Na vijf jaar voorzitterschap heeft Herbert Houben zijn meest turbulente zomer bij RC Genk achter de rug. Interne lekken en – volgens hem – ook de media destabiliseerden zijn club, maar hij sloeg terug. ‘Geen probleem: ik klamp me niet vast aan mijn stoel.’

Dirk Degraen was al weg, maar van een ontslag van Emilio Ferrera was nog geen sprake, van Patrick Janssens en Alex McLeish evenmin, de contacten met Frank Vercauteren waren nog niet uitgelekt, en Tornike Okriasjvili was nog niet na een dronkenmansruzie met Anele Ngcongca in het politiekantoor gesukkeld. Om maar te zeggen: toen de afspraak met RC Genkvoorzitter Herbert Houben voor een bezoek aan de redactielokalen van Sport/Voetbalmagazine werd gemaakt, floot het kanarietje nog in de Genkse mijnschacht. Niet uit volle kracht, want de malaise was al iets langer ingezet, maar het flóót.

Hoe zou u uw gemoedstoestand als voorzitter van RC Genk nu omschrijven?

Herbert Houben: “Ik denk dat we bezig zijn de noodzakelijke stappen te zetten om de club weer helemaal op de rails te krijgen. We hebben misschien nog iets te doen, maar ik geloof dat we op de goede weg zijn.”

Welk beeld is er de voorbije maanden van uw club ontstaan, denkt u?

“Een heel chaotisch beeld. Dat van een stuurloze club.”

Een juist beeld?

“Ik denk het niet. Zo’n beeld ontstaat door wat er in de media verschijnt. Mijn ervaring met de media is dat ze bestaande situaties altijd extrapoleren. Gaat het goed, dan creëren ze een euforie zonder nog de minpunten te zien. Gaat het minder, dan is er alleen nog maar aandacht voor wat er slecht is. Terwijl er op elk moment goede en slechte dingen zijn.”

De naakte feiten zijn dat RC Genk trainer Mario Been ontsloeg, scheidde van algemeen directeur Dirk Degraen en daarna Beens opvolger Emilio Ferrera na amper één speeldag ontsloeg. Is een woord als chaos dan niet op zijn plaats?

“Chaos betekent dat niemand nog iets te zeggen heeft, dat de raad van bestuur vechtend over de straat rolt, dat we er niet meer in slagen om over een visie te praten. In die toestand zaten wij nooit. Er waren meningsverschillen, maar iedereen is altijd on speaking terms gebleven. Toen ik hier dertien jaar geleden in de raad van bestuur kwam, was er wel een tweespalt in de club, met enerzijds voorzitter Edgard Troonbeeckx, die samen met een aantal bestuursleden gestopt was, en anderzijds Jos Vaessen. Op dat moment had je het probleem dat de media de laatste tijd weleens aanhaalden, maar dat nu helemaal niet speelt.”

Weer noemt u de media. Schuift u de zwartepiet door naar de pers?

“Voor het chaotische beeld dat ontstaan is deels wel, ja. In hun strijd om primeurs hebben journalisten dingen verteld die niet klopten. TV Limburg meldde bijvoorbeeld dat Frank Vercauteren onze nieuwe trainer zou worden, terwijl we nog helemaal geen akkoord hadden: er was alleen een verkennend gesprek geweest. Eerst krijg je dus het bericht dat Vercauteren naar Genk komt, drie dagen later dat hij niet komt. Dan denken mensen: wat zijn dat daar voor prutsers?”

Wat TV Limburg bracht, kwam een dag nadat sportmagazine.be meldde dat Vercauteren boven aan jullie lijstje stond. Als dat die week niet uitlekt, is Vercauteren dan vandaag jullie trainer?

“Dat kun je achteraf nooit weten, want er was nog veel te bespreken. Maar dan hadden we wel verder gepraat.”

U zegt dat niet de hele club overhoop lag. Wat liep er de voorbije maanden dan niet goed?

“Het sportieve. We schatten de situatie van Ferrera verkeerd in, dat is eigenlijk het belangrijkste. Tijdens interne gesprekken zei niemand dat we zijn contract niet moesten verlengen. Daarop baseerden we als raad van bestuur onze beslissing over een contractverlenging. Er zat beterschap in het spel en de algemene teneur was: geef die man een kans. Over Ferrera’s vakkennis bestond geen twijfel, maar je moet het ook kunnen overbrengen. Daar hadden we een heel gesprek over met hem. We zijn dan de voorbereiding begonnen en zagen dat die niet direct succesvol was. We hadden ook, samen met hem, een lijst gemaakt van spelers die niet meer zouden worden gebruikt. Toch stonden die jongens in de eerste competitiematch in de basis.”

Jeroen Simaeys en Khaleem Hyland.

“Ik noem geen namen. Maar er waren keuzes die wij moeilijk begrepen, de beleving tegen KV Mechelen was dramatisch en er waren geen tactische ingrepen tijdens de match. Dat was zo verontrustend dat we besloten om het niet nog even aan te kijken.”

Sportief directeur Gunter Jacob gaf de indruk dat hij niet achter het ontslag van Ferrera stond.

“Het was een beslissing van de raad van bestuur, waarin Gunter geen stem heeft. Maar we lieten hem wel komen om zijn mening te vragen over bepaalde zaken. Zijn mening droeg ook bij tot de uiteindelijke beslissing.”

Als een club en haar algemeen directeur uit elkaar gaan, wijst dat erop dat de malaise niet alleen in het sportieve zat.

“De samenwerking met Dirk boterde niet meer door een verschillende visie. We maakten een dading en gingen uit elkaar. We spraken af daar voor de rest niet over te communiceren.”

Medialekken dichten

Wat zijn de uitdagingen waar zijn opvolger Patrick Janssens voor staat?

“Ik denk dat Patrick het cement moet zijn tussen alle geledingen van de club. We hebben geen aandeelhoudersstructuur met twee of drie eigenaars die alles bepalen: dit is een vzw, een vereniging. Dat betekent: veel mensen die zich betrokken voelen en hun mening kwijt willen. Dat stroomlijnen is moeilijk. Gaat het slecht, dan heeft alleman kritiek op alles en vinden sommigen het ook nodig om dat in de media te brengen. Ik denk dat het voor Patrick belangrijk is dat hij erin slaagt om alles en iedereen op één lijn te krijgen.”

Hebt u intern mensen aangesproken omtrent lekken naar de media?

“Ja, maar je kan weinig doen als je niet zeker weet wat van wie komt. Intussen wordt de club wel gedestabiliseerd. Ik heb iedereen op zijn verantwoordelijkheid gewezen. Ik heb gevraagd wat men eigenlijk wilde bereiken met die lekken. In onze club heeft nog nooit een voorzitter zijn mandaat uitgedaan. Alle sportief directeurs zijn hier ofwel vertrokken ofwel ontslagen. Ik heb gevraagd: is dát de weg die jullie op willen? Voor mij geen probleem: ik zit hier niet om mij vast te klampen aan mijn stoel. Als het dat is, heb ik gezegd, moet je er geen probleem van maken. Waarop ik van de raad van bestuur te horen kreeg dat dat niet het probleem was. Unaniem.

“Van dat moment maakte ik gebruik om te stellen: als we geen club willen worden die bij elke crisis afglijdt naar een totale chaos en waarbij iedereen buiten moet, dan zullen we moeten leren om met die crisissen om te gaan. Om uit te zoeken wat er is misgelopen en om weer beter te doen in de hoop zo te groeien. We moeten leren een beleid te ontwikkelen rond crisissen, want als er iets is wat deze club nooit gekund heeft, dan is het met crisissen omgaan zonder veel mensen te slachtofferen.”

Hebt u met name Jos Vaessen aangesproken? Want kreeg het nieuwe jeugdcentrum niet zijn naam om hem rustig te houden? Nu manifesteert hij zich achter de schermen naar verluidt heel nadrukkelijk.

“Ik heb daar met iedereen over gepraat. Jos kreeg die naam van het jeugdcomplex niet om hem stil te krijgen. Dat zou ook niet lukken als dat de bedoeling zou zijn. Hij kreeg die naam omdat de club vond dat hij dat verdiende. En Jos manifesteerde zich meer uit bezorgdheid over het sportieve. Hij heeft altijd uitdrukkelijk gesteld dat hij noch de ambitie heeft om voorzitter te zijn, noch om het sportieve helemaal naar zich toe te trekken.”

Voor de spiegel staan

Janssens moet nu het cement zijn tussen alle geledingen van de club. Dat betekent dat de vorige algemeen directeur dat onvoldoende invulde, anders zou u dat niet zo benadrukken.

“Dat is zo. Dirk was uitmuntend in één aspect: de makelaardij. De rest van de punten gaf hij iets minder aandacht. Maar op het punt dat hij de meeste aandacht gaf, ging de club ook schitterend vooruit: het verschil tussen de kostprijs van de inkomende en de inkomsten van de uitgaande transfers.”

Moet Janssens nu niet het puin van vijf jaar Degraen ruimen? De banden met de supporters en de jeugdacademie moeten worden hersteld, er moet weer vreugde op de werkvloer komen, en er is een lijn in het sportieve beleid nodig.

“Het woord puin is volgens mij niet correct. Veel is gevoed door de slechte resultaten. En misschien moet iedereen die hier werkt maar eens voor de spiegel staan en zich afvragen: functioneer ik zélf wel goed? Patrick zal ervoor moeten zorgen dat iedereen in de eerste plaats zijn eigen functie goed invult en niet zegt: ‘Ik doe het allemaal goed, maar dit en dat loopt hier mis.'”

Mogen we het vreemd vinden dat Janssens bij zijn voorstelling zei dat er over zijn precieze taakomschrijving nog helemaal niet was gesproken?

“Hij had toen nog niet gepraat met het management en de medewerkers in de club. Dat moet hij nog voor een stuk uitwerken.”

Maar jullie bepalen toch zijn takenpakket?

“Hij is algemeen directeur. Die heeft toch in elk bedrijf hetzelfde takenpakket?”

Hebt u zich bij RC Genk weer wat steviger ‘gezet’ met de aanstelling van Janssens, toch een zwaargewicht, en de nieuwe trainer, Alex McLeish, die toch aan het profiel beantwoordde?

“Alle beslissingen – goed en slecht – zijn collectief. Uiteindelijk beslist de raad van bestuur. Dat je als voorzitter op een bepaald moment moet sturen en knopen moet doorhakken, dat klopt. Dat heb ik ook gedaan.”

Uw positie is dus opnieuw wat steviger?

“Nu we die personen konden aanwerven, is het weer wat rustiger geworden. Voor een stuk was er chaos, want op sportief vlak was de trainer er niet en de leidinggevende figuur in de club was er ook niet. Daardoor begint iedereen maar wat te doen, bij wijze van spreken. Een voorzitter kan dat niet allemaal opvangen.”

Nu geeft u aan dat er tóch chaos was.

“Onrust. Meer een moment van onbehagen.”

Bod van drie miljoen

De volgende stap nu is de sportieve cel te hervormen. Een voorstel daartoe ligt bij u op tafel.

“Dat moet nog op de raad van bestuur komen, ik ga daar dus niet op vooruitlopen.”

Wat liep er eigenlijk fout in die sportieve cel?

“Ik denk dat er vooral meer structuur nodig is. Supporters en mensen in de raad van bestuur vragen zich af waarom we de ene speler wel kopen en de andere niet. Bijvoorbeeld, waarom halen we Hans Vanaken niet voor vijf miljoen euro? Als er zulke vragen opduiken, moet er een manier zijn om de mensen voeling te geven met de reden waarom we dat niet doen.”

Is er gaandeweg een soort wantrouwen gegroeid tegenover Degraen en Jacob, die in hoofdzaak onder hun tweetjes handelden?

“Wantrouwen is een groot woord. Maar misschien was er wel het gevoel dat sommigen een en ander niet begrepen.”

In zijn vijf jaar bij de club verkocht Degraen, de laatste twee jaar met Jacob erbij, de kroonjuwelen van de club, jongens als Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne. Dat had iedereen gekund, al haalde hij er waarschijnlijk een paar miljoen meer uit dan een ander. Aan de andere kant kwam er in die vijf jaar maar één speler binnen die jullie uit het niets ontdekten en met een grote meerwaarde verkochten: Kalidou Koulibaly. Die balans oogt toch mager?

“Dirk haalde geen spelers hé, pas op. We hadden in die vijf jaar Herman Vermeulen, dan even niemand en daarna Gunter, die eerst een periode nodig had om zich in te werken, maar het nu toch aan het waarmaken is.”

Heeft de positie van Jacob ter discussie gestaan?

“Ter discussie: nee. Dat hij geëvalueerd is: ja. Als een beperkte groep supporters week na week schreeuwt: ‘Gunter buiten!’, is het normaal dat je daar als raad van bestuur over nadenkt. Onze visie daarop is duidelijk: hij moet aan boord blijven. Het aantrekken van talent, onze key business, daar is Gunter goed in.”

Dat is toch nog niet gebleken?

“Gunter is verantwoordelijk voor het halen en doen slagen van Christian Benteke. Gunter is verantwoordelijk voor Koulibaly, de eerste keer dat wij erin slaagden iemand te halen die niemand kende en hem na één jaar te transfereren. Vandaag loopt hier een speler die we voor niks aantrokken, die hier drie maanden is en voor wie ik twee weken geleden een bod van drie miljoen euro kreeg: ChristianKabasele. Dat is honderd procent de verdienste van Gunter. Op drie jaar tijd lijkt mij dat toch niet slecht gewerkt.

“En eigenlijk had het er nog één meer kunnen zijn: Aleksandar Mitrovic. Zijn naam lag hier op tafel, met een prijskaartje van drie miljoen. Gunter drong sterk aan, maar we deden het uiteindelijk niet, omdat we op dat moment spitsen genoeg hadden. Je kunt ook aanhalen dat er spelers gekomen zijn die het hier niet gemaakt hebben, maar dat is in elke topclub zo.”

Wat vond u ervan dat Jacob aanwezig was op de afsluitende persconferentie van Degraen in Hasselt? Hij leek daarmee openlijk zijn steun te willen betuigen voor uw ontslagen algemeen directeur.

“Hij vroeg me op voorhand of ik daar een probleem mee had en ik heb geantwoord van niet. Het professionele en het privéleven moet je scheiden. Dirk had hem dat gevraagd. Had ik gezegd dat het niet mocht, dan was hij niet geweest.”

Geweer van schouder veranderd

Tegen KV Oostende, de eerste wedstrijd van McLeish, stond er een Genks team op het veld van gemiddeld 28 jaar oud. Met afstand de oudste ploeg van onze topclubs.

“Ik denk dat dit een overgangsmoment is. We kochten zes of zeven spelers, allemaal heel jonge talenten. Die moeten tijd krijgen om te groeien en het waar te maken. Vorig seizoen haalden we Ilombe Mboyo om meteen hoger te staan in de rangschikking. We hadden net de beker gewonnen en hadden tot een paar matchen van het eind meegedaan voor de titel. Dan denk je: we houden die kern samen en we voegen er een goeie spits aan toe. De keuze was om te investeren in die ontbrekende schakel en niet in jonge spelers omdat we dachten zo de stap naar de vaste top drie te zetten.

“Dat liep mis en dus hebben we nagedacht. Zouden we op lange termijn investeren in types zoals Steven Defour, waarbij je veel geld gebruikt voor één speler met ook een hoog loon? Of zouden we meerdere spelers halen met groeipotentieel, wetende dat we ze niet allemaal zullen verkopen voor acht miljoen? We kozen voor het tweede. Daarom ook zeiden we bij aanvang van het seizoen niet dat we in de top drie willen staan. We hebben het geweer van schouder veranderd.”

U laat uw visie afhangen van het al dan niet ontploffen van één speler?

“Nee, van het geld dat in je kas zit. En niet je visie hangt daarvan af, maar je investeringen. Het is niet zwart-wit. Voetbal is nooit zwart-wit, voetbal is grijs. Zoals je het nu stelt, is het veel te simplistisch.”

Intussen bleek dat Mboyo niet fit was toen hij naar hier kwam en dat jullie dat wisten. Ook zijn vriend Hervé Kage was niet fit en kreeg toch een driejarig contract.

“Je moet heel voorzichtig zijn als je zegt: ‘niet fit’. Als die vier weken traint, is hij wél fit.”

Kage speelt nog altijd niet en is ondertussen ook al disciplinair gestraft. Iedereen lijkt het erover eens dat de kleedkamer op karakterieel vlak niet goed in elkaar zit, wat dan culmineert in een dronkenmansruzie tussen Okriasjvili, ook een nieuwkomer, en Anele. Dan vragen mensen zich af: wat voor een transferbeleid is dat daar?

“Dat begrijp ik, maar misschien zeggen ze op het einde van het seizoen: ‘Het was een goed transferbeleid.’ Op een bepaald moment, op basis van een bepaald feit, wordt een conclusie getrokken die de maand erna weer helemaal anders kan zijn. Hopelijk waren het faits divers. We zullen op het eind van het seizoen bekijken wat het belangrijkste is: dat ene voorval of wat ze het héle seizoen hebben gepresteerd.”

Mocht Simaeys of Hyland in zo’n dronkenmansruzie verwikkeld zijn geraakt, is de kans groot dat jullie hen hadden ontslagen. Nu is geprobeerd om de zaak toe te dekken, omdat het over twee spelers ging die nog marktwaarde vertegenwoordigen. Is zo’n dubbele moraal niet jammer?

“Een dubbele moraal is dat niet. Je moet de feiten van elke situatie op tafel leggen en op basis daarvan een beslissing nemen.”

Door twee kritische zinnen in een interview beland je in de B-kern, dat overkwam Simaeys. Maar een speler die dronken van straat wordt geplukt en in een politiekantoor belandt, komt weg met een boete en staat het weekend erop gewoon weer in de ploeg.

“Er is duidelijk gesteld: dat artikel kan niet. Zulke zaken vertel je intern. En we hebben het hier over een ontevreden speler die aan de kant werd gezet, in Mechelen trouwens een verschrikkelijke match speelde – waardoor we deels ook verloren – en die dan zelfkritiek mist, maar wel zegt: ‘Het trekt hier op niks.’ Zo help je je werkgever niet. Dat is een grote fout.”

En dronken van straat geplukt worden?

“Ook. Daar is ook een sanctie voor geweest die paste bij de situatie van die speler op dat moment binnen de club.”

Kreeg u de afgelopen maanden niet dezelfde signalen uit de kleedkamer als wij, dat het daar op karakterieel vlak niet goed zit?

“Met de verhalen die daarover in de pers verschijnen, is nog niemand tot bij mij gekomen. Als ik hier met mensen praat die elke dag met de groep werken en vraag of het waar is wat er in de krant komt, dan zeggen die: ‘Voorzitter, wij zien dat niet.’ Natuurlijk zijn er af en toe disputen, maar dat die groep compleet overhoop ligt, dat is niet waar, beweren zij.”

En als wij zoiets schrijven, horen wij opluchting dat het eindelijk wordt geschreven omdat het niet doordringt.

“En ik krijg die signalen niet. Ofwel zijn het dan leugenaars, ofwel platbroeken. Als ik zaken lees maar niet weet wie dat verteld heeft en in welke omstandigheden, kan ik er geen rekening mee houden. Maar als ze morgen tegen mij zeggen dat er een rotte appel is, dan vliegt die buiten. Ook al is het een dure speler.”

DOOR KRISTOF DE RYCK EN JAN HAUSPIE – BEELDEN BELGAIMAGE

“Vandaag loopt hier een speler die we voor niks haalden, die hier drie maanden is en voor wie ik al een bod kreeg van drie miljoen euro: Kabasele.”

“Als er iets is wat deze club nooit heeft gekund, dan is het met crisissen omgaan zonder veel mensen te slachtofferen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content