Zaterdag opent Nederlands kampioen PSV de competitie uit bij Utrecht, maar de club is ook bezig met de toekomst. Hoe kan PSV sportief en financieel groeien zonder Philips, dat na 28 jaar van de shirts verdwenen is?

De algemeen directeur gaat voor in zijn kantoor, a room with a view. Als Toon Gerbrands naar buiten kijkt, ziet hij het veld van PSV, maar de keren dat hij geniet van het uitzicht zijn op één hand te tellen. Veel vaker tuurt hij recht vooruit, naar een schilderijtje op de kast, klein van stuk, maar met grote woorden. Er staat: Topsport kent geen compromissen: het is goed of het is slecht. ‘Dit vertelt het hele verhaal’, aldus Gerbrands. ‘Je slaagt of je faalt, een tussenweg is er niet. We zijn kampioen geworden, we hebben aan de doelstelling voldaan.’ Maar, zegt hij erachteraan. ‘We zijn nooit tevreden, we kunnen altijd verbeteren en ontwikkelen.’

Ook Marcel Brands heeft zo’n kantoor, maar zijn werkterrein is vooral trainingscomplex De Herdgang en de autostrade. Als technisch directeur van PSV is hij altijd onderweg op zoek naar versterkingen. Samen met Gerbrands en trainer Phillip Cocu vormt hij een driemanschap dat PSV richting een nieuwe tijd moet loodsen. Want de club is volop in beweging en zit midden in een transformatie. ‘Er komt onmiskenbaar een nieuwe fase aan in de historie van de club’, vertelt Gerbrands. ‘Iemand zei het laatst mooi: PSV is minder Philips en meer bedrijfsleven, en minder Eindhoven en meer Brabant.’

Kan de club overleven zonder Philips? Een aantal oud-voorzitters van PSV kunnen niet begrijpen dat de onbreekbaar lijkende navelstreng tussen club en geldschieter is doorgesneden.

TOON GERBRANDS: ‘Ik snap het sentiment. Alleen hebben wij te dealen met de feiten. Als je 28 jaar op een shirt hebt gestaan is het raar wanneer dat komend seizoen ineens verandert. Maar we hadden ook twintig jaar Nike als kledingsponsor. Toen we voor Umbro kozen leverde dat ook kritiek op, maar ons uitshirt is nooit zo veel verkocht als dit seizoen. Dertig procent meer. We hebben goede gesprekken gehad met Philips. Het bedrijf wordt gesplitst, gaat op een andere manier zijn koers varen en wil zelf niet meer op het shirt. Philips heeft een geweldige deal gesloten: vijf jaar voor drie miljoen per seizoen als subsponsor en nog eens vijf jaar anderhalf miljoen voor na die periode. Onder het mom: als jullie dan een redelijke sponsor vinden, kan het shirt nog meer waard worden. Dat is gebeurd.’

MARCEL BRANDS: ‘De mensen die roepen dat het niet kan, zijn oude Philipsmensen. Vroeger was het ook zo dat als PSV zich aan het einde van het seizoen afvroeg wat er allemaal mogelijk was, ze even met Philips gingen praten. Maar die relatie bestaat niet meer. Philips heeft niks meer met consumenten. Er is nog een lichtdivisie en dat is het dan. Een televisie kun je al bijna niet meer kopen. Het bedrijf zit in Amsterdam. Zakelijk hebben ze niks meer aan de naam op het shirt en om dan zeven, acht miljoen aan PSV te betalen… Noem jij maar eens een bedrijf dat zoiets wel doet.’

BAYERN MÜNCHEN

De vraag blijft: hoe kan PSV sportief en financieel verder groeien?

GERBRANDS: ‘Daarover denken we na. We zijn op bezoek geweest bij Bayern München. Die club heeft een aandelenconstructie waarvan wij kijken of we er bij PSV misschien iets mee kunnen. We staan open voor alles, we zijn een ondernemende voetbalclub.’

BRANDS: ‘Je moet mee in het landschap dat heel snel verandert. Alles gaat sneller.’

Vertaal dat eens naar het voetbalbedrijf.

GERBRANDS: ‘Als je het niet meer met geld kunt winnen – want dat is in Nederland zo – hoe kun je dan slimmer zijn dan de concurrentie? Daarvoor moet je binnen je club volgens ons drie trajecten volgen. Ten eerste je opleiding, waar talenten vandaan komen en die gevoed moet blijven. Want als dat stopt, ben je gezien. Dan heb je nog het traject-Luuk de Jong, waarbij je een ervaren speler op een handige manier naar de club weet te halen. En drie is slimme scouting, waar de Guardado‘s, de Moreno’s en Pereiro’s uit voortkomen.’

Dat komt doordat uw technisch directeur de wereld rond reist in plaats van achter zijn bureau te wachten op wat komen gaat.

GERBRANDS: ‘Het is een open deur, wat mij betreft, maar blijkbaar lopen wij hiermee dan voorop in Nederland.’

BRANDS: ‘Voor mij is dat ook onbegrijpelijk. Ik kan en wil niet anders. Ik zeg er wel meteen bij dat het ontzettend moeilijk te combineren is, want ik zit op de gekste tijden in een vliegtuig, net zoals onze scouts. Maar als ik zo niet meer kan werken, stop ik meteen.’

GERBRANDS: ‘Anders kom je nooit aan goede spelers.’

BRANDS: ‘Phillip Cocu heeft SantiagoArias en Gastón Pereiro nooit gezien voordat ze bij ons kwamen. Maar hij vertrouwt ons. Van iedere speler die we willen hebben, maken we videoclips van zijn goede punten, maar óók van de tekortkomingen.’

Het kampioenschap betekent directe plaatsing voor de Champions League, maar is het fair te stellen dat jullie prestaties in Europa de club bijna de titel hebben gekost?

GERBRANDS: ‘Als je het breed trekt, kan het inderdaad geen toeval zijn dat we al onze punten hebben verspeeld rondom de Champions League.’

BRANDS: ‘Toen we ons plaatsten voor de volgende ronde heb ik dat meteen geroepen: geweldige prestatie, maar het gaat ons punten kosten. Je ziet het overal in Europa. Atlético Madrid verloor nadat ze tegen ons hadden gespeeld. Barcelona, Bayern München, Liverpool, Manchester City; de meeste ploegen hebben in de competitie hinder van een Europees programma.’

Zorgt die Champions League dan niet voor een vervelende spagaat? Met andere woorden: is een extra ronde het waard om bijna een titel te verspelen?

GERBRANDS: ‘Nu zijn we kampioen en kijken we terug op een wereldjaar, maar inderdaad: net zo goed hadden we met lege handen gestaan. Wij hebben altijd gezegd dat het kampioenschap belangrijker is dan de Champions League. Het is geen keuze. je strijdt op twee fronten en met dat gegeven moet je goed omgaan.’

TOPTRAINERS

Van afstand bekeken lijkt het of PSV ook een imagoverandering heeft ondergaan: van een wat oude ploeg naar een team vol jonge talenten. Is dat een bewust beleid geweest?

BRANDS: ‘We moesten wel. Toen ik hier in 2010 begon, had PSV inderdaad een oude ploeg: Salcido, Simons, Ooijer, Rodríguez, Isaksson. De restwaarde was minimaal. Daarnaast was de begroting niet op orde, er werd structureel te veel geld uitgegeven. Toen we de grond onder het stadion en van De Herdgang verkochten en vervolgens de transfers van Balázs Dzsudzsák en Ibrahim Afellay afrondden, konden we investeren. Dat deden we in de jeugd: Kevin Strootman, Dries Mertens, Georginio Wijnaldum. Op die manier creëer je waarde op het veld. Ik vind namelijk dat dát altijd het uitgangspunt moet zijn, of je nu werkt bij RKC Waalwijk, AZ of PSV. AZ heeft kunnen blijven bestaan doordat er kapitaal op het veld stond.’

GERBRANDS: ‘Klopt. Toen Marcel (Brands, nvdr) destijds naar PSV vertrok, heb ik met Gertjan Verbeek drie jaar moeten overleven in Alkmaar. We hebben in die tijd alle goede spelers verkocht en konden dertig procent herinvesteren. En toch plaatsten we ons drie keer voor Europees voetbal, wonnen we de beker en speelden we kwartfinale Europa League. Dat kon doordat er waarde op het veld stond. Dat is het werk geweest van Marcel, zoals hij dat nu doet bij PSV. Als Marcel vandaag zou stoppen, zit er zeker nog voor drie à vier jaar restwaarde op onze spelersgroep. Daarom is de functie van technisch directeur met die van trainer de belangrijkste binnen een voetbalclub.’

Phillip Cocu wordt nu twee keer op rij kampioen, maar het had in zijn eerste seizoen ook helemaal mis kunnen gaan. Hebben jullie ooit getwijfeld om de technische leiding toen in handen te geven van een totaal onervaren trainer?

BRANDS: ‘Er zit wel een verhaal achter. Je hebt de lichting Van Gaal, Hiddink, Advocaat, Van Marwijk. Die lopen richting het einde van hun carrière. Je merkt dat die niet meer haalbaar zijn of het niet meer willen doen. We hebben Fred Rutten gehad, een uitstekende trainer, maar daaronder is die categorie zwevend. Wij hebben snel gezegd dat Cocu onze man was. Toen hij de ambitie uitsprak om trainer te willen worden, wist ik: hij wordt een goeie. Ik wilde hem ooit al naar AZ halen als assistent van Van Gaal op basis van verhalen van de internationals. Voor ons was er dus geen twijfel. Natuurlijk heeft hij zijn beginnersfouten gemaakt, maar er wel van geleerd. Je ziet nu een totaal andere persoonlijkheid.’

GERBRANDS: ‘Phillip was assistent bij Oranje en ook bij PSV. Hij had wel de ervaring van meerdere seizoenen, hè.’

BRANDS: ‘De vraag is legitiem en logisch, maar als jullie op mijn stoel zitten, kun je me dan de garantie geven dat, met alle respect, een Ron Jans – die nooit bij een topclub heeft gewerkt of aan de absolute top heeft gespeeld – wel zal slagen bij PSV? Frank de Boer, Giovanni van Bronckhorst en ook Cocu weten in ieder geval wat er in het topvoetbal gebeurt en moet gebeuren. Dat is een ongelooflijk voordeel. Je ziet snel bij mensen of ze talent hebben. Bij Phillip zag ik dat meteen, zoals ik het nu zie bij Mark van Bommel en Ruud van Nistelrooy. Ik weet zeker dat zij toptrainers worden.’

GERBRANDS: ‘Cocu gaat met PSV naar Atlético Madrid toe en weet precies wat hij kan verwachten. Andere trainers hebben die bagage niet.’

Cocu heeft het uiteindelijk overleefd en is nu een succestrainer.

BRANDS: ‘Maar ik heb m’n rug wel moeten rechten, het had ook míjn kop kunnen kosten.’

GERBRANDS: ‘Ik heb Co Adriaanse meegemaakt, Louis van Gaal, Gertjan Verbeek en ik zeg je dat Cocu helemaal in dat rijtje past. Phillip weet wat hij wil, zorgt voor een veilige omgeving, is veeleisend. Niks dan lof voor zijn aanpak als coach van een topteam.

‘Het gaat toch om drive. Weet je wat het lastige is van een topspeler die zijn hele leven alles heeft opgeofferd? Die is dan klaar met voetballen en denkt: zo, nu is het tijd om de kinderen naar school te brengen. Dat is een paar keer leuk, daarna denken ze terecht: moet ik dit nog dertig jaar? Dan is de drang naar topsport, adrenaline en de druk die erbij komt kijken zó groot, dat ze het niet kunnen laten.’

BRANDS: ‘Phillip ging bij ons de A1 doen. Dat was het jaar ervoor een ramp, gedoe, ruzies in de kleedkamer, messen getrokken, noem maar op. Toen ik bij Phillip ging kijken, zag ik rust. De spelers wisten waar ze aan toe waren, er was een duidelijke manier van spelen. Op de bank zat Rai Vloet, zijn beste speler. ‘Niet goed getraind’, zei Phillip. Dan weet je wel genoeg.’

INNOVATIECONGRES

Hoe gaan jullie nu verder?

GERBRANDS: ‘Dankzij de titel kunnen we nu een heel andere begroting maken. We hebben ons lang als nummer twee gedragen en als nummer een gedacht. Het voordeel is nu dat we kunnen blijven werken volgens onze filosofie. Op een transparante manier zijn we ongelooflijk innovatief aan de gang. Ik heb tijdens een innovatiecongres in Madrid daarover een lezing gegeven voor vertegenwoordigers van grote bedrijven. Die mannen werden steeds stiller. Hoe wij omgaan met karakterprofielen, stressbestrijding, voeding, slaappatronen, zó’n lijst! Ik durf te stellen dat we misschien wel een van de meest innovatieve clubs zijn van dit moment. We geloven erin dat dit de basis is om het huidige succes te continueren en verder uit te bouwen.’

DOOR FREEK JANSEN EN MARTIJN KRABBENDAM – FOTO’S BELGAIMAGE

‘We hebben ons lang als nummer twee gedragen maar als nummer een gedacht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content