Niemand in België die Victor (Club Brugge) beter kent dan Luciano da Silva en Charles Gouveia, zijn Braziliaanse boezemvrienden in Antwerpen. ‘Hij moet’, vinden ze, ‘zich nog een beetje meer aanpassen aan het Belgische voetbal.’ Een portret.

Een groot komiek

Luciano da Silva (23), keeper van Germinal Beerschot : ” Victor is een hele aardige jongen. Soms is hij een beetje gesloten, niet zo open als ik, maar hij draagt het hart alleszins op de juiste plaats.”

Charles Gouveia (21), spits van de Antwerpse eersteprovincialer Ternesse : “Misschien is hij iets meer gereserveerd op de club, maar in het leven, onder vrienden lacht hij constant. Misschien zelfs iets te veel (lacht).”

Luciano : “Te veel, ja (lacht). Zo zijn de meeste Brazilianen. Maar ik denk wel dat hij in Brugge snel contact zal zoeken met anderen. Hier zat hij elke dag bij ons, daar is er alleen zijn vrouw. Daarom zal hij volgens mij sneller een inspanning leveren om met anderen te praten. Brazilianen kost dat weinig moeite. Wij zijn doorgaans toch hartelijke, warme mensen. Victor is bovendien een groot komiek. Als wij samen zijn, valt er met hem eigenlijk niet serieus te praten (lacht). Dan maakt hij heel de tijd lol, dan vertelt hij graag van zijn stoten van toen hij jong was ook. Toen hij als kleine jongen op een party een mot op zijn gezicht kreeg ; of toen hij na de training voor de lol schoenen ging poetsen in de straat, tot zijn vader het te weten kwam (lacht). Victor heeft een enorme lichaamstaal. Als je hem nog maar ziét vertellen, moet je al lachen.”

Charles : “Zo zullen ze hem in Brugge wel nog niet kennen, want naar buiten uit is hij rustig en serieus. Maar stel dat hij bijvoorbeeld in een bekerfinale Club Brugge – Anderlecht het verschil maakt, dan weet ik zeker dat hij de samba danst.”

Luciano : “Overigens is Victor ook een geweldig goeie danser, hoor, dat konden we al vaststellen in de Carré (lacht).”

Charles : “Brazilianen hebben de behoefte om af en toe feest te vieren, ook buiten de carnavalperiode. Ik heb hier al veel Braziliaanse voetballers gekend die heel veel uitgingen, maar zo doen Luciano en Victor het niet. Ze moeten winnen. Als ze verliezen, is er geen sprake van feesten.”

Luciano : “Victor bestelt bijvoorbeeld altijd sinaasappelsap (lacht).”

Charles : “Belangrijk is wel dat ze Braziliaans kunnen eten. Rijst met bonen en vlees, veel vlees. Vooral Victor beschikt over een nogal gezonde eetlust, moet ik zeggen (lacht).”

Luciano : “Hij eet wel twee keer zoveel als ik. En toch klopte ik hem al vijf keer in het armworstelen ! Niet op kracht, maar op techniek, hé. Grapje, hoor. Victor is simpelweg onklopbaar !”

Een sterke speler

Luciano : “Victor was voor ons een zeer belangrijke speler. Iedereen met verstand van voetbal weet dat. Voor het werk dat hij alleen voorin deed, hebben we nu twee mensen nodig. Hij kan links en rechts op de flank spelen, maar ik denk dat Club Brugge hem ook gehaald heeft omdat hij centraal voorin zo goed een bal kan vasthouden.”

Charles : “Ik vind hem een heel sterke speler, anders dan veel andere voetballers. Hij is ontzettend sterk aan de bal en beschikt over een actie om een match snel te beslissen. Dat verwondert mij niet : wie vanaf zijn jeugdjaren altijd bij Flamengo heeft gespeeld, moet heel veel kunnen. Anders red je het daar niet.”

Luciano : “Victor speelde tien jaar bij Flamengo, van zijn tiende tot zijn twintigste. Het probleem is vaak de stap van de junioren naar het profteam vol topspelers. Victor haalde het net niet. Slagen of niet hangt daar aan een draadje, want je krijgt er zeer weinig kansen. Omdat de concurrentie er zo ontzettend groot is, word je er snel afgevoerd. Het verschil met zij die wel slagen, is soms heel miniem.

“Na de eerste wedstrijd van Victor met ons heb ik hem gezegd : als je hier geconcentreerd blijft werken, kom je gemakkelijk bij een topclub. Want over zijn kwaliteit kan je niet discussiëren, vind ik. Zijn techniek is van een hoger niveau dan je in België gewoon bent te zien. Hoe hij de bal controleert, beschermt en trapt, is perfect.”

Charles : “Zeldzaam. Je ziet dat hij veel voetvolley heeft gespeeld, voor de fun (lacht).”

Luciano : “Alleen zijn rechtervoet kan nog wat beter. Niet dat hij dan perfect zal zijn, want niémand is perfect, maar toch. Hij is ook enorm sterk, hé. Dat is uitzonderlijk. Wie zo sterk is als hij, is doorgaans technisch niet zo goed. En wie technisch zo goed is als hij, is doorgaans niet zo sterk en snel als hij. Victor komt dan ook uit een project om jonge, technisch onderlegde voetballers lichamelijk sterker te maken. Fitness, veel proteïnen, de juiste voeding.”

Charles : “Zijn springkracht is ook opvallend, vind ik. Hij moet zich alleen nog een beetje meer aanpassen aan het Belgische voetbal. In het begin dribbelde hij heel veel, maar met de tijd word je wijzer. In Brazilië is het veel makkelijker spelen voor een spits, want daar is er meer ruimte op het veld. Daar wordt er niet zo’n pressing gespeeld en ligt het tempo niet zo hoog als hier. Hier is het : bal aannemen, geven en weg. In Brazilië wordt meer de bal gespeeld, hier meer de man.

“Pingelen zit ons natuurlijk in het bloed. Spélen met de bal. Zijn voordeel is dat zijn lichaam zo sterk is dat hij veel stoten kan opvangen. Hoe hij in duel zijn body gebruikt om tegenstanders af te houden, vind ik voor een Braziliaanse spits heel bijzonder.”

Luciano : “Hij kan ook goals maken, hoewel dat misschien niet zijn specialiteit is. Een killer is hij niet, want niet het type dat loert op goals. Hij is iemand die naar de bal toe speelt, mee het spel maakt en ook anderen in scoringspositie brengt. Dat is zijn grootste kwaliteit.”

Charles : “Ik denk wel dat hij een goalgetter is. Bij GBA had hij gewoon niet zoveel de mogelijkheid om een goal te maken als nu bij Brugge. Hij moest daar toch heel veel werk verrichten voor een spits, hoor. Luciano trapte uit en de enige man voorin was Victor. Hij moest heel veel bewegen, wat veel kracht vergde. Bij Brugge kan hij meer voorin blijven, daar zijn er andere spelers die hem aanspeelbaar kunnen maken. Ze komen er makkelijker tot de spits.”

Een sterke motivatie

Luciano : “Zoals de meeste Braziliaanse voetballers komt Victor uit een arm gezin. Dat zorgt voor extra motivatie, dat maakt je sterk. Je weet : als ik niet slaag in voetbal… you go down. Een Braziliaan weet waarvoor hij het doet.”

Charles : “Het is moeilijk in Brazilië. Er zijn mensen met twee, drie diploma’s die op het strand moeten gaan verkopen. De ouders van Victor hebben werk, maar zelfs dan is het nog heel moeilijk. Want tegenwoordig zijn de kosten ook hoog. Alles is duurder geworden. Dat is ook wat hem drijft : zijn familie helpen, zijn ouders en twee zussen.”

Luciano : “Voor een Braziliaan die naar België komt, vergt het weer de grootste aanpassing. Als het zo koud is, ben je niet blij. Dan ben je soms een beetje verdrietig zelfs. Het is de zon die mensen blij maakt, laat stralen, ontspant. Het is de zon die harten opent. Als je weet dat het in Brazilië gemiddeld dertig graden is, dan begrijp je wel hoe moeilijk het hier in de winter voor ons is. Niet alleen mentaal, ook fysiek. Soms voelen we gewoon onze voeten niet. Echt waar. Hoe goed je techniek ook is, hoe kan je nu fatsoenlijk op een bal trappen, als je bij koud weer geen gevoel meer in je voeten hebt (lacht) ? ! Dan is het toch logisch dat de bal al eens de verkeerde kant uitgaat ? Om onze voeten te verwarmen wrijven wij ze dan wel in met een zalf, maar eigenlijk helpt dat niet zo veel. De koude is ons grootste probleem. Voor iedere Braziliaan duurt het zeer lang om daaraan gewoon te worden en voor Victor zal dat niet anders zijn, denk ik. Het is een zeer goeie zaak voor Club Brugge dat de winter bijna voorbij is (lacht). In de lente zal hij nóg beter zijn en in de zomer zal hij op zijn best zijn. Toen we met GBA tegen Antwerp speelden, was het zeer warm en hij zei : vandaag ga je eens wat zien ! Hij scoorde twee keer. Dat is fun.

“Niet onbelangrijk is ook dat zijn vrouw bij hem is. Tot voor kort was ik hier alleen en dat maakt een beetje droevig soms. Familie en vrienden zijn voor een Braziliaan enorm belangrijk. In de zes maanden dat hij voor Germinal Beerschot speelde, zaten wij iedere dag bij mij of bij Charles thuis, met nog andere Brazilianen. In Brugge zal het voor hem toch anders zijn. Hij spreekt alleen Portugees, nog geen Engels. Het maakt je gelukkig als je vrienden hebt met wie je kunt praten, maar in Brugge zijn die er niet. Het zal een maand of twee, drie vergen om dat gewoon te worden. En ’s avonds nog eens naar Antwerpen komen riskeert hij niet. Hij kent de weg nog niet, hoewel ik hem die nochtans zeer goed heb uitgelegd (lacht). Waarschijnlijk vreest hij dat hij niet thuis zal raken voor de training van ’s anderendaags (lacht). Eens hij de weg geleerd heeft, denk ik dat hij iedere keer naar Antwerpen zal komen.”

Charles : “In afwachting ga ik geregeld naar Brugge.”

Luciano : “Ik kan niet, want wij trainen altijd twee keer.”

Charles : “Brazilianen willen samen zijn, praten en lol maken.”

Luciano : “Victor is ook zo. En hoe beter je je voelt naast het veld, hoe beter je kunt presteren. Brazilianen maken ook graag nieuwe vrienden. Belgen, Joegoslaven, Russen, dat maakt niet uit. Maar dat vergt wel wat tijd, want het zijn andere culturen. Maar als Victor lang genoeg blijft, zal hij in Brugge zeker goeie vrienden maken.

“Belangrijk is vriendelijk te zijn tegen hem, contact en lol te maken met hem. Zo zal hij dichter bij de groep komen. Je moet met Braziliaanse spelers ook geduldig zijn. Als je 12.000 kilometer van je familie gescheiden bent, is het soms moeilijk om je honderd procent te concentreren op training. Soms heb je een slechte dag en train je niet goed.

“Ook op het tactische vlak is de aanpassing groot. Brazilianen zijn niet zo tactisch aangelegd. Victor beschikt over voldoende kwaliteiten om in eender welk systeem te functioneren, maar het zal tijd vragen alvorens hij precies weet waar hij op welk moment moet zijn en wat hij dan moet doen.

“Het is een pluspunt dat Brugge veel volk trekt en dat de supporters van hem houden. Dat brengt motivatie. Van de druk zal hij niet veel last hebben. Bij Flamengo was die namelijk veel, veel groter.”

Een grote toekomst

Luciano : “In de toekomst is er véél mogelijk, hé, voor Victor. De techniek hééft hij, de power hééft hij, de snelheid hééft hij. Alleen de ervaring heeft hij nog niet. Met ervaring kan hij in eender welke topclub spelen.”

Charles : “Zonder enige twijfel.”

Luciano : “Zijn techniek is beter dan die van jongens als Vieri, Trezeguet en Inzaghi, dus… waarom niet ? ! Hij is beter dan Sonck. Hij kan overal spelen : AC Milan, Juventus, Borussia Dortmund… Pak nu Jan Koller…”

Charles : “Victor is beter.”

Luciano : “Het enige wat hij nodig heeft, is een kans, zoals hij die nu bij Club Brugge krijgt. Het karakter heeft hij ook.”

Charles : “Zeker.”

Luciano : “Hij is van niets of niemand bang. Zo word je bij Flamengo trouwens ook opgeleid : de mensen moeten bang van jou zijn, niet jij van de mensen. Ze worden er van klein af voorbereid om in topteams te spelen.

“Wij zijn twee verschillende persoonlijkheden. Ik groeide op in een bergdorpje, hij in een grootstad als Rio de Janeiro. Hij heeft de ervaring dat er in grote steden ook veel sléchte mensen zijn, dat je moet leren de goeie van de slechte te onderscheiden, want dat je soms ook slechte vrienden maakt. Daarom is hij wat meer gesloten om nieuwe vrienden te maken.

“Hij had bij Flamengo van jongs af de kans om te dromen van geld en roem. Ik niet, ik speelde bij kleine clubjes en ik moest vooral hard werken thuis op het land. Pas toen ik 19 jaar was, gaven ze mij de kans om te dromen. Toen ging ik naar Tombense. Dat is trouwens ook de laatste club van Victor geweest. Uiteindelijk kwamen we beiden naar België via de Braziliaanse makelaar Eduardo Uram.”

Charles : “Net als Tailson en Renatinho van Lokeren bijvoorbeeld.”

Luciano : “Weet je wat het lievelingsdier is van Victor ? Een pitbull (lacht).”

Charles : “Hij is gek (lacht).”

Luciano : “In Brazilië had hij er één, hier nog niet. Hij is hier ook nog maar pas, hé.”

Charles : “Hij houdt van pitbulls wegens hun sterke persoonlijkheid, denk ik : ze staan stevig op hun poten, wijken voor niemand.”

Luciano : “Hij wil naar de top, dat zit in zijn hoofd. Hij kan het halen, maar mijn advies voor hem is : droom niet te veel. Voeten op de grond. Voortdoen zoals je nu bezig bent, dag na dag werken.”

Charles : “Hij moet de jongen blijven die hij is, zichzelf zijn, gewoon tonen wat hij kan, wat in hem zit. Dat is veel, heel veel. Wij noemen hem ondertussen al Pitbull, omdat hij zo sterk is.”

door Christian Vandenabeele

‘In de lente zal hij nog beter zijn en in de zomer zal hij op zijn best zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content