Tien jaar geleden won Lierse de beker van België. Dit jaar kan enkel RC Genk de Lierenaars nog weerhouden van een finaleplaats. Na een knap uitresultaat ligt de weg naar de Heizel open. Aan de basis van dat succes ligt de ijzersterke jeugdwerking van de Pallieters.

De jeugdopleiding van Lierse heeft altijd een uitstekende reputatie gehad. Bij de bekercampagne uit 1999 kwam maar liefst de helft van de eerste ploeg uit de eigen jeugd. De befaamde lichting van 1978 met onder anderen Carl Hoefkens, Jurgen Cavens, Filip Daems en Jerry Poorters greep haar kans bij Lierse. Vandaag is de eigen jeugd minder vertegenwoordigd in de A-kern, maar daarom is ze niet minder spelbepalend. “Het feit dat er in 1999 zo veel eigen jeugdspelers bij het eerste elftal zaten, heeft enkel te maken met lichtingen. De ene is al beter dan de andere”, zegt technisch directeur bij de jeugd Marcel Vets.

Een jonge ploeg heeft ook nadelen, klinkt het bij oud-speler en huidig assistent-trainer Eric Van Meir. “In 1999 was de kern te jong om regelmatig te presteren. Dat verklaarde ons matige seizoen in de competitie. In de beker hebben we dat op fenomenale wijze rechtgezet. Nu, tien jaar later, hebben we een uitgebalanceerde ploeg van talent en ervaring, van fysiek en techniek. Alle ingrediënten zijn aanwezig om in eerste klasse mee te draaien.”

Sleutel tot succes

Met Jurgen Cavens (30), Yoni Buyens (21), Timothy Dreesen (22) en Frédéric Frans (20) staan er wekelijks vier jeugdproducten op het veld. Een knap resultaat, beaamt ook Marcel Vets. “Een jeugdwerking is maar rendabel als ze spelers voor het eerste elftal oplevert. In dat opzicht heeft Lierse baanbrekend werk verricht. Met een gemiddelde van ongeveer twee spelers die per seizoen doorstromen naar de A-kern, kunnen wij goede resultaten voorleggen.”

Voor Lierse is een goede jeugdopleiding een noodzaak. “Wij leven van de jeugdwerking”, klinkt het bij Van Meir. “Als wij een jeugdspeler die de eerste ploeg heeft gehaald, kunnen verkopen, is dat pure winst voor ons. Stein Huysegems is daar het beste voorbeeld van geweest. Daarom krijgt de jeugd bij ons meer kansen dan dat ze bij een andere club zou krijgen. Bij Timothy Dreesen was de verkoop zelfs een noodzaak. We hebben hem verkocht aan Club Brugge voor meer dan 750.000 euro. Als we dat niet hadden gedaan, konden we de licentie niet betalen.

“Het moet uiteindelijk de betrachting zijn van elke ploeg om spelers op te leiden om ze daarna te verkopen. In die veronderstelling is het veel voordeliger om je op de jeugd te richten dan op de transfermarkt. Al is het wel noodzakelijk om goede transfers te doen. Met alleen jeugd in het eerste elftal zal je het niet redden. Met alleen transfers evenmin. Als je een mix hebt van goede transfers, die meteen een meerwaarde zijn, én goede jeugdspelers, dan kan je ver komen. Dat evenwicht hebben wij nu gevonden.”

Die visie wordt niet volledig gedeeld door Marcel Vets. Hij vindt een goede jeugdwerking belangrijker dan het transferbeleid. “Transfers kosten enorm veel geld, daarom is een renderende jeugdwerking beter. Het gebeurt te vaak dat inkomende transfers niet de prestaties brengen die van hen verwacht worden. Terwijl er in de eigen jeugd iemand kan zitten die dat niveau ook aankan. Toch krijgt de buitenlander de voorkeur, omdat hij geld heeft gekost en dat is een jammere zaak. Zo ‘pikken’ ze de plaatsen in van onze jeugd.”

Het wonder uit Egypte

Momenteel is Lierse bezig een enorme sprong voorwaarts te nemen. Al heeft het geruime tijd zwarte sneeuw gezien. Met de licentieproblemen en de zaak- Ye kreeg Lierse het hard te verduren. “Momenteel is onze toekomst verzekerd”, laat Vets weten. “Het gaat met de club weer in stijgende lijn. Dat komt allemaal door de wonderman met zijn toverstok: de Egyptische investeerder Maged Samy. Dankzij hem kunnen we veel meer investeren in onze jeugd. Zo hebben we al een synthetisch veld laten aanleggen, waardoor er altijd gespeeld kan worden. Wij zullen ook niet snel meer spelers verliezen, in tegenstelling tot een paar jaar geleden. Wij willen terug naar de top. Promoveren naar eerste klasse is daarbij essentieel.”

Ook Eric Van Meir ziet de toekomst rooskleurig in. “Dankzij Maged Samy is alles veranderd. Alles start met een goede financiële basis. Als je die hebt, kan je je spelers betalen en zijn die tevreden. We hebben ook een eliteteam kunnen maken bij de jeugd. Dat zijn dertig spelers van veertien tot negentien jaar die extra begeleiding krijgen. Zij worden deskundig begeleid. Ze krijgen een krachtprogramma en extra matchen in de week tegen ploegen als Genk of Roda JC. De spitsen krijgen extra training van Zefilho ( oud-speler die deel uitmaakte van het Lierse dat in 1997 kampioen werd, nvdr). Voor die spelers is het eliteteam een generale repetitie op het profleven. Ze leren met bepaalde zaken omgaan, iets waar ze anders zomaar worden ingegooid. Zonder geld zou dat allemaal niet mogelijk zijn.

“Door die financiële zekerheid is het ook mogelijk om spelers bij andere clubs onder te brengen om speelminuten op te doen. Zij kunnen zich daar bewijzen, terwijl wij hun contract blijven betalen. Zo zitten Kane Develer en Jeroen Mertens bij derdeklasser Turnhout, terwijl Dries Ventose bij Rupel-Boom is gestald. De competitie bij de reserven is veel te zwak en daarom is het beter om ze in een lagere afdeling te laten spelen.”

Met de jeugd in eerste

Sinds de bekerwinst in 1999 heeft de jeugdwerking van Lierse ups en downs gekend. “We kunnen die periode opsplitsen in twee delen”, zegt Eric Van Meir. “De eerste drie à vier jaar ging het nog goed. Je moet natuurlijk wel een hoofdtrainer hebben die meedenkt met de jeugd. Onder Emilio Ferrera hebben we veel spelers aangekocht. Dat is begrijpelijk, want trainers worden afgerekend op resultaten en die behaal je niet alleen met jeugdspelers. Stein Huysegems was zowat de laatste succesvolle jeugdspeler bij de eerste ploeg. In de periode daarna zijn veel spelers weggeplukt door eersteklassers, waardoor je veel kwaliteit verliest. Wouter Van Der Mieren, Dimitri Daeseleire en de Lukaku’s zijn maar enkelen van de spelers die wij moesten laten gaan. Het is logisch dat spelers liever tegen Club Brugge voetballen dan tegen Virton.”

“De daling naar tweede klasse is een ramp geweest”, weet ook Marcel Vets. “Als de eerste ploeg naar tweede zakt, daalt de jeugd mee. Zo zit het Belgische systeem in elkaar. Aangezien ouders willen dat hun zonen tegen de beste ploegen spelen, trokken zij massaal weg. Wij zagen zo in totaal 68 spelers vertrekken. Voor Lierse was dat een slag in het gezicht. Ik pleit daarom voor een systeem waarin de beste jeugdwerkingen in dezelfde reeks spelen. Zoals ook in het buitenland het geval is. Lierse zou dan gegarandeerd bij de betere ploegen horen.

“We hebben dit jaar vier zestienjarigen kunnen contracteren, zodat we hen in bescherming kunnen nemen. Het zal niet lang meer duren vooraleer wij weer in eerste klasse spelen en wij, zoals de traditie het wil, weer bij de beste jeugdploegen van België horen.” S

door jeroen van paesschen – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content