akkoord. Ik denk niet dat Brugge tegen een transfer was geweest als het billijk vergoed zou zijn. Daar is het fout gelopen. We mogen Brugge niet met alle zonden overladen, Schalke had wat harder kunnen tonen hoe graag het de speler wilde.

Hox : De vraag is natuurlijk ook : wat is een goede prijs voor een speler ? Wie moet kopen, vindt het altijd veel te veel, en wie moet verkopen, vindt het nooit genoeg. Wat is dus een billijke prijs voor Timmy Simons ? Zeg het mij eens.

Wacht niet iedereen op de eerste grote transfer om weer een richtprijs te hebben ?

Bonny : In België was er een joepie-gevoel na de verkoop van Koller, Radzinski en Goor voor uitzonderlijk hoge prijzen. Ten eerste, we hebben niet elk jaar zulke spelers. En punt twee, áls je ze hebt, krijg je nu te maken met een markt die in een dal zit. Dus zullen de clubs zich moeten aanpassen en niet meer zulke gekke bedragen vragen. Anders gaat het niet meer. Twee jaar geleden was alles nog mogelijk, transfers van boven het miljard zelfs. Hoor jij daar nog van ?

Van tegenslag gesproken. Simons, Sonck en Kpaka in portefeuille hebben, maar net nu er geld van te maken is, dat niet kunnen wegens de crisis.

Bonny : Twee jaar geleden was het eenvoudiger geweest…

… en waren jullie er veel beter van geworden dan nu.

Hox : Toch niet slechter ( lacht). De trend is neerwaarts en het ziet er niet naar uit dat het snel zal omkeren. De huidige malaise zal zeker nog twee jaar duren, omdat veel clubs nog met hele hoge contracten zitten uit de goede periode. We zullen naar kleinere contracten moeten én naar kleinere kernen. Wat nu al gebeurt, is dat eindecontractspelers een nieuw contract kunnen tekenen, maar min zoveel. Dat is natuurlijk niet makkelijk, niemand tekent graag voor minder geld.

Bonny : De clubmanager van een degelijke middenmoter uit de Premier League zei mij carrément : de loonmassa moet met twintig procent naar omlaag, de transfersommen met vijftig procent ! Anders geraken ze ook in Engeland niet uit de malaise. Toch zullen de toppers goed blijven verdienen.

Hox : Als vandaag 200 miljoen voor Simons of Sonck geen goede prijs is, is 150 miljoen dat volgend jaar misschien wél. Op korte termijn zal het zeker niet omhooggaan.

Bonny : Bovendien hebben ze in de toplanden, waar onze spelers graag naartoe zouden gaan, geen hoge pet op van de Belgische spelersmarkt. Vanuit de Nederlandse competitie is het veel makkelijker werken.

Hox : Als Wesley Sonck vandaag bij Ajax speelde, zou dat een heel andere dimensie krijgen. Heel Europa kent nu Jelle Van Damme, ook één van onze spelers.

Opent dat deuren voor jullie ?

Bonny : Onze compagnie krijgt er wel meer aandacht door. Omdat je spelers van een zeker niveau blijkt te hebben. Ik merk toch dat ze nu in het buitenland zeggen : tiens, er lopen daar ook goeie spelers rond. Wat wij nodig hebben, is dat onze clubs Champions League spelen.

Hox : En dat de nationale ploeg goede resultaten boekt.

Moeten onze clubs niet beter hun plaats kennen en een beetje minder hebberig zijn ?

Bonny : Ik kan hun hebberigheid enigszins begrijpen. Ze hebben het allemaal moeilijk.

Hox : Veel clubs hebben altijd op een lucratieve transfer gehoopt op het eind van het seizoen. De laatste twee jaar kan dat niet meer. Dat weerspiegelt zich natuurlijk in hun financiële toestand. Maar ik begin er niet aan hen daar op te wijzen. Ieder voert zijn eigen beleid.

Realiseren de spelers zich dat zij ook water bij hun wijn zullen moeten doen ?

Bonny : Nog niet. Wij zitten nu met spelers die vroeger rond dit tijdstip al lang onderdak hadden gevonden. Vandaag zijn de clubs zó voorzichtig geworden dat een aantal jongens straks dreigen op de keien te staan. Doorsnee voetballers, middenmoters.

Overbetaalde voetballers ook. Sinds het arrest-Bosman zijn de spelerslonen exponentieel gestegen.

Hox : Wat is overbetaald ? Men zegt : de lonen zijn te hoog. Net zo goed kan je zeggen : de transferprijzen zijn te hoog.

Bonny : Overal heb je vier, vijf spelers die de ploeg dragen. Die zijn goed betaald. Dan heb je de middenmoters, de spelers die bijna altijd spelen. En dan de rest, zij die bij de kern horen. Neem van mij aan dat die spelers in België, Brugge en Anderlecht buiten beschouwing gelaten, met niet te veel geld naar huis gaan. Daar zou je van staan kijken. We praten over profvoetballers, maar in België zijn contracten van twee miljoen ( frank, nvdr) schering en inslag.

Hox : Bruto.

Bonny : Daar heb je dan op achttien jaar de school voor laten staan. Zeg mij eens hoeveel je dan hebt kunnen sparen eens je vijfendertig bent ? Dan mag je nog hard gaan werken voor je pensioen.

Waarom moet een voetballer op zijn 35ste financieel onafhankelijk zijn ?

Bonny : Akkoord, maar vergeet niet dat hij er veel voor moet laten ook. Mij hoor je niet zeggen dat het geen mooi beroep is, maar als je je school niet hebt afmaakt en niet van de beste bent…

Hox : Een speler geeft zichzelf ook een meerwaarde. Hij wordt verkocht, iemand in de burgerij niet. Door dat feit gaan de contracten ook omhoog. Zo krijg je abnormale toestanden, zowel in de contracten als in de transferprijzen. Dat gaat nu allemaal weer naar af.

Bonny : Achttien profclubs, dat is onleefbaar. Hoe vlugger we met veertien, of beter nog twaalf, goed gestructureerde clubs zijn, hoe rapper iedereen weer fatsoenlijk zijn brood zal kunnen verdienen.

Dat betekent : minder spelers voor steeds meer makelaars. Dat wordt vechten om de beste brokken.

Bonny : Vechten doen we niet.

Hox : Wat gebeurt er als er morgen nog tweehonderd in plaats van vierhonderd profvoetballers zijn ? Dan gaat iedereen voor zijn eigen hachje. Ik ben daar niet rouwig om.

Bonny : Al die nieuwe makelaars denken dat je met drie telefoons 300.000 frank verdiend hebt en dan een week op je luie kont kan gaan zitten. Schoon beroepke is dat ! Maar zo ís het niet. Het is elke dag uithuizig zijn, goed voor je spelers zorgen, met de ouders van jonge spelers bezig zijn, vaak naar het buitenland moeten. Als je hele dagen achter je bureautje doorbrengt, zal er niet te veel brood op de plank komen.

Veel clubleiders wijzen de makelaars aan als de schuldigen voor de financiële malaise.

Bonny : Pertinent onwaar ! Hoe vaak vragen zíj ons niet om deze of gene speler voor hen te verkopen ? Op zo’n moment zijn wij zéér goeie mensen, hoor. Clubs en makelaars moeten leren in harmonie te leven. Het moet gedaan zijn met elkaar van alles te verwijten. Het heeft er natuurlijk mee te maken dat ons beroep zich lang in de schemerzone heeft bevonden. Het moest dus wel een beetje louche zijn. Maar ík kan elke dag voor de spiegel gaan staan, en ik weet niet of alle clubbestuurders in België dat kunnen. Ik wil best openheid over mijn rekeningen verschaffen, maar of de clubbestuurders dat zouden willen ? Het is echt niet de makelaar die het voetbal kapot maakt, vérre van.

Stoort het beeld van de makelaar als schuinsmarcheerder ?

Bonny : Mij wel, hem niet.

Hox : Ik doe mijn zaken zoals ik denk dat ik ze moet doen. Ik vind niet dat iemand het recht heeft om mij als minderwaardig te bekijken.

Bonny : Meestal proberen clubs er hun eigen fouten mee te verdoezelen. Als een club failliet gaat of naar derde klasse moet, gaat ze dan niet beter eerst bij zichzelf te rade ? Wíé heeft al die miljoenen over de balk gegooid ?

De makelaar heeft natuurlijk wel alle belang bij zoveel mogelijk transfers om zoveel mogelijk commissie op te strijken.

Hox : ( lacht, omdat Bonny hem weer te snel af is).

Bonny : ( onverstoorbaar) Neen. In de eerste plaats ben je er voor je speler. Bij ons zijn dat vrienden. Als een speler ons zegt dat hij zich goed voelt bij zijn club, waarom zou het dan niet kunnen dat én speler én club én makelaar samen rond de tafel gaan zitten ? Wij zijn niet noodzakelijk uit op een transfer.

Groeit er een bewustzijn bij de spelers dat het gezien de crisis soms misschien beter is gewoon bij hun club te blijven ?

Hox : Velen denken nog : dat is voor iemand anders. Er gebeuren elke dag zoveel ongevallen op de weg, maar als je ’s morgens in de wagen stapt, denk je ook nooit : vandaag zal ik er ook bij zijn. Soms is het korter bij dan je denkt, in het voetbal is het net zo.

Bonny : Wij hebben spelers, gewone spelers, die ons nu om een transfer vragen. Ik verzeker u dat ik tegen sommige van die jongens zeg : luister, je zit hier nog niet zo slecht, ik ga niet vinden wat jij zoekt, kijk naar wat je hébt. De feiten zijn wat ze zijn. Als je een speler begint te beliegen, ben je verkeerd bezig.

Hox : Twee jaar geleden heb ik heel België afgelopen voor Paul Kpaka, maar niemand moest hem hebben. Dan zeg ik zo’n speler dat ook.

Bonny : Dan riskeer je dat hij bij je weggaat, omdat hij zich afvraagt of je wel hard genoeg voor hem werkt. Ik lig daar niet wakker van, met zulke spelers loop je toch niet ver. Trouwens, ik mag zeggen dat nog niet zo zot veel spelers bij ons zijn weggegaan.

Hoeveel geduld heeft Paul Kpaka nog ? Die voetbalt volgend seizoen toch niet meer voor GBA ?

Hox : ( knikt bevestigend).

Bonny : We promoten die jongen volop met onze compagnie, hij verdient het carrière te maken. We zullen wel iets vinden, maar het is crisis. Het is dus niet zo makkelijk, en daar spelen we open kaart over met hem.

Hox : Ik was bij PSV, voor een andere speler. Daar zeggen ze : Kpaka is een optie, maar dan moet eerst Kezman weg.

De grote jongens, waartoe jullie behoren, komen nog niet om van de honger, maar allicht zijn er kleine makelaars die wel al noodgedwongen de broeksriem aanhalen.

Hox : Iedereen die erin zit, heeft ermee te maken.

Bonny : Luister, als het gros van de Belgische clubs schulden heeft, wie denk je dat er vooraan tussen de schuldeisers staat ? De brouwer, maar ook de makelaar. Van onze facturen van het vorige jaar moeten wij er nog een pák optrekken. Dan kan je mensen voor de rechter slepen, of geduld hebben en hopen dat de clubs stilletjes aan kunnen betalen. Vroeger was dat niet het geval. Wij hebben vijf, zes clubs nu voorgesteld om ons om de drie maanden iéts te betalen, of ons een afbetalingsplan voor te leggen. Dat ze dus niet op ons schieten, hé !

Hox : Als deze situatie nog vier, vijf jaar blijft duren, ja, dán…

Bonny : We zullen naar Rusland moeten, Willy. Ik heb horen zeggen dat alle makelaars nu focussen op de Russische markt. Je hebt er de nieuwe rijken en nog geen wetten, pakken geld zouden er te verdienen zijn. Tot er één in een vierkanten doos, plat op zijn rug, teruggebracht wordt. Dan is het direct afgelopen. Eerlijk gezegd, vertrouw jij dat, Willy ?

Hox : China ligt ook redelijk in de markt, merk ik. Ik waag er mij niet aan. We staan nog niet met de rug tegen de muur.

Liever een beetje conservatief.

Hox : Ja, ik vind dat niet negatief klinken. Veeleer positief.

Eerst was er de hype rond de snelle jongens van SEM, dan was Didier Frenay de nieuwe prins onder de makelaars. En nu zijn het dus Willy Hox en Guy Bonny, met dat verschil dat het cliché van de blitse makelaar niet erg van toepassing lijkt.

Bonny : Drie jaar geleden hebben wij Bernd Thijs van Standard naar Genk gedaan. Daar is weinig over geschreven. Het is allemaal een beetje begonnen met Dirk Degraen en SEM. Zij zijn als eerste met, ik zou bijna zeggen : barnumreclame, begonnen. Dat is hun goed recht.

Hox : Sonck zat vijf jaar geleden al bij ons, Deflandre ook, en Englebert. Bijna honderd procent van onze spelers blijft bij ons een carrière lang. Ik werk nog altijd als tien jaar geleden. Hun stijl is de onze niet.

Bonny : En zeker die van Yves Baré niet. Weet je, het zou al helpen als alle makelaars zich uitsluitend met hun eigen spelers bezig hielden. Soms krijgen wij telefoon van makelaars die dan zogezegd een club voor Sonck hebben, want zo’n speler is interessant en ligt beter in de markt dan de hunne. Zoiets zouden wij nooit doen.

door Jan Hauspie

‘Clubs proberen hun eigen fouten te verdoezelen door op de makelaars te schieten.’

‘Heel Europa kent nu Jelle Van Damme. Als Wesley Sonck bij Ajax speelde, zou dat een heel andere dimensie krijgen.’ (Willy Hox)

‘Al die nieuwe makelaars denken dat je met drie telefoons 300.000 frank verdiend hebt en dan een week op je luie kont kan gaan zitten.’ (Guy Bonny)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content